Een rangschikking volgens het duurzaam en maatschappelijk verantwoord karakter van vier Belgische beleggingsfondsen



Vergelijkbare documenten
Ethische rangschikking van vier Belgische fondsen die duurzaam en maatschappelijk verantwoord investeren

Duurzaam Beleggen. Niels Faassen, Fund Analyst HCC Beleggen Symposium "Hoe te beleggen in turbulente tijden?" 2 april 2016

Beleggen met impact: voor mens, milieu én rendement

Jaarverslag verantwoord beleggen 2015

Duurzaam beleggen. Een kleine positieve verandering bij een beursgenoteerde onderneming heeft een mondiale impact.

Jaarvergadering 2018

Nieuwsbericht. Threadneedle valt drie keer in de prijzen, Delta Lloyd wint Nederlandse Aandelen. FD Morningstar Awards 2010 uitgereikt

Het businessmodel en de focus van kleinere banken in België Voorstelling Triodos Bank 1


Dutch Sustainability Research

DISCRETIONAIR BEHEER ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN

Rabo Beheerd Beleggen Actief en Actief Duurzaam

TRANSPARANT DUURZAAM VERMOGENSBEHEER

MULTIMANAGEMENT DE AANPAK VAN AG INSURANCE VOOR HET BEHEER VAN ZIJN FONDSEN

Methodiek Nominaties Gouden Stier 2015

MIP2, op Jacht naar Eco-Innovatiekracht

Duurzame financiële producten

Investment Due Diligence Beleid

IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid

Reglement Finles/IEX Hollandse hedge fund indices

CO2-voetafdruk van beleggingen

Impact Investing: Hoe positieve impact op maatschappij te vergroten met beleggingen. 7 september 2017

ING Private/Business Banking

Eerlijke Verzekeringswijzer: samenvatting praktijkonderzoek Transparantie & Verantwoording

Investeren met Impact

BEHOUDSGEZINDE belegger Strategie OBLIGATIES

Persbericht. Jaarcijfers 2012 Triodos Investment Management. Triodos Beleggingsfondsen groeien met 7% in 2012

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen

CO2-voetafdruk van beleggingen

MIK HOGER FORTUNEO PORTFOLIO MANAGEMENT: VERMOGENSBEHEER. Vertrouw uw spaargeld toe aan een professional.

Duurzaamheidsanalyse bedrijven

Project Portfolio Management. Doing enough of the right things

ING Dynamic Mix Fondsen Vol vertrouwen aan uw vermogen bouwen

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

ABN AMRO Multi Manager Profiel Fondsen. Toegang tot een selectie van de best presterende beleggingsfondsen wereldwijd.

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Beoordelen circulaire aanbesteding Douwe Jan Joustra, ICE-Amsterdam

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011

Beleggingsfondsanalyse door Morningstar

Duurzaam beleggen Een nieuwe rol voor investeerders?

Stembeleid AEGON Nederland N.V.

Een nieuwe stap in duurzaam beleggen

ESG-SRI Beleggingsstrategie binnen Petercam Institutional Asset Management

Duurzaam Vermogensbeheer

Kosten 14. Zijn er kosten verbonden aan de ontbinding? 15. Blijven de doorlopende kosten hetzelfde?

Ethisch investeren in België: Een vergelijkende studie van de criteria en de in-house screening. David Jacobs Lieven De Moor Luc Van Liedekerke

CO2-voetafdruk van beleggingen

Beleid Duurzaam Beleggen. Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link)

Février Trends Finance Day June 1st 2013

Duurzaam beleggen Duurzaamheidsbeleid in één oogopslag: de Nfi

53ste Prijs voor Beste Financiële Informatie Persbericht. 24 oktober 2013

Verklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA

ESG als vertrekpunt voor uw portefeuille

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

Essentiële beleggersinformatie

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Fiduciair Vermogensmanagement

Interne controle en risicobeheer

CIM - Aankoopprocedure - aanbesteding

ESG-SRI Beleggingsstrategie binnen Petercam Institutional Asset Management

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor

Golden Egg Check als tool voor investeringsfondsen

Eerste halfjaarverslag 2018 Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

Jaarverslag Millesimo Carmignac

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening?

