2009 N 146. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;



Vergelijkbare documenten
2011 N 486. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

2006 N 258. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2012 N 561. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

2013 N 518. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 29 mei 2008 te uur in het Stadhuis te Lelystad.

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

c^rr Raad van Lelystad 2013 N 206

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Z.J. van der Houwen (PvdA), plaatsvervangend voorzitter;

Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Raadsvoorstel agendapunt

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

c_siy y Raad van Lelystad 2011 N 491

De Gemeenteraad van Wijchen

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

Interne memo. Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november Inleiding

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners

Concept-besluitenlijst van Het Debat en Het Besluit op donderdag 10 december 2015 in het gemeentehuis van Hardinxveld-Giessendam.

- C O N C E P T - M.M. van der Wyck-Helmer (VVD)

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel. Woensdag 27 juni 2007

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Raad V versie 3 december Verordening functioneringsgesprekken burgemeester

Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bor = Besluit omgevingsrecht Awb = Algemene wet bestuursrecht vvgb = verklaring van geen bedenkingen

b e z w a a r m a k e n

Wijziging Reglement van Orde Algemeen Bestuur en Verordening op de voorbereidende commissies

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn. Datum: 11 oktober 2011

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op:

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

ALV-reglement van de ASVA studentenunie

* IJsselstein. Besluitenijst

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Reglement van orde van de Instituutsraad van het instituut Beleid & management Gezondheidszorg (BMG-raad)

Wij ontvingen signalen van met name binnenstadswinkeliers die zich over de illegale verkoop van onder andere CD's en kleding beklaagden.

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Behandeld door: Onderwerp: Dossiercode: Bijlagen: Verzonden:

Tussenbalans en richten van het vervolgproces

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Ad Jongenelen, Carola van t Schip en Frank Reiber

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Vrijstellingsverzoek voor het spelen van boerengolf in Lage Zwaluwe, Verzoek voor het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het betrokken gebied.

Raadsvoorstel Weigeren verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van een woning aan de Nieuwe Achtse Heide 70

2011D36661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 13 februari 2012 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen intergemeentelijke structuurvisie. Aan de gemeenteraad,

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

GEMEENTERAAD. itel. Besluitenlijst openbare raadsvergadering. november Agenda. raadzaal, gemeentehuis Markt 7 in Aalten

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk Secretaris: de heer R. van Nood Ambtelijke ondersteuning: de heer R.W.J. Smits. Aanwezig zijn de leden:

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten

Onderwerp: Voortgang grondaankoop voor project fietspad 't Woud - Alkmaar

Kan alles op Oevers D?

Vooraf. Artikel 1 Vergaderingen en vergaderorde HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Brede Sociaal Maatschappelijke Raad gemeente Doesburg

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

BESLUITEN VAN COLLEGE VAN DE GEMEENTE LELYSTAD. Datum: 29 september 2015

Experiment Motiemarkt versie Opzet en Ervaringen van Enschede. Aanleiding / doel

Bezwaarschriftenprocedure

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 17 september 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Agendapunt: 8 Panel Duidelijk Deurbeleid

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Besluitenlijst van de raadsvergadering van 22 september 2014

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

Verslag van het overleg van 11 mei Opening

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 10 november 2015 in de raadzaal

BESLUITENLIJST. 4. Besluitenlijst van de vergadering van 16 juni 2016, inclusief Lijst toezeggingen De besluitenlijst is ongewijzigd vastgesteld.

GEMEENTE NUTH Raad: 7 februari 2012 Agendapunt: RTG: 24 januari 2012

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Gemeente Someren INGEKOMEN

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Concept Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gebiedscommissies van de gemeente Rotterdam

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

Wie bestuurt de gemeente?

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011 N 592. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

Transcriptie:

/CD, Raad van Lelystad ( 3 T 2009 N 146 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 12 maart 2009 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.WJ. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D.W Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heer E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (ChristenUnie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig zijn: de heren A.M. Meijering (PvdA), B. Siepel (Christenunie) en mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), leden van de raad.

2009 N 147 Agenda 1 Spreekrecht N 147 2 Opening N 150 3 Mondelinge vragen N 150 4 Vaststelling agenda N 155 5 Notulen raad van 5 februari 2009 N 156 6 Ingekomen stukken N 156 7 Beantwoording schriftelijke vragen inzake waterschap Zuiderzeeland N 156 8 Mededelingen N 156 9 Voorbereidingsbesluit kuikenstal Vlotgrasweg N 156 10 Bestemmingsplan locatie Maranathaschool N 158 11 Toelichting MKB regeling Lelystad 2008 N 158 12 Overdracht Dukaatpassage 15 N 158 13 Brief provincie Flevoland over Programmabegroting 2009 N 159 14 Raadsbrief aankoop bioscoop Dukaatpassage 33-35 N 159 15 Benoeming Regionale Programmaraad Zuid Oost Flevoland N 159 16 Gedoogbesluit aanleg ontsluitingsweg Noordzoom buitenplaatsen N 160 17 Stichting Lelystad Partners N 162 18 Meerjarenprogramma Stichting Lelystad Partners en Werkplan 2009 City Marketing Lelystad N 168 19 Aanvullend krediet Atolplaza en exploitatiebudget Schol/Kwelder-gebied N 179 20 Herijking integraal Armoedebeleid Lelystad 2008 N 191 21 Evaluatienota Wmo en aanbesteding huishoudelijke verzorging - doorgeschoven naar 26 maart 2009 1. Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. De heer Dirks heeft zich aangemeld om gebruik te maken van het spreekrecht. De heer Dirks: Mevrouw de voorzitter, dames en heren van de raad. Laat ik me eerst even voorstellen. Mijn naam is Theo Dirks, ik woon vlak naast dit fraaie stadhuis, in het gebouw Dukaatpassage/Neringpassage, een in een carré gebouwd flatcomplex. Binnenin de carré hebben wij als eigenaren van de woningen en de winkels een parkeerplaats. Nu doet het vreemde feit zich voor, dat wij met ingang van 1 maart een ontheffing moeten vragen om onze parkeerplaats te bereiken. We kunnen daar nog wel enig begrip voor opbrengen, maar die ontheffing kost ook nog geld. We hebben dat inmiddels, voor een deel van de bewoners sprekend, maar gedaan, maar ik wilde dit probleem aan u voorleggen. Wij vinden het buitengewoon onredelijk, dat wij om onze eigen parkeerplaats te kunnen bereiken een ontheffing moeten aanvragen, ons moeten legitimeren en vervolgens ook nog, wat omschreven wordt op de nota als parkeerbelasting, een bedrag van 33 moeten betalen. Ik weet niet hoe lang de ontheffing geldig is. Dit is één punt dat ik aan u zou willen voorleggen. Het tweede hangt hier nauw mee samen. Wij hadden de gewoonte, en alle inwoners die daar een parkeerplaats hebben maakten daar incidenteel gebruik van, om hun parkeerplaats beschikbaar te stellen aan een familielid of een bezoeker als zij zelf niet met hun auto van hun parkeerplek gebruik maakten. Dat is met één klap afgelopen. Ik heb aan de Perspectief organisatie gevraagd of het mogelijk is om mijn dochter in de maanden dat ik in de zomer over het algemeen afwezig ben met mijn auto, gebruik te laten maken van deze parkeerplek en haar ook wel of niet een ontheffing te verlenen daarvoor. Dat is niet mogelijk. Dus ik word op alle mogelijke

