Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Afbakening Kleinstedelijk Gebied Waregem. Initiatiefnemer van RUP en plan-mer:

Vergelijkbare documenten
Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het gemeentelijk RUP Kustfront te Oostende. Initiatiefnemer van RUP en plan-mer:

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Eurostadium Brussels

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor de Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas en Temse

Informatiemoment PRUP Camping Ter Hoeve (De Panne) Infomoment 6 februari 2019

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor 3 te consolideren locaties voor grootschalige kleinhandel te Tielt-Winge, Kampenhout-Sas en Ternat

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat Gent. 13 december 2011 PLIR-0043-GK

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Infomoment Verapazbrug

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Afbakening Kleinstedelijk gebied Maasmechelen

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

VR DOC.0014/ mei 2011 PLIR-0050-GK

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

p r o v tn c I e Limburg

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteelpark de Merode Procesnota 1

Provincieraadsbesluit

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Provincieraadsbesluit

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

Renogen biomassa-wkk te Ham

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

afbakening zeehavengebied Antwerpen

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark)

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

PROCESNOTA 1.0 (26/04/2018)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN. Dossier nr RUP BEKINA DE ONTWERPERS:

RUP Moleneiland. Publieke raadpleging tem Informatievergadering en mini-workshop

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

afbakening zeehavengebied Antwerpen

M. e.r.-screening

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

AGENTSCHAP WEGEN & VERKEER

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

Windturbineproject Maatheide te Lommel

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Afbakening Kleinstedelijk Gebied Waregem Initiatiefnemer van RUP en plan-mer: Provincie West-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries - Brugge PLIR0042 17 maart 2011

1 Inleiding De provincie West-Vlaanderen heeft een planmilieueffectrapport (plan-mer) laten opmaken voor het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Afbakening Kleinstedelijk Gebied Waregem. Met dit PRUP zal (1) een afbakening van het kleinstedelijk gebied Waregem gebeuren, (2) een gebied aangeduid worden voor de realisatie van het nieuwe regionaal bedrijventerrein Blauwpoort, (3) een gebied aangeduid/herbestemd worden voor de uitbreiding van de regionale bedrijventerreinen Vijverdam en Brabantstraat ( Zuidelijk Regionaal Bedrijventerrein ) en (4) een regularisatie en uitbreiding gebeuren van de handelszaak Europoint. De mogelijke effecten van dit PRUP op het leefmilieu werden bestudeerd in het voorliggende plan-mer. Het voorliggende PRUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage II van het project-mer-besluit van 10 december 2004, namelijk een project als bedoeld in rubriek 10a ( Industrieterreinontwikkeling met een oppervlakte van 50ha of meer ). De gezamenlijke oppervlakte van de nieuwe, uit te breiden en te herbestemmen regionale bedrijventerreinen rond het knooppunt E-17 - N382 is immers groter dan 50ha. Het PRUP betreft geen kleine wijziging en bepaalt o.i. niet het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Derhalve is het PRUP plan-mer-plichtig krachtens artikel 4.2.3, 2, 1 van het D.A.B.M. (zoals reeds herhaaldelijk gewijzigd). Het feit dat de cumulatieve effecten van een aantal andere eerder kleinschalige programmaonderdelen van de afbakening van het KSG (zie verder) mogelijk aanzienlijk zijn, was een bijkomend argument om onmiddellijk te kiezen voor een volwaardige plan-mer-procedure. Het plan-mer heeft zeker tot doel om input te leveren naar het PRUP toe teneinde de aanzienlijke milieueffecten ervan zoveel mogelijk te milderen. Het voorliggende plan-mer werd opgemaakt volgens de procedure van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan (B.S. 30 mei 2008). Het voorstel van NPC werd door de dienst Mer volledig verklaard op 22 maart 2010. De dienst Mer heeft de volledig verklaarde NPC ter inzage gelegd via publicatie van deze NPC op haar website (www.mervlaanderen.be) van 30 maart 2010 tot en met 28 april 2010. Ook via de website van de initiatiefnemer was de NPC raadpleegbaar (www.west-vlaanderen.be) in deze periode. De NPC lag tevens ter inzage van het publiek op de respectievelijke stad- of gemeentehuizen van Waregem, Wielsbeke, Anzegem en Zulte in diezelfde periode. De dienst Mer heeft de overheden en instanties die geraadpleegd worden in het kader van de plenaire vergadering over een voorontwerp PRUP alsook nog een aantal andere overheden en instanties op de hoogte gebracht van de publicatie van de NPC (zie bijlage 1 van de richtlijnen voor deze lijst). Al deze overheden en instanties werden uitgenodigd om hun opmerkingen op de NPC te bezorgen aan de dienst Mer uiterlijk tegen 28 april 2010. Heel wat adviesinstanties hebben een advies uitgebracht. De instanties die gereageerd hebben werden opgelijst in bijlage 2 van de richtlijnen. De adviezen werden behandeld op de richtlijnenvergadering van 17 mei 2010 en dit in functie van het opstellen van deze richtlijnen. Al de overheden en instanties die op de hoogte gebracht waren van de publicatie van de NPC waren uitgenodigd op deze richtlijnenvergadering. De relevant geachte adviezen werden verwerkt in deze richtlijnen. Vanuit het publiek werden er slechts twee unieke inspraakreacties op de NPC Goedkeuringsverslag PLIR-0042 2/9

