Versie: 1.0 Classificatie: Vertrouwelijk. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 1

Vergelijkbare documenten
Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 2

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

BedrijfsGezondheidsIndex 2008:

RSI voorlichting studenten FEW RSI in relatie tot:

Vragenlijst Beeldschermwerk

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

BedrijfsGezondheidsIndex 2007

PRODUCT VAN Jaarverslag 2017

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

BEELDSCHERMWERK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Boomteelt en Vaste plantenteelt

BASISREGELIJS BIJ DE KLASSIEKE DESKTOP. De basisregels zijn gebaseerd op het 5 W-model. Een goed preventieplan besteedt aandacht acht deze factoren.

Voorkomen is nog altijd beter dan.

Gezond werken met de computer Hoe u zelf klachten kunt voorkomen aan armen, nek en/of schouders

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

1.10 Computeropstelling. veilig gebruik in het leslokaal

HEALTHCHECK VRAGENLIJST GEZONDHEIDSDAG 2014

MEDEWERKERSONDERZOEK 2017

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Project Analyse Rapport

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

INFORMATIE RSI. Wat is RSI? 1.1 OORZAKEN

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Checklist werkplekinstelling voor de werknemer

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Checklist werkplekinstelling voor de medewerker

KANS door beeldschermwerk

Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen. Cardiologie Centrum Waterland

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland

Gezond werken met computers

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Informatiemateriaal ergonomie

Work Engagement Scan

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Your Vitality Score Mieke van het Web 19 januari 2017

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar


Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

Psychosociale belasting en bevlogenheid

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Optimale instelling beeldschermwerkplek

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid

Tips voor de beeldschermwerkplek

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Mastocytose klachten lijst

Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1

Workshop Fit in je loopbaan! 16 NOVEMBER 2017

Adviezen bij KANS/rsi

Wat is er aan de hand?

❶ Veiligheidsregels voor beeldschermwerk... 1 ❷ Ontspanningsoefeningen... 3 ❸ Checklist individueel werkplekonderzoek (beeldschermwerkplek)...

Checklist voor het opsporen van RSI- en werkdrukrisico s beeldschermwerk voor individuele werknemers

Checklist voor opsporen beeldschermgebonden lichamelijke klachten

Preventief Medisch Onderzoek (voorheen PAGO)

STEP WerkPlekAnalyse bij

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Checklist Beeldschermwerk voor individuele medewerkers

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

ADAPT in gesprek over dreigend verzuim. Vragenlijst 1 voor medewerkers

Verantwoord werken aan duurzame inzetbaarheid

Goed ingericht aan het werk Informatie over gezond werken met beeldschermen

De volgende vragen gaan over uw gezondheidstoestand

Vragenlijsten. Instructies: De volgende 11 vragen gaan over uw standpunten t.a.v. uw algemene gezondheid.

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Bijlage 5-1/9. Invulformulier patiënt opvolging. Geboortedatum: Adres: Controlemoment. 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden

FYSIEKE BELASTING BIJ MICROSCOOPWERK & PIPETTEREN

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. mei 2015

Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. mei 2015

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

Seniorenraad Son en Breugel 22 juni 2018

Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen

LANGER GEZOND WERKEN. ook voor kwetsbare groepen? Suzan Robroek. i.s.m. Tessa Kouwenhoven, Lex Burdorf, Merel Schuring, Jolinda Schram

RAPPORTAGE. FITTEST 55+ Losser

Pauzes als noodzakelijk onderdeel van gezond werken

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

Vitale organisaties staan sterker en presteren beter! Health is a new business strategy

Arbo- en Milieudienst

Inhoudsopgave Tabellenboek Deventer

Uitslag: Instituut voor Preventie & Gezondheid

Transcriptie:

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 1

BEDRIJF X PREVENTIEF MEDISCH ONDERZOEK (PMO) 2019 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 2

VOORWOORD Hierbij presenteert Adaptics de rapportage van het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) bij Bedrijf X. Tijdens het Preventief Medisch Onderzoek is uitgebreid stilgestaan bij de gezondheidssituatie van de medewerkers van Bedrijf X en er is nagegaan of het werk hier invloed op heeft. Daardoor kunnen wij naast een beweeg- en voedingsadvies ook adviezen op medisch vlak en op het gebied van de arbeidsomstandigheden geven. Het PMO bestond uit zowel een digitale vragenlijst als fysieke onderzoeken die plaats hebben gevonden vanuit de Gezondheidsbus. Wij voorzien in praktische adviezen hoe de gezondheidstoestand van medewerkers kan worden verbeterd. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 3 Met plezier kijken wij terug op het Preventief Medisch Onderzoek bij Bedrijf X Hartelijke groet,

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 3 INLEIDING... 5 INHOUD PMO... 7 METHODE... 8 SAMENSTELLING BENCHMARK... 9 Aantal... 9 Verhouding man/vrouw (%):... 9 Gemiddelde leeftijd:... 9 Leeftijdsopbouw (%)... 9 Opleidingsniveau (%)... 9 Branches (%)... 9 ALGEMENE TELLINGEN... 10 PERSOONLIJKE GEGEVENS EN WERKSITUATIE... 11 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 4 FYSIEKE EN MENTALE GEZONDHEID... 12 Fysieke gezondheid... 13 Mentale gezondheid... 14 Gevolgen fysieke en mentale gezondheid... 15 KLACHTEN HOUDINGS- & BEWEGINGSAPPARAAT... 16 Pijnklachten... 16 LEEFSTIJL... 20 Beweging... 20 Roken... 23 Alcohol... 24 Voeding... 26 Ontspanning... 28 Drugs... 30 BEELDSCHERMWERK... 31 Beeldschermwerk... 31 Beeldscherminstellingen... 32 Bureaustoel... 32 Werktafel... 32 Toetsenbord... 33 Laptop... 33 KANS... 34 Werktaken... 35 Werktijden... 36

Werkwijze... 37 Werkdruk... 38 WEB-MODEL... 39 Werkbeleving en vitaliteit bij Bedrijf X... 39 Werkstress of arbeidsplezier?... 39 WEB-model... 39 Werkstressoren... 40 Energiebronnen... 45 Bevlogenheid... 49 Stressreacties... 53 Organisatie uitkomsten... 56 Conclusie WEB-model... 57 WORK ABILITY INDEX (WAI)... 58 Normering WAI-score... 59 Work Ability Index op vraagniveau... 62 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 5 Arbeidsproductiviteitsverlies... 64 WERK/PRIVÉ BALANS... 65 SPANNINGSKLACHTEN... 67 VERANDERBEREIDHEID... 68 FYSIEKE TESTEN... 69 BMI... 69 Vetpercentage... 70 Buikomvang... 71 Bloeddruk... 72 Totaal cholesterol... 73 HDL... 74 Ratio cholesterol... 75 Glucose... 76 Visus... 77 RISICOPROFIELEN... 80 CORRELATIES... 81 TER AFSLUITING... 82... 83

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 6 INLEIDING Het belangrijkste doel van het PMO is het beantwoorden van de vraag hoe de werkomstandigheden bij de organisatie kunnen worden verbeterd, en gezond gedrag kan worden gestimuleerd, zodat de medewerkers gezond en gemotiveerd blijven en het werk als minder fysiek en mentaal belastend ervaren. Tevens wordt met dit PMO invulling gegeven aan de wettelijke eis tot het opstellen van een onderzoek naar de fysieke en psychosociale belasting, zoals genoemd in de Arbowet 1998 artikel 5 (versie 2007). In dit rapport worden de belangrijkste bevindingen van het PMO toegelicht en worden belangrijke gezondheid gerelateerde onderwerpen van diverse groepen medewerkers in kaart gebracht. Op basis hiervan kan worden vastgesteld hoe de diverse gezondheidsaspecten van de medewerkers zich verhouden tot die van een referentiegroep. Voor de uitvoering van de gezondheidstest is gebruik gemaakt van de Gezondheidsbus. De Gezondheidsbus is een mobiel test en meet laboratorium en heeft de beschikking over een groot scala aan test- en meetapparatuur. De Gezondheidsbus komt op locatie, waardoor reistijd vermeden wordt en Bedrijf X kan duidelijk laten zien dat zij investeert in de gezondheid van haar medewerkers. Het PMO is primair bedoeld voor individuele, werkende mensen. Met behulp van dit PMO kunnen we een duidelijk beeld krijgen van de gezondheid van de medewerkers. Tevens kan er een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende groepen medewerkers. Vervolgens kunnen er voor zowel de individuele medewerker, als een groep medewerkers, activiteiten (interventies) worden opgezet ter bevordering van de gezondheid. In deze rapportage leggen wij de focus op de resultaten gevolgd door conclusies en enkele adviezen. De daadwerkelijke activiteiten (interventies) dienen in overleg, afgestemd op het huidige beleid, ontwikkeld te worden.

INHOUD PMO De inhoud van het PMO is in samenspraak met Bedrijf X tot stand gekomen. Het PMO bestond uit de volgende onderdelen: Vragenlijst Fysieke meting Individuele rapportages Groepsrapportage De (digitale) vragenlijst bestond uit de volgende onderdelen: Persoonlijke gegevens en werksituatie Fysieke en mentale gezondheid Klachten houdings- en bewegingsapparaat Leefstijl Beeldschermwerk KANS o.a. werkwijze, werktaken en werktijden Werkbeleving o.a. werkbeleving, werkdruk, werkstress basis bevlogenheid Werkvermogen Werk/privé balans Veranderbereidheid Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 7 De fysieke meting in de Gezondheidsbus bestond uit de volgende onderdelen: Lengte & Gewicht (incl. Q-index) Vetpercentage Buikomvang Bloeddruk & Hartslag Cholesterol, HDL, ratio, glucose Visus

METHODE Het statistisch programma SPSS Statistics 22 is voor alle analyses gebruikt. De resultaten zullen, daar waar mogelijk, teruggekoppeld worden aan de hand van de volgende subgroepen: Geslacht o Mannen; o Vrouwen. Leeftijd o o 43 jaar en jonger; 44 jaar en ouder. Afdeling o Onderdeel A; o Onderdeel B; o Onderdeel C; o Onderdeel D; o Onderdeel E; o Onderdeel F; o Onderdeel G; o Onderdeel H; o Onderdeel I; o Onderdeel J. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 8 Een opsplitsing in verschillende categorieën vindt alleen plaats wanneer een categorie minimaal 15 deelnemers bevat. Bij minder dan 15 deelnemers wordt er, in verband met de privacy van de medewerkers, geen data teruggekoppeld. Daarnaast zullen de resultaten aan de hand van een benchmark (BM) (vergelijkingsgroep) worden teruggekoppeld. Deze gegevens zijn afkomstig van een grote groep medewerkers uit allerlei verschillende beroepsgroepen (N7.500 47.200). De meest opvallende resultaten zijn groen of rood gemarkeerd. In het geval dat een resultaat groen is gekleurd, dan duidt dat op een positief resultaat t.o.v. de benchmark. In het geval dat een resultaat rood is gekleurd, dan duidt dat op een negatief resultaat t.o.v. de benchmark (zie onderstaande tabel). Let erop dat bij het interpreteren van de resultaten een positieve waarde (groen) niet altijd hoeft te betekenen dat het geen aandachtspunt is. Als bijvoorbeeld 40% van de medewerkers een gezond gewicht heeft, dan betekent dat nog steeds dat 60% van de medewerkers overgewicht heeft. BMI (%) n Ondergewicht Gezond gewicht Matig overgewicht Overgewicht Ernstig overgewicht Mannen 50 2,0 48,0 36,0 14,0 0,0 Vrouwen 50 0,0 18,0 62,0 16,0 4,0 Totaal Bedrijf Z 100 1,0 30,0 49,0 15,0 5,0 Benchmark 0,7 40,9 43,0 14,8 0,6

SAMENSTELLING BENCHMARK Aantal Huidige benchmark Aantal ingevulde vragenlijsten Aantal uitgevoerde fysieke metingen N=15.000 61.000 N=93.000 N=45.000 Aantal bedrijven/projecten +500 Verhouding man/vrouw (%): Man 70,2 Vrouw 29,8 Branches (%) Agrarisch 7,3 Bouw 2,0 Consultancy & dienstverlening 2,4 Energie 8,3 Finance & Handel 3,0 Horeca 0,2 Industrie 5,9 Media 1,3 Onderwijs 11,2 Gemiddelde leeftijd: Gemiddelde leeftijd 43,10 SD 13,15 Leeftijdsopbouw (%) Jonger dan 25 jaar 10,6 25 t/m 34 jaar 13,7 Overheid 23,5 Overige 4,7 Productie 5,7 Transport & logistiek 19,8 Vervoer & Luchtvaart 2,2 Zorg & Welzijn 2,6 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 9 35 t/m 44 jaar 19,2 45 t/m 54 jaar 25,4 55 jaar en ouder 31,0 Opleidingsniveau (%) Geen opleiding gevolgd/afgemaakt 0,9 Basisonderwijs 1,6 Voorbereidend beroepsonderwijs 5,9 MAVO 8,5 HAVO/VWO 7,8 Middelbaar beroepsonderwijs 37,9 Hoger beroepsonderwijs 25,5 Wetenschappelijk onderwijs 11,8

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 10 ALGEMENE TELLINGEN In onderstaande tabel worden de aantallen en beschrijvende gegevens weergegeven van het Preventief Medisch Onderzoek bij Bedrijf X. Totaal Bedrijf X Potentiële aantal deelnemers (n) 3609 Aantal deelgenomen (n) 1903 - Ingevulde vragenlijsten 1903 - Fysieke testen 1692 Deelnemerspercentage vragenlijst (%) 52,7 Deelnemerspercentage fysieke onderzoeken (%) 46,9 Gemiddelde leeftijd 43 Mannen (%) 55,0 Vrouwen (%) 45,0 Deelnemersaantal en percentage per afdeling Afdeling N % van totaal deelgenomen (n=1903) Onderdeel A 83 4,4 Onderdeel B 62 3,3 Onderdeel C 449 23,6 Onderdeel D 105 5,5 Onderdeel E 338 17,8 Onderdeel F 229 12,0 Onderdeel G 44 2,3 Onderdeel H 188 9,9 Onderdeel I 365 19,2 Onderdeel J 23 1,2

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 11 PERSOONLIJKE GEGEVENS EN WERKSITUATIE De onderstaande resultaten geven inzicht in de populatie van de medewerkers. Hoogste opleiding Burgerlijke staat Huidige situatie Dienstverband Werkzaam huidige werkgever Werkzaam huidige functie Uren per week Leidinggeven Onregelmatigheid 38,9% heeft als hoogste opleiding HBO afgerond 48,9% is gehuwd 78,9% is samenwonend 87,3% heeft een contract voor onbepaalde tijd 46,6% werkt 10 jaar of langer bij Bedrijf X 30,1% werkt 2 tot 5 jaar in de huidige functie 59,5% werkt 33 tot en met 40 uur per week 13,4% geeft leiding 4,8% werkt in ploegendiensten of onregelmatig

FYSIEKE EN MENTALE GEZONDHEID Een goede fysieke gezondheid maakt het mogelijk dat iemand leeft zoals hij wilt en dat hij de dingen kan doen die hij wilt doen. Wanneer iemand niet wordt gehinderd door fysieke factoren zoals ziekte, pijn, overgewicht of een slechte conditie, is diegene vrij in het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden. Een goede fysieke gezondheid vergroot ook de weerbaarheid. Een goede ervaren mentale gezondheid betekent dat iemand in balans. Hij of zij is tevreden en rustig en merkt dat hij niet door het minste of geringste uit het veld wordt geslagen. Wanneer iemand zich mentaal goed voelt zal diegene makkelijker tegen druk kunnen (op het werk en thuis) en minder emotioneel reageren op plotselinge gebeurtenissen. De mentale gezondheid wordt onder andere vergroot door de steun die iemand van anderen ervaart. De vraag Hoe beoordeelt u uw gezondheid wordt als volgt beantwoord: Beoordeling eigen gezondheid (%) n Uitstekend Zeer goed Goed Matig Slecht Mannen 1042 5,6 26,6 61,1 6,7 0,0 Vrouwen 846 3,7 21,7 64,9 9,5 0,2 43 jaar en jonger 957 4,8 26,1 60,2 8,7 0,2 44 jaar en ouder 931 4,6 22,7 65,5 7,2 0,0 25 t/m 35 jaar 491 4,9 27,5 59,5 7,7 0,4 Onderdeel A 81 6,2 19,8 63,0 11,1 0,0 Onderdeel B 62 1,6 24,2 69,4 4,8 0,0 Onderdeel C 444 5,9 23,4 61,3 9,5 0,0 Onderdeel D 105 1,9 33,3 60,0 4,8 0,0 Onderdeel E 336 5,4 26,5 60,7 7,4 0,0 Onderdeel F 228 2,6 18,0 73,2 6,1 0,0 Onderdeel G 43 11,6 25,6 58,1 4,7 0,0 Onderdeel H 187 4,3 31,6 55,1 9,1 0,0 Onderdeel I 362 5,0 21,8 64,1 8,8 0,3 Onderdeel J 23 0,0 26,1 65,2 4,3 4,3 Totaal Bedrijf X 1888 4,7 24,4 62,8 7,9 0,1 Benchmark 7,1 20,5 61,5 10,2 0,7 BM Hoogopgeleid 8,0 25,7 57,9 8,0 0,3 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 12