Beleggen met een goed gevoel

VOORWOORD 11. Deel I. Wetenschappelijk werk en informatie 13

Klant. Pensioen life cycle indicators

Persbericht. Prijs voor Beste Financiële Communicatie oktober 2016

Hoe wij waarde creëren

Dufas Code Vermogensbeheerders. Verslag over 2014

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

KBC-Life Alternative Selector

Duurzaam beleggen De hype voorbij?

De leden van de beleggingscommissie. 10 januari 2011 Beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

ACTIAM Academy. (ESG) Self risk assessment. Colette Grosscurt. Classificatie: publiek

Langetermijndenken - De toekomst van Verantwoord Beleggen. IM seminar, Amstelveen 10 mei Lars Kurznack, Senior Manager KPMG Sustainability

Public Value Een introductie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Waarom engagement belangrijk is

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

Betrokkenheidsbeleid Aegon Nederland

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN

Essentiële beleggersinformatie

Duurzame obligatie bindt meer beleggers aan de corporatiesector

Supplement K Think Sustainable World UCITS ETF

Duurzaam Bankieren in 2015: hoogtepunten en vooruitblik. Waarde creëren voor onze stakeholders

Functiefamilie ET Thematische experten

inspireren en innoveren in MVO

Jaarverslag 2017 van Pensioenfonds Vervoer Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Jaarverslag Maatschappelijk verantwoord beleggen

Wat is duurzaamheid en hoe kunt u duurzaam investeren

Het leven is aan de vroege vogels. KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Transcriptie:

Een rangschikking volgens het duurzaam en maatschappelijk verantwoord karakter van vier Belgische beleggingsfondsen Lieven De Moor Kurt Devooght Catherine De Bondt HUB RESEARCH PAPERS 2011/31 ECONOMICS & MANAGEMENT NOVEMBER 2011

1 EEN RANGSCHIKKING VOLGENS HET DUURZAAM EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD KARAKTER VAN VIER BELGISCHE BELEGGINGSFONDSEN Lieven De Moor, Kurt Devooght & Catherine De Bondt Hogeschool-Universiteit Brussel (HUBrussel) en Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven) Oktober 2011 Samenvattende paragraaf: In dit artikel stellen we een innovatieve methode voor om de maatschappelijke opinie over duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleggen gestructureerd vast te leggen in een bruikbaar referentiekader. We illustreren de methode met behulp van één expertopinie en passen het resulterende referentiekader toe op vier Belgische DMVI-beleggingsfondsen. De methode laat toe om de gehanteerde screeningprocedure van DMVI-beleggingsfondsen te evalueren op verscheidene criteria evenals een globaal score te berekenen. Keywords: DMVI, Ethibel, SRI, MVI, BEAMA, screeners.

2 I. Inleiding De toegenomen aandacht voor duurzaamheid in de samenleving is ook doorgedrongen tot de financiële wereld. In het kader van Duurzaam en Maatschappelijk Verantwoord Investeren (DMVI) verschijnen meer en meer duurzame en maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen op de markt. Deze fondsen, die ook wel eens ethische of duurzame fondsen worden genoemd, zijn fondsen waarbij een optimale mix van rendement en risico niet het enige doel is. Bij de keuze van de onderliggende aandelen en/of obligaties worden bovendien criteria van maatschappelijk verantwoord ondernemen gehanteerd: financiële prestaties maar ook verwezenlijkingen op het vlak van deugdelijk bestuur en sociale en ecologische performantie bepalen de selectie. Cruciaal in dit opzet is uiteraard de procedure die de beheerders van DMVI-fondsen hanteren om de aandelen en/of obligaties op basis van financiële én niet-financiële criteria te selecteren. De instellingen die dit doen noemen we screeners (zowel banken als onafhankelijke bedrijven) en de selectieprocedure de DMVI-screening of, kortweg, duurzaamheidscreening. Zowat elke screener ontwerpt en gebruikt een verschillende screeningsmethode. De selectieprocedures verschillen op het vlak van de geselecteerde sociale en ecologische criteria, de gebruikte informatiebronnen, de omzetting van kwalitatieve naar kwantitatieve data, de gekozen gewichten om de data te aggregeren en van dies meer. Achter vele van deze keuzes gaan ethische posities schuil: de ene screener straft bijvoorbeeld betrokkenheid in wapenproductie sterker af dan een andere, omdat deze meer moreel verontwaardigd is over wapenproductie dan de andere. De veelheid aan selectieprocedures maakt het voor de belegger niet makkelijk. Hoe kan een ethisch bewogen belegger een verantwoorde keuze maken tussen de verschillende DMVI-fondsen? Zijn deze verschillende fondsen op het vlak van duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid evenwaardig? Zijn ze voldoende transparant? Dit bracht ons tot volgende onderzoeksvraag. Hoe kunnen we de duurzaamheidscreening van