ontvangen. Ook met deze reacties werd rekening gehouden bij het opstellen van deze richtlijnen. De richtlijnen hadden betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het plan-mer. De richtlijnen werden betekend aan de initiatiefnemer op 23 juni 2010. Op 12 oktober 2010 ontving de dienst Mer het gevraagde aantal exemplaren van de ontwerptekst van het plan-mer. Deze exemplaren werden op 19 oktober 2010 door de dienst Mer ter advies overgemaakt aan de overheden en instanties vermeld in bijlage 2 van de richtlijnen. De adviezen op de ontwerptekst en de eigen opmerkingen van de dienst Mer werden behandeld op de ontwerptekstvergadering van 30 november 2010. Het advies van Onroerend Erfgoed (Agentschap Ruimte en erfgoed) werd mondeling meegedeeld aan de dienst Mer. In (het verslag van) deze vergadering werd door de dienst Mer aan de initiatiefnemer gevraagd om de ontwerptekst van het plan-mer nog verder aan te vullen op een aantal punten. Het verslag van deze vergadering werd op 23 december 2010 door de dienst Mer via e-mail verstuurd naar de deelnemers aan die vergadering. De dienst Mer ontving op 26 januari 2011 een aangepaste versie van de ontwerptekst en dat eindrapport vormt de definitieve versie van het plan-mer. Met dit goedkeuringsverslag wordt de milieueffectrapportage voor het PRUP Afbakening Kleinstedelijk Gebied Waregem afgerond. De dienst MER bevestigt hierbij dat het plan- MER werd uitgevoerd conform de richtlijnen en conform de opmerkingen gemaakt tijdens de ontwerptekstvergadering. Het bevat alle informatie die krachtens artikel 4.2.8, 1, 5 van het D.A.B.M. vereist is. Het bevat voldoende informatie om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven in de verdere besluitvorming. 2 Vorm en presentatie Het plan-mer is qua presentatie en vorm een verzorgd document. Het bevat voldoende kaarten fotomateriaal zodat het een vlot leesbaar en toegankelijk document geworden is. 3 Beschrijving en motivering van het plan 3.1 Planningscontext In hoofdstuk 2 wordt vooreerst de planologische context (RSV en PRS West-Vlaanderen) uit de doeken gedaan. De behoefte aan bijkomende woongelegenheden wordt gemotiveerd, alsook de behoefte aan bijkomende oppervlakte regionaal en lokaal bedrijfsterrein. Tevens wordt aangegeven dat in de ruime regio gezocht wordt naar een geschikte locatie voor windmolens en dat het bedrijf Europoint als deelplan opgenomen zal worden in het PRUP. Ook andere geplande ontwikkelingen (stedelijke functies en stedelijk groen) in het plangebied worden kort beschreven. 3.2 Beschrijving planonderdelen Goedkeuringsverslag PLIR-0042 3/9