2009 N 148 manieren beperkt in het gebruik van de door mijzelf aangeschafte parkeerplek in uw mooie centrum. Ik zou u willen vragen: zou dit probleem opgelost kunnen worden? Dit is het punt dat ik aan u wilde voorleggen. De voorzitter: Dank u wel. Vragen vanuit de raad? De heer Zweers: Waar bevinden die parkeerplaatsen zich? De heer Dirks: Die parkeerplekken zijn op, ik noem het maar een carré, een soort binnenplaats van het complex Dukaatpassage/Neringpassage, dat hier vlak naast ligt. De heer Marseille: Ik zou u ook nog een vraag willen stellen. Waar betaalt u nu in feite voor? Ik begrijp dat het om eigen parkeerplaatsen gaat. U gaat over een gedeelte openbare weg. Is dat publiek terrein, gaat u over een gedeelte gemeentelijk terrein? De heer Dirks: Wij hadden altijd een organieke toegang tot ons parkeerterrein. Dat was een stukje openbare weg. Wij werden ontsloten vanaf de spoorlijn. Vanaf dat traject kwamen wij het centrum binnen en dan konden wij via de openbare weg doorrijden naar dat parkeerterrein. Dat deden bijvoorbeeld ook alle bevoorradende vrachtauto s van de winkels die in de onderbouw van ons complex zitten. Maar door de bebouwing daarlangs is dat een moeilijke situatie geworden. Die straat is er nog steeds en ik kan niet anders zeggen dan dat iedereen zijn uiterste best heeft gedaan om ons de toegang tot de parkeerruimte steeds mogelijk te maken. Dus we kunnen het wel bereiken. Maar inmiddels is dat hele gebied daar tot voetgangerszone verklaard. Wil je daarbinnen kunnen rijden met je auto, dan moet je een titel hebben en op basis van die titel moet je een ontheffing al of niet aanvragen. Op zichzelf hebben we daar wel begrip voor, maar dat we ervoor moeten betalen en dat we hem ook absoluut niet aan een ander of onze bezoekers of onze kinderen of verzorgers zouden kunnen overdragen, vinden we een vreemde zaak en dat wilde ik aan u voorleggen: is daar een uitzondering voor te maken, of een aanhangsel aan die ontheffingsverordening of wat het dan ook mag zijn? De heer Caniels: Mag ik de heer Dirks vragen hoe het qua eigendomssituatie is? U zegt: ik heb die parkeerplaats gekocht, of woorden van die strekking. Betekent dat dat ook in de grondakte bepalingen zijn opgenomen die u het gebruik van dat eigendom garanderen? De heer Dirks: Dat formuleert u wel heel erg spits. Dat weet ik niet, maar ik neem aan van wel. De hele binnenplaats is eigendom niet van u of van de openbaarheid, maar van de bewoners die daaromheen wonen. Het is dus gewoon een eigen gebied. Er staat ook eigen gebied boven met een bordje. Zelfs de politie kan er bij wijze van spreken niet optreden, en dat doet ze ook niet. Het is ook meestal niet nodig, moet ik u zeggen. De voorzitter: Dat waren de vragen vanuit de raad? Dat is het geval. Het woord is aan wethouder Lodders. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Het eerste probleem dat de heer Dirks schetst, is bekend bij het college. Het is zo dat inderdaad het parkeren op eigen terrein gebeurt, maar om dat te bereiken moet wel het voetgangersgebied gekruist worden. We hebben inmiddels afgesproken dat daar wel een ontheffing voor nodig is, want het moet wel duidelijk zijn dat u gerechtigd bent om daar gebruik van te maken, maar de bedoeling is om dat gratis te maken. Dat moet nog wel geformaliseerd

2009 N 149 worden en dat zal op korte termijn gebeuren. Dat betekent ook dat de mensen die al betaald hebben, het geld zullen terugkrijgen. Als het gaat om het tweede probleem. Dat is ons niet bekend en daarover willen we graag met u in overleg treden om te bezien wat daar de mogelijkheden zijn. Die zijn beperkt, moet ik op voorhand aangeven. De voorzitter: U kunt tevreden zijn, volgens mij. De heer Dirks: Ik ben buitengewoon tevreden, vooral over de aandacht die u aan dit hele probleem nu besteedt, maar uw laatste opmerking, mijnheer Lodders, hoe steken we dat aan de vork? U bekijkt dat nog, zegt u? Wethouder Lodders: Ik zal zorgen dat er een afspraak gemaakt wordt met u. Ik denk dat ik zo meteen in de schorsing even naar u toekom en dat we de contactgegevens uitwisselen. De heer Dirks: Dank u wel. De voorzitter: Indien er een schorsing is. Dat weet de wethouder helemaal nog niet. En anders belt hij u gewoon even. Laten we dat maar afspreken. De heer Marseille: Mag ik, om te voorkomen dat ik er straks weer op terug moet komen, even een heel korte vraag stellen. Gezien het antwoord van het college, is het college dan ook bereid om vanaf nu een soort gedoogsituatie in te stellen, waarbij de zaak eerst geregeld moet worden maar dat daar in ieder geval niet handhavend wordt opgetreden tegen mensen die die vergunning niet hebben? Wethouder Lodders: We hebben al afgesproken dat dat op dit moment gebeurt. De heer Copra: Sorry. Ik heb me niet opgegeven, maar kan ik nog een vraag stellen aan het college, kort als het kan? De voorzitter: Natuurlijk. Gaat uw gang. De heer Copra: Het gaat over de armoedenota. Ik heb niet de gelegenheid gekregen op het Opinieplein om mijn vraag te stellen aan de wethouder. Om kort te zijn. Op het Opinieplein zei de wethouder in zijn betoog: armoedebeleid is meer dan sociale uitsluiting. Dan wil ik aanhaken aan spoor 2. Uit mijn standpunt zie ik dat tegemoet wordt gekomen aan jongeren tot 18 en ouderen vanaf 65-plus, maar ik zie niet dat er een tegemoetkoming komt voor 18 tot 65 voor maatschappelijke participatie. Als de wethouder het heeft over armoedebeleid is meer dan sociale uitsluiting, dan constateer ik hier in Spoor 2 dat er toch een groep uitgesloten wordt van maatschappelijke participatie. Wat gaat u doen, en de raad ook, om met dit voorstel akkoord te gaan en dat een bepaalde groep uitgesloten wordt? De voorzitter: Dank u wel. Zullen we afspreken dat dat terugkomt bij de behandeling van dit punt? Vindt u dat goed? De heer Copra: Ik vind het goed, maar ik weet niet of ik de hele avond zal blijven. Ik ben benieuwd wat de wethouder weer te vertellen heeft daarover. Trouwens, een compliment dat u van 100 naar 200 gaat voor de jeugd. De voorzittter: De wethouder kan heel kort antwoorden.

2009 N 150 Wethouder De Jager: Ik denk dat de conclusie juist is, daar waar wij voorstellen een participatiebijdrage voor jongeren in te stellen, dat daaraan ook een leeftijdsgrens gebonden is en die hebben we gelegd op 18 jaar. U hebt gelijk dat mensen die ouder zijn dan 18 daarvoor niet in aanmerking komen. Maar ik denk dat we wel degelijk in de armoedenota laten zien dat we ook oog hebben voor mensen die ouder zijn dan 18 en nog wel jonger dan 65. Dan wil ik u bijvoorbeeld wijzen op leenbijstand voor witgoed via de gemeente, de versoepeling van de langdurigheidstoeslag en ook de kwijtscheldingsregeling voor allerlei gemeentelijke belastingen. Dus ik noem zo heel kort drie aspecten aan de hand waarvan we laten zien dat we u wel tegemoet komen. 2. Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Van Wageningen, de heer Siepel en de heer Meijering. De heer Belhaj en de heer Bussink komen wat later. Ik wil graag even het woord geven aan mevrouw d Arnaud. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Zoals u vast al hebt gezien, hebben een aantal raadsleden het Speak-up T-shirt aangetrokken. Deze raadsleden zijn de begeleiders van het Speak-up debat dat op dinsdagmiddag 24 maart hier in de raadzaal wordt gehouden. Namens de acht raadsleden doe ik een oproep aan collega-politici, aan de pers en aan alle andere belangstellenden om dinsdagmiddag 24 maart het Speak-up debat bij te wonen. Kom luisteren naar wat de jongeren van Lelystad belangrijk vinden voor henzelf, voor onze stad en steun ze. De voorzitter: Dat zonder meer. Veel succes. Het ziet er allemaal prachtig uit. Zijn die kleuren toevallig? Mevrouw d Arnaud: Dat is per school. De voorzitter: Akkoord. Ik geef ook even het woord aan Leefbaar Lelystad. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Zoals al via mail bekend gemaakt is, was de combinatie tussen mijn loondienstbetrekking en mijn functie als fractievoorzitter wel eens wat lastig uit te voeren, zeker als ik in het buitenland verbleef, wat regelmatig voorkwam. Omdat het niet past bij een voorzitter dat hij belangrijke evenementen mist, of net te laat binnen komt rennen, hebben wij besloten om het fractievoorzitterschap over te dragen aan de heer Erica. Hij heeft dit met genoegen aanvaard. De heer Erica: Het was nog wel een hele discussie in de fractie, maar op grond van het feit dat ze naar een jonge, dynamische medewerker zochten is de keus op mij gevallen. De voorzitter: Dat kunnen wij natuurlijk volledig begrijpen. Wij wensen u veel succes. En we zijn ook blij dat mevrouw Jacobs weer bij ons is. 3. a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. De Statenfractie van de PvdA heeft een notitie uitgebracht waarin wordt geschetst hoe Lelystad Airport de meest duurzame en innovatieve luchthaven zou kunnen worden. Deze notitie is onlangs in