3 de verschillende screeners vergelijken en ordenen volgens hun duurzaam en maatschappelijk verantwoord karakter? Om het transparantiegehalte en de kwaliteit van het screeningsproces te analyseren stellen we een tweestappenplan voor. In Stap 1 stellen we een set van criteria op die in elke duurzaamheidsanalyse idealiter zouden moeten voorkomen. We stellen die set op aan de hand van bestaande, nationale en internationale initiatieven omtrent DMVI. We zullen nagaan in welke mate de screeners die criteria daadwerkelijk in hun beoordelingen opnemen. In Stap 2 bepalen we het gewicht van elk criterium uit onze set. Immers, niet alle opgenomen screeningcriteria zijn vanuit maatschappelijk (of ethisch) oogpunt even belangrijk. Maar hoe kunnen we het best deze gewichten bepalen? Ons evaluatiemodel kampt met dit probleem evenals de duurzaamheidsanalyses van de screeners. Hoe kan men tot een maatschappelijk aanvaarde weging komen? Tot nu toe baseren screeners zich op expertopinies maar kunnen ze amper uitleggen volgens welke methode deze opinies werden verzameld en omgezet tot gewichten (als er al een methode is). De opinies van experts zullen de noodzakelijke input blijven, maar een objectieve, d.i. reproduceerbare, methode om expertopinies te verzamelen, te registreren en te verwerken tot gewichten kan veel nodeloze discussies vermijden. We stellen daarom een methode voor die de bepaling van de gewichten kan helpen objectiveren ook al blijven de inputs subjectief. Als methode gebruiken we het Analytic Hierarchy Process (AHP), een multi-criteriamethode die het mogelijk maakt alternatieven te vergelijken op basis van moeilijk rechtstreeks kwantificeerbare criteria. Er bestaan enkele gelijkaardige studies die AHP toepassen bij het oplossen van ethische kwesties. Millet (1998) maakt gebruik van AHP in zijn onderzoek om ethische beslissingen te evalueren en te verbeteren. In een recent onderzoek van Cañal, Pérez-Gladish en M Zali (2009) wordt gebruik gemaakt van AHP om een aantal DMVIfondsen uit de VS te rangschikken met behulp van Expert Choice 11.5 - een softwarepakket dat AHP toepast en dat ook wij gebruiken. Het fenomeen duurzaam en maatschappelijk verantwoord investeren (DMVI) werd reeds uitvoerig bestudeerd zoals blijkt uit de overzichtspaper van Renneboog, Ter Horst en Zhang