De verschillende deelplannen die opgenomen zullen worden in het PRUP worden beschreven. Zo wordt de afbakeningslijn kort beschreven en geschetst op kaart. De reeds aanwezige regionale bedrijvigheid in de buurt van het knooppunt N382-E17 wordt beschreven en de drie zoekzones voor bijkomende regionaal bedrijventerrein worden geschetst: Blauwpoort, Uitbreiding Vijverdam en Uitbreiding Brabantstraat. Ook het bedrijfsterrein van Europoint wordt beschreven. Deze deelplannen worden in een PRUP vastgelegd. De dienst Mer bevestigd hierbij dat al deze deelplannen op een voldoende manier onderzocht zijn in het plan-mer. Naast bovenstaande planonderdelen die in een PRUP vastgelegd zullen worden, werden in dit plan-mer ook (in min of meerdere mate) de effecten onderzocht van een aantal op til zijnde woonprojecten, van drie zoekzones voor lokale bedrijvigheid, van het geplande Open Stadsrandbos en van de inplanting van windturbines. Deze programma-onderdelen werden om redenen van inhoudelijke consistentie meegenomen in het milieueffectenonderzoek (plan- MER). 3.3 Ontwikkelingsscenario s Het PRUP Regenboogstadion, het Streefbeeld N382, de herinrichting van de stationsomgeving en schoolomgeving langs de R35, het Seine-Schelde-project en het GRUP Hoogspanningsstation Schoondale worden meegenomen als ontwikkelingsscenario in het plan-mer. 4 Plan-MER en RUP procedure 4.1 Beschrijving van de procedures Zowel de volledige plan-mer procedure als de RUP-procedure worden in het document geschetst. Het goedgekeurde plan-mer dient ofwel volledig geïntegreerd te worden in de toelichtingsnota van het RUP, ofwel als apart document behouden te worden. Het goedgekeurde plan-mer maakt alleszins integraal deel uit van het RUP. Het goedgekeurde plan-mer zal dan ook te samen met het voorlopig vastgesteld RUP in openbaar onderzoek moeten gaan. Er dient voor de vaststelling of onderwerping van het RUP aan de wetgevingsprocedure rekening gehouden te worden met het goedgekeurd plan-mer en er dient bij de vaststelling van het RUP door de initiatiefnemer een verklaring opgesteld te worden die samenvat hoe de milieuoverwegingen in het plan werden geïntegreerd, hoe rekening gehouden werd met het goedgekeurde plan-mer en de uitgebrachte adviezen in het kader van het openbaar onderzoek en de redenen waarom gekozen is voor het RUP zoals het aangenomen is en dit rekening houdende met de andere redelijke (inrichtings)alternatieven die behandeld zijn. De gemeente Zulte is ook betrokken geweest bij het planningsproces en had dus op pagina 14 ook aan de lijst toegevoegd moeten worden. 4.2 Gebruik van plan-mer voor andere mogelijke RUP s In het plan-mer zijn een aantal programma-onderdelen op hun milieueffecten besproken waarvoor eigenlijk geen herbestemming nodig is (vb. woonprojecten in woongebied). Ook zijn er een aantal programma-onderdelen op hun milieueffecten besproken waarvoor de Goedkeuringsverslag PLIR-0042 4/9