Fysieke gezondheid De vraag Bent u de afgelopen 4 weken door pijn gehinderd in uw normale werk? wordt als volgt beantwoord: Fysieke gezondheid (%) n Nooit Enkele dagen De meeste dagen Dagelijks Mannen 1042 91,5 7,4 0,5 0,7 Vrouwen 846 82,6 14,4 1,5 1,4 43 jaar en jonger 957 88,6 10,0 0,5 0,8 44 jaar en ouder 931 86,4 11,1 1,4 1,2 25 t/m 35 jaar 491 88,8 9,8 0,6 0,8 Onderdeel A 81 84,0 13,6 2,5 0,0 Onderdeel B 62 85,5 12,9 1,6 0,0 Onderdeel C 444 85,4 13,5 0,5 0,7 Onderdeel D 105 91,4 7,6 1,0 0,0 Onderdeel E 336 92,3 6,3 0,9 0,6 Onderdeel F 228 88,2 9,6 1,8 0,4 Onderdeel G 43 81,4 14,0 4,7 0,0 Onderdeel H 187 87,7 10,2 0,5 1,6 Onderdeel I 362 85,9 11,0 0,6 2,5 Onderdeel J 23 82,6 13,0 0,0 4,3 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 13 Totaal Bedrijf X 1888 87,5 10,5 1,0 1,0 Benchmark 75,1 19,3 2,8 2,8 BM Hoogopgeleid 81,8 15,4 1,6 1,2 De onderstaande tabel betreft de resultaten van de medewerkers (n=236) die bovenstaande vraag met een enkele dagen tot dagelijks hebben beantwoord. Fysieke klachten (n=236) % BM BM Hoogopgeleid Waar bevindt zich die fysieke pijn? - Nek en/of schouder 37,3 36,3 35,0 - Rug 20,3 43,3 37,7 - Benen en/of voeten 23,3 32,4 23,1 - Armen, handen en/of vingers 35,2 20,7 16,1 - Hoofdpijn 13,6 15,6 23,2 - Maag- of darmklachten 1,7 7,4 9,2 - Hartklachten 6,4 2,6 1,2 - Klachten aan luchtwegen 14,8 5,8 5,3 Wordt deze pijn volgens u veroorzaakt door uw werk? Ja 34,2 35,5 23,3 Nee 65,8 64,5 76,7 Wordt deze pijn volgens u verergerd door uw werk? Ja 58,6 48,8 42,2 Nee 41,4 51,2 57,8

In onderstaande tabel worden de antwoorden omtrent fysieke gezondheid op vraagniveau teruggekoppeld. Fysieke gezondheid (%) BM Totaal Bedrijf X BM Hoogopgeleid Wordt u door uw gezondheid op dit moment beperkt bij uw dagelijkse bezigheden? Zo ja, in welke mate? 1. Matige inspanning, zoals een tafel verplaatsen, stofzuigen, zwemmen of fietsen Nee, helemaal niet beperkt 89,5 82,7 88,3 Ja, een beetje beperkt 9,5 15,6 10,8 Ja, ernstig beperkt 1,0 1,7 0,8 2. Een paar trappen oplopen Nee, helemaal niet beperkt 88,3 83,5 88,4 Ja, een beetje beperkt 10,9 15,1 10,9 Ja, ernstig beperkt 0,8 1,4 0,7 Bent u de afgelopen 4 weken bij uw werk beperkt door uw lichamelijke gezondheid? 1. U heeft minder bereikt dan u zou willen Nooit 82,1 78,6 82,3 Ja, enkele dagen 14,9 16,4 14,9 Ja, de meeste dagen 1,5 2,5 1,5 Ja, dagelijks 1,5 2,6 1,3 2. U was beperkt in uw werk of andere bezigheden Nooit 81,7 76,6 80,0 Ja, enkele dagen 15,0 18,4 16,9 Ja, de meeste dagen 1,6 2,4 1,6 Ja, dagelijks 1,7 2,7 1,6 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 14 Mentale gezondheid In onderstaande tabel worden de antwoorden omtrent de mentale gezondheid op vraagniveau teruggekoppeld. Mentale gezondheid (%) Totaal Bedrijf X BM BM Hoogopgeleid Bent u de afgelopen 4 weken bij, een van de volgende problemen, bij uw werk beperkt door emotionele problemen, zoals depressieve of angstige gevoelens? 1. U heeft minder bereikt dan u zou willen? Nooit 79,1 85,2 83,3 Ja, enkele dagen 18,4 12,3 15,1 Ja, de meeste dagen 1,4 1,5 0,9 Ja, dagelijks 1,1 1,0 0,6 2. U deed uw werk of andere bezigheden niet zo zorgvuldig als gewoonlijk Nooit 79,0 83,6 80,7 Ja, enkele dagen 19,4 14,1 17,6 Ja, de meeste dagen 0,8 1,2 0,9 Ja, dagelijks 0,8 1,1 0,7 Hoe vaak gedurende de afgelopen 4 weken 1. Voelde u zich rustig en tevreden Nooit 1,3 2,6 1,8 Ja, enkele dagen 10,0 9,1 9,4 Ja, de meeste dagen 60,3 51,9 59,1

Ja, dagelijks 28,4 36,4 29,8 2. Had u veel energie Nooit 1,9 2,2 1,7 Ja, enkele dagen 12,6 10,5 11,4 Ja, de meeste dagen 64,7 55,5 60,6 Ja, dagelijks 20,9 31,8 26,3 3. Voelde u zich somber en neerslachtig? Nooit 61,2 69,2 68,3 Ja, enkele dagen 35,1 26,6 28,9 Ja, de meeste dagen 3,1 3,0 2,3 Ja, dagelijks 0,6 1,2 0,5 Gevolgen fysieke en mentale gezondheid In onderstaande tabel worden de gevolgen met betrekking tot de fysieke en mentale gezondheid op vraagniveau teruggekoppeld. Gevolgen (%) Totaal Bedrijf X BM BM Hoogopgeleid Hoe vaak hebben lichamelijke gezondheid of emotionele problemen u gedurende de afgelopen 4 weken gehinderd bij uw sociale activiteiten (zoals vrienden of familie bezoeken)? Nooit 76,9 75,6 74,0 Ja, enkele dagen 20,9 18,0 19,6 Ja, de meeste dagen 1,5 3,4 3,1 Ja, dagelijks 0,7 3,0 3,3 Heeft u zich de afgelopen 4 weken vanwege lichamelijke klachten ziekgemeld Ja 8,1 9,9 8,5 Nee 91,9 90,1 91,5 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 15

KLACHTEN HOUDINGS- & BEWEGINGSAPPARAAT De HBA (houdings- en bewegingsapparaat) vragenlijst geeft inzicht in klachten aan de rug, nek, been(-en) en/of arm(-en). Deze vragenlijst helpt bij het constateren van medewerkers met klachten aan het HBA. Daarmee kan voorkomen worden dat medewerkers onnodig lang klachten houden of onnodig lang verzuimen en daardoor een grotere kans lopen op langdurige arbeidsongeschiktheid. Hieronder worden de risico s per klacht weergegeven. Pijnklachten In onderstaande tabel wordt het percentage weergegeven van de medewerkers die de afgelopen 4 weken pijn hebben gehad aan de rug, nek, benen, en/of armen. Pijnklachten (%) Ja n Rug Nek Benen Armen Mannen 1048 28,5 21,7 13,2 12,0 Vrouwen 855 33,8 36,5 18,5 16,6 43 jaar en jonger 965 35,1 30,9 12,6 11,5 44 jaar en ouder 938 26,5 25,7 18,6 16,7 25 t/m 35 jaar 498 36,1 30,7 15,3 10,4 Onderdeel A 83 30,1 22,9 21,7 22,9 Onderdeel B 62 40,3 27,4 14,5 14,5 Onderdeel C 449 27,6 30,5 15,1 13,6 Onderdeel D 105 24,8 21,9 12,4 12,4 Onderdeel E 338 29,3 22,8 14,2 12,7 Onderdeel F 229 33,2 32,3 16,6 14,8 Onderdeel G 44 29,5 31,8 9,1 20,5 Onderdeel H 188 36,2 31,4 18,1 11,7 Onderdeel I 365 31,5 28,8 15,3 14,0 Onderdeel J 23 39,1 30,4 21,7 13,0 Totaal Bedrijf X 1903 30,9 (n=588) 28,3 (n=539) 15,6 (n=296) 14,1 (n=268) Benchmark 31,6 23,8 18,4 14,4 BM Hoogopgeleid 29,7 23,8 14,8 12,1 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 16

De medewerkers die aangegeven hebben de afgelopen 4 weken pijn te hebben gehad aan de rug, nek, benen en/of armen hebben 4 vervolgvragen gekregen over de mate van pijn. Per klacht wordt er gekeken hoeveel procent van deze medewerkers zich in de categorie goed, let op of risico bevindt. Op basis van toegekende punten wordt de pijn in een categorie ingedeeld. Onderstaande tabellen gaan over de verdiepende vragen. Rug Rug (%) n Goed Let op Risico Mannen 299 72,2 26,4 1,3 Vrouwen 289 66,4 29,1 4,5 43 jaar en jonger 339 73,2 25,1 1,8 44 jaar en ouder 249 64,3 31,3 4,4 25 t/m 35 jaar 180 71,7 27,2 1,1 Onderdeel A 25 68,0 32,0 0,0 Onderdeel B 25 72,0 28,0 0,0 Onderdeel C 124 71,0 26,6 2,4 Onderdeel D 26 73,1 26,9 0,0 Onderdeel E 99 77,8 19,2 3,0 Onderdeel F 76 59,2 39,5 1,3 Onderdeel G 68 73,5 23,5 2,9 Onderdeel H 115 66,1 27,8 6,1 Totaal Bedrijf X 588 69,4 27,7 2,9 Benchmark 56,9 37,8 5,3 BM Hoogopgeleid 63,1 33,3 3,6 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 17

Nek Nek (%) n Goed Let op Risico Mannen 277 75,3 23,8 0,9 Vrouwen 312 68,9 26,9 4,2 43 jaar en jonger 298 73,8 23,8 2,3 44 jaar en ouder 241 68,9 27,8 3,3 25 t/m 35 jaar 153 73,9 25,5 0,7 Onderdeel A 19 68,4 31,6 0,0 Onderdeel B 17 64,7 23,5 11,8 Onderdeel C 137 77,4 21,2 1,5 Onderdeel D 23 82,6 13,0 4,3 Onderdeel E 77 76,6 20,8 2,6 Onderdeel F 74 67,6 29,7 2,7 Onderdeel G 59 76,3 22,0 1,7 Onderdeel H 105 61,9 33,3 4,8 Totaal Bedrijf X 539 71,6 25,6 2,8 Benchmark 67,9 27,2 4,9 BM Hoogopgeleid 70,6 25,6 3,8 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 18 Benen Benen (%) n Goed Let op Risico Mannen 138 63,8 31,2 5,1 Vrouwen 158 53,8 37,3 8,9 43 jaar en jonger 122 63,1 33,6 3,3 44 jaar en ouder 174 55,2 35,1 9,8 25 t/m 35 jaar 76 63,2 32,9 3,9 Onderdeel A 18 55,6 33,3 11,1 Onderdeel B 68 61,8 35,3 2,9 Onderdeel C 48 66,7 25,0 8,3 Onderdeel D 38 55,3 36,8 7,9 Onderdeel E 34 52,9 41,2 5,9 Onderdeel F 56 48,2 41,1 10,7 Totaal Bedrijf X 296 58,4 34,5 7,1 Benchmark 48,3 44,3 7,4 BM Hoogopgeleid 55,7 38,9 5,4

Armen Armen (%) n Goed Let op Risico Mannen 126 65,9 33,3 0,8 Vrouwen 142 54,2 42,3 3,5 43 jaar en jonger 111 64,9 34,2 0,9 44 jaar en ouder 157 56,1 40,8 3,2 25 t/m 35 jaar 52 69,2 30,8 0,0 Onderdeel A 19 47,4 47,4 5,3 Onderdeel B 61 63,9 36,1 0,0 Onderdeel C 43 67,4 32,6 0,0 Onderdeel D 34 61,8 38,2 0,0 Onderdeel E 22 63,6 31,8 4,5 Onderdeel F 51 52,9 43,1 3,9 Totaal Bedrijf X 268 59,7 38,1 2,2 Benchmark 43,8 50,9 5,3 BM Hoogopgeleid 55,0 40,9 4,0 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 19

LEEFSTIJL De leefstijl van uw medewerkers is bepalend voor de gezondheid. Medewerkers met een gezonde leefstijl zijn vaak productiever, beter in staat om te gaan met veranderende omstandigheden en verzuimen minder. De gezondheid van medewerkers bepaalt dus hoe fit, productief en gemotiveerd ze zijn. Een gezonde leefstijl bestaat uit leefstijlgedragingen, ook wel BRAVO-factoren genoemd: meer Bewegen, niet Roken, matig Alcoholgebruik, gezonde Voeding en voldoende Ontspanning. Deze leefstijlgedragingen hebben invloed op verschillende chronische ziekten, zoals: hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type II, obesitas en COPD (longziekten). Om deze aandoeningen te voorkomen is het van belang om inzicht te krijgen in de algehele leefstijl van de medewerkers. De uiteindelijke verantwoordelijkheid tot eventuele verandering ligt natuurlijk bij de medewerker zelf. Van u, als werkgever wordt verwacht een motiverende rol aan te nemen. Beweging Regelmatig bewegen hangt samen met verschillende gezondheidsvoordelen. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat bewegen het risico op verschillende ziekten en aandoeningen verlaagd. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat weinig bewegen het risico op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten, verhoogt. Er zijn twee gangbare normen voor de gewenste hoeveelheid beweging, namelijk de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) en de fitnorm. De NNGB kijkt met name naar de algemene gezondheid en de fitnorm naar een goede conditie van het hart- en vaatstelsel. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 20 Op de vraag Vindt u dat u voldoende beweegt? geeft 55,7% van de medewerkers een bevestigend antwoord (Ja) (Benchmark (BM)=63,7%) en 44,3% een ontkennend antwoord (Nee) (BM=36,3%).

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 21 NNGB De Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) stelt dat volwassenen op tenminste vijf dagen per week, 30 minuten matig intensief moeten bewegen om de gezondheid te onderhouden. Dit mag opgesplitst zijn in perioden van minimaal 10 minuten. Matig intensieve lichamelijke activiteiten zijn bijvoorbeeld fietsen, wandelen en tuinieren. In 2015 voldeed 55,2% van de Nederlandse volwassenen aan de NNGB (CBS/RIVM, 2016). Bij de NNGB wordt er onderscheid gemaakt tussen drie groepen, te weten: NNGB Norm-actieven Semi-actieven Inactieven Interpretatie Bewegen minimaal 5 dagen per week langer dan 30 minuten matig intensief Bewegen 1 tot 4 dagen per week langer dan 30 minuten matig intensief Bewegen vrijwel nooit NNGB (%) n Norm-actieven Semi-actieven Inactieven Mannen 1039 29,7 64,0 6,3 Vrouwen 843 27,3 66,3 6,4 43 jaar en jonger 956 27,1 65,9 7,0 44 jaar en ouder 926 30,2 64,1 5,6 25 t/m 35 jaar 490 28,0 64,7 7,3 Onderdeel A 81 39,5 53,1 7,4 Onderdeel B 62 33,9 62,9 3,2 Onderdeel C 443 30,0 64,1 5,9 Onderdeel D 105 28,6 65,7 5,7 Onderdeel E 336 33,9 59,8 6,3 Onderdeel F 227 21,6 72,7 5,7 Onderdeel G 43 23,3 69,8 7,0 Onderdeel H 186 26,3 67,7 5,9 Onderdeel I 359 25,1 66,6 8,4 Onderdeel J 23 17,4 78,3 4,3 Totaal Bedrijf X 1882 28,6 65,0 6,3 Benchmark 24,0 64,5 11,5 BM Hoogopgeleid 25,4 66,5 8,1

Fitnorm De fitnorm heeft in tegenstelling tot de NNGB niet als doel de gezondheid te verbeteren, maar de conditie van het hart- en vaatstelsel te verbeteren. De Fitnorm stelt dat volwassenen minstens driemaal per week minimaal 20 minuten intensief moeten bewegen om een goede conditie van het hartvaatstelsel te onderhouden. Bijvoorbeeld door te sporten (zwemmen, hardlopen). In 2015 voldeed 22,7% van de Nederlandse volwassenen aan de Fitnorm (CBS/RIVM, 2016). De Fitnorm onderscheidt drie groepen, te weten: Fitnorm Norm-fit Semi-fit Niet-fit Interpretatie Bewegen minimaal 3 dagen per week langer dan 20 minuten intensief Bewegen 1 of 2 keer per week langer dan 20 minuten intensief Bewegen vrijwel nooit intensief Fitnorm (%) n Norm-fit Semi-fit Niet-fit Mannen 1039 32,1 49,8 18,2 Vrouwen 843 22,9 45,1 32,0 43 jaar en jonger 956 29,3 46,0 24,7 44 jaar en ouder 926 26,6 49,4 24,1 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 22 25 t/m 35 jaar 490 32,4 44,7 22,9 Onderdeel A 81 29,6 39,5 30,9 Onderdeel B 62 24,2 50,0 25,8 Onderdeel C 443 30,2 46,5 23,3 Onderdeel D 105 29,5 48,6 21,9 Onderdeel E 336 32,7 45,8 21,4 Onderdeel F 227 27,3 47,1 25,6 Onderdeel G 43 34,9 37,2 27,9 Onderdeel H 186 30,1 49,5 20,4 Onderdeel I 359 19,2 51,8 29,0 Onderdeel J 23 26,1 52,2 21,7 Totaal Bedrijf X 1882 27,9 47,7 24,4 Benchmark 26,6 45,6 27,8 BM Hoogopgeleid 27,8 50,4 21,8