4 (2008). Bestaande studies focussen zich veelal op het financiële aspect van DMVI-fondsen en vergelijken dit met conventionele fondsen. Enkele studies vergelijken het maatschappelijk verantwoord karakter van DMVI-fondsen met die van conventionele fondsen. Kempf & Osthoff (2008) bijvoorbeeld tonen aan dat DMVI-fondsen werkelijk ethischer zijn dan conventionele fondsen. Barnett en Salomon (2006) vergelijken dan weer de financiële prestaties van DMVI-fondsen onderling. Hun resultaten tonen aan dat fondsen die hun screeningsfrequentie opdrijven op korte termijn minder winstgevend zijn, maar op lange termijn een hogere winst boeken. De verschillen in duurzaamheid en transparantie van DMVI-fondsen werden echter nog niet zoveel bestudeerd. Deze paper is opgedeeld in vijf hoofdstukken. Na de inleiding (I) bepalen we de criteria nodig voor onze eerste stap (II) en vervolgens bepalen we de gewichten in stap twee (III). In hoofdstuk IV wordt de methode toegepast op vier Belgische DMVI-beleggingsfondsen en onderwerpen we de resultaten aan een sensitiviteitsanalyse. Hoofdstuk V besluit. II. Stap 1: Bepalen van de selectiecriteria De eerste stap bestaat erin een set van criteria op te stellen waar elke screening minimaal rekening zou moeten mee houden. We hebben deze set opgesteld aan de hand van wetenschappelijke literatuur (O Rourke, 2002; Cañal et al., 2009), nationale (BEAMA, 2010a; Belsif, 2010; RFA, 2008) en internationale initiatieven (CSRR-QS, 2007). Om vertekening te voorkomen zijn we niet te rade gegaan bij de vier screeners die we verder aan onze analyse zullen onderwerpen. Uit deze bronnen werden alle criteria die verband houden met het screeningsproces en het transparantieniveau van DMVI-fondsen gedistilleerd. Daarna werden hieruit de meest voorkomende criteria geselecteerd en in een hiërarchische structuur met criteria, subcriteria en sub-subcriteria opgenomen. Dit is nodig om verder het Analytic Hierarchy Process (AHP) te kunnen toepassen. De criteria en subcriteria en sub-subcriteria die we hebben weerhouden zijn weergegeven in Tabel 1.

5 III. Stap 2: Bepalen van de gewichten Voor het bepalen van de gewichten van de geselecteerde criteria maken we gebruik van het Analytic Hierarchy Process (AHP), een multi-criteriamethode die ontwikkeld werd door Saaty (1980). Zo kunnen ook ontastbare of moeilijk te kwantificeren gegevens relatief gemeten worden (Saaty, 2008). AHP baseert zich op paarsgewijze vergelijkingen om complexe beslissingen met meerdere criteria te maken. AHP werkt concreet als volgt. Aan elke expert wordt op het niveau van de criteria gevraagd welke van de twee criteria volgens hem prioriteit verdient en hoe sterk hij die prioriteit inschat op een schaal van 1 tot 9 (van weinig prioritair/belangrijker tot zeer veel prioritair/belangrijker). Zo krijgt het criterium Screeningsproces en consistentie van een expert gewicht drie. Dit wil zeggen dat het criterium Screeningsproces en consistentie door hem matig belangrijker geacht wordt dan het criterium Transparantie, rapportering en controle. Daarna wordt elk subcriterium aan elk ander subcriterium gekoppeld en worden de experts opnieuw gevraagd de prioriteit van elke twee aan twee gekoppelde subcriteria te bepalen en ook opnieuw de sterkte van de prioriteit te schalen. Dezelfde procedure wordt tenslotte gevolgd voor alle twee aan twee gekoppelde sub-subcriteria (paarsgewijze vergelijkingen). Op basis van deze prioriteitsscores kan de software Expert Choice 11.5 relatieve gewichten berekenen alsook het inconsistentieniveau 1. Het gewicht van het doel is per definitie gelijk aan één. De som van de gewichten van de onderliggende criteria, de subcriteria, de sub-subcriteria moet eveneens gelijk zijn aan één. De prioriteitsscores werden bij wijze van proef bepaald door één expert op het domein van maatschappelijk verantwoord beleggen. Uitbreiding naar meerdere experts is uiteraard aan te bevelen. Het feit dat slechts gebruik gemaakt wordt van één expert maakt de uitkomst van de studie niet noodzakelijk subjectiever. Het gaat hier over waarden van ethiek en duurzaamheid die intrinsiek al een subjectiviteit belichamen. Meer experts kunnen de maatschappelijke representativiteit verhogen maar in deze de subjectiviteit niet verkleinen. 1 De software berekent in welke mate er tegenstrijdigheden aanwezig zijn in de prioriteitsscores. Een tegenstrijdigheid is bijvoorbeeld A prioriteit boven B, B prioriteit boven C, maar C prioriteit boven A.