herbestemming mogelijk gerealiseerd zal worden via een gemeentelijk of gewestelijk RUP (vb. lokale bedrijventerreinen, stadsrandbos). Deze programma-onderdelen werden om redenen van inhoudelijke consistentie meegenomen in het plan-mer. Voor die toekomstige gemeentelijke of gewestelijke RUP s moet in principe nog een screeningsprocedure (of een volledige MER-procedure) doorlopen worden zoals bedoeld in artikel 4.2.5 van het DABM. Het onderzoek naar de windturbines is slechts heel beknopt gebeurd en voorliggend plan- MER kan dan ook niet als milieueffectenbeoordeling gebruikt worden voor een eventueel later RUP waarin een zone voor windturbines wordt aangeduid. Indien voor de aanduiding van het Open Stadsrandbos in een latere fase een RUP opgemaakt zou moeten worden, dan kan de info uit dit plan-mer ongetwijfeld gebruikt worden in de milieueffectbeoordeling, maar kan dit plan-mer zelf niet gelden als milieueffectenbeoordeling. Wat de mogelijke toekomstige aanduiding van lokale bedrijfsterreinen in een RUP betreft, indien deze toekomstige RUP s inhoudelijk nog overeenkomen met de manier waarop ze beschreven werden in het plan-mer, dan kan het plan-mer rechtstreeks dienen als milieubeoordeling voor deze RUP s. Indien er verschillen moesten zijn, dan kan eventueel op basis van artikel 4.2.3, 3bis en volgende een gemotiveerd verzoek tot ontheffing ingediend worden. De initiatiefnemer van dat toekomstig RUP kan uiteraard ook ervoor opteren op de screeningsprocedure te doorlopen. Alleszins kan de informatie uit het voorliggende plan- MER inhoudelijk gebruikt worden. Mogelijk dient er in dit verband nog een PRUP opgesteld te worden door de provincie Oost- Vlaanderen. Indien in dat PRUP enkel de afbakeningslijn aangeduid zou worden, dan geldt voorliggend plan-mer ook als plan-mer voor dat PRUP. Indien in dat PRUP naast de afbakeningslijn ook nog andere deelplannen gerealiseerd zouden worden, dan dient daar uiteraard nog een milieueffectenbeoordeling voor te gebeuren. 5 Juridische, administratieve en beleidsmatige context De belangrijkste juridische, administratieve en beleidsmatige aspecten worden op voldoende wijze opgesomd in hoofdstuk 3. 6 Algemene methodologie en alternatievenonderzoek Onderstaande disciplines in het plan-mer werden opgesteld door een erkend MERdeskundige: (1) mens-verkeer, (2) geluid en trillingen, (3) lucht, (4) bodem en grondwater, (5) oppervlaktewater, (6) fauna en flora, (7) landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie, en (8) mens ruimtelijke en sociale aspecten. In de richtlijnen werd het team van deskundigen zoals voorgesteld in de NPC door de dienst Mer reeds goedgekeurd. In hoofdstuk 4 wordt de algemene methodologie voor het plan-mer voorgesteld. Wat de regionale bedrijvigheid betreft, werden in een voorafgaande afbakeningsstudie een 15- tal locaties opgelijst als zoekzones voor toekomstige regionale bedrijvigheid. Uiteindelijk werden slechts 3 van deze locaties als redelijk locatiealternatief weerhouden voor de keuze van bijkomende regionale bedrijvigheid. De verantwoording van deze selectie wordt nogmaals samengevat in het plan-mer. De dienst MER verklaart zich akkoord met deze Goedkeuringsverslag PLIR-0042 5/9

selectie. Het is momenteel nog niet duidelijk of deze 3 zones alle helemaal ingevuld zullen worden met regionale bedrijvigheid. Mogelijke worden slechts gedeeltes van die zones uiteindelijk opgenomen in het RUP. Het plan-mer had net tot doel om voor deze locaties een bijdrage te leveren aan de uiteindelijke afbakening en invulling van deze zones (inrichtingsof uitvoeringsalternatieven) en heeft dat ook op voldoende wijze gedaan (bvb. voor de uitbreidingszone Vijverdam). Voor het deelplan Europoint moest er geen locatiealternatief onderzocht worden. Wat de afbakeningslijn betreft, werd in het plan-mer een aantal suggesties gedaan voor de exacte ligging van deze lijn onder rubriek 5.8.5.1. De dienst Mer verklaart zich akkoord met deze werkwijze en de uitvoering ervan. Wat de lokale bedrijvigheid betreft, worden 3 zones weerhouden als redelijke locatiealternatieven. De lokale bedrijvenzones zullen niet door het provinciaal RUP aangeduid worden, maar wel door een gemeentelijk RUP. Het plan-mer kans desgevallend -zoals beschreven in punt 4.2 hierboven- als milieueffectenbeoordeling gebruikt worden voor deze RUP s. 7 Bespreking van de milieueffecten per discipline 7.1 Mens verkeer De discipline mens-verkeer komt als eerste aan bod omdat de geplande activiteiten voor een aanzienlijke bijkomende verkeersgeneratie zullen zorgen en er dus mogelijk verkeersafwikkelingsproblemen en verkeersoverlast kunnen optreden. Bij de beschrijving van de bestaande toestand werd gesteund op reeds bestaande verkeerstellingen uit het verleden en werd (ter controle) ook nog gebruikt gemaakt van met Multimodaal Verkeersmodel West-Vlaanderen. Om gegevens te bekomen over de verkeersintensiteiten ten zuiden van de E17 werden in juni 2010 nog enkele bijkomende avondspitstellingen uitgevoerd. Op basis van deze gegevens werd voor de meest relevante kruispunten de verzadigingsgraad tijdens de avondspits aangegeven. Bijkomende uitleg wordt gegeven over de meest problematische kruispunten. Een inschatting wordt gemaakt van de verkeersgeneratie van de bestaande regionale bedrijventerreinen Vijverdam en Flanders Field. De voorziene ontsluitingsstructuur van de geplande activiteiten (woonprojecten, lokale bedrijvigheid en regionale bedrijvigheid) wordt beschreven. Vervolgens wordt een inschatting gemaakt van de verkeersgeneratie van die verschillende planonderdelen, waarbij uitgegaan wordt van een worst case scenario. Dit (bijkomend) verkeer wordt vervolgens verdeeld naar herkomst- en bestemmingsgebied en toegewezen aan het wegennet. Dit levert de bijkomende cumulatieve verkeersstromen per wegsegment op en dit wordt in tabelvorm weergegeven. Deze cijfers worden opgeteld bij de reeds bestaande verkeersstromen en zo komt men tot de verwachte verzadigingsgraad van de meest relevante kruispunten na realisatie van de planelementen. Vooral de N382 zal extra belast worden door de bijkomende verkeersgeneratie. (Milderende) maatregelen worden voorgesteld om de verzadigingsgraad op de kruispunten tot een aanvaardbaar peil te beperken. Ook aan andere mobiliteitsaspecten wordt nog aandacht besteed en er wordt gekeken welke cumulatieve effecten van de verschillende ontwikkelingsscenario s verwacht worden. Goedkeuringsverslag PLIR-0042 6/9