Roken Rokers hebben meer kans op hart- en vaatziekten en op verschillende soorten kanker dan niet-rokers. Stoppen met roken zorgt ook voor een betere en diepere ademhaling. Gestopte rokers en niet-rokers voelen zich vaak fitter en energieker, en zijn wat minder snel verkouden. In 2017 rookte 23,1% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder (CBS/RIVM, 2018). Roken (%) n Nee Ja, af en toe Ja, dagelijks Mannen 1039 87,8 5,8 6,4 Vrouwen 843 84,9 8,1 7,0 43 jaar en jonger 956 82,8 9,7 7,4 44 jaar en ouder 926 90,3 3,8 5,9 25 t/m 35 jaar 490 80,8 11,6 7,6 Onderdeel A 81 81,5 6,2 12,3 Onderdeel B 62 88,7 4,8 6,5 Onderdeel C 443 85,6 7,4 7,0 Onderdeel D 105 92,4 5,7 1,9 Onderdeel E 336 91,1 2,4 6,5 Onderdeel F 227 86,8 7,9 5,3 Onderdeel G 43 86,0 9,3 4,7 Onderdeel H 186 86,0 8,1 5,9 Onderdeel I 359 83,3 8,9 7,8 Onderdeel J 23 73,9 8,7 17,4 Totaal Bedrijf X 1882 86,5 6,8 6,7 Benchmark 77,7 7,0 15,4 BM Hoogopgeleid 86,6 6,5 6,9 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 23

Alcohol Het gebruik van alcohol heeft verschillende effecten op de gezondheid. Overmatig alcoholgebruik kan beschadigingen veroorzaken aan het maagslijmvlies, de lever en de hersenen. Daarnaast is de kans op leveraandoeningen, diverse vormen van kanker (mond, keel, slokdarm, maag, lever en darmen) verhoogd en is er een kans op blijvend letsel aan het korte-termijn geheugen. In 2015 heeft de Gezondheidsraad nieuwe richtlijnen rondom goede voeding gepubliceerd. De gezondheidsraad heeft de volgende richtlijn rondom alcoholgebruik geformuleerd: Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag. In onderstaande tabel is het percentage medewerkers dat geen alcohol drinkt, het percentage medewerkers dat voldoet aan de richtlijnen van de Gezondheidsraad en het percentage medewerkers dat niet voldoet aan de richtlijnen van Gezondheidsraad, weergegeven. Alcohol (%) n Drinkt niet Drinkt maximaal één glas per drinkmoment Drinkt meer dan één glas per drinkmoment Mannen 1038 9,2 14,4 76,4 Vrouwen 843 18,4 17,9 63,7 43 jaar en jonger 955 14,2 13,9 71,8 44 jaar en ouder 926 12,4 18,0 69,5 25 t/m 35 jaar 490 15,1 13,7 71,2 Onderdeel A 81 18,5 21,0 60,5 Onderdeel B 62 14,5 16,1 69,4 Onderdeel C 443 13,1 14,2 72,7 Onderdeel D 105 14,3 12,4 73,3 Onderdeel E 336 12,5 16,7 70,8 Onderdeel F 227 10,6 16,7 72,7 Onderdeel G 43 20,9 4,7 74,4 Onderdeel H 186 10,3 21,6 68,1 Onderdeel I 359 14,5 15,3 70,2 Onderdeel J 23 26,1 17,4 56,5 Totaal Bedrijf X 1881 13,3 15,9 70,7 Benchmark 16,0 15,7 68,3 BM Hoogopgeleid 12,2 19,6 68,2 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 24 De Volksgezondheidenzorg.info (2016) maakt een onderscheid tussen gematigde en overmatige drinkers. Vrouwen vallen in de categorie overmatige drinkers als ze meer dan 14 glazen alcohol per week drinken en mannen vallen in de categorie overmatige drinkers als ze meer dan 21 glazen alcohol drinken per week. In 2017 viel 9,2% van de drinkers in de categorie overmatige drinkers (CBS/RIVM, 2018). Daarnaast kunnen mensen volgens de Volksgezondheidenzorg.info ook in de categorie zware drinkers vallen. Vrouwen vallen in de categorie zware drinkers als ze ministens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol drinken per drinkmoment. Mannen vallen in de categorie zware drinker als ze minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol drinken per drinkmoment. In 2017 viel 9,0% van de drinkers in de categorie zware drinker.

Alcohol norm Mannen Vrouwen Overmatig Meer dan 21 glazen per week Meer dan 14 glazen per week Zware drinker Minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol op één dag Minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol op één dag In onderstaande tabel is van alle drinkers het percentage overmatige drinkers en zware drinkers weergegeven. Alcohol (%) n Overmatige drinkers Zware drinkers Mannen 942 1,8 8,5 Vrouwen 688 0,9 8,9 43 jaar en jonger 819 1,2 12,5 44 jaar en ouder 811 1,6 4,8 25 t/m 35 jaar 416 1,4 16,1 Onderdeel A 66 0,0 7,6 Onderdeel B 53 1,9 9,4 Onderdeel C 385 1,0 9,6 Onderdeel D 90 0,0 7,8 Onderdeel E 294 2,0 6,1 Onderdeel F 203 2,0 8,9 Onderdeel G 34 0,0 2,9 Onderdeel H 166 1,8 9,6 Onderdeel I 307 1,6 10,1 Onderdeel J 17 0,0 0,0 Totaal Bedrijf X 1630 1,4 8,7 Benchmark 2,1 11,4 BM Hoogopgeleid 1,5 7,0 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 25

Voeding Een gevarieerde maaltijd is van groot belang voor een gezond lichaam. Zo heeft een gezond lichaam minder kans op chronische ziekten die in verband kunnen staan met het eetpatroon, zoals sommige vormen van kanker. Te veel verzadigde vetten is schadelijk voor het lichaam, terwijl voldoende groente en fruit een positief effect heeft op de gezondheid. Zo blijkt uit onderzoek dat het dagelijks eten van voldoende groente en fruit een samenhangt met onder andere een lager risico op hart- en vaatziekten, beroertes, diabetes en darm- en longkanker. De mate waarin uw medewerkers groenten en fruit eten is uitgevraagd. Allereerst hebben de medewerkers van Bedrijf X de vraag beantwoord Vindt u dat u gezond eet?. 87,2% van de medewerkers heeft bevestigend geantwoord (ja) (BM=89,0%) en 12,8% ontkennend (Nee) (BM=11,0%). Groenten De Gezondheidsraad adviseert om 200 gram groenten per dag te eten (Gezondheidsraad, 2015). Uit meest recent onderzoek blijkt dat 30,3% van de Nederlandse zich houdt aan de richtlijnen voor de consumptie van groenten (CBS/RIVM, 2016). Groentenorm Voldoet Goed op weg Beneden norm Ver beneden norm Interpretatie 1400 gram per week 1000-1399 gram per week 600-999 gram per week 0-599 gram per week Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 26 Groenten (%) n Voldoet Goed op weg Beneden norm Ver beneden norm Mannen 1038 20,8 27,8 37,6 13,8 Vrouwen 843 25,1 26,5 35,8 12,6 43 jaar en jonger 955 25,1 25,4 33,7 15,7 44 jaar en ouder 926 20,3 29,0 40,0 10,7 25 t/m 35 jaar 490 28,6 23,1 31,6 16,7 Onderdeel A 81 29,6 21,0 34,6 14,8 Onderdeel B 62 14,5 32,3 35,5 17,7 Onderdeel C 443 24,4 25,3 38,1 12,2 Onderdeel D 105 27,6 27,6 32,4 12,4 Onderdeel E 336 23,2 29,2 36,0 11,6 Onderdeel F 227 20,7 27,8 37,0 14,5 Onderdeel G 43 23,3 25,6 30,2 20,9 Onderdeel H 185 28,6 27,0 35,1 9,2 Onderdeel I 359 17,3 28,1 38,4 16,2 Onderdeel J 23 8,7 26,1 56,5 8,7 Totaal Bedrijf X 1881 22,8 27,2 36,8 13,2 Benchmark 13,9 24,6 40,3 21,3 BM Hoogopgeleid 19,4 28,5 37,8 14,3

Fruit De Gezondheidsraad adviseert om 2 stuks fruit (200 gram) per dag te eten (Gezondheidsraad, 2015). Uit het meest recente onderzoek blijkt dat slechts 28,6% van de totale Nederlandse bevolking voldoet aan de fruitnorm (CBS/RIVM, 2016). Fruitnorm Voldoet Net beneden norm Te weinig Veel te weinig Interpretatie 14 stuks per week 10,5-13,5 stuks per week 6-10 stuks per week 0-5,5 stuks per week Fruit (%) n Voldoet Net beneden norm Te weinig Veel te weinig Mannen 1038 19,0 13,9 27,6 39,5 Vrouwen 843 24,3 19,1 29,5 27,0 43 jaar en jonger 955 19,2 16,3 29,4 35,1 44 jaar en ouder 926 23,7 16,1 27,5 32,7 25 t/m 35 jaar 490 18,4 16,9 28,4 36,3 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 27 Onderdeel A 81 24,7 22,2 30,9 22,2 Onderdeel B 62 22,6 14,5 30,6 32,3 Onderdeel C 443 22,8 15,3 30,0 31,8 Onderdeel D 105 23,8 22,9 30,5 22,9 Onderdeel E 336 18,2 16,4 28,9 36,6 Onderdeel F 227 18,9 14,1 29,5 37,4 Onderdeel G 43 18,6 23,3 23,3 34,9 Onderdeel H 185 28,1 15,1 22,2 34,6 Onderdeel I 359 20,3 13,6 29,0 37,0 Onderdeel J 23 13,0 13,0 30,4 43,5 Totaal Bedrijf X 1881 21,4 16,2 28,5 33,9 Benchmark 19,1 16,7 27,6 36,6 BM Hoogopgeleid 21,5 18,8 28,0 31,7

Ontspanning De mens heeft slaap nodig om goed te kunnen functioneren. Slaapgebrek beïnvloedt de functie van de hersenen waardoor je overdag slecht of matig kunt presteren. Slaaptekort heeft een negatieve invloed op het geheugen, het concentratievermogen en de reactiesnelheid. Daarnaast worden de fysieke gesteldheid en de emoties negatief beïnvloed door te weinig slaap. De jaarlijkse kosten van slaapgebrek bij de Nederlandse beroepsbevolking wordt geschat op 3 tot 4,5 miljard euro per jaar. Het gaat hierbij om ziekteverzuim door slaapgebrek, ziekteverzuim doordat slaapgebrek andere ziekten veroorzaakt en productiviteitsverlies. Er is geen eenduidig aantal uur slaap dat een mens nodig heeft, want dit verschilt per persoon. Echter, gesteld kan worden dat wanneer iemand over een langere periode gemiddeld minder dan zes uur per nacht slaapt, dat deze persoon een zeer hoge kans heeft op vermoeidheidsproblemen. In Nederland heeft ongeveer een derde van alle mensen last van slaapproblemen. Allereerst hebben de medewerkers van Bedrijf X de vraag beantwoord Vindt u dat u voldoende slaapt?. 66,2% van de medewerkers heeft bevestigend geantwoord (Ja) (BM= 69,0%) en 33,8% ontkennend (Nee) (BM=31,0%). Daarnaast is uitgevraagd hoeveel uur de medewerkers van Bedrijf X gemiddeld per nacht slapen. In onderstaande tabel zijn de resultaten te zien. Slaap (%) N > 8 uur 6-8 uur < 6 uur Mannen 1038 7,2 77,0 15,8 Vrouwen 843 12,7 73,0 14,4 43 jaar en jonger 955 13,0 74,2 12,8 44 jaar en ouder 926 6,3 76,1 17,6 25 t/m 35 jaar 490 13,7 73,5 12,9 Onderdeel A 81 9,9 70,4 19,8 Onderdeel B 62 8,1 77,4 14,5 Onderdeel C 443 8,4 75,4 16,3 Onderdeel D 105 13,3 74,3 12,4 Onderdeel E 336 4,8 75,9 19,3 Onderdeel F 227 12,3 77,1 10,6 Onderdeel G 43 11,6 65,1 23,3 Onderdeel H 185 10,3 79,5 10,3 Onderdeel I 359 13,1 73,8 13,1 Onderdeel J 23 13,0 56,5 30,4 Totaal Bedrijf X 1881 9,7 75,2 15,2 Benchmark 9,2 75,4 15,4 BM Hoogopgeleid 9,2 79,5 11,2 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 28

Vervolgens is er gevraagd of medewerkers last hebben van slapeloosheid. Onder slapeloosheid wordt verstaan: het moeilijk in slaap kunnen vallen, tijdens het slapen veel wakker worden of te vroeg wakker worden. De voornaamste redenen die genoemd worden als oorzaken van de slaapproblemen zijn stress en piekeren. Slapeloosheid (%) n Ja (%) Mannen 1038 26,1 Vrouwen 843 37,0 43 jaar en jonger 955 29,1 44 jaar en ouder 926 32,9 25 t/m 35 jaar 490 30,6 Onderdeel A 81 32,1 Onderdeel B 62 32,3 Onderdeel C 443 34,3 Onderdeel D 105 23,8 Onderdeel E 336 26,8 Onderdeel F 227 32,6 Onderdeel G 43 30,2 Onderdeel H 185 28,1 Onderdeel I 359 32,6 Onderdeel J 23 39,1 Totaal Bedrijf X 1881 31,0 Benchmark 27,8 BM Hoogopgeleid 27,6 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 29

Drugs De vraag Gebruikt u weleens drugs? wordt als volgt beantwoord. Drugs (%) n Nee, helemaal niet Ja, af en toe Ja, dagelijks Mannen 1038 95,8 4,2 0,0 Vrouwen 843 97,6 2,4 0,0 43 jaar en jonger 955 94,0 6,0 0,0 44 jaar en ouder 926 99,2 0,8 0,0 25 t/m 35 jaar 490 90,6 9,4 0,0 Onderdeel A 81 98,8 1,2 0,0 Onderdeel B 62 100 0,0 0,0 Onderdeel C 443 95,0 5,0 0,0 Onderdeel D 105 94,3 5,7 0,0 Onderdeel E 336 94,9 5,1 0,0 Onderdeel F 227 97,4 2,6 0,0 Onderdeel G 43 100 0,0 0,0 Onderdeel H 185 97,8 2,2 0,0 Onderdeel I 359 97,8 2,2 0,0 Onderdeel J 23 100 0,0 0,0 Totaal Bedrijf X 1881 96,6 3,4 0,0 Benchmark 97,8 2,0 0,2 BM Hoogopgeleid 98,0 1,9 0,1 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 30

BEELDSCHERMWERK Werknemers moeten erop kunnen rekenen dat de werkomgeving veilig en vrij is van gevaren voor de gezondheid. Het is daarbij van belang dat de werkplekken voldoen aan de Arbonormen. Om inzicht te krijgen in de arbeidsrisico s zijn de volgende onderdelen uitgevraagd bij Bedrijf X: Beeldschermwerk Beeldscherminstellingen Bureaustoel Werktafel Toetsenbord Laptop Per onderdeel hebben de medewerkers van Bedrijf X verschillende vragen beantwoord. Per vraag kunnen de medewerkers punten krijgen. Hoe meer punten hoe groter de belasting. Op basis van de toegekende punten worden de medewerkers ingedeeld in de categorieën goed, let op of risico. Door meer inzicht in te krijgen in deze onderdelen, kunnen de risico s zoveel mogelijk weggenomen worden. Hoe veiliger en gezonder de werkomgeving van een organisatie, hoe kleiner de kans op ongelukken en verzuim. Met een gezonde, veilige werkomgeving blijven uw medewerkers duurzaam inzetbaar. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 31 Beeldschermwerk Zes uur of meer dan zes uur per dag achter een beeldscherm werken, verhoogt de kans op klachten aan de nek/schouder, arm, pols/vingers, rug of benen. Ook verhoogt het de kans op vermoeide, branderige of prikkende ogen en/of hoofdpijn doordat de spieren in de nek verkrampt raken. Medewerkers die zes uur of meer dan zes uur per dag achter een beeldscherm werken (werk en privé gecombineerd), vallen in de risico categorie. In onderstaande tabel is het percentage medewerkers weergegeven die 6 uur of meer per dag achter de computer werken. Beeldschermwerk (%) n Goed Risico Totaal Bedrijf X 30 0,0 100 Benchmark 20,5 79,5 BM Hoogopgeleid 13,1 86,9

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 32 Beeldscherminstellingen Een juiste stand van het beeldscherm zorgt er voor dat nek- en schouderspieren niet onnodig aangespannen worden. De juiste stand is recht voor de gebruiker waarbij de bovenzijde van het beeldscherm op ooghoogte hoort te zijn. Tevens is het van belang dat de afstand tussen ogen en beeldscherm voldoet aan de volgende eisen: Beeldschermmaat Aanbevolen kijkafstand 14 inch 50 70 cm 15 inch 55 75 cm 17 inch 60 85 cm 19 inch 70 95 cm 21 inch 75 105 cm Beeldscherm (%) n Goed Let op Risico Totaal Bedrijf X 30 76,7 16,7 6,7 Benchmark 75,4 16,1 8,6 BM Hoogopgeleid 77,8 16,1 6,1 Bureaustoel Niet alle stoelen voldoen aan de wettelijke ergonomische norm. Een juiste afstelling van een bureaustoel zorgt ervoor dat het lichaam optimaal ondersteund wordt tijdens de werkzaamheden. Een stoel op maat gezet voor de specifieke werknemer kan klachten aan lijf en leden tegengaan. Denk daarbij ook aan de stand van de armsteunen (niet te ver van het lichaam af) en zorg ervoor dat de armsteunen van de bureaustoel niet hinderlijk zijn bij het aanschuiven aan tafel. Bureaustoel (%) n Goed Let op Risico Totaal Bedrijf X 30 53,3 40,0 6,7 Benchmark 39,7 43,5 16,9 BM Hoogopgeleid 40,5 47,3 12,2 Werktafel De hoogte van de werktafel dient zodanig afgesteld te zijn dat medewerkers met afhangende schouders kunnen werken. Daarnaast is het noodzakelijk dat de hoek tussen onderarm en bovenarm ongeveer 90 graden is. Verder is het van belang om een stabiele, in hoogte verstelbare voetensteun beschikbaar te stellen. Werktafel (%) n Goed Let op Risico Totaal Bedrijf X 30 53,3 30,0 16,7 Benchmark 41,1 23,0 36,0 BM Hoogopgeleid 44,7 23,2 32,1