2009 N 151 de Statencommissie besproken met als resultaat dat er een conferentie zal worden georganiseerd over dit onderwerp. Ik heb daarover drie vragen aan het college. 1. Is het college bekend met deze notitie van de provinciale PvdA en deelt u de daarin verwoorde ambitie om Lelystad Airport tot een uiterst duurzame en innovatieve luchthaven te laten ontwikkelen; 2. Zal de gemeente Lelystad actief deelnemen in de organisatie van die International Airport Conference; 3. Op welke wijze zal deze gemeenteraad nog betrokken kunnen worden in de uitwerking van die belangrijke visie? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Het college is daarmee inderdaad bekend en heeft de notitie ook van Gedeputeerde Staten (GS) toegezonden gekregen, deelt op zichzelf de ambitie, alhoewel er wel een aantal opmerkingen te maken zijn over de genoemde instrumenten en de weg er naartoe. Het college is uitgenodigd door GS om te participeren in de voorbereiding om ook vandaar kennis te kunnen delen. Ik zal uiteraard graag het verzoek overbrengen aan de provincie, omdat de Staten initiatiefnemer zijn. Als ook uw raad actief wil deelnemen aan de voorbereiding dan kan ik me zo voorstellen, gegeven het feit dat de voorbereidingscommissie bestaat uit Statenleden, een vertegenwoordiger van GS, ambtelijk ondersteund, dat men daar ongetwijfeld positief tegenover zal staan. Maar dan hoop ik van uw raad te vernemen op welke wijze vorm en inhoud gegeven zou kunnen worden aan die vertegenwoordiging. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Onze fractie heeft al eerder aangedrongen op de invoering van de inzameling van plastic. Op 20 januari, heb ik begrepen, is er over dat onderwerp landelijk een akkoord bereikt en op dit moment is de landelijke overheid gestart met een grootschalige campagne op televisie. Dus onze vraag is: hoe staat het nu daarmee in Lelystad? Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn bezig de afvalnota vorm te geven. We zijn daarover met onze inzamelaars in overleg en het plastic zal van die nota onderdeel uitmaken. Wat mij opviel was inderdaad dat die landelijke campagne geplakt heeft in Lelystad en dat betekent dat dat voor bewoners misschien wat onduidelijk is, omdat plastic hier nog niet apart wordt ingezameld. Maar de bedoeling is dat mee te nemen bij die nota. Mevrouw Kreuger: Wanneer is er dan zicht op dat ook hier de burgers daadwerkelijk hun plastic kunnen inzamelen? Wethouder Nuijt: Er kan wel een akkoord zijn, maar dat betekent ook dat het als zodanig gescheiden verwerkt moet kunnen worden en dat vind ik een moment waarop je zegt: dan zamelen we in. We gaan dat zo snel mogelijk doen, zodra dat kan. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Al heel lang is heel Lelystad in afwachting van de plaatsing van een hurkende man op een strekdam bij de kust. Er was in het nieuws dat daar vertraging zal worden opgelopen door het niet deugen van een constructie die bedacht was. De vragen van de StadsPartij zijn: wanneer wordt de plaatsing wel verwacht? Is er een boeteclausule opgenomen in het contract, waardoor eventueel latere plaatsing ons geld oplevert? De mening van de StadsPartij is dat de opdrachtnemer een andere constructie, die nog onderzocht moet worden, voor zijn rekening moet nemen. Deelt het college deze mening?

2009 N 152 Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Over acht weken weten wij, althans dat is ons toegezegd, wanneer het kunstwerk geplaatst kan worden. In eerste instantie was voorzien september. Men twijfelt eraan of dat lukt. Over acht weken is men zover in de feitelijke opbouw, dat een goede prognose te maken is van de nog benodigde opbouwtijd. We zullen dat graag aan u communiceren als wij die datum hebben. Er is geen boeteclausule opgenomen, want we wisten van tevoren dat een deel van de technische uitvoering heel ingewikkeld zou zijn en dat je niet helemaal kunt voorspellen hoeveel tijd daarvoor nodig is, maar de kosten daarvan komen voor rekening van de constructeur, want het is een aangenomen bedrag. Financieel maakt het voor ons in dat opzicht niet uit. Ze werken nu met een wel door een Nederlands bureau goedgekeurde constructie. Nu is het een kwestie van daadwerkelijk in elkaar zetten, maar dat is nog ingewikkeld genoeg. De heer Homan: Een tweede vraag. Over een geplaatst groot scherm op ons Stadhuisplein. De vraag van de StadsPartij is of het college gaat bedenken, om het bestuur dichter bij de burgers te brengen, om de raadsvergaderingen uit te zenden? De voorzitter: En hoeveel belangstelling verwacht u? De heer Homan: Misschien dat de mensen die achter dat scherm wonen en niets kunnen zien, uit hun huis komen om ons te bekijken. Wethouder Fackeldey: Los van de discussie over de wenselijkheid is het maar de vraag of dat op dit moment technisch mogelijk is, want je kunt niet alles zomaar doorlinken. Van belang is wel dat op dit moment Streetcaster een programmering aan het opstellen is die doelgroepgericht is en per dagdeel verschilt. Ik stel voor dat we dat even afwachten. Mocht er op enig moment interesse voor zijn en het kan technisch, is dat altijd te overleggen met de beheerder van het scherm. De heer Homan: Ik vind het een geweldige toezegging. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Bij de ter informatie aangeboden stukken zit een notitie van het college over de financiële crisis. Nu lijkt het heel merkwaardig dat wij een dergelijk belangrijke notitie voor kennisgeving gaan aannemen, maar wij hebben toch goed begrepen dat het college voornemens is ons op heel korte termijn een nadere actualisatie van die notitie te zenden? Aannemend dat dat het geval is, zouden we de agendacommissie willen vragen om daarvoor in april ruimte te reserveren om daarover een redelijk tijdvergend debat te voeren. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat er geen vraag aan het college is gesteld. De heer Marseille: Dat deed ik wel. Ik vroeg om de actualisatie. Wethouder A. Kok: We hebben in de brief geschreven dat die u ongeveer eind maart zal bereiken. Daar is het streven op gericht. We zijn wel wat afhankelijk van bijvoorbeeld beraadslaging in Den Haag om echt zinvol te kunnen zijn, maar onze bedoeling is dat we eind maart een verdieping en actualisering van de notitie krijgen op basis van actuele CPB gegevens bijvoorbeeld. De heer Van der Houwen: Mevrouw de voorzitter. Het verzoek van de heer Marseille zal worden besproken in de agendacommissie van a.s. maandag.