7.2 Geluid en trillingen Er wordt zowel een absolute (i.e. voldoen aan wettelijke grenswaarden) als een relatieve (i.e. wijziging tegenover de oude situatie) beoordeling gedaan van de geluidseffecten van de geplande ontwikkelingen. Vooreerst wordt de bestaande geluidssituatie via een aantal metingen in beeld gebracht en wordt deze situatie beoordeeld. Ook de geluidskaart (opgemaakt door AWV) wordt gebruikt en besproken. De effectbeoordeling wordt beperkt tot de nieuwe bedrijfsterreinen en het cumulatief verkeer van alle ontwikkelingen samen. De deelzone Blauwpoort is de meest kritische op het vlak van geluidsoverlast en daar wordt dus ook de meeste aandacht aan besteed. Het doel van de milieueffectenbespreking is om de potentiële bedrijventerreinen dusdanig in te vullen met activiteiten zodanig dat ter hoogte van de nabije bewoning voldaan wordt aan de milieukwaliteitsnormen en grenswaarden. De effectenbespreking voor de zone Blauwpoort gebeurt via het instrument van de milieuzonering. Via een stappenschema met duidelijke figuren wordt vanuit de discipline geluid een voorstel gedaan tot (de maximaal mogelijke) invulling van de zone. De geluidsimpact van de andere bedrijfsterreinen gebeurt op een kwalitatieve wijze. Tenslotte wordt ook een beoordeling van het verkeersgeluid gedaan. De conclusies en milderende maatregelen worden tenslotte nog eens op een duidelijke en overzichtelijke manier opgesomd. 7.3 Lucht De bestaande toestand wordt beschreven, waarbij o.a. aandacht gaat naar de emissies van de bestaande bedrijventerreinen en naar de luchtemissies en immissies t.g.v. verkeer. Voor dat laatste werd CAR-Vlaanderen gebruikt. Wat betreft de te verwachten bijkomende emissies op de bedrijventerreinen zelf wordt voorzichtig besloten dat de bedrijven waarschijnlijk geen significante luchtemissies zullen voortbrengen. De te verwachten effecten op de luchtkwaliteit van het bijkomende verkeer werden ingeschat met CAR Vlaanderen. Er worden geen significante wijzigingen verwacht. Geen specifieke milderende maatregelen op dit vlak worden nodig geacht. 7.4 Bodem en grondwater Er wordt besloten dat de effecten binnen deze discipline in alle zones beperkt zullen blijven, indien rekening gehouden wordt met de wettelijke bepalingen. 7.5 Oppervlaktewater Ook bij deze discipline wordt besloten dat de mogelijke negatieve effecten van de bijkomende bedrijfsterreinoppervlakte quasi volledig gemilderd kunnen worden indien een aantal maatregelen opgenomen worden in de PRUP-voorschriften (o.a. aangaande buffer- en infiltratiecapaciteit, behoud van afwateringsstructuur en structuurkwaliteit). Goedkeuringsverslag PLIR-0042 7/9