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 33 Toetsenbord Om risico s te voorkomen is het van belang dat de kabel van zowel het toetsenbord of de muis lang genoeg zijn om een gemakkelijke plaatsing en bediening op het bureau mogelijk te maken. Ook dienen medewerkers, wanneer nodig, de beschikking te hebben over een grote en stabiele documenthouder/lessenaar. Voor personen die veelvuldig telefoneren en tegelijkertijd typen is het verstandig een headset aan te schaffen, zodat klachten aan nek en schouder voorkomen worden. Toetsenbord (%) n Goed Let op Risico Totaal Bedrijf X 30 86,7 13,3 0,0 Benchmark 68,2 22,9 8,8 BM Hoogopgeleid 71,1 22,6 6,4 Laptop Het verkeerd werken achter een laptop kan blijvende schade veroorzaken aan gewrichten en ledematen. De Arbowet adviseert mensen niet langer dan 2 uur per dag achter een kale laptop te werken. Indien uw medewerkers achter een laptop werken is het van belang de laptop ergonomisch aan te passen. Het toevoegen van een los toetsenbord, muis en een laptopstandaard nemen extra gezondheidsrisico s weg. Laptop (%) n Goed Risico Totaal Bedrijf X 30 66,7 33,3 Benchmark 85,2 14,8 BM Hoogopgeleid 81,4 18,6

KANS KANS (Klachten Aan Nek en Schouder) is een verzamelnaam voor klachten en aandoeningen die voorkomen in nek, bovenrug, schouder, boven- of onderarm, elleboog, pols of hand. KANS is voorheen vaak aangeduid als RSI (Repetitive Strain Injury). Sinds 2004 is deze term vervangen door KANS of CANS (in het Engels). De klachten worden doorgaans veroorzaakt door het frequent herhalen van korte bewegingen, een statische houding of een combinatie van beiden. De gezondheidsklachten bestaan uit het regelmatig of langdurig last hebben van pijn, tintelingen, een doof gevoel en/of stijfheid. De klachten maken het moeilijk om bepaalde handelingen uit te voeren, waardoor productieverlies of ziekteverzuim kunnen ontstaan. KANS komen veel voor op het werk, vooral binnen beroepen waar de spieren van nek, schouders en armen blootgesteld worden aan langdurige ononderbroken spieractiviteit zoals beeldschermwerk, lopendebandwerk, schoonmaakwerk en werk in de medische sector. Om inzicht te krijgen in KANS zijn de volgende onderdelen bevraagd: Werktaken Werktijden Werkwijze Werkdruk Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 34 Per onderdeel hebben de medewerkers van Bedrijf X verschillende vragen beantwoord. Per vraag kunnen de medewerkers punten krijgen. Hoe meer punten hoe groter de belasting. Op basis van de toegekende punten worden de medewerkers ingedeeld in de categorieën goed, let op of risico.

Werktaken Monotone werktaken leiden tot een eenzijdige belasting van het lichaam wat op de lange termijn kan leiden tot KANS-klachten. Afwisseling van taken en werkhouding is belangrijk voor het voorkomen van KANSklachten. Werktaken (%) n Goed Let op Risico Mannen 1037 90,7 5,1 4,1 Vrouwen 842 78,3 13,2 8,6 43 jaar en jonger 954 82,4 9,3 8,3 44 jaar en ouder 925 88,0 8,1 3,9 25 t/m 35 jaar 489 77,1 10,8 12,1 Onderdeel A 81 69,1 7,4 23,5 Onderdeel B 62 75,8 17,7 6,5 Onderdeel C 442 85,1 9,3 5,7 Onderdeel D 105 93,3 4,8 1,9 Onderdeel E 336 94,6 3,3 2,1 Onderdeel F 227 83,3 10,1 6,6 Onderdeel G 43 86,0 7,0 7,0 Onderdeel H 184 84,2 9,2 6,5 Onderdeel I 359 80,8 12,0 7,2 Onderdeel J 23 78,3 13,0 8,7 Totaal Bedrijf X 1879 85,2 8,7 6,1 Benchmark 88,5 6,9 4,6 BM Hoogopgeleid 93,2 4,2 2,6 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 35

Werktijden Het nemen van micropauzes tijdens het werk bevordert de doorbloeding van de armen en nek en daarmee het herstel tijdens het werk. Daarnaast kan regelmatig overwerken sneller leiden tot werkbelasting en is daarmee een risicofactor voor het ontstaan van KANS. Werktijden (%) n Goed Let op Risico Mannen 1036 35,5 21,0 43,4 Vrouwen 842 29,9 17,7 52,4 43 jaar en jonger 953 27,7 19,4 52,9 44 jaar en ouder 925 38,5 19,7 41,8 25 t/m 35 jaar 489 27,6 16,8 55,6 Onderdeel A 80 35,0 16,3 48,8 Onderdeel B 62 37,1 17,7 45,2 Onderdeel C 442 28,7 20,1 51,1 Onderdeel D 105 37,1 25,7 37,1 Onderdeel E 336 43,2 21,1 35,7 Onderdeel F 227 28,2 18,9 52,9 Onderdeel G 43 25,6 14,0 60,5 Onderdeel H 184 30,4 19,0 50,5 Onderdeel I 359 31,5 18,7 49,9 Onderdeel J 23 34,8 4,3 60,9 Totaal Bedrijf X 1878 33,0 19,5 47,4 Benchmark 69,8 15,4 14,8 BM Hoogopgeleid 65,5 16,5 18,0 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 36

Werkwijze Voorlichting van medewerkers over gezond beeldschermwerk draagt bij aan het bereiken van een gezonde werktechniek. Afwisseling van werkhouding is van groot belang, zo ook afwisselen met rek- en strekoefeningen om de doorbloeding te stimuleren. Werkwijze (%) n Goed Let op Risico Mannen 1038 47,4 27,8 24,8 Vrouwen 843 33,2 28,8 38,0 43 jaar en jonger 955 34,3 28,5 37,2 44 jaar en ouder 926 47,9 28,1 24,0 25 t/m 35 jaar 490 32,4 25,7 41,8 Onderdeel A 81 34,6 17,3 48,1 Onderdeel B 62 41,9 27,4 30,6 Onderdeel C 443 45,4 30,5 24,2 Onderdeel D 105 45,7 29,5 24,8 Onderdeel E 336 53,6 29,2 17,3 Onderdeel F 227 35,7 34,4 30,0 Onderdeel G 43 41,9 23,3 34,9 Onderdeel H 185 37,8 30,3 31,9 Onderdeel I 359 29,2 24,0 46,8 Onderdeel J 23 39,1 17,4 43,5 Totaal Bedrijf X 1881 41,0 28,3 30,7 Benchmark 41,8 22,7 35,4 BM Hoogopgeleid 43,5 23,1 33,4 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 37

Werkdruk KANS-klachten (klachten aan nek en schouder) gaan vaak samen met een hoge werkdruk en een hoog werktempo. Bij deadlines en een hoge werkdruk ligt de focus minder op een juiste houding en hierdoor nemen de KANS-klachten vaak toe. Ook regelmatig gestoord worden door collega s, telefoon etc. kost tijd en doorbreekt de concentratie, waardoor de werkdruk toeneemt Werkdruk (%) n Goed Let op Risico Mannen 1022 57,4 17,5 25,0 Vrouwen 828 53,5 18,5 28,0 43 jaar en jonger 935 52,4 18,5 29,1 44 jaar en ouder 915 59,0 17,4 23,6 25 t/m 35 jaar 480 53,5 19,0 27,5 Onderdeel A 77 46,8 13,0 40,3 Onderdeel B 60 65,0 6,7 28,3 Onderdeel C 435 50,6 21,8 27,6 Onderdeel D 104 53,8 20,2 26,0 Onderdeel E 331 68,0 17,2 14,8 Onderdeel F 225 48,0 14,7 37,3 Onderdeel G 42 40,5 23,8 35,7 Onderdeel H 184 51,6 19,6 28,8 Onderdeel I 353 59,2 17,3 23,5 Onderdeel J 22 59,1 18,2 22,7 Totaal Bedrijf X 1850 55,7 17,9 26,4 Benchmark 46,7 17,1 36,2 BM Hoogopgeleid 44,9 17,6 37,4 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 38

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 39 WEB-MODEL Werkbeleving en vitaliteit bij Bedrijf X Hoe is het gesteld met het gezondheidsbewustzijn en de lichamelijke en geestelijke vitaliteit van de medewerkers bij Bedrijf X? Zijn de medewerkers vitaal en vol energie aan het werk? Welke aspecten van het werk zijn belastend, en wat geeft juist energie en motivatie? Zijn de medewerkers werkelijk vitaal, of kan er nog meer potentieel vrijgemaakt worden? Het is van belang om te bepalen hoe de werkomstandigheden bij de organisatie kunnen worden verbeterd, en hoe gezond gedrag gestimuleerd kan worden, zodat de medewerkers gezond en gemotiveerd blijven en het werk als minder fysiek en mentaal belastend ervaren. Werkstress of arbeidsplezier? Niet alleen de stressbronnen en energiebronnen van de medewerkers dienen onderzocht te worden, maar ook de gezondheid(sbeleving). Daarbij wordt aandacht besteed aan stressbronnen, variërend van emotionele-, fysieke en mentale belasting tot de organisatie van het werk. Stressbronnen, energiebronnen en diverse gezondheidsaspecten bepalen samen of de medewerkers fysieke en/of geestelijke stress ervaren, of juist vol enthousiasme en vitaliteit hun werk uitvoeren. Medewerkers die werkstress ervaren worden gekenmerkt door mentale en fysieke vermoeidheid, een afstandelijke houding ten aanzien van hun werk, cliënten en collega s en door een negatieve evaluatie van de eigen werkprestaties. Medewerkers die bevlogen zijn worden daarentegen gekenmerkt door vitaliteit en toewijding. Zij voelen zich energiek, zijn gemotiveerd met hun werk bezig, en zijn sterk betrokken bij hun cliënten en de organisatie. Eerder onderzoek heeft laten zien dat werkstress dan wel bevlogenheid belangrijke gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van mensen. Zo blijkt dat opgebrande, uitgeputte personen relatief gezien meer gezondheidsklachten hebben, vaker verzuimen van hun werk, minder goed presteren, en eerder van baan veranderen dan gezonde, energieke medewerkers. WEB-model De hiervoor genoemde aannames zijn voor de organisatie vertaald in het Werkbelevingsmodel (WEB-model) dat hieronder schematisch is weergegeven. Het uitgangspunt van het model is dat interventies gericht op het voorkómen of terugdringen van werkstress en verzuim, en op het creëren van een gezonde, motiverende werkomgeving in potentie alleen succesvol zijn wanneer deze worden vormgegeven op basis van de belangrijkste stressbronnen en energiebronnen in het werk.

Werkstressoren Werkstressoren zeggen iets over wat er van iemand door zijn/haar werk zowel mentaal, fysiek als emotioneel wordt vereist. Een té hoge belasting kan het gewenste effect van energiebronnen op motivatie ondermijnen en leiden tot psychische vermoeidheid of zelfs stress. Echter, wanneer de werkbelasting in de juiste mate aanwezig is samen met voldoende energiebronnen zorgt dit voor gezonde spanning en uitdaging om optimaal te presteren. Een hogere werkbelasting (bijvoorbeeld zeer complex werk) moet dus gepaard gaan met voldoende energiebronnen (bijvoorbeeld voldoende zelfstandigheid) om medewerkers vol uitdaging en motivatie aan het werk te houden. Allereerst wordt er gekeken of het gemiddelde van de totale groep significant verschillend is met het gemiddelde van de werkende beroepsbevolking (benchmark). Een significant verschil geeft aan dat de verschillen met de benchmark ook daadwerkelijk verschillend zijn en niet op het toeval berusten. De p-waarde wordt gebruikt om te bepalen of een waarde statisch significant is. Een p-waarde kleiner dan.05 is statisch significant. Een p-waarde van.05 betekent dat er 5% kans is dat het gevonden verschil door toeval is ontstaan. Er is dus 95% kans dat er een echt verschil is. Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van een p-waarde kleiner dan.01. Een p-waarde van.01 betekent dat er 1% kans is dat het gevonden verschil door toeval is ontstaan. Er is dus 99% kans dat er een echt verschil is. Wanneer het verschil kleiner is dan.05 wordt het vakje licht gekleurd en wanneer het verschil kleiner is dan.01 dan wordt het vakje donkergekleurd (zie voorbeeld). Geen significant verschil Scoort significant beter dan de benchmark. Er is 5% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Scoort significant beter dan de benchmark. Er is 1% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Scoort significant slechter dan de benchmark. Er is 5% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Scoort significant slechter dan de benchmark. Er is 1% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 40 Wanneer het verschil met de benchmark is getoetst op significantie, worden de resultaten ingedeeld in hoog, gemiddeld en laag op basis van de gegeven antwoorden. Deze indeling is gemaakt op basis van de benchmark. Voor de werkstressoren zijn deze antwoordwaardes als volgt verdeeld: Nooit = 0 Soms = 1 Vaak = 2 Altijd = 3

Ter illustratie: In onderstaande tabel is te zien, dat bedrijf Z gemiddeld significant beter scoort dan de benchmark. Deze resultaten worden ondersteund wanneer we kijken naar het percentage medewerkers wat in categorie hoog valt en in de categorie laag. Echter, bedrijf Z scoort een gemiddelde van 1,96 op mentale belasting. Dit betekent dat medewerkers van bedrijf Z over het algemeen vaak als antwoord hebben gegeven op de vragen rondom mentale belasting. Ten opzichte van de benchmark scoort Bedrijf Z op mentale belasting beter, maar dit hoeft dus niet per definitie te betekenen dat de medewerkers goed scoren. Mentale belasting Gemiddelde score Bedrijf Z Benchmark 1,96 2,22 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren mentale belasting. Mentale belasting (%) n Laag Gemiddeld Hoog Mannen 50 40,0 50,0 10,0 Vrouwen 50 60,0 30,0 10,0 Totaal Bedrijf Z 100 50,0 40,0 10,0 Benchmark 26,5 52,1 21,5 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 41

Werktempo en hoeveelheid Met de schaal werktempo en hoeveelheid wordt gemeten in hoeverre medewerkers onder een hoge tijdsdruk moeten werken en/of veel werk moeten verrichten. Wanneer medewerkers een te hoog werktempo ervaren en/of te veel werk moeten verrichten, kan dit een negatief effect hebben op de psychosociale arbeidsbelasting. Gemiddelde score Bedrijf X Benchmark 1,00 0,99 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger het ervaren werktempo en hoeveelheid. Gemiddelde score Bedrijf X BM Hoogopgeleid 1,00 1,11 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger het ervaren werktempo en hoeveelheid. Werktempo en hoeveelheid (%) n Laag Gemiddeld Hoog Mannen 1030 19,1 50,7 30,2 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 42 Vrouwen 839 24,0 47,3 28,7 43 jaar en jonger 948 23,4 48,1 28,5 44 jaar en ouder 921 19,1 50,3 30,6 25 t/m 35 jaar 485 25,8 49,1 25,2 Onderdeel A 79 16,5 43,0 40,5 Onderdeel B 62 29,0 43,5 27,4 Onderdeel C 441 17,9 49,4 32,7 Onderdeel D 104 21,2 48,1 30,8 Onderdeel E 335 20,6 52,5 26,9 Onderdeel F 226 18,1 51,3 30,5 Onderdeel G 43 4,7 44,2 51,2 Onderdeel H 184 14,1 50,0 35,9 Onderdeel I 356 32,3 46,6 21,1 Onderdeel J 22 36,4 54,5 9,1 Totaal Bedrijf X 1869 21,3 49,2 29,5 Benchmark 27,5 48,3 24,2 BM Hoogopgeleid 35,9 49,8 14,4

Mentale belasting Met behulp van de schaal mentale belasting wordt gemeten in welke mate medewerkers zich tijdens het werk moeten concentreren, moeilijke problemen moeten oplossen, of moeten inspelen op nieuwe situaties. Wanneer medewerkers in de categorie hoog vallen dan betekent dit dat de medewerkers aangeven altijd erg precies te moeten werken, het werk altijd zorgvuldigheid vereist, er altijd voortdurend aandacht bij het werk moet worden gehouden en het werk vereist er altijd steeds bij moet worden nagedacht. Indien er voldoende energiebronnen tegenover staan, hoeft dit echter niet negatief te zijn. Gemiddelde score Bedrijf X Benchmark 2,29 2,22 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren mentale belasting. Gemiddelde score Bedrijf X BM Hoogopgeleid 2,29 2,11 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren mentale belasting. Mentale belasting (%) n Laag Gemiddeld Hoog Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 43 Mannen 1022 21,0 59,8 19,2 Vrouwen 828 9,3 53,3 27,4 43 jaar en jonger 935 23,6 57,4 18,9 44 jaar en ouder 915 16,8 56,3 26,9 25 t/m 35 jaar 480 23,5 57,9 18,5 Onderdeel A 77 16,9 51,9 31,2 Onderdeel B 60 23,3 58,3 18,3 Onderdeel C 435 23,4 55,6 20,9 Onderdeel D 104 14,4 61,5 24,0 Onderdeel E 331 24,5 61,3 14,2 Onderdeel F 225 19,6 54,7 25,8 Onderdeel G 42 16,7 66,7 16,7 Onderdeel H 184 22,3 56,0 21,7 Onderdeel I 353 13,9 55,5 30,6 Onderdeel J 22 13,6 40,9 45,5 Totaal Bedrijf X 1850 20,3 56,9 22,9 Benchmark 26,5 52,1 21,5 BM Hoogopgeleid 31,4 53,8 14,8