6 De voorgestelde procedure maakt het bekomen van de gewichten objectiever, maar het blijven subjectieve, weliswaar weloverwogen en goed geïnformeerde, antwoorden van experts. Millet (1998, p. 1203) stelt dan ook dat AHP geen garantie is voor het nemen van objectieve beslissingen of eensgezindheid tussen verschillende partijen. Maar het kan wel helpen om betere beslissingen te maken en een akkoord te bereiken. Tabel 2 geeft de paarsgewijze vergelijkingen weer zoals de expert ze heeft geëvalueerd voor de criteria en subcriteria. 2 Tabellen 3, 4 en 5 geven de relatieve gewichten weer zoals berekend door Expert Choice. IV. Resultaten In dit onderzoek worden vier Belgische DMVI-beleggingsfondsen die in 2010 op de markt waren, geëvalueerd op hun duurzaamheid en transparantie. Om goed te kunnen vergelijken zijn de onderzochte fondsen afkomstig van verschillende screeners en hebben ze enkel aandelen in hun portefeuille. Er werd ook op toegezien dat deze vier aandelenfondsen uit dezelfde regio aandelen selecteren (in dit geval World). De vier geselecteerde fondsen zijn: Dexia Sustainable World Fortis L Fund Equity SRI World KBC Eco Fund World ING (L) Invest Sustainable Growth Op basis van de publiek beschikbare informatie verschaft door de vier screeners, de productfiches van de DMVI-fondsen en bijkomende vragen aan de screeners worden de vier screeningsmethodes getoetst aan de set van criteria (en subcriteria en sub-subcriteria) uit hoofdstuk II. Er zijn slechts twee mogelijkheden bij deze evaluatie: het fonds beantwoordt aan het sub-subcriterium of het fonds beantwoordt er niet aan. Elk fonds genereert dus een reeks binaire scores, één score per sub-subcriterium. De binaire scores zijn te bekomen bij de auteurs. Nadien worden deze binaire scores, via de gewichten uit Hoofdstuk III, omgezet 2 Omwille van de leesbaarheid hebben we de paarsgewijze vergelijkingen van de sub-subcriteria niet weergegeven. Deze zijn beschikbaar op eenvoudige aanvraag bij de auteurs.

7 naar één score per subcriterium waarna deze worden geaggregeerd naar één score per criterium om uiteindelijk te komen tot één globale score. Concreet betekent dit dat de gewichten van alle sub-subcriteria waaraan het fonds beantwoordt (d.i. binaire score 1) per subcriterium worden opgeteld. Panel A van Tabel 7 toont daarvan het resultaat. Vervolgens worden voor elk subcriterium (d.i. per rij) de scores genormaliseerd door ze te delen door de som van de desbetreffende rij. Het resultaat daarvan staat in Panel B van Tabel 7. Vervolgens worden de scores op de criteria berekend door de som te nemen van de producten bestaande uit de scores op de subcriteria (Panel B Tabel 7) en de subcriteria gewichten (Tabel 4 en 5). Nadien worden de scores opnieuw genormaliseerd. Uiteindelijk bekomt men dan op een gelijkaardige manier de globale score per fonds. Het resultaat hiervan wordt weergegeven in Tabel 8. KBC Eco Fund World heeft volgens deze methode het hoogste maatschappelijk verantwoord karakter, weliswaar heel dicht gevolgd door Dexia Sustainable World. Maar zelfs voor deze winnaars is er nog een ruime marge voor verbetering, aangezien ze nog ver verwijderd zijn van een perfecte score één. Via een gedetailleerde inspectie van de scores op de criteria, subcriteria en sub-subcriteria kunnen de fondsen nagaan waar verbetering mogelijk is. Geen enkele methode is waterdicht. Het is daarom belangrijk om een idee te hebben over de