2009 N 153 De heer Soomers: Ik wou hier graag op reageren. Ik hoor het voorbehoud van het college en ik zou in overweging willen geven, dat als het college niet tot een tijdige actualisatie in staat is, dan in april de huidige nota ter bespreking naar de raad komt. De voorzitter: Dat pakken we op in de agendacommissie; dat is toegezegd. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Enkele jaren zijn er door gelijktijdige werkzaamheden aan onze hoofdwegen op verschillende wegen nogal wat ongemakken ontstaan. Op dit moment zijn er uitgebreide werkzaamheden aan de Larserdreef. Onze zorg zit erin dat deze toch wel grote werkzaamheden mogelijk zullen samenvallen met werkzaamheden aan andere belangrijke wegen. Dan noem ik de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de Hanzelijn, bijvoorbeeld Houtribweg. De vraag aan het college is of het samenvallen van dergelijke grote infrastructurele werkzaamheden zoveel mogelijk voorkomen kan worden en of het college kan toezeggen om ten aanzien van de planning van dergelijke werkzaamheden de raad te informeren. Dit ten behoeve van de bereikbaarheid van bijvoorbeeld Bataviastad en Noordersluis. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat om planning van dat soort werkzaamheden, dan is doorstroming, bereikbaarheid en veiligheid natuurlijk het belangrijkste uitgangspunt. Dat betekent niet dat je hinder altijd kunt voorkomen, maar we proberen dat zoveel mogelijk in de planning, en daar maken we ook afspraken over met ProRial bijvoorbeeld, te vermijden. Ik kan u toezeggen als zich dat gaat voordoen - op het ogenblik is het alleen de Larserdreef en tijdelijk de Houtribweg, maar dat beïnvloedt elkaar niet zo veel - dat we de raad daarover informeren. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. We hebben een verzoek en drie heel korte vragen. Het verzoek is of de beantwoording van de vragen van de InwonersPartij, onder 3b, verschoven zou kunnen worden naar de volgende vergadering, omdat ik van mijn fractiegenoot heb begrepen dat hij vanmiddag pas de antwoorden heeft binnengekregen. De voorzitter: Als u ze in de terminologie van 3b hebt ingediend, dan komen ze de volgende keer op 3b terug. De heer Jansen: Verder hebben wij verheugd kennis genomen van het beleid van het college, vermindering van het woud van verkeersborden op met name de Larserdreef en de Westerdreef. Niet bedoeld hebben wij dat alle bomen weggehaald zijn. De vraag is: zijn die bomen conform de afgegeven kapvergunning weggehaald? Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Ik heb de vorige keer een soortgelijke vraag van de InwonersPartij gekregen en toen heb ik gezegd: ik ga ervan uit dat dat conform de kapvergunning is gebeurd. Dat hebben we toen nog even nagetrokken en dat is toen gebleken. Dus ik zou ook hier hetzelfde antwoord willen geven. De heer Jansen: Mijn volgende vraag. Door mevrouw Nuijt is aan de fractie van de InwonersPartij toegezegd een onafhankelijk onderzoek te doen met betrekking tot de Neringgarage. Ik zou graag willen weten wat de stand van zaken is. Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Er is bij de afdeling Ruimtelijke dienstverlening een nadere onderbouwing van de districtscommandant van de

2009 N 154 brandweer binnengekomen. Als u daar belangstelling voor hebt, en dat hebt u, dan zal ik het college verzoeken u die ter informatie te doen toekomen. Hij is pas kort in huis. De heer Jansen: De laatste vraag. Tijdens de laatste behandeling van de begroting in 2008 is door mevrouw Nuijt toegezegd, dat ze zou onderzoeken of er ja dan nee een overeenkomst met Nuon was met betrekking tot de stadsverwarming. Ik heb het u ook tussentijds al een keer mondeling gevraagd, het zou in de maak zijn. Is er al iets bekend, want u had gezegd: daar kom ik mee in februari in de raad. Wethouder Nuijt: De beantwoording is inderdaad in de maak. Ik heb er ook deze week weer naar gevraagd. Het betreft met name de tariefstelling. We hebben er toen over gesproken dat er in Almere een beroepsprocedure loopt. We zouden daarover contact opnemen. Wat ik wel over de kwestie kan zeggen, is dat de tariefstelling bij de Nuon ook in onderzoek is bij de landelijke ombudsman en dat daarover een rapportage verwacht wordt in april. Dat kan meteen meegenomen worden bij de beantwoording wellicht. Als we eerder het antwoord binnen hebben, dan krijgt u dat. De heer Jansen: Een korte toelichting nog graag. U zou informeren of er überhaupt een overeenkomst was. Bent u daar inmiddels achter? Wethouder Nuijt: Ik ben nog steeds in afwachting van dat antwoord, maar het komt eraan. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Ik heb twee vragen betreffende de Larserdreef. Ik sluit aan bij de vraag van de heer Jansen met betrekking tot de gekapte bomen. Waarom is het nodig geweest om ze allemaal te kappen en niet alleen maar ter hoogte van de verkeersrotondes die worden aangelegd? We hebben een kleine groene carré, maar het grote groene carré, de zogenaamde 70 kilometer hoofdverkeerswegen, is ook voorzien van bomen in de middenberm. Waarom deze weg moeten is mij een raadsel. Ik hoor graag van het college waarom. Mijn tweede vraag betreft de werkzaamheden aldaar. Ik vind dat de aannemer die daar bezig is, ontzettend slordig aangeeft dat je op een gegeven moment van rijbaan moet veranderen. Zowel van de Westerdreef kant als van de Larserdreef kant, dus van de richting P.I.L. wordt je op een gegeven moment verplicht om naar de linker rijbaan te gaan en er staan geen blauwe witte pijlborden. Er staat alleen een algeheel inrijdverbod, zo n soepbord. Het is duidelijk dat een aantal mensen daar te laat op heeft gereageerd, want sommige willen kennelijk wel eens rechtdoor. Men heeft verzuimd om van de beide aanrijdrichtingen de dwangmatige rijrichtingborden, de witte pijl op een blauw veld, daar te plaatsen. Ik vind dat erg slordig, want in andere situaties in Lelystad bij wegverleggingen wordt dat wel heel consequent toegepast, maar in dit geval helemaal niet. Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat ik het eerste deel van de vraag voor mijn rekening zal nemen daar waar het gaat over de bomen. Dan kom ik misschien ook nog even terug op de vraag van de heer Jansen, want die noodzaak is ons eerder gebleken maar ik had net de term niet paraat. Ik heb hem nu nog niet, dus ik ga het verkeerd zeggen, maar het lijkt er wel op. Eigenlijk had de heer De Vries hier nog moeten zitten. Het heeft te maken met wat ze noemen: uitstelbare onverenigbaarheid, of zoiets. Op een gegeven moment kan het echt niet meer en moeten die bomen noodzakelijkerwijs gekapt worden. Ik wil u nog wel even de goede terminologie en dergelijke doen toekomen, maar daar heeft het mee te maken. Wij

2009 N 155 hebben op dat punt overigens vroegtijdig actief gecommuniceerd naar de bewoners toe. Ten derde: er komen meer bomen terug dan er worden weggehaald. De heer Erica: Dat laatste verheugt mij. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Op de tweede vraag van de heer Erica wil ik toezeggen dat we daar naar zullen kijken. Als het nodig is en de zaken echt onoverzichtelijk of onduidelijk zijn, zullen we de aannemer daarop aanspreken, zodat er maatregelen getroffen worden. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Recentelijk heeft een onderzoek van het Centrum voor Detailhandel het resultaat opgeleverd, dat er een dramatische teruggang is van de bezoekersaantallen aan met name het Stadshart Lelystad. De vraag van de fractie van Leefbaar Lelystad is of het college al kennis heeft genomen van dat onderzoek en welke acties het college gaat ondernemen om de bezoekersaantallen in ons Stadshart zo hoog mogelijk te krijgen. Wethouder Lodders: Het college heeft kennisgenomen van die cijfers. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe detailhandelsnota. Daarin wordt ook gekeken hoe de bezoekerstroom zich ontwikkelt en wat voor consequenties voor beleid je daarvoor moet maken. Als u vraagt: welke concrete acties op dit moment? We doen er natuurlijk alles aan om in het kader van de plannen rond het Stadshart de communicatie zo uitgebreid mogelijk te maken en met veel acties en gelden die daarvoor beschikbaar zijn de koopkracht zoveel mogelijk naar het Stadshart toe te leiden. b. Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad Er zijn geen schriftelijke vragen ingediend. 4. Vaststelling agenda De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ik zou graag bij punt 13 twee vragen willen stellen. Ik weet niet of het daarmee een B-stuk moet worden, of dat het gewoon in dit kader nog wel kan. De voorzitter: Laat ik het maar volgens de procedure doen. Het wordt het eerste B- stuk. De heer Bussink: Ik zou een vraag willen stellen bij agendapunt 9. De voorzitter: Dat gaat voor nummer 13. De heer Braaf: Ik zou graag een vraag willen stellen bij punt 11 en ook bij punt 13. De heer Caniels: Ik had ook een klein vraagje bij punt 12 willen stellen. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.

2009 N 156 5. Notulen van de raadsvergadering van 5 februari 2009 De notulen van de op 5 februari 2009 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld. 6. Ingekomen stukken (stuk nr. B09-03326) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -4 In handen van de commissie voor de rekening gesteld voor het uitbrengen van een reactie. 7. Beantwoording schriftelijke vragen (ex art. 38 RvO) van de fractie van het CDA inzake overdracht beheertaken stedelijk water naar het waterschap Zuiderzeeland (stuk nr. B09-01296) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Dank aan het college voor de uitvoerige beantwoording. Op één punt heb ik toch nog een vraag, omdat het niet helemaal duidelijk is, namelijk het antwoord op vraag 6. We hebben de vraag gesteld of in de begroting van het waterschap voor 2009 middelen zijn opgenomen voor stedelijk waterbeheer voor 2009, omdat oorspronkelijk de intentie was dat alles per 1 januari 2009 zou worden overgedragen. Uit de beantwoording is me niet helemaal duidelijk of dit nu wel of niet het geval is. Wethouder Nuijt: Er staat hier: het waterschap mag geen kosten in rekening brengen die het niet gemaakt heeft. De begroting van het waterschap is zodanig, dat men wat betreft de tarifering een verhoging over 10 jaar heeft meegenomen vanaf 2008. Dat betekent dat mocht men kosten maken, dat pas over verloop van tijd berekend gaat worden. Dus van een dubbeling is in feite geen sprake. De heer Bussink: Dank u wel voor de beantwoording. Voor kennisgeving aangenomen. 8. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 9. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het plaatsen van een kuikenstal op perceel Vlotgrasweg 26 (stuk nr. B09-01031) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Een korte informatieve vraag. We zien nu weer een aanvraag voor een voorbereidingsbesluit en volgens ons dateert deze van juni 2007. De vraag die we daarbij hebben is: waarom moet dit zo lang duren? Meer in het algemeen. Hoeveel van dit soort voorbereidingsbesluitaanvragen zijn er nu nog onderweg en hoe kan de afhandeling bespoedigd worden? Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. In de kaders van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied staat dat er geen nieuwe intensieve veehouderij wordt toegestaan, maar wel dat intensieve veehouderij als neventak vooralsnog

2009 N 157 wordt toegestaan, maar beperkt tot een maximum van 2.500 m2. Het voorliggende voorstel betreft de bouw van een stal voor intensief gehouden vleeskuikens met een oppervlak van 4.500 m2 bij een akkerbouwbedrijf. Het is dus duidelijk een neventak. GroenLinks vindt dat het argument dat een oppervlak van 2.500 m2 niet rendabel zou zijn en daarom opgerekt moet worden tot 4500 m2 niet juist. Als een nevenactiviteit niet rendabel is, lijkt het ons dat de ondernemer op zoek gaat naar een andere nevenactiviteit. Het oprekken van het begrip nevenactiviteit leidt tot meer dieronvriendelijke veehouderij in Lelystad en wij zijn het daar dan ook niet mee eens. De heer Jansen: Mag ik een vraag aan mevrouw Kreuger stellen? U zit zelf in de agendacommissie. U hebt ingestemd om dit als een A-stuk te behandelen en u houdt nu een betoog op de inhoud, waarbij u ook weer andere mensen uitlokt om daarover inhoudelijk te praten. Waarom hebt u eigenlijk ingestemd in de agendacommissie met een A-behandeling? Mevrouw Kreuger: Omdat ik het daar niet alleen voor het zeggen heb. We hebben het daar even over gehad en de meerderheid vond dat het waarschijnlijk wel een A stuk kon zijn. Op dat moment heb ik dit stuk natuurlijk nog niet besproken in de fractie, dus de nadere uitwerking komt dan later. Normaal gesproken zijn voorbereidingsbesluiten A-stukken. Maar ik heb natuurlijk het volste recht om te vragen om er een B-stuk van te maken. De heer Jansen: Dat recht hebt u inderdaad. Alleen, u snoept ook van de beantwoording van het college. Als u veel vragen stelt dan blijft er zo meteen voor heel belangrijke stukken die we als bespreekpunten hebben benoemd, te weinig tijd over. Mevrouw Kreuger: Dan bepaalt u dat dit niet belangrijk is. De heer Jansen: Nee, dat hebt u mede bepaald in de agendacommissie. De voorzitter: Dat moeten we nog maar een keer evalueren. Ik stel voor dat de wethouder gaat antwoorden. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. In reactie op de heer Bussink. U hebt gelijk. Het betreft hier een voorbereidingsbesluit dat in feite verlengd werd, want het eerste voorbereidingsbesluit van 4 oktober 2007 is afgelopen en moet dan verlengd worden. Waarom zijn we hier niet eerder klaar mee? Daar zijn drie redenen voor. Mevrouw Kreuger heeft er in feite één aangegeven. Er werd strijdigheid geconstateerd met het geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied, maar ook met het nieuwe beleid en bovendien met het Omgevingsplan. Er is met vele partijen overleg nodig geweest om te kijken of in dit specifieke geval, en daar kom ik bij mevrouw Kreuger nog even op terug, wel meegewerkt kon worden aan een uitzondering. Daarnaast heb je voor dit type voorbereidingsbesluiten en bestemmingsplannen nogal wat externe advisering nodig, en dat is ook in andere plannen de bottleneck, dan zijn we afhankelijk van wanneer we ze binnenkrijgen. Die doen de dingen zo in hun eigen volgorde. Dan moet u denken aan waterschappen, Rijkswaterstaat en andere diensten. Wat dat betreft is enerzijds de inhoudelijke discussie en anderzijds het laat binnenkomen van specifieke adviezen daar de aanleiding voor. Er zijn er nog vijf onderweg waarvan de externe advisering nog niet binnen is. We jagen daar behoorlijk achter aan, maar we hebben geen doorzettingsmacht en zeggingskracht om dat te versnellen. Ingaand op mevrouw Kreuger. In dit geval hebben we denk ik een zorgvuldige afweging gemaakt, want die opmerking ook uit het Omgevingsplan komende, gaat in

2009 N 158 algemeenheid over intensieve veehouderij. Hier is door de ondernemer aangetoond dat het niet alleen om rentabiliteit gaat maar juist om diervriendelijkheid, omdat de beesten daar feitelijk meer ruimte krijgen. Dus op grond ook van adviezen van inhoudelijk deskundigen hebben we gemeend hiervoor een uitzondering te moeten maken en daarom te moeten meewerken aan de vrijstelling. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd. 10. Voorstel tot vaststelling bestemmingsplan locatie Maranathaschool (stuk nr. B09-01268) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. 11. Voorstel tot vaststelling van de toelichting op de MKB Regeling Lelystad 2008 (stuk nr. B09-01341) De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Een korte informatieve vraag. Deze MKB regeling heeft een looptijd tot 30 juni 2013. Kan het college aangeven in hoeverre deze regeling in 2008 succesvol is geweest? En is er nog ruimte over in het budget of is het al uitgeput? De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Feitelijk ook maar één korte vraag. Wij lezen in een toelichting onder artikel 1: "Een privaatrechtelijke rechtspersoon waarvan de aandelen geheel of grotendeels in handen zijn van een publiekrechtelijke rechtspersoon kan in principe wel voor een bijdrage in aanmerking komen. In theorie betekent dat dus, dat als de gemeente alle aandelen in handen heeft, die organisatie gebruik zou kunnen maken van deze regeling. De vraag daarbij is: op welke wijze en door wie wordt die aanvraag beoordeeld? Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Is de regeling in 2008 succesvol geweest en is er nog budget over? Zoals u weet is deze regeling pas in de laatste raadsvergadering voor de kerst vastgesteld. Dat betekent dat hij nog wel in 2008 is gepubliceerd, dat er ook aanvragen zijn binnengekomen, maar dat er in 2008 nog geen budget is uitgekeerd. Dat betekent ook dat het budget nog ruim voldoende is. Er zijn inmiddels wel een aantal aanvragen binnen. De heer Zweers heeft gelijk als het gaat om de publiekrechtelijke rechtspersoon en de privaatrechtelijke rechtspersoon. Wie gaat dat dan beoordelen, is zijn vraag. Er is een onafhankelijke commissie die dat beoordeelt en die is inmiddels samengesteld. Er zitten externen in, het secretariaat wordt gevormd door de gemeente en het college is uiteindelijk beslissingsbevoegd. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. 12. Voorstel tot overdracht Dukaatpassage 15 (Rabobankcomplex) (stuk nr. B09-01346) De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. In het stuk staat dat het bankgebouw in opdracht van de gemeente zal worden gesloopt en bouwrijp zal worden doorgeleverd. De vraag die wij hebben is: op welk moment wordt het gesloopt? De

2009 N 159 achtergrond daarvan is: hoe lang lopen wij het risico dat we daar te maken hebben met een kale plek? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. We hebben daarover afgesproken dat we zullen gaan slopen zoveel mogelijk aansluitend aan de geplande bebouwing. Daar zijn nog allerlei data die te maken hebben met vergunningen, aannemers, enzovoort. Maar de afspraak is gemaakt met OMS zoveel mogelijk aansluitend aan de woonbebouwing. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. 13. Voorstel inzake reactie op de brief van de provincie Flevoland over de Programmabegroting 2009-2012 (stuk nr. B09-01418) De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Een tweetal vragen. Is het college ervan overtuigd dat met de beantwoording in deze brief, en met name in de opstelling over de ICL-bijdrage, aan de wensen van de provincie wordt voldaan? Is het college voornemens om met name die ICL-bijdrage in het vervolg meteen in de jaarrekening toe te voegen? Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Het college denkt inderdaad dat dit een goed antwoord is en is ervan overtuigd dat de provincie hiermee zal kunnen leven. Voor het overige zullen we natuurlijk nauw contact met de provincie houden, mochten daar nog overige wensen leven. We zullen, zoals ook in de brief staat, de toelichting op de ICL-bijdrage voortaan opnemen in begroting en jaarrekening. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. 14. Voorstel inzake raadsbrief aankoop bioscoop Dukaatpassage 33-35 (stuk nr. B09-01180) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. 15. Voorstel tot benoeming leden Regionale Programmaraad Zuid Oost Flevoland (stuk nr. B09-01541) De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Ook hier een informatieve vraag. In het voorstel wordt ervan uitgegaan dat de programmaraad twaalf leden heeft, waarvan vier uit Lelystad. Kunt u aangeven wie de vierde is en óf er een vierde lid is uit Lelystad? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Inderdaad, die is er. Dat is mevrouw De Kruik. Zij is ongeveer anderhalf a twee jaar geleden tussentijds benoemd, dus zij zat nog gewoon en was niet toe aan een vervanging. Daarmee is de programmaraad voor wat betreft de Lelystadse afvaardiging weer compleet. De voorzitter: Dank u wel. Dan het stembureau. De heer Baaten en mevrouw De Waal, alstublieft. Ik schors een ogenblik om de stemming te laten plaatsvinden. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.

2009 N 160 De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. De commissie heeft 31 geldige stemmen geteld, als volgt verdeeld: Mevrouw Rook 31 voor, 0 tegen. De heer Herrebrugh 28 voor, 3 tegen. De heer Hooiveld 30 voor, 1 tegen. De voorzitter: Dan wensen wij ze heel veel succes namens het gemeentebestuur en ik onthef u beide van uw zware taak. 16. Voorstel inzake gedoogbesluit ten behoeve van de aanleg van de ontsluitingsweg in het plangebied Noordzoom buitenplaatsen (stuk nr. B09-00267) De voorzitter: De heer Baaten heeft aangegeven bij dit agendapunt de vergadering te verlaten wegens vermeende belangenverstrengeling. De heer Baaten verlaat de vergadering. De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. De raad past in dezen een klein beetje terughoudendheid, want wij zijn medeveroorzaker van het probleem. Het is niet iets wat alleen aan het college ligt, wij hadden destijds ook beter moeten opletten. Het probleem is dat er eigenlijk een verkeerde beslissing is genomen, waardoor een bepaalde weg niet kan worden aangelegd. Strikt juridisch is het zo dat wij daar niets meer mee te maken hebben, maar dat het een zaak is tussen de bewoners en de projectontwikkelaar. Maar wij hebben deze bewoners hierheen gehaald, we hebben ze de grond verkocht en wij vinden dat we dit samen moeten oplossen en dat we ons niet moeten terugtrekken op een puur juridisch standpunt. Een gedoogbesluit, waar ik sowieso problemen mee heb, is in dezen geen goede oplossing, omdat we ons dan schijnbaar achter de projectontwikkelaar stellen, waardoor de bewoners die tot nu toe uitstekend hebben meegewerkt, in goede harmonie, de hakken in het zand zouden kunnen zetten en we ze dwingen tot een gang naar de rechter. Vandaar dat ons verzoek is om dit punt in te trekken. De voorzitter: U doet eerst de discussie en dan het ordevoorstel. Normaliter doen we het andersom, eerst het ordevoorstel en dan kijken of de discussie nog plaatsvindt. Het ordevoorstel is om dit punt van de agenda af te halen. Wie steunt dit ordevoorstel? Dat is alleen de InwonersPartij en hebt u hierbij uw inbreng al gehad. Zullen we het zo afspreken? De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. In het raadsvoorstel dat het college aan ons heeft aangeboden, staat dat de projectontwikkelaar zich zou inspannen om voor de ontstane problematiek met een passende oplossing te komen. Tijdens het Opinieplein bleek dat niet alle betrokken partijen hierover al overeenstemming hadden. Als ik goed ben ingelicht, en als het anders is hoor ik het graag, is die overeenstemming er nu ook niet. De vraag zou kunnen zijn of het gegeven dit feit verstandig is om toch een gedoogbeschikking af te geven, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat die door betrokkene bij de bestuursrechter zal worden aangevochten en mogelijk via de voorzieningenrechter zou kunnen worden verdaagd. Stel, dat zulks het geval zal zijn, dan zal het ei toch binnen de bestemmingsplanprocedure gelegd moeten worden en blijft de zaak eindeloos slepen met het risico voor een van de betrokken private partijen. Wat voor onze fractie van belang is, is exact van het college te vernemen wat de directe relatie is tussen de blijkbaar redelijk grote onenigheid tussen private personen, de bewoners, en de projectontwikkelaar enerzijds en de positie van de gemeente anderzijds, die

2009 N 161 voornemens is in publiekrechtelijke zin te gedogen dat een weg wordt aangelegd over het gebruik waarvan private partijen het met elkaar, en dus zonder de gemeente, eens zullen moeten worden. Voorts moge duidelijk zijn dat het in formele zin een bevoegdheid is van het college om ter zake van de onderhavige regelgeving een gedoogbeschikking te nemen. Wij kunnen als raad het college hierin formeel geredeneerd slechts een advies geven. Wij vernemen graag de reactie van het college en zullen daarna een standpunt bepalen. Overigens stellen wij vast dat de oorzaak van de wegkwestie, zoals ook door de portefeuillehouder namens het college is toegegeven, bij de gemeente ligt - inclusief de raad, dat ben ik met vorige spreker eens - en dat we met elkaar en de gemeente als rechtspersoon in materiële zin wel een belang hebben om dit dossier ordentelijk te doen afronden, al is het alleen al om verdergaande imagoschade van de stad te voorkomen. Een niet onbelangrijk feit in relatie tot het aspect marketing. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De heer Caniels heeft in veel woorden gezegd: wij beslissen over andermans weg. De weg is eigendom van de huidige eigenaren van het landgoed en de buitenplaatsen en voor het ontsluiten van vier nieuwe buitenplaatsen dienen wij geen bedenkingen te uiten tegen een gedoogbeschikking van het college. Op het Opinieplein is gebleken dat er nog geen overeenstemming was met de huidige bewoners van het gebied en eigenaren van de weg. De projectontwikkelaar daar vertegenwoordigd heeft toen een toezegging gedaan om verder in overleg te gaan. Wij hebben in die sessie ook het college opgeroepen om daar toch actief bij betrokken te zijn, omdat het in ieders belang is dat hier iets tot stand komt zonder dat er juridische procedures aan vast zitten. Dus alleen de korte vraag: heeft het college zicht op overeenstemming tussen de huidige eigenaren en de mogelijk toekomstige eigenaren via de projectontwikkelaar? Aan de hand van het antwoord daarop zullen wij ons besluit nemen. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Het is misschien goed om in reactie op de heer Ongering en de heer Caniels nog heel even te schetsen waar het precies over gaat. Het is denk ik een aantal keren goed verwoord. Wat we doen is publiekrechtelijk mogelijk maken dat daar een weg aangelegd wordt. Overigens gaat het maar om het afmaken van de weg, het doortrekken van de weg van twee buitenplaatsen naar de twee verder gelegen buitenplaatsen. Dat klopt. Vervolgens zullen private partijen door het vestigen van het recht van overpad, wat al gebeurd is voor twee buitenplaatsen maar dat moet voor de twee laatste, daarover overeenstemming moeten zien te bereiken. En overigens, dat publiekrechtelijk mogelijk maken doen we in het nu in procedure zijnde bestemmingsplan. Wat het college u nu voorstelt is als de projectontwikkelaar voor eigen rekening en risico daaraan voorafgaand alvast een weg aanlegt, dat we tot dat bestemmingsplan behandeld is, daar niet tegen optreden, alhoewel het in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Van belang, hebben een aantal partijen aangegeven, is de overeenstemming tussen partijen. Ik hecht eraan om te zeggen dat de discussie tussen partijen zeker niet alleen gaat over dit kleine stukje weg, die gaat over veel meer. Die heeft te maken met het hele principe van de mandeligheid, het moment van overdracht, staat van onderhoud, afspraken over bruggen en het moment dat ze erin gelegd worden, enzovoort. Die gesprekken vinden momenteel plaats. Het college is daarbij betrokken. Ik heb zelf een gesprek met partijen gevoerd, neem kennis van de mailwisseling die daarover op dit moment plaatsvindt. Daar is nog geen overeenstemming. Ik heb goede hoop, maar ik ben dan ook een onverbeterlijke optimist, dat partijen eruit komen. In ieder geval constateer ik dat men met elkaar in gesprek is en dat men zoekt ook naar de mogelijkheid om er gezamenlijk uit te

2009 N 162 komen. Doch, en dat is het punt dat ik graag zou willen maken, die discussie gaat veel verder en veel breder dan alleen het stukje weg waar het nu over gaat. Vandaar dat het college gemeend heeft dit voorstel nu aan uw raad te moeten voorleggen. Ongeacht het besluit op dit voorstel zal het college inspanning blijven getroosten om te bevorderen en te ondersteunen en te bemiddelen dat partijen met elkaar een goede oplossing maken. Dat ben ik met u eens, deze mensen hebben wij naar Lelystad gehaald. Zowel de projectontwikkelaar die hier een mooi plan realiseert, als de bewoners verdienen het dat ze op een goede manier er met elkaar uit komen. Daarvoor zullen we ons blijven inspannen. De voorzitter: Geen behoefte aan een tweede termijn? Dan breng ik het voorstel in stemming. De heer Ongering: Mag ik een stemverklaring afleggen? Door te kiezen voor het juridische aspect kunnen wij als raad niet anders doen dan het imago van de gemeente steunen met dit project. Dit gebeurt naar onze mening op dit moment niet goed. Desondanks zullen wij voorstemmen, maar met belangstelling het vervolgtraject, zowel binnen het landgoed als om buitenplaatsen verder te ontwikkelen, volgen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten, met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd. De heer Baaten keert terug in de vergadering. 17. Voorstel tot oprichting van en deelneming van de gemeente Lelystad in de Stichting Lelystad Partners (stuk nr. B08-09173) De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Na diverse behandelingen van dit punt is daarover wel ongeveer alles gezegd wat erover gezegd zou moeten worden. Dit temeer omdat het college in de deze week gezonden brief aan de raad feitelijk aangeeft het met onze opvattingen eens te zijn, dat je in het openbaar bestuur zorgvuldig moet omgaan met het gevaar van dubbele petten. Door als college niet direct zitting te nemen in enig orgaan van de stichting denken wij dat de kaderstellende rol en de controlerende rol van de raad volledig worden behouden. Op dit punt dienen wij mede namens het CDA en de PvdA een amendement in, dat aansluit bij de eerste variant die het college ons in feite aanreikt. Amendement VVD, PvdA, CDA De fracties van VVD, PvdA en CDA stellen het volgende amendement voor: "Van het voorgestelde besluit onder: 1. het gedeelte na Lelystad Partners te laten vervallen. 2. te wijzigen als volgt: Het college op te dragen de statuten van de Stichting Lelystad Partners zodanig in te richten, dan wel te wijzigen, dat geen leden van het college van Burgemeester en Wethouders deel uit maken van enig orgaan van de Stichting Lelystad Partners. Toelichting. Het college stelt voor om in de Raad van Toezicht leden van het college te benoemen. a. Dit is in strijd met in het verleden gemaakte afspraken dat collegeleden geen deel uit maken van het bestuur van door de gemeente gesubsidieerde instellingen.

2009 N 163 b. Ook de functie van lid van de Raad van Toezicht plaatst de collegeleden in de positie dat zij in het belang van de stichting in een belangenconflict kunnen komen met het belang van de gemeente Lelystad. c. De gemeenteraad kan collegeleden aanspreken en controleren ten aanzien van het door het college gevoerde beleid ten aanzien van gesubsidieerde instellingen. De gemeenteraad kan geen leden van een Raad van Toezicht aanspreken. Daarmee plaatst de gemeenteraad zich buitenspel - ten minste op zeer grote afstand - als het gaat om de controlerende functie van de besteding van de verstrekte middelen voor het doel van de stichting. Dit is voor ons reden om middels dit amendement de positie van de raad te versterken. Het college van B&W benoemt en ontslaat de namens de gemeente Lelystad in de Raad van Toezicht zittende leden. Het college van B&W heeft in haar positie van subsidieverstrekker een grote rol - en zolang de middelen alleen van de gemeente komen - een overheersende rol in de besteding c.q. de verstrekking van subsidiegelden. De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. De InwonersPartij is van mening dat het geen goede zaak is als leden van het college zitting nemen in de Raad van Toezicht, zoals bepaald in de concept-statuten. En wel om verstrengeling van belangen of de schijn van verstrengeling van belangen te voorkomen, maar ook om geen afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de raad. Zitting van collegeleden in de Raad van Toezicht beperkt de mogelijkheid van de raad om zijn bevoegdheden ten volle uit te oefenen. Gezien het feit dat de Raad van Toezicht niet door de gemeenteraad ter verantwoording kan worden geroepen, kan de gemeenteraad ook niet de in de Raad van Toezicht zitting hebbende collegeleden in die functie aanspreken. Wel vindt de InwonersPartij het uiteraard ontzettend belangrijk, dat de gemeente een stevige vinger in de pap heeft in de Stichting Lelystad Partners om de gemeentelijke belangen, die van behoorlijke omvang zijn zowel praktisch als financieel, goed te toetsen en te waarborgen, maar dat kan ook op een andere wijze. De manier waarop hebben wij verwoord in een amendement. Amendement InwonersPartij De fractie van de InwonersPartij stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 maart 2009 gelezen hebbende het collegevoorstel nr. B08-09173 Besluit De tekst onder lid 1 van bovengenoemd besluit als volgt te wijzigen: Lid 1: met instemming kennis te nemen van de oprichting van en deelneming van de gemeente Lelystad in de Stichting Lelystad Partners, waarbij echter het in de concept-statuten onder artikel 11, lid 2, bepaalde als volgt wordt gewijzigd: "Het college van de gemeente Lelystad laat zich in de Raad van Toezicht vertegenwoordigen door drie nader door het college aan te wijzen/te benoemen leden van de Raad van Toezicht, zulks met dien verstande dat het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eerst formeel aanvangt door een uitdrukkelijke aanvaarding van die functie door de desbetreffende personen. De aangewezen/benoemde personen zijn te allen tijde bevoegd schriftelijk te bedanken als lid van de Raad van Toezicht. Lid 2: "vervalt De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Voor ons ligt het voorstel tot oprichting van de Stichting Lelystad Partners met als een bestuursoptie, dat leden van het

2009 N 164 college zitting nemen in de Raad van Toezicht. De fractie van de Christenunie vindt dit laatste een onwenselijke situatie, andere fracties hebben zich ook al zo uitgelaten, en wel om de volgende redenen. Bij een belangenconflict moeten de betreffende collegeleden twee heren dienen. De gemeenteraad, en dat is een punt dat afwijkt van wat ik zojuist hoorde, wordt beknopt in zijn controlerende taken. Een voorstel om de collegeleden in de Raad van Toezicht te vervangen door derden is wat ons betreft geen optie, want het zet de City Marketing nog verder op afstand. Met het college valt nog zaken te doen, maar met een good old boys netwerk wordt het een stuk lastiger. Het citymarketingdossier is geen dossier dat je rustig onder je kussen kunt leggen. Dit omdat niet alle punten op de i staan en er ook nog geen gegarandeerd happy end in beeld is. In tegendeel. De uitvoering kan nog alle kanten op en er zijn ook behoorlijke financiële risico s te traceren. Geachte raadsleden, dit dossier verdient het dat de raad de vinger aan de pols houdt. Onze politieke vraag is dan ook: waarom zou je dit risicovolle dossier niet in eigen huis houden? En waarom zou de gemeenteraad er niet bovenop willen zitten? Een tegenargument zou kunnen zijn: het proces is al ver doorgezet. En daar zit nu net de crux. Hoezo te ver doorgezet? Welke activiteiten worden er nu dan uitgevoerd, buiten het eerder gegeven beperkte mandaat van de raad? Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, zou ik zeggen. Een ander aspect in het raadsvoorstel is, dat o.i. het college wel erg gemakkelijk uitgaat van het mooiweerscenario. Ik citeer: "Zo lang het stichtingsbelang niet conflicteert hoeft dat niet te leiden tot belangenverstrengeling. Hoezo? Zo lang er geen brand is hoeven er ook geen BAL-maatregelen genomen te worden? Regeren is vooruitzien en de te verwachten risico s moeten aan de voorkant. De heer Caniels: Bij interruptie. U hebt het over het BAL-project. Mij staat bij dat dat een project was dat binnen de gemeente werd gehouden. Klopt dat? De heer Van Veluwen: Het gaat mij om het principe, dat je je risico s aan de voorkant van het project handelt en dat je niet eerst afwacht tot de hut afgebrand is en dan zeggen: ik ga een BAL-project doen. Dat is ook het betoog dat ik nu houd. Wij moeten zorgen dat we de vinger aan de pols houden, dat we de regie houden en niet wachten totdat het schip gestrand is en dan zeggen: we hadden het anders moeten organiseren. Dat is in principe de kern van mijn betoog. De heer Caniels: U zei: we kunnen het beter binnenboord houden. Daar zegt u in feite mee dat u weinig vertrouwen hebt als het op afstand wordt gezet. U noemt het BAL-project, dan denk ik: dat was het project dat we wel binnenboord hebben gehouden, maar daar heb ik uiteindelijk in het rapport van de rekenkamer niet van die lovende kritieken over gehoord. De heer Van Veluwen: In principe gaan voorbeelden mank, maar het gaat ons er uiteindelijk om dat je aan het begin van het traject je risico s handelt en niet wacht totdat het schip gestrand is. De heer Marseille: Mag ik ook een vraag stellen aan de heer Van Veluwen? De afweging die u maakt: haal het meer naar de bevoegdheid van de gemeente zelf toe, hebben wij ook bedacht. Maar daarmee tast u wel een van de wezenlijke kenmerken aan van het hele citymarketingplan, namelijk om het te doen met externe partners. Binnen een gemeentelijke organisatie is het veel lastiger om die ruimte voor partners te vinden. Vandaar ook dat wij met het amendement zijn gekomen zoals dat er ligt. Wel afstand tussen college en de stichting, maar erkennend dat het omdat je belang

2009 N 165 hecht aan derden, niet onderdeel kan zijn van de gemeentelijke organisatie. Daarop graag uw reactie. De heer Van Veluwen: Ik moet u zeggen: misschien in de tijd. Laten we hopen dat het goed komt. Maar er moeten nogal wat derden op de kar komen. Dat moet nog gebeuren. De heer Marseille: Dan moet je wel ruimte op de kar maken. De heer Van Veluwen: Inderdaad. We hebben daarover nagedacht. We hebben ook gezegd: als je het in huis plaatst, zet er dan een soort raad van advies bij, waarin derden kunnen participeren. In die constructie houd je in dit geweldig ingewikkelde dossier in ieder geval zicht op wat we aan het doen zijn. Dat is ten principale onze grote zorg, dat we het zicht op dit marketingcircus, met alle respect, kwijtraken. De heer Marseille: Dat is een wat gekunstelde constructie. U wilt een soort raad van advies. De heer Van Veluwen: Ik ben geen bestuursdeskundige, maar ik kan me voorstellen dat u zichzelf dan als raad van toezicht ziet op dit verhaal. Dat zou in principe kunnen. Samenvattend komen wij tot de volgende conclusie. Wij vinden het onwenselijk dat leden van het college zitting nemen in de Raad van Toezicht en wij vinden het onwenselijk dat de betreffende activiteiten worden ondergebracht in een op afstand geplaatste stichting. Met betrekking tot dit betoog dienen wij dan ook een amendement in. Amendement ChristenUnie De fractie van de ChristenUnie stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 12 maart 2009 Gelezen het voorstel van het college B08-09173 over de Oprichting van en deelname van de gemeente Lelystad in de Stichting Lelystad Partners. Besluit het ontwerpbesluit als volgt aan te passen: Het voorgestelde besluit te vervangen door de volgende tekst: "1. te besluiten tot vorming van een tak van dienst genaamd "Lelystad Partners die tot doel heeft het ondersteunen en uitvoeren van een merkstrategie voor de citymarketing van Lelystad. 2. zoveel mogelijk externe partners te betrekken bij de uitvoering van de werkzaamheden van deze tak van dienst en deze een plaats te geven in de te vormen Raad van Advies. Toelichting. De gemeente is en blijft de belangrijkste financier van deze belangrijke activiteiten. Daarom is het wenselijk de zeggenschap daarover en de verantwoordelijkheid daarvoor in gemeentelijke handen te houden. Dat kan het beste gerealiseerd worden door van de organisatie een tak van dienst van de gemeente te maken. De betrokkenheid en medefinanciering van maatschappelijke organisaties kan worden vormgegeven door het inrichten van een raad van advies, waarin deze organisaties een plaats krijgen. Deze structuur voorkomt dat het bestuur van de gemeente in een dubbelpositie terechtkomt: enerzijds als belangrijkste financier en anderzijds als medeverantwoordelijke voor de besteding van de middelen. De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.