Emotionele belasting De schaal emotionele belasting meet in hoeverre het werk negatieve gevoelens oproept. Emotionele belasting kan ontstaan wanneer het werk emotioneel veeleisend is, medewerkers te maken hebben met lastige klanten of moeilijke/aangrijpende situaties meemaken. Emotionele belasting kan psychische vermoeidheid en stress verhogen. Gemiddelde score Bedrijf X Benchmark 0,67 0,81 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren emotionele belasting. Gemiddelde score Bedrijf X BM Hoogopgeleid 0,67 0,86 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren emotionele belasting. Emotionele belasting (%) n Laag Gemiddeld Hoog Mannen 1022 28,1 57,9 14,0 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 44 Vrouwen 827 31,7 53,6 14,8 43 jaar en jonger 934 32,4 54,2 13,4 44 jaar en ouder 915 26,9 57,8 15,3 25 t/m 35 jaar 480 37,1 50,6 12,3 Onderdeel A 77 22,1 57,1 20,8 Onderdeel B 60 33,3 41,7 25,0 Onderdeel C 434 35,7 53,9 10,4 Onderdeel D 104 48,1 44,2 7,7 Onderdeel E 331 35,3 55,0 9,7 Onderdeel F 225 23,1 64,0 12,9 Onderdeel G 42 26,2 54,8 19,0 Onderdeel H 184 27,7 45,7 26,6 Onderdeel I 353 18,7 65,4 15,9 Onderdeel J 22 18,2 63,6 18,2 Totaal Bedrijf X 1849 29,7 56,0 14,3 Benchmark 23,4 53,2 23,4 BM Hoogopgeleid 19,1 55,0 25,9

Energiebronnen Energiebronnen in het werk, zijn kort gezegd de bronnen waaruit het personeel motivatie kan halen. Ze kunnen mogelijke stress tegen gaan, het arbeidsplezier en de persoonlijke groei- en ontwikkeling stimuleren. Bij energiebronnen kan gedacht worden aan de relatie met collega s, de leidinggevende of de organisatie. Daarnaast gaat het ook over energiebronnen in het werk zelf, zoals afwisseling, duidelijkheid, zelfstandigheid en leermogelijkheden in het werk. Dergelijke energiebronnen zijn niet alleen op zichzelf motiverend, maar helpen er tevens voor te zorgen dat medewerkers om kunnen gaan met een hogere werkbelasting en met meer plezier het werk uitvoeren. Ook bij de energiebronnen wordt er gekeken of het gemiddelde van de totale groep significant verschillend is met het gemiddelde van de werkende beroepsbevolking (benchmark). Een significant verschil geeft aan dat de verschillen met de benchmark ook daadwerkelijk verschillend zijn en niet op het toeval berusten. Onderstaande indeling wordt weer gehanteerd. Geen significant verschil Scoort significant beter dan de benchmark. Er is 5% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Scoort significant beter dan de benchmark. Er is 1% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Scoort significant slechter dan de benchmark. Er is 5% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Scoort significant slechter dan de benchmark. Er is 1% kans dat het verschil door toeval is ontstaan. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 45 Wanneer het verschil met de benchmark is getoetst op significantie, worden de resultaten ingedeeld in hoog, gemiddeld en laag op basis van de gegeven antwoorden. Deze indeling is gemaakt op basis van de benchmark. Voor de energiebronnen zijn deze antwoordwaardes als volgt verdeeld: Nooit = 0 Soms = 1 Vaak = 2 Altijd = 3 Ter illustratie In onderstaande tabel is te zien, dat bedrijf Z gemiddeld significant beter scoort dan de benchmark. Deze resultaten worden ondersteund wanneer we kijken naar het percentage medewerkers wat in categorie hoog valt en het percentage medewerkers dat in de categorie laag valt. Bedrijf Z scoort een gemiddelde van 2,51 op afwisseling. Dit betekent dat medewerkers van bedrijf Z over het algemeen vaak en altijd als antwoord hebben gegeven. Afwisseling Gemiddelde score Bedrijf Z Benchmark 2,51 1,89 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren afwisseling. Afwisseling (%) n Hoog Gemiddeld Laag Mannen 50 74,0 20,0 6,0 Vrouwen 50 66,0 30,0 4,0 Totaal Bedrijf Z 100 70,0 25,0 5,0 Benchmark 23,7 51,7 24,6

Afwisseling Met afwisseling wordt bedoeld in hoeverre het werk variërend is, creativiteit en aandacht (moeilijkheidsgraad) vereist en eigen inbreng vraagt. Wanneer medewerkers voldoende afwisseling ervaren kan dit een positief effect hebben op het arbeidsplezier. Gemiddelde score Bedrijf X Benchmark 1,80 1,89 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren afwisseling. Gemiddelde score Bedrijf X BM Hoogopgeleid 1,80 2,00 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren afwisseling. Afwisseling (%) n Hoog Gemiddeld Laag Mannen 1029 17,7 60,1 22,3 Vrouwen 838 14,6 54,8 30,7 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 46 43 jaar en jonger 946 13,8 54,5 31,6 44 jaar en ouder 921 18,8 60,9 20,3 25 t/m 35 jaar 485 10,9 50,5 38,6 Onderdeel A 79 17,7 45,6 36,7 Onderdeel B 62 11,3 59,7 29,0 Onderdeel C 440 18,2 56,4 25,5 Onderdeel D 104 15,4 64,4 20,2 Onderdeel E 335 20,9 61,8 17,3 Onderdeel F 226 15,0 61,1 23,9 Onderdeel G 43 14,0 51,2 34,9 Onderdeel H 184 17,4 56,5 26,1 Onderdeel I 355 11,5 54,6 33,8 Onderdeel J 22 4,5 54,5 40,9 Totaal Bedrijf X 1867 16,3 57,7 26,0 Benchmark 23,7 51,7 24,6 BM Hoogopgeleid 28,6 53,4 17,9

Leermogelijkheden Onderstaande resultaten hebben betrekking op de ervaren leermogelijkheden van medewerkers. Onder leermogelijkheden wordt verstaan of het werk mogelijkheden biedt voor persoonlijke groei en ontwikkeling. Gemiddelde score Bedrijf X Benchmark 1,73 1,50 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren leermogelijkheden. Gemiddelde score Bedrijf X BM Hoogopgeleid 1,73 1,73 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren leermogelijkheden. Leermogelijkheden (%) n Hoog Gemiddeld Laag Mannen 1020 40,5 47,1 12,5 Vrouwen 825 42,9 44,1 13,0 43 jaar en jonger 932 44,5 42,0 13,5 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 47 44 jaar en ouder 913 38,6 49,6 11,8 25 t/m 35 jaar 479 44,5 40,3 15,2 Onderdeel A 76 31,6 40,8 27,6 Onderdeel B 60 20,0 56,7 23,3 Onderdeel C 434 46,5 44,0 9,4 Onderdeel D 104 40,4 46,2 13,5 Onderdeel E 330 48,8 44,2 7,0 Onderdeel F 224 36,6 47,3 16,1 Onderdeel G 42 33,3 52,4 14,3 Onderdeel H 184 40,2 46,2 13,6 Onderdeel I 352 40,3 45,7 13,9 Onderdeel J 22 27,3 50,0 22,7 Totaal Bedrijf X 1845 41,6 45,7 12,7 Benchmark 29,0 40,5 30,5 BM Hoogopgeleid 40,6 44,4 15,1

Zelfstandigheid Onder zelfstandigheid verstaan we de mate waarin een medewerker zelf de werkdruk gerelateerde factoren om hem heen kan beïnvloeden, zoals het werktempo, indeling van het werk en inhoud van het werk. Gemiddelde score Bedrijf X Benchmark 1,73 1,65 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren zelfstandigheid. Gemiddelde score Bedrijf X BM Hoogopgeleid 1,73 1,83 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de ervaren zelfstandigheid. Zelfstandigheid (%) n Hoog Gemiddeld Laag Mannen 1029 22,6 66,7 10,7 Vrouwen 838 17,8 59,9 22,3 43 jaar en jonger 946 18,9 64,4 16,7 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 48 44 jaar en ouder 921 22,0 62,9 15,1 25 t/m 35 jaar 485 16,3 63,1 20,6 Onderdeel A 79 24,1 45,6 30,4 Onderdeel B 62 24,2 54,8 21,0 Onderdeel C 440 23,2 60,2 16,6 Onderdeel D 104 18,3 75,0 6,7 Onderdeel E 335 29,6 64,5 6,0 Onderdeel F 226 17,3 65,0 17,7 Onderdeel G 43 18,6 62,8 18,6 Onderdeel H 184 15,8 70,7 13,6 Onderdeel I 355 13,5 63,1 23,4 Onderdeel J 22 18,2 63,6 18,2 Totaal Bedrijf X 1867 20,5 63,6 15,9 Benchmark 19,8 57,5 22,7 BM Hoogopgeleid 25,9 62,7 11,4

Bevlogenheid Volgens Schaufeli en Bakker (2004) zijn bevlogen medewerkers, medewerkers die zich vitaal en energiek voelen, toegewijd en betrokken zijn en volledig opgaan in hun werk. Bevlogen werknemers hebben plezier in hun werk en zijn bereid energie in hun werk te steken. Hoe hoger de bevlogenheid bij medewerkers, hoe meer ze in de buurt van de energieke en voldane staat komen. Medewerkers die deze staat ervaren zijn over het algemeen meer proactief, minder bevattelijk voor stress en presteren beter. Medewerkers van Bedrijf X hebben 9 stellingen beantwoord omtrent bevlogenheid. Deze konden op een 6- puntsschaal beantwoord worden. Per vraag kunnen de medewerkers punten krijgen. Hoe meer punten hoe groter de bevlogenheid. Op basis van de toegekende punten worden de medewerkers ingedeeld in de categorieën zeer hoog, hoog, gemiddeld, laag of zeer laag. Gemiddelde Bedrijf X Benchmark Bevlogenheid totaal 4,24 4,57 Vitaliteit 4,31 4,71 Toewijding 4,41 4,74 Absorptie 4,01 4,25 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de bevlogenheid. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 49 Gemiddelde Bedrijf X BM Hoogopgeleid Bevlogenheid totaal 4,24 4,55 Vitaliteit 4,31 4,67 Toewijding 4,41 4,74 Absorptie 4,01 4,25 *Hoe hoger het gemiddelde, hoe hoger de bevlogenheid. Bevlogenheidscore (%) n Zeer hoog Hoog Gemiddeld Laag Zeer Laag Mannen 1028 7,1 29,8 56,0 5,4 1,8 Vrouwen 833 7,9 33,9 49,6 7,6 1,1 43 jaar en jonger 942 4,8 29,6 55,8 7,9 1,9 44 jaar en ouder 919 10,2 33,6 50,4 4,8 1,0 25 t/m 35 jaar 484 4,8 25,2 57,4 10,1 2,5 Onderdeel A 79 6,3 22,8 62,0 8,9 0,0 Onderdeel B 61 11,5 21,3 59,0 6,6 1,6 Onderdeel C 436 7,8 40,1 45,0 5,3 1,8 Onderdeel D 104 2,9 31,7 54,8 6,7 3,8 Onderdeel E 334 4,8 24,3 63,2 6,9 0,9 Onderdeel F 226 7,1 30,5 52,7 7,5 2,2 Onderdeel G 43 4,7 37,2 46,5 11,6 0,0 Onderdeel H 184 9,8 31,0 52,2 6,5 0,5 Onderdeel I 355 9,3 32,1 52,4 5,1 1,1 Onderdeel J 22 13,6 27,3 45,5 9,1 4,5 Totaal Bedrijf X 1861 7,5 31,6 53,1 6,3 1,5 Benchmark 21,2 37,0 33,3 5,6 2,8 BM Hoogopgeleid 16,5 39,8 37,1 4,9 1,7

Bevlogenheid wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie en kan in deze drie onderdelen onderverdeeld worden. De drie sub-schalen van bevlogenheid zullen achtereenvolgens besproken worden. Vitaliteit Onder vitaliteit wordt verstaan het bruisen van energie, zich sterk en fit voelen, lang en onvermoeibaar met werken door kunnen gaan en beschikken over grote mentale veerkracht en doorzettingsvermogen. Medewerkers die hoog scoren op vitaliteit hebben over het algemeen veel energie, kracht en werklust. Vitaliteit (%) n Zeer hoog Hoog Gemiddeld Laag Zeer Laag Mannen 1028 7,8 28,9 49,5 10,3 3,5 Vrouwen 833 8,5 29,2 48,6 9,2 4,4 43 jaar en jonger 942 5,4 27,1 51,1 11,3 5,2 44 jaar en ouder 919 10,9 31,0 47,1 8,4 2,6 25 t/m 35 jaar 484 4,8 22,9 52,3 13,4 6,6 Onderdeel A 79 2,5 16,5 54,4 17,7 8,9 Onderdeel B 61 13,1 21,3 45,9 14,8 4,9 Onderdeel C 436 10,3 37,6 42,2 6,2 3,7 Onderdeel D 104 3,8 35,6 43,3 12,5 4,8 Onderdeel E 334 4,2 20,4 58,1 13,2 4,2 Onderdeel F 226 6,6 28,3 53,5 7,5 4,0 Onderdeel G 43 7,0 39,5 39,5 14,0 0,0 Onderdeel H 184 10,3 30,4 46,2 8,7 4,3 Onderdeel I 355 9,6 28,2 50,1 9,6 2,5 Onderdeel J 22 18,2 18,2 50,0 4,5 9,1 Totaal Bedrijf X 1861 8,1 29,0 49,1 9,8 3,9 Benchmark 24,4 34,8 30,6 6,4 3,9 BM Hoogopgeleid 18,8 36,1 35,9 6,4 2,7 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 50

Toewijding Toewijding heeft betrekking op een sterke betrokkenheid bij het werk. Medewerkers die toegewijd zijn ervaren het werk als nuttig en zinvol. Ze vinden het werk inspirerend en uitdagend. Daarnaast roept het werk gevoelens van trots en enthousiasme op. Medewerkers die hoog scoren op toewijding identificeren zich vaak met zijn of haar werk, doordat dit als uitdagend, zinvol en inspirerend wordt ervaren. Toewijding (%) n Zeer hoog Hoog Gemiddeld Laag Zeer Laag Mannen 1028 8,4 31,3 52,4 6,5 1,4 Vrouwen 833 8,2 34,7 48,6 6,8 1,7 43 jaar en jonger 942 6,5 29,3 53,7 8,3 2,2 44 jaar en ouder 919 10,1 36,5 47,7 5,0 0,8 25 t/m 35 jaar 484 5,2 26,2 55,2 11,0 2,5 Onderdeel A 79 8,9 25,3 60,8 5,1 0,0 Onderdeel B 61 8,2 26,2 57,4 6,6 1,6 Onderdeel C 436 9,6 40,1 43,3 4,4 2,5 Onderdeel D 104 3,8 33,7 51,0 9,6 1,9 Onderdeel E 334 5,1 26,0 61,4 6,6 0,9 Onderdeel F 226 6,2 29,6 53,5 8,4 2,2 Onderdeel G 43 0,0 41,9 46,5 9,3 2,3 Onderdeel H 184 10,3 34,8 45,1 9,2 0,5 Onderdeel I 355 12,1 32,1 48,7 6,5 0,6 Onderdeel J 22 4,5 36,4 45,5 4,5 9,1 Totaal Bedrijf X 1861 8,3 32,8 50,7 6,7 1,5 Benchmark 22,6 37,8 30,9 5,5 3,1 BM Hoogopgeleid 18,3 40,2 34,7 4,9 2,0 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 51

Absorptie Absorptie wordt gekenmerkt door het op een plezierige manier helemaal opgaan in het werk, er als het ware mee versmelten waardoor de tijd stil lijkt te staan en moeilijk is om er zich van los te maken. Medewerkers die hoog scoren op absorptie verliezen zich op een prettige wijze in hun werk. Deze medewerkers gaan (op een plezierige manier) helemaal in het werk op en kunnen zich niet meer van het werk losmaken, doordat het werk hun dusdanig in vervoering brengt, dat al het andere, inclusief de tijd wordt vergeten. Absorptie (%) n Zeer hoog Hoog Gemiddeld Laag Zeer Laag Mannen 1028 5,4 40,6 46,7 6,0 1,4 Vrouwen 833 7,4 41,8 40,9 8,6 1,2 43 jaar en jonger 942 4,1 40,0 45,3 8,8 1,7 44 jaar en ouder 919 8,5 42,2 42,9 5,5 0,9 25 t/m 35 jaar 484 5,2 35,5 46,7 10,5 2,1 Onderdeel A 79 8,9 26,6 57,0 7,6 0,0 Onderdeel B 61 8,2 29,5 55,7 4,9 1,6 Onderdeel C 436 7,1 46,3 38,3 6,2 2,1 Onderdeel D 104 1,9 38,5 48,1 8,7 2,9 Onderdeel E 334 4,5 40,4 48,5 6,0 0,6 Onderdeel F 226 5,8 38,5 43,4 11,5 0,9 Onderdeel G 43 4,7 39,5 46,5 9,3 0,0 Onderdeel H 184 6,5 39,1 46,2 7,1 1,1 Onderdeel I 355 7,9 44,2 40,3 6,2 1,4 Onderdeel J 22 9,1 27,3 50,0 13,6 0,0 Totaal Bedrijf X 1861 6,3 41,1 44,1 7,2 1,3 Benchmark 17,6 41,9 29,2 8,1 3,2 BM Hoogopgeleid 12,6 46,7 31,7 7,1 1,8 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 52

Stressreacties Langdurige blootstelling aan werkstressoren kan leiden tot stressreacties, zoals psychische en lichamelijke spanningsklachten. Energiebronnen kunnen de negatieve effecten van de werkeisen verminderen. Stress Stress kan optreden bij een slechte afstemming tussen taakeisen en kenmerken van het werk en de capaciteiten en behoeften van het individu. Stress kan ertoe leiden dat de productiviteit, motivatie en weerbaarheid wordt verminderd. Uiteindelijk kan een hoge mate van stress leiden tot verzuim. De vraag Geef op een schaal van 0 tot 10 aan hoeveel stress je ervaart? (0=helemaal geen stress en 10=heel veel stress) wordt als volgt beantwoord. Stress % BM BM Hoogopgeleid 0 (helemaal geen stress) 5,2 10,3 5,0 1 6,5 8,1 5,8 2 13,9 12,8 11,0 3 16,3 13,3 13,6 4 9,6 9,9 9,9 5 12,6 12,9 13,2 6 12,4 10,3 12,4 7 14,6 13,0 16,8 8 7,6 7,4 9,8 9 1,1 1,6 1,9 10 (heel veel stress) 0,2 0,4 0,5 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 53 De vervolgvraag: Heeft u zo veel last van stress dat u dat als hinderlijk ervaart?, wordt als volgt beantwoord: Stress (%) n Nee Ja Mannen 1028 88,6 11,4 Vrouwen 833 86,6 13,4 43 jaar en jonger 942 87,0 13,0 44 jaar en ouder 919 88,4 11,6 25 t/m 35 jaar 484 88,2 11,8 Onderdeel A 79 82,3 17,7 Onderdeel B 61 90,2 9,8 Onderdeel C 436 85,8 14,2 Onderdeel D 104 89,4 10,6 Onderdeel E 334 89,2 10,8 Onderdeel F 226 90,3 9,7 Onderdeel G 43 93,0 7,0 Onderdeel H 184 84,8 15,2 Onderdeel I 355 87,9 12,1 Onderdeel J 22 90,9 9,1 Totaal Bedrijf X 1861 87,7 12,3 Benchmark 86,5 13,5 BM Hoogopgeleid 84,9 15,1

In onderstaande tabel is de gemiddelde score op stress onderverdeeld met de vraag Heeft u zoveel last van stress dat u dat als hinderlijk ervaart?. Stress (%) Totaal Nee, geen hinderlijke stress Ja, wel hinderlijke stress Mannen 4,3 (n=1028) 4,0 (n=911) 7,0 (n=117) Vrouwen 4,3 (n=833) 3,9 (n=721) 7,0 (n=112) 43 jaar en jonger 4,3 (n=925) 3,9 (n=820) 6,9 (n=122) 44 jaar en ouder 4,4 (n=919) 4,1 (n=812) 7,1 (n=107) 25 t/m 35 jaar 4,1 (n=484) 3,7 (n=427) 6,9 (n=57) Onderdeel A 4,7 (n=79) 4,2 (n=65) 6,9 (n=14) Onderdeel B 4,3 (n=61) 3,9 (n=55) 7,7 (n=6) Onderdeel C 4,4 (n=436) 4,0 (n=374) 7,0 (n=62) Onderdeel D 4,9 (n=104) 4,6 (n=93) 7,2 (n=11) Onderdeel E 4,3 (n=334) 3,9 (n=298) 6,8 (n=36) Onderdeel F 4,2 (n=226) 4,0 (n=204) 6,4 (n=22) Onderdeel G 4,2 (n=43) 4,1 (n=40) 5,7 (n=3) Onderdeel H 4,7 (n=184) 4,2 (n=156) 7,3 (n=28) Onderdeel I 4,0 (n=355) 3,6 (n=312) 7,3 (n=43) Onderdeel J 4,1 (n=22) 3,7 (n=20) 9,0 (n=2) Totaal Bedrijf X 4,3 (n=1861) 4,0 (n=1632) 7,0 (n=229) Benchmark 4,1 3,6 6,9 BM Hoogopgeleid 4,7 4,2 7,2 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 54

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 55 Herstelbehoefte Een keer moe zijn na het werk is geen enkel probleem. Wanneer iemand echter elke keer moe is na het werk en het hem/haar moeite kost om zich te ontspannen, of iemand kan zich aan het einde van een werkdag al niet meer opladen om zijn/haar taken af te maken, dan is er meer aan de hand. Dit soort vermoeidheid wijst vaak op spanning en uitputting. Niet automatisch wordt deze spanning of uitputting veroorzaakt door het werk, zaken in het privéleven kunnen hier medeverantwoordelijk voor zijn. Herstelbehoefte (%) n Voldoende herstel Neutraal Onvoldoende herstel Mannen 1020 78,3 12,8 8,8 Vrouwen 827 71,2 16,6 12,2 43 jaar en jonger 932 71,1 16,7 12,1 44 jaar en ouder 915 79,2 12,2 8,5 25 t/m 35 jaar 479 67,0 19,6 13,4 Onderdeel A 76 64,5 21,1 14,5 Onderdeel B 60 76,7 13,3 10,0 Onderdeel C 434 75,8 14,5 9,7 Onderdeel D 104 76,0 15,4 8,7 Onderdeel E 331 76,4 12,4 11,2 Onderdeel F 224 79,5 12,9 7,6 Onderdeel G 42 69,0 19,0 11,9 Onderdeel H 184 67,9 19,0 13,0 Onderdeel I 353 77,3 13,0 9,6 Onderdeel J 22 72,7 9,1 18,2 Totaal Bedrijf X 1847 75,1 14,5 10,3 Benchmark 71,2 14,9 13,9 BM Hoogopgeleid 70,5 15,9 13,6

Organisatie uitkomsten Organisatie uitkomsten zijn voor een organisatie belangrijke gedragingen en attitudes van werknemers. Dit kan positief zijn, zoals tevredenheid, goede werk prestatie, betrokkenheid en loyaliteit, maar ook negatief, zoals verzuim en personeelsverloop, Tevredenheid De vraag Ik ben tevreden met mijn huidige werk wordt als volgt beantwoord: Tevredenheid (%) n Mee eens Neutraal Mee oneens Mannen 1028 78,5 15,4 6,1 Vrouwen 833 77,0 14,9 8,2 43 jaar en jonger 942 73,6 16,9 9,6 44 jaar en ouder 919 82,2 13,4 4,5 25 t/m 35 jaar 484 70,0 18,6 11,4 Onderdeel A 79 72,2 24,1 3,8 Onderdeel B 61 72,1 11,5 16,4 Onderdeel C 436 80,5 12,8 6,7 Onderdeel D 104 79,8 14,4 5,8 Onderdeel E 334 79,9 15,3 4,8 Onderdeel F 226 76,5 15,0 8,4 Onderdeel G 43 65,1 25,6 9,3 Onderdeel H 184 78,8 15,2 6,0 Onderdeel I 355 76,6 14,9 8,5 Onderdeel J 22 63,6 22,7 13,6 Totaal Bedrijf X 1861 77,8 15,2 7,0 Benchmark 76,8 17,5 5,7 BM Hoogopgeleid 79,1 14,6 6,3 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 56

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 57 Conclusie WEB-model Hieronder is het WEB-model toegepast op de resultaten van de medewerkers in vergelijking met de benchmark. De groen gekleurde vakjes geven een gemiddeld positief resultaat, de grijs gekleurde vakjes geven een gemiddeld neutraal resultaat aan en de roodgekleurde vakjes geven aan dat het een aandachtspunt is. Hieronder worden de resultaten in een oogopslag teruggekoppeld. Volgens het WEB-model is stress mede een gevolg van een disbalans tussen stressbronnen en energiebronnen. Op basis van de resultaten van het PMO komt naar voren dat de medewerkers van Bedrijf X in vergelijking met de benchmark op een aantal onderdelen van het WEB-Model negatief scoort. Met name bevlogenheid, mentale belasting en leermogelijkheid zijn aandachtspunten.

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 58 WORK ABILITY INDEX (WAI) De WAI is een praktisch en wetenschappelijk onderbouwd instrument dat kan bijdragen aan een beleid gericht op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. De WAI-vragenlijst heeft een inschatting kunnen maken van het werkvermogen van de medewerkers van Bedrijf X. Het werkvermogen geeft de mate waarin een medewerker zowel lichamelijk als geestelijk in staat is om zijn huidige werk uit te voeren weer. Het doel is om via de WAI en werkvermogen de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te vergroten. De uitkomst van de WAI is een goede voorspeller gebleken van iemands inzetbaarheid voor nu en in de toekomst. Het werkvermogen wordt door verschillende factoren beïnvloed. Ter verduidelijking zijn deze in onderstaand figuur ondergebracht in het Huis van werkvermogen. De onderste drie verdiepingen gezondheid, competenties en normen/waarden vormen de persoonlijke bronnen van een werknemer. De bovenste verdieping, werk, gaat over de eisen die het werk aan een werknemer stelt; het gaat om werkinhoud, werkvoorwaarden, werkverhoudingen en werkomstandigheden. Op deze verdieping heeft de leidinggevende/werkgever veel invloed. De uitdaging ligt in het vinden van een balans tussen de persoonlijke bronnen (onderste drie verdiepingen) en de werk gerelateerde taakeisen. Bij een goede balans is er sprake van een goed werkvermogen. Werkgever en werknemer zijn beiden verantwoordelijk om deze balans te vinden.

Normering WAI-score Onderstaande tabel laat de normering van de WAI-score zien. De WAI-score kan variëren tussen een score van 7 en 49. Hierbij geldt: hoe lager de score, hoe lager het werkvermogen. Een slechte of matige WAI-score kan zonder ingrijpen in de toekomst leiden tot langdurig ziekteverzuim, productiviteitsverlies (afhankelijk van de branche) en arbeidsongeschiktheid. Een curatieve aanpak zou dan zinvol zijn waarbij er gericht wordt op het herstel en de verbetering van het werkvermogen. Wanneer er hoog wordt gescoord op de WAI, is een meer preventieve aanpak van belang. De focus dient dan te liggen op ondersteuning en het behoud van het huidige werkvermogen. WAI-score Categorie werkvermogen Aanpak 7 tot en met 27 Slecht werkvermogen Herstel van werkvermogen > curatief 28 tot en met 36 Matig werkvermogen Verbetering van werkvermogen > curatief 37 tot en met 43 Goed werkvermogen Ondersteuning van het werkvermogen > preventief 44 tot en met 49 Uitstekend werkvermogen Behoud van werkvermogen > preventief Blik op Werk houdt een landelijke database bij van alle ingevulde WAI-vragenlijsten van de Nederlandse bevolking. In 2013 publiceerde Blik op Werk de laatste analyses en resultaten omtrent werkvermogen. In onderstaande tabellen is de verdeling van het werkvermogen te zien per leeftijdscategorie en de gemiddelde WAI-score per sector. Wanneer er naar de resultaten wordt gekeken, dan valt op dat de groep 55-64 jaar gemiddeld gezien een lager werkvermogen rapporteert. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat oudere medewerkers vaker een lager werkvermogen hebben t.o.v. van jongere medewerkers. Dat de groep 65+ vergelijkbaar scoort met de andere leeftijdscategorieën is te verklaren door het healthy worker effect, waarbij relatief vitale en gezonde 65-jarigen overblijven in het arbeidsproces. Daarnaast is te zien dat er verschillen bestaan tussen sectoren op het werkvermogen. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 59 Deze resultaten dienen als achtergrondinformatie en worden niet meegenomen bij de terugkoppeling van de resultaten. Work Ability Index (%) Uitstekend Goed Matig Slecht 25-34 jaar 49 42 8 2 35-44 jaar 46 43 9 2 45-54 jaar 41 46 11 2 55-64 jaar 30 48 18 4 65+ 45 44 10 2 Work Ability Index (%) Gemiddelde WAI-score Landbouw, bosbouw en visserij 42,1 Industrie 42,3 Productie en distributie van en handel 42,0 Winning en distributie van water; afval 43,2 Groot- en detailhandel 41,8 Vervoer en opslag 41,3 Financiële instellingen 41,8 Verhuur van en handel in onroerend goed 42,5 Advisering, onderzoek en overige 41,6 Verhuur van roerende goederen 41,6 Openbaar bestuur, overheidsinstellingen 41,8 Onderwijs 42,1 Gezondheids- en welzijnszorg 41,6 Overige dienstverlening 42,5 Extraterritoriale organisaties 43,2

De resultaten van de medewerkers worden in onderstaande tabel weergegeven. De gemiddelde WAI-score bij de medewerkers is 41,4, dit is lager dan de benchmark (41,4 vs. 42,2). Work Ability Index n Gemiddelde WAI-score Mannen 1031 41,9 Vrouwen 839 40,8 43 jaar en jonger 949 41,7 44 jaar en ouder 921 41,2 25 t/m 35 jaar 485 41,7 Onderdeel A 79 40,5 Onderdeel B 62 40,4 Onderdeel C 442 41,2 Onderdeel D 104 42,0 Onderdeel E 335 42,0 Onderdeel F 226 41,0 Onderdeel G 43 41,8 Onderdeel H 184 42,0 Onderdeel I 356 41,3 Onderdeel J 22 39,3 Totaal Bedrijf X 1870 41,4 Benchmark 42,2 BM Hoogopgeleid 41,4 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 60

In onderstaande tabel worden de resultaten per categorie weergegeven. Het merendeel van de medewerkers (87,6%) bevindt zich in de categorie uitstekend of goed. In vergelijking met de benchmark is dit overeenkomstig (87,6% vs. 89,5%). 12,4% van de medewerkers heeft een matig of slecht werkvermogen. Volgens wetenschappelijk onderzoek blijkt dat oudere medewerkers vaker een lager werkvermogen hebben t.o.v. jongere medewerkers. Work Ability Index (%) n Uitstekend Goed Matig Slecht Mannen 1031 36,9 53,8 8,5 0,8 Vrouwen 839 31,0 52,8 14,9 1,3 43 jaar en jonger 949 36,8 51,8 10,2 1,2 44 jaar en ouder 921 31,6 54,9 12,6 0,9 25 t/m 35 jaar 485 38,6 51,1 8,5 1,9 Onderdeel A 79 22,8 55,7 21,5 0,0 Onderdeel B 62 30,6 53,2 12,9 3,2 Onderdeel C 442 33,9 51,8 13,1 1,1 Onderdeel D 104 41,3 49,0 9,6 0,0 Onderdeel E 335 36,4 54,3 9,3 0,0 Onderdeel F 226 28,3 60,6 10,6 0,4 Onderdeel G 43 27,9 65,1 7,0 0,0 Onderdeel H 184 40,8 48,4 9,2 1,6 Onderdeel I 356 33,7 53,1 11,8 1,4 Onderdeel J 22 40,9 36,4 9,1 13,6 Totaal Bedrijf X 1870 34,2 53,4 11,4 1,0 Benchmark 45,9 43,6 9,1 1,4 BM Hoogopgeleid 34,7 52,1 11,7 1,5 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 61

Work Ability Index op vraagniveau De onderstaande tabellen geven op vraagniveau de terugkoppeling van de WAI weer voor Bedrijf X totaal. Work Ability Index (%) Totaal BM BM Hoogopgeleid Als u aan uw werkvermogen in de beste periode van uw leven 10 punten geeft, hoeveel punten zou u dan aan uw werkvermogen op dit moment toekennen? 8 of hoger 75,7 71,0 74,7 Hoe beoordeelt u uw werkvermogen op dit moment als u kijkt naar de lichamelijke eisen die het werk aan u stelt? Zeer goed 32,5 22,9 33,1 Goed 62,0 65,8 60,0 Matig 4,9 9,5 6,0 Slecht 0,4 1,3 0,7 Zeer slecht 0,2 0,5 0,2 Hoe beoordeelt u uw werkvermogen op dit moment als u kijkt naar de geestelijke eisen die het werk aan u stelt? Zeer goed 21,1 18,6 22,2 Goed 66,8 69,3 65,6 Matig 10,8 10,3 10,7 Slecht 1,0 1,3 1,3 Zeer slecht 0,4 0,4 0,2 Meest gerapporteerde aandoeningen Verwonding door ongeval 11,8 16,8 13,7 Aandoeningen van het bewegingsapparaat 28,6 33,9 29,8 Hart- en vaataandoeningen 9,4 12,5 9,7 Aandoeningen van de luchtwegen 11,1 11,4 11,0 Psychische aandoeningen 11,9 11,5 10,0 Neurologische en zintuigaandoeningen 12,3 13,1 12,1 Aandoeningen van de spijsverteringsorganen 7,6 7,6 7,7 Aandoeningen van de urinewegen of de geslachtsorganen 5,8 5,6 5,7 Huidaandoeningen 15,8 14,2 16,2 Tumoren 3,6 3,6 3,7 Stofwisselingsstoornissen 4,2 6,8 4,4 Aandoeningen van het bloed 3,5 2,7 3,1 Aangeboren ziekten 2,8 3,0 2,8 Overige aandoeningen of ziekten 5,2 5,2 5,2 Hinderen de ziekten, klachten of letsels die u heeft in de uitoefening van uw beroep? Geen hinder 77,0 68,1 75,9 Ik kan mijn werk doen, maar wel met enkele klachten 18,0 23,4 18,2 Ik moet soms langzamer werken 2,6 5,1 3,4 Ik moet vaak langzamer werken 0,7 1,2 0,8 Ik kan alleen parttime werken 1,4 1,3 1,2 Ik ben niet geheel in staat om te werken 0,3 0,9 0,5 Hoeveel dagen heeft u in de afgelopen 12 maanden in totaal niet kunnen werken als gevolg van een gezondheidsprobleem (ziekte, opname of onderzoek) 0 dagen (niet ziek geweest) 53,9 50,3 49,8 1-9 dagen 37,2 35,7 40,8 10-24 dagen 4,5 7,1 5,1 25-99 dagen 3,5 4,7 3,2 100-365 dagen 0,9 2,1 1,2 Denkt u, uitgaande van uw huidige gezondheidstoestand, dat u over twee jaar nog in staat bent uw huidige werk te kunnen uitvoeren? Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 62

Zeer waarschijnlijk 95,0 87,7 93,9 Misschien 4,0 9,8 4,7 Onwaarschijnlijk 1,0 2,4 1,4 Bent u de laatste tijd actief en fit? Altijd 26,7 28,9 28,4 Regelmatig 53,0 48,9 51,2 Soms 15,6 17,6 16,7 Zelden 4,2 4,1 3,3 Nooit 0,5 0,5 0,3 Heeft u de laatste tijd plezier in uw gewone dagelijkse bezigheden? Altijd 33,3 41,4 36,8 Regelmatig 55,1 45,8 51,4 Soms 10,7 10,7 10,1 Zelden 0,8 1,8 1,5 Nooit 0,1 0,3 0,2 Heeft u de laatste tijd vertrouwen in de toekomst? Altijd 43,7 43,9 47,8 Regelmatig 43,4 38,8 40,5 Soms 11,7 14,2 9,9 Zelden 1,0 2,6 1,4 Nooit 0,3 0,6 0,3 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 63

Arbeidsproductiviteitsverlies Op basis van de resultaten van de Work Ability Index (WAI) is berekend wat de extra loonkosten voor Bedrijf X zijn bij een verminderd werkvermogen (matige of slechte WAI). Om dit uit te kunnen rekenen is allereerst uitgerekend wat de totale loonkosten zijn bij Bedrijf X. Hierbij zijn een aantal veronderstellingen genomen. 1. In de berekening is uitgegaan van een gemiddeld maandloon per medewerker van 3.000,-. 2. In totaal hebben 1870 medewerkers de WAI-vragenlijst ingevuld. De berekening betreft de potentiele groep van Bedrijf X (n=3609). Invoer Scores (%) Arbeidsproductiviteitsverlies op loonkosten (%) Totaal N medewerkers Arbeidsproductiviteits -verlies per maand Arbeidsproductiviteits -verlies per jaar Uitstekend 34,2% 0% 1234 - - Goed 53,4% 4,9% 1927 283.269,00 3.399.228,00 Matig 11,4% 12% 412 148.320,00 1.779.840,00 Slecht 1,0% 26,6% 36 28.728,00 344.736,00 100% 3609 460.317,00 5.523.804,00 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 64 Totaal arbeids- productiviteitsverlies Bedrijf X 4.25% Benchmark Nederland 4,24% Gemiddelde loonsom 3.000,- Totale loonkosten per jaar (3.000,- *12) 36.000,- Totale loonsom op jaarbasis o.b.v. n=3609 129.924.000,00 Arbeidsproductiviteitsverlies (totaal Bedrijf X 4,25%) 5.523.804,00 Arbeidsproductiviteitsverlies (o.b.v. BM 4,24%) 5.508.777,60 Verschil Benchmark (een negatieve score is positief!) 15.026,40 In Nederland ligt het arbeidsproductiviteitsverlies op 4,24%. Bedrijf X zit met 4,2% dus net hoger dan het landelijk gemiddelde. Als Bedrijf X het arbeidsproductiviteitsverlies naar het landelijk gemiddelde kan brengen (van 4,25% naar 4,24%), dan kunnen ze 15.026,40 besparen. Deze berekening is ontwikkeld door BlikopWerk in samenwerking met het Erasmus.

WERK/PRIVÉ BALANS De afstemming tussen privé en werk is belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat een problematische afstemming van de werk en de privésituatie de kans op uitputting enorm kan verhogen. Zowel werk kan uw privé leven beïnvloeden, als privé uw werk kan beïnvloeden. Zo kan het zijn dat u door omstandigheden thuis hier op het werk hinder van ondervindt, of u door omstandigheden op het werk hier thuis last van heeft. Werk privé balans (%) n Goede balans Neutraal Slechte balans Mannen 1015 75,8 23,9 0,3 Vrouwen 807 78,3 20,9 0,7 43 jaar en jonger 920 78,8 20,5 0,7 44 jaar en ouder 902 74,9 24,7 0,3 25 t/m 35 jaar 469 84,9 14,5 0,6 Onderdeel A 78 76,9 21,8 1,3 Onderdeel B 60 81,7 18,3 0,0 Onderdeel C 417 76,3 23,0 0,7 Onderdeel D 104 70,2 29,8 0,0 Onderdeel E 332 76,8 22,9 0,3 Onderdeel F 225 79,6 20,4 0,0 Onderdeel G 42 83,3 16,7 0,0 Onderdeel H 183 76,0 23,5 0,5 Onderdeel I 352 77,3 22,2 0,6 Onderdeel J 22 72,7 22,7 4,5 Totaal Bedrijf X 1822 76,9 22,6 0,5 Benchmark 70,6 25,7 3,7 BM Hoogopgeleid 72,3 26,3 1,4 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 65

In onderstaande tabel de resultaten van de vraag Indien je een disbalans in jouw werk/privé balans ervaart, van welke duur is deze disbalans?. Werk privé balans (%) n Kortstondig Langdurig Niet van toepassing Mannen 1015 44,5 7,0 48,5 Vrouwen 807 44,0 8,9 47,1 43 jaar en jonger 920 43,4 8,9 47,7 44 jaar en ouder 902 45,2 6,8 48,0 25 t/m 35 jaar 469 35,8 7,0 57,1 Onderdeel A 78 41,0 12,8 46,2 Onderdeel B 60 36,7 6,7 56,7 Onderdeel C 417 44,8 6,5 48,7 Onderdeel D 104 45,2 8,7 46,2 Onderdeel E 332 44,6 8,7 46,7 Onderdeel F 225 45,3 5,8 48,9 Onderdeel G 42 35,7 4,8 59,5 Onderdeel H 183 49,2 9,8 41,0 Onderdeel I 352 44,0 8,0 48,0 Onderdeel J 22 31,8 13,6 54,5 Totaal Bedrijf X 1822 44,3 7,8 47,9 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 66

SPANNINGSKLACHTEN Spanningsklachten kunnen voortkomen uit stress. Het hebben van spanningsklachten kan leiden tot allerlei klachten, zoals gevoelens van onrust, piekeren, concentratie- en slaapproblemen. De medewerkers van Bedrijf X hebben verschillende vragen beantwoord omtrent spanningsklachten. Per vraag kunnen de medewerkers punten krijgen. Hoe meer punten hoe meer spanningsklachten er ervaren worden. Spanningsklachten (%) n Geen tot weinig spanning Neutraal Veel spanning Mannen 1012 97,0 2,8 0,2 Vrouwen 806 94,9 4,5 0,6 43 jaar en jonger 917 95,1 4,1 0,8 44 jaar en ouder 901 97,1 2,9 0,0 25 t/m 35 jaar 467 94,2 4,7 1,1 Onderdeel A 76 96,1 3,9 0,0 Onderdeel B 60 91,7 8,3 0,0 Onderdeel C 416 95,4 3,8 0,7 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 67 Onderdeel D 104 98,1 1,9 0,0 Onderdeel E 331 97,0 2,7 0,3 Onderdeel F 225 97,3 2,2 0,4 Onderdeel G 42 97,6 2,4 0,0 Onderdeel H 183 95,6 4,4 0,0 Onderdeel I 352 96,0 4,0 0,0 Onderdeel J 22 86,4 4,5 9,1 Totaal Bedrijf X 1818 96,1 3,5 0,4 Benchmark 94,8 4,8 0,5 BM Hoogopgeleid 95,5 4,0 0,4 In onderstaande tabel worden de antwoorden van de schaal spanningsklachten op vraagniveau teruggekoppeld. Spanningsklachten % Ja Heeft u de afgelopen week last gehad van... Heel vaak Vaak Regelmatig Soms Nee - Neerslachtigheid 0,4 1,3 3,3 25,9 69,0 - Piekeren 0,7 3,2 10,8 49,2 36,1 - Onrustig slapen 1,5 3,9 10,2 40,3 44,1 - Lusteloosheid 0,5 1,7 4,8 27,7 65,3 Voelde u zich de afgelopen week. - Gespannen 0,6 2,8 8,4 42,8 45,4 - Snel geïrriteerd 0,4 2,8 6,7 45,6 44,6 Heeft u de afgelopen week het gevoel - dat u tot niets meer kunt komen? 0,4 1,3 2,7 22,8 72,8 - dat u geen belangstelling meer kunt opbrengen voor de mensen en dingen om u heen? 0,4 0,8 2,4 21,8 74,5

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 68 - dat u het niet meer aankunt? 0,4 0,4 0,8 10,8 87,6 - dat u er niet meer tegenop kunt? 0,3 0,4 0,9 9,7 88,7 - dat u nergens meer zin in heeft? 0,4 0,8 2,4 20,5 76,0 - moeite met helder denken? 0,2 0,8 2,3 28,1 68,6 - moeite om in slaap te komen? 1,0 2,2 5,6 26,5 64,7 - dat u snel emotioneel werd? 0,2 1,4 3,9 24,8 69,7 Schieten u de afgelopen week wel eens beelden in gedachten over een aangrijpende gebeurtenis(sen) die u hebt meegemaakt? Moest u de afgelopen week weleens uw best doen om gedachten of herinneringen aan een aangrijpende gebeurtenis(sen) van u af te zetten? 0,5 1,2 3,1 22,3 72,9 0,3 0,9 2,3 15,9 80,6 VERANDERBEREIDHEID In onderstaand tabel wordt per antwoordoptie het percentage weergeven van medewerkers die ja hebben geantwoord. Medewerkers kunnen meerdere antwoorden geven, daardoor telt het totaal niet op tot 100%. Zou je aan één (of meerdere) van onderstaande thema s willen werken? Ja (%) Benchmark BM Hoogopgeleid Leefstijl 54,8 44,5 51,7 Pijnklachten 19,5 20,0 18,3 Werk/privé balans 24,4 24,9 29,8 Stress 24,9 19,5 26,1 Ontwikkelingen loopbaan 43,0 30,9 43,8 Ik wil nergens aan werken 34,3 21,3 12,7 Stoppen met roken 4,6 5,0 2,1 Afvallen 9,1 18,3 17,2

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 69 FYSIEKE TESTEN BMI BMI wordt omschreven als Body Mass Index. BMI is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te beoordelen. Op basis hiervan kan ingeschat worden wat het gezondheidsrisico is. BMI houdt geen rekening met de bouw van het lichaam of de activiteiten die de deelnemer doet. Zo kunnen personen met erg veel spiermassa op een te hoge BMI uitkomen, terwijl ze niet te dik zijn. Hetzelfde geldt voor mensen die veel vocht vasthouden (oedeem). Echter wordt BMI vaak gebruikt in een groepspopulatie en geeft het een betrouwbaar beeld van de samenstelling van de groep. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor BMI weergegeven. BMI-classificatie Interpretatie 0-18,49 Ondergewicht 18,5-24,99 Gezond gewicht 25-29,99 Matig overgewicht 30-39,99 Overgewicht 40-100 Ernstig overgewicht BMI (%) n Ondergewicht Gezond gewicht Matig overgewicht Overgewicht Ernstig overgewicht Mannen 957 0,9 45,7 43,1 10,1 0,2 Vrouwen 735 1,2 58,1 29,3 10,7 0,7 43 jaar en jonger 852 1,8 59,3 31,1 7,6 0,2 44 jaar en ouder 840 0,4 42,7 43,1 13,2 0,6 25 t/m 35 jaar 445 2,2 65,6 25,6 6,3 0,2 Onderdeel A 68 1,5 54,4 36,8 7,4 0,0 Onderdeel B 54 0,0 51,9 40,7 7,4 0,0 Onderdeel C 409 1,5 49,9 37,7 10,8 0,2 Onderdeel D 103 1,9 52,4 35,9 8,7 1,0 Onderdeel E 314 1,3 48,4 39,5 10,5 0,3 Onderdeel F 206 0,5 47,1 38,3 13,1 1,0 Onderdeel G 34 0,0 52,9 47,1 0,0 0,0 Onderdeel H 172 0,6 62,2 29,1 8,1 0,0 Onderdeel I 300 0,7 49,0 37,7 12,0 0,7 Onderdeel J 15 0,0 33,3 40,0 26,7 0,0 Totaal Bedrijf X 1692 1,1 51,1 37,1 10,4 0,4 Benchmark 0,8 42,2 42,2 14,2 0,6 BM Hoogopgeleid 0,8 48,3 40,0 10,5 0,4

Vetpercentage Wanneer het lichaam langere tijd meer energie binnen krijgt dan het verbruikt, wordt het overschot opgeslagen in de vorm van lichaamsvet. Deze opslag is functioneel, maar bij een teveel aan lichaamsvet wordt er gesproken van overgewicht. De verhouding tussen de hoeveelheid lichaamsvet en het totale lichaamsgewicht wordt uitgedrukt in het vetpercentage. Vanaf welk vetpercentage we spreken van overgewicht is afhankelijk van de leeftijd en het geslacht. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor vetpercentage weergegeven. Vetpercentage (%) Leeftijd Te laag Goed Te hoog Veel te hoog Mannen 20-39 jaar 0-7,99 8-19,99 20-24,99 25-100 40-59 jaar 0-10,99 11-21,99 22-27,99 28-100 60-100 jaar 0-12,99 13-24,99 25-29,99 30-100 Vrouwen 20-39 jaar 0-20,99 21-32,99 33-38,99 39-100 40-59 jaar 0-22,99 23-33,99 34-39,99 40-100 60-100 jaar 0-23,99 24-35,99 36-41,99 42-100 Vetpercentage (%) n Te laag Goed Te hoog Veel te hoog Mannen 949 1,9 49,5 35,5 13,1 Vrouwen 720 6,9 56,9 26,4 9,7 43 jaar en jonger 842 4,9 55,6 28,3 11,3 44 jaar en ouder 827 3,3 49,8 34,9 12,0 25 t/m 35 jaar 438 6,2 58,0 25,1 10,7 Onderdeel A 66 3,0 59,1 31,8 6,1 Onderdeel B 54 0,0 51,9 35,2 13,0 Onderdeel C 403 3,2 53,3 32,5 10,9 Onderdeel D 102 3,9 62,7 22,5 10,8 Onderdeel E 315 4,4 49,2 33,7 12,7 Onderdeel F 201 4,0 47,3 35,3 13,4 Onderdeel G 32 3,1 62,5 31,3 3,1 Onderdeel H 168 6,5 57,7 25,6 10,1 Onderdeel I 296 4,4 49,7 32,4 13,5 Onderdeel J 15 0,0 40,0 40,0 20,0 Totaal Bedrijf X 1669 4,1 52,7 31,6 11,6 Benchmark 3,6 49,8 31,3 15,4 BM Hoogopgeleid 4,0 53,0 30,9 12,1 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 70

Buikomvang Naast het gewicht en vetpercentage is de verdeling van lichaamsvet over het lichaam ook van belang. Veel vet rond de taille is extra ongezond en heeft onder andere te maken met hormonen. Mannelijke hormonen zorgen voor extra buikvet, maar vrouwen kunnen dat ook krijgen met dezelfde hormonen. Bij vrouwen bevindt het buikvet zich vaker net onder de huid, terwijl dit bij de meeste mannen rondom de organen wordt opgeslagen. Dit laatste (vet rondom de organen) is niet gezond. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor buikomvang weergegeven. Mannen Vrouwen <79 cm Ondergewicht <68 cm Ondergewicht 79-94 cm Gezond 68-80 cm Gezond 94-102 cm Risico 80-88 cm Risico >102 cm Verhoogd risico >88 cm Verhoogd risico Buikomvang (%) n Ondergewicht Gezond Risico Verhoogd risico Mannen 933 7,0 52,3 24,2 16,5 Vrouwen 713 2,8 42,9 26,2 28,1 43 jaar en jonger 822 8,6 55,1 21,0 15,2 44 jaar en ouder 824 1,7 41,4 29,1 27,8 25 t/m 35 jaar 434 11,1 59,4 18,4 11,1 Onderdeel A 65 7,7 53,8 21,5 16,9 Onderdeel B 54 3,7 53,7 18,5 24,1 Onderdeel C 393 5,3 44,0 29,3 21,4 Onderdeel D 101 11,9 54,5 16,8 16,8 Onderdeel E 313 5,1 55,0 24,0 16,0 Onderdeel F 197 2,0 45,7 22,3 29,9 Onderdeel G 34 2,9 55,9 35,3 5,9 Onderdeel H 167 6,0 53,3 24,0 16,8 Onderdeel I 292 4,5 38,0 28,4 29,1 Totaal Bedrijf X 1646 5,2 48,2 25,1 21,5 Benchmark 3,5 40,8 28,0 27,8 BM Hoogopgeleid 2,7 38,5 29,3 29,5 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 71

Bloeddruk Iedere keer dat het hart slaat, wordt bloed van het hart naar de rest van het lichaam gepompt, via de bloedvaten. De bloeddruk is een maat voor de kracht die hierdoor op de bloedvaten wordt uitgeoefend. We meten de bloeddruk in millimeter kwikdruk, afgekort als mmhg. We onderscheiden twee metingen; de diastolische (ofwel onderdruk) en de systolische (ofwel bovendruk). Van hoge bloeddruk is in principe pas sprake wanneer uit meerdere metingen blijkt dat de bloeddruk de aanvaardbare waarden overschrijdt. Een hoge bloeddruk (of hypertensie) is gedefinieerd als een systolische bloeddruk van minstens 140 mmhg en/of een diastolische bloeddruk van minstens 90 mmhg; in andere woorden: 140/90 mmhg. Dit houdt in dat het bloed een constante, abnormaal hoge druk uitoefent op de bloedvaten, waardoor het hart extra belast wordt. Dit is niet goed voor de gezondheid van hart en bloedvaten. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor bloeddruk weergegeven. Interpretatie Onderdruk Bovendruk Lage bloeddruk 0-59 0-89 Optimaal 60-79 90-119 Normaal 80-89 120-139 Verhoogd 90-99 140-159 Ernstig verhoogd 100-250 160-250 Wanneer de onderdruk en bovendruk niet in dezelfde categorie vallen dan bepaald de hoogste score de categorie. Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 72 De medewerkers met een verhoogde of sterk verhoogde bloeddruk zijn geadviseerd om contact op te nemen met hun huisarts (geen dringend advies bij verhoogde bloeddruk, echter wel bij de deelnemers met een sterk verhoogde bloeddruk), om doormiddel van een tweede meting (mogelijk 24-uurs meting) vast te stellen of de gemeten waarde overeenkomen om vervolgens behandeling of medicatie voor te schrijven. Bloeddruk (%) n Lage bloeddruk Optimale bloeddruk Normale bloeddruk Verhoogde bloeddruk Ernstig verhoogde bloeddruk Mannen 954 2,3 14,5 55,1 22,6 5,5 Vrouwen 737 5,6 27,7 46,3 15,5 5,0 43 jaar en jonger 854 5,6 27,2 53,2 11,8 2,2 44 jaar en ouder 837 1,8 13,1 49,3 27,4 8,4 25 t/m 35 jaar 449 8,0 30,5 51,7 8,7 1,1 Onderdeel A 68 1,5 22,1 41,2 25,0 10,3 Onderdeel B 54 3,7 14,8 51,9 29,6 0,0 Onderdeel C 411 4,6 23,6 49,9 17,0 4,9 Onderdeel D 102 5,9 20,6 52,0 17,6 3,9 Onderdeel E 312 4,2 16,3 56,4 17,9 5,1 Onderdeel F 206 2,9 18,4 46,6 24,8 7,3 Onderdeel G 35 0,0 31,4 42,9 14,3 11,4 Onderdeel H 171 4,7 24,6 50,3 17,0 3,5 Onderdeel I 300 2,3 17,0 55,7 20,0 5,0 Onderdeel J 15 0,0 6,7 40,0 40,0 13,3 Totaal Bedrijf X 1691 3,7 20,2 51,3 19,5 5,3 Benchmark 0,1 15,7 49,1 27,2 7,9 BM Hoogopgeleid 0,1 19,0 50,5 23,9 6,5

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 73 Totaal cholesterol Cholesterol is een vetachtige, niet in water oplosbare, stof die in ons lichaam onder andere voor de aanmaak van gal en hormonen wordt gebruikt. Cholesterol is essentieel en het grootste deel van het cholesterol wordt door het lichaam zelf gemaakt, vooral in de lever. Daarnaast komt cholesterol voor in veel dierlijk en plantaardige voeding. Een te hoog cholesterol vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Daarom is het belangrijk de juiste balans te vinden in voeding en leefstijl. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor totaal cholesterol weergegeven. Classificatie Interpretatie 0-5 Normaal 5,01-6,49 Licht verhoogd 6,5-7,99 Verhoogd 8-10,4 Sterk verhoogd Bij totaal cholesterol vanaf 6,5 wordt er doorverwezen naar de huisarts, om doormiddel van een tweede meting vast te stellen of de gemeten waarden overeenkomen en om vervolgens behandeling of medicatie voor te schrijven voor het onder controle houden van het verhoogde cholesterol Cholesterol (%) n Normaal Licht verhoogd Verhoogd Sterk verhoogd Mannen 950 48,9 41,8 8,2 1,1 Vrouwen 736 43,8 45,5 9,8 1,0 43 jaar en jonger 848 57,0 37,1 5,1 0,8 44 jaar en ouder 838 36,3 49,8 12,8 1,2 25 t/m 35 jaar 446 63,2 33,9 2,9 0,0 Onderdeel A 67 80,6 16,4 3,0 0,0 Onderdeel B 54 38,9 48,1 13,0 0,0 Onderdeel C 408 45,6 42,4 11,0 1,0 Onderdeel D 102 44,1 48,0 5,9 2,0 Onderdeel E 310 54,2 41,6 4,2 0,0 Onderdeel F 206 43,7 46,6 8,3 1,5 Onderdeel G 35 40,0 40,0 20,0 0,0 Onderdeel H 172 47,7 41,9 8,7 1,7 Onderdeel I 301 35,9 50,2 12,3 1,7 Onderdeel J 15 60,0 33,3 6,7 0,0 Totaal Bedrijf X 1686 46,7 43,4 8,9 1,0 Benchmark 49,4 40,0 9,8 0,8 BM Hoogopgeleid 50,2 39,4 9,8 0,7

HDL We maken naast het totaal cholesterol een uitsplitsing in het HDL- cholesterol (ook wel het goede cholesterol genoemd). Hierbij geldt: des te hoger de waarde, des te beter. Een goede HDL waarde biedt bescherming tegen hart- en vaatziekten. Gezonde voeding, voldoende bewegen en niet roken draagt bij aan een goed HDL cholesterol. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor HDL-cholesterol weergegeven. HDL (mmol/l) Interpretatie 1,01-10 mmol/l Goed 0-1 mmol/l Verlaagd HDL cholesterol (%) n Goed Verlaagd Mannen 951 72,6 27,4 Vrouwen 736 93,8 6,3 43 jaar en jonger 849 79,6 20,4 44 jaar en ouder 838 84,0 16,0 25 t/m 35 jaar 446 78,9 21,1 Onderdeel A 67 80,6 19,4 Onderdeel B 54 87,0 13,0 Onderdeel C 409 83,6 16,4 Onderdeel D 102 82,4 17,6 Onderdeel E 310 72,6 27,4 Onderdeel F 206 83,5 16,5 Onderdeel G 35 80,0 20,0 Onderdeel H 172 83,7 16,3 Onderdeel I 301 86,0 14,0 Onderdeel J 15 80,0 20,0 Totaal Bedrijf X 1687 81,8 18,2 Benchmark 81,7 18,3 BM Hoogopgeleid 85,6 14,4 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 74

Ratio cholesterol De cholesterol ratio is een voorspeller van het risico op hart- en vaatziekten en geeft inzicht in de balans tussen het totaal cholesterol en het HDL cholesterol in het lichaam. Een hoog totaal cholesterolgehalte en een laag gehalte van HDL cholesterol brengt de verhouding uit balans en is zeer ongewenst. Omgekeerd, is een hoog HDL-cholesterol gehalte en een laag totaal cholesterol gehalte verantwoordelijk voor een verlaging van de ratio en is dus wenselijk. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor ratio cholesterol weergegeven. Ratio cholesterol (mmol/l) Interpretatie 0-4,49 Normaal 4,5-5 Licht verhoogd >5,01 Verhoogd Analyse ratio (%) n Normaal Licht verhoogd Verhoogd Mannen 950 56,5 15,1 28,4 Vrouwen 736 87,5 5,4 7,1 43 jaar en jonger 848 73,1 10,1 16,7 44 jaar en ouder 838 66,9 11,6 21,5 25 t/m 35 jaar 446 76,2 10,3 13,5 Onderdeel A 67 76,1 10,4 13,4 Onderdeel B 54 72,2 14,8 13,0 Onderdeel C 408 69,1 12,5 18,4 Onderdeel D 102 65,7 13,7 20,6 Onderdeel E 310 64,2 13,2 22,6 Onderdeel F 206 72,3 7,8 19,9 Onderdeel G 35 65,7 5,7 28,6 Onderdeel H 172 75,0 4,7 20,3 Onderdeel I 301 72,1 11,0 16,9 Onderdeel J 15 66,7 13,3 20,0 Totaal Bedrijf X 1686 70,0 10,9 19,1 Benchmark 70,6 10,8 18,5 BM Hoogopgeleid 75,3 9,3 15,4 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 75

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 76 Glucose Glucose is de belangrijkste energiebron voor de stofwisseling van ons lichaam. Glucose wordt ook wel bloedsuiker genoemd. Bij alles wat je doet, heeft je lichaam brandstof nodig. Net zoals een auto benzine nodig heeft om te rijden. De brandstof die je nodig hebt, is glucose. Verschillende hormonen, waaronder insuline en glucagon, houden de bloedsuiker op het gewenste niveau. Alles wat je eet en drinkt wordt verteerd. Wanneer koolhydraten (suikers en zetmeel) worden verteerd, ontstaat glucose. Indien er te veel glucose in het bloed zit kan dit erop duiden dat deze niet voldoende meer in balans kan worden gehouden door het lichaam. Dit kan dus wijzen op diabetes. Als je hier op tijd bij bent kan dit nog verbeterd worden met goede voeding en levensstijl. In onderstaande tabel is de gehanteerde classificatie voor glucose weergegeven. Nuchter Niet nuchter Glucose classificatie Glucose classificatie Interpretatie Interpretatie (mmol/l) (mmol/l) 0-6,10 Normaal 0-7,8 Normaal 6,11-6,90 Licht verhoogd 7,81-11,09 Licht verhoogd 6,91-100 Sterk verhoogd 11,10-250 Sterk verhoogd Bij een verhoogde glucose wordt de deelnemer geadviseerd om contact op te nemen met de huisarts. Analyse glucose (%) n Normaal Licht verhoogd Sterk verhoogd Mannen 947 98,2 0,7 1,1 Vrouwen 732 99,3 0,4 0,3 43 jaar en jonger 843 99,6 0,1 0,2 44 jaar en ouder 836 97,7 1,1 1,2 25 t/m 35 jaar 442 99,8 0,0 0,2 Onderdeel A 67 98,5 0,0 1,5 Onderdeel B 54 98,1 0,0 1,9 Onderdeel C 404 99,3 0,5 0,2 Onderdeel D 102 98,0 2,0 0,0 Onderdeel E 310 98,7 0,6 0,6 Onderdeel F 203 100 0,0 0,0 Onderdeel G 35 97,1 0,0 2,9 Onderdeel H 172 99,4 0,0 0,6 Onderdeel I 301 97,0 1,3 1,7 Onderdeel J 15 100 0,0 0,0 Totaal Bedrijf X 1679 98,7 0,6 0,7 Benchmark 94,9 3,8 1,3 BM Hoogopgeleid 96,3 2,7 1,0

Visus Met een digitale visusmeter is gemeten hoe goed het zicht is op afstand (veraf, 5 meter), op beeldscherm afstand (60 cm) en op korte afstand (leesvisus, 33 cm). Afwijkingen in het brekend vermogen van het oog veroorzaken een wazig zicht in de verte, dichtbij of op verschillende afstanden. De gezichtsscherpte kan verbeterd worden door het dragen van een bril of contactlenzen of door refractieve chirurgie. Visus-Veraf Een gemiddeld oog ziet 1.0 (100%). Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.25 (125%) of 1.5 (150%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet, bijvoorbeeld 0.8 (80%), of 0.65 (65%) of 0.4 (40%), 0.3 (30%) of 0.1 (10%). Veraf (%) n Goed Voldoende Doorverwijzing Mannen 870 90,5 6,8 2,8 Vrouwen 651 88,6 8,6 2,8 43 jaar en jonger 777 91,6 6,3 2,1 44 jaar en ouder 744 87,6 8,9 3,5 25 t/m 35 jaar 392 90,8 7,1 2,0 Onderdeel A 55 90,9 7,3 1,8 Onderdeel B 50 86,0 12,0 2,0 Onderdeel C 363 89,8 5,8 4,4 Onderdeel D 95 91,6 8,4 0,0 Onderdeel E 302 92,7 7,0 0,3 Onderdeel F 170 86,5 10,0 3,5 Onderdeel G 29 86,2 10,3 3,4 Onderdeel H 151 92,7 5,3 2,0 Onderdeel I 279 85,7 9,7 4,7 Onderdeel J 12 100 0,0 0,0 Totaal Bedrijf X 1521 89,7 7,6 2,8 Benchmark 90,4 6,3 3,3 BM Hoogopgeleid 91,2 6,2 2,7 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 77

Visus-Beeldscherm Tegenwoordig werken veel mensen voor de computer. Het is daarom belangrijk om de visus op beeldschermafstand te meten (60 cm). Wanneer mensen slecht zicht hebben of een verkeerde bril hebben kan dit leiden tot bijvoorbeeld vermoeidheidsklachten, maar ook klachten aan nek, rug of schouders door een verkeerde houding door multifocale glazen. Beeldscherm (%) n Goed Voldoende Doorverwijzing Mannen 867 74,6 13,7 11,6 Vrouwen 647 73,4 15,0 11,6 43 jaar en jonger 778 83,4 11,8 4,8 44 jaar en ouder 736 64,3 16,8 18,9 25 t/m 35 jaar 393 87,0 9,4 3,6 Onderdeel A 54 77,8 7,4 14,8 Onderdeel B 50 80,0 4,0 16,0 Onderdeel C 362 75,7 13,5 10,8 Onderdeel D 93 80,6 10,8 8,6 Onderdeel E 299 68,6 19,1 12,4 Onderdeel F 172 71,5 15,7 12,8 Onderdeel G 29 75,9 13,8 10,3 Onderdeel H 150 83,3 10,7 6,0 Onderdeel I 278 70,1 15,8 14,0 Onderdeel J 12 66,7 16,7 16,7 Totaal Bedrijf X 1514 74,1 14,3 11,6 Benchmark 70,6 15,6 13,9 BM Hoogpgeleid 73,9 14,2 11,8 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 78

Visus-dichtbij (leesvisus) De leesvisus is bepaald met een speciale letterkaart in de digitale visusmeter voor de korte afstand. Wanneer de leesvisus beperkt is kan er gekozen worden voor verschillende leesbrillen. Een aparte leesbril, een bifocale bril of een multifocale bril. Dichtbij (%) n Goed Voldoende Doorverwijzing Mannen 872 61,0 15,5 23,5 Vrouwen 642 62,5 12,8 24,8 43 jaar en jonger 771 87,9 7,4 4,7 44 jaar en ouder 743 34,3 21,5 44,1 25 t/m 35 jaar 392 94,1 4,1 1,8 Onderdeel A 54 75,9 7,4 16,7 Onderdeel B 50 60,0 18,0 22,0 Onderdeel C 364 62,9 14,6 22,5 Onderdeel D 94 64,9 12,8 22,3 Onderdeel E 301 56,1 17,6 26,2 Onderdeel F 170 53,5 15,9 30,6 Onderdeel G 30 63,3 16,7 20,0 Onderdeel H 147 74,8 11,6 13,6 Onderdeel I 277 59,6 11,9 28,5 Totaal Bedrijf X 1514 61,6 14,3 24,0 Benchmark 59,7 16,1 24,2 BM Hoogopgeleid 65,2 14,8 20,0 Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 79

RISICOPROFIELEN In een afzonderlijke analyse is nagegaan hoeveel medewerkers er in een bepaalde risicogroep vallen. De gedefinieerde risicogroepen zijn: Medewerkers met een verhoogd risico op: o Hart en Vaatziekten; o Fysieke klachten; o Verminderd Werkvermogen (WAI); o Verminderde mentale vitaliteit (burn-out). Hart- en vaatziekten Op basis van leeftijd, bloeddruk en roken zijn er punten toegekend die het risicoprofiel voor hart- en vaatziekten (HVZ) bepalen. Op basis van deze selectie hebben 237 medewerkers een verhoogd risico op HVZ. Fysieke klachten Er is gekeken naar hoeveel mensen een verhoogd risico hebben op uitval door fysieke klachten. Het aantal medewerkers met een risico op uitval door rug, nek, been of armklachten zijn hieronder weergeven: Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 80 Rugklachten: N=17 Nekklachten: N=15 Beenklachten: N=21 Armklachten: N=6 WAI In totaal zijn er 232 medewerkers met een matige of slechte score op werkvermogen. Van deze groep hebben 213 medewerkers een matige score en 19 medewerkers een slechte score op werkvermogen. Mentale vitaliteit (burn-out) In totaal zijn er 63 medewerkers met een verhoogd risico op een verminderde mentale vitaliteit (burn-out).

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 81 CORRELATIES In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar welke thema s (variabelen) significant samenhangen met het werkvermogen en de bevlogenheid. Alleen correlaties van.3 en hoger worden weergegeven. Hoe dichter een correlatie bij 1 zit, hoe sterker deze samenhang is. Een positieve getal geeft een positieve correlatie weer. Dat wil zeggen dat de samenhang dezelfde kant opgaat. Bijvoorbeeld hoe hoger de tevredenheid, hoe hoger het werkvermogen of hoe lager de tevredenheid hoe lager het werkvermogen. Een minteken (-) geeft een negatieve correlatie weer. Dat wil zeggen dat de samenhang een tegenovergesteld effect heeft. Bijvoorbeeld hoe hoger de mentale belasting, hoe lager het werkvermogen. Belangrijk om te vermelden is dat het om correlaties gaat en niet om causale relaties. Dit betekent dat er alleen iets gezegd kan worden over de samenhang tussen variabelen en niet over oorzaak en gevolg. In de onderstaande tabel is beschreven welke thema s in dit rapport significant samenhangen met het werkvermogen en de bevlogenheid. Uit onderstaande tabel kan worden opgemaakt dat er een samenhang is tussen tevredenheid en bevlogenheid. Dit betekent dat wanneer er een grotere mate van tevredenheid is, ook de bevlogenheid toeneemt (en andersom). Hetzelfde geldt voor een grotere mate van zelfstandigheid, afwisseling en wanneer een medewerker meer leermogelijkheden heeft. Een ander voorbeeld is dat wanneer er gehoor gegeven wordt aan de herstelbehoefte, het werkvermogen toeneemt. Factor Correlatie (r) WERKVERMOGEN BEVLOGENHEID Herstelbehoefte.437 - Afwisseling - -.446 Leermogelijkheden - -.417 Tevredenheid.315.611 Stress -.337 -

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 82 TER AFSLUITING Adaptics heeft het Preventief Medisch Onderzoek bij Bedrijf X als zeer plezierig ervaren. Wij hopen dat deze rapportage Bedrijf X verder op weg kan helpen naar een Gezonde en Vitale organisatie en dat wij hier nog een lange tijd een bijdrage aan mogen leveren! Hartelijke groet, Adaptics

Vertrouwelijke Rapportage Preventief Medisch Onderzoek 83