7.6 Fauna en flora De locaties voor bedrijfsterreinen worden in het plan-mer alle in detail bekeken op hun natuurwaarden. Uit de beschrijving van die bestaande toestand komt naar voor dat de aanwezige natuurwaarden in de deelgebieden momenteel vrij beperkt zijn. Er zijn ook geen belangrijke ecologische zones aanwezig. Door een uitbreiding van de bedrijvigheid zal er mogelijk wel ecotoopverlies optreden. Het grootste verlies aan biologische waarden zal zich waarschijnlijk voordoen in het deelgebied Blauwpoort, hoewel dit verlies nog steeds beperkt is en slechts als licht negatief beoordeeld wordt. De bijkomende verkeersbewegingen kunnen eventueel een licht verstorend effect hebben op de aanwezige fauna. Er wordt ook meegegeven dat indien winturbines ingeplant zouden worden ter hoogte van de Leievallei dit mogelijk effecten zou kunnen hebben op de aanwezige avifauna (gezien de seizoensgebonden trekroute die hier door loopt). Een negatief effect kan hier verwacht worden. Indien de windturbines ter hoogte van de E17 geplaatst zouden worden, worden geen effecten t.a.v. avifauna verwacht. 7.7 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Wat de bestaande toestand betreft, worden de landschappelijke structuren en relaties van het plangebied geschetst. Zo wordt Blauwpoort beschreven als de oostelijke uitloper van een kleine ruimtecorridor die quasi volledig ingesloten wordt door bebouwing en infrastructuren. Vijverdam en Brabantstraat maken deel uit van een veel groter open ruimtegebied. Vooral het gebied Brabantstraat heeft een heel open karakter en een vrij hoge landschappelijke waarde. Binnen of net buiten het plangebied bevinden zich ook heel wat beschermde monumenten en landschappen, alsook een aantal niet-beschermde belangrijke erfgoedelementen. Al deze worden beschreven in het plan-mer. De transformatie van open ruimte gebied tot bedrijventerrein heeft negatieve landschappelijke effecten. Wat de invloed op de landschappelijke structuur betreft, wordt voor het gebied Vijverdam gesteld dat het volledig aansnijden van deze zone als sterk negatief beoordeeld wordt. Daarom wordt voorgesteld om enkel het noordelijk deel van dit gebied aan te snijden. Wat de erfgoedwaarde betreft, wordt gesteld dat er toch een aanzienlijke impact te verwachten is in de zoekzones Blauwpoort en Vijverdam gezien de waardevolle hoevecomplexen in of net buiten die deelgebieden. Milderende maatregelen worden voorgesteld. 7.8 Mens Ruimtelijke en sociale aspecten De huidige planologische bestemming, alsook het huidig landgebruik en de aanwezige functies per deelgebied worden weergegeven. Ook de huidige beeld- en belevingswaarde van de deelgebieden wordt beschreven. Tenslotte wordt ook aandacht besteed aan de leefbaarheid en woonkwaliteit van de woningen in het ruimere plangebied. Voor elk van de bovenstaande effectgroepen worden de effecten van het geplande PRUP ingeschat. Heel wat milderende maatregelen worden in dit verband voorgesteld. Goedkeuringsverslag PLIR-0042 8/9

8 Integratie en eindsynthese In een afzonderlijk hoofdstuk 6 wordt voornamelijk in tabelvorm een synthese gemaakt van de te verwachten milieueffecten en de milderende maatregelen. De leemten in de kennis worden kort beschreven. Er worden geen specifieke monitoringsvoorstellen gedaan, maar er wordt enkel op een algemene wijze gezegd dat na de realisatie van het plan monitoring mogelijk nodig is. Tenslotte wordt nog een eindbespreking meegegeven. 9 Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk hoofdstuk 7 in het plan-mer. Het vormt een beknopt en leesbaar hoofdstuk dat de geïnteresseerde burger een overzicht geeft van de essentie van het milieueffectenrapport. Besluit Gelet op het bovenstaande wordt het plan-mer voor het provinciaal RUP Afbakening Kleinstedelijk Gebied Waregem goedgekeurd. 17 maart 2011 Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB Goedkeuringsverslag PLIR-0042 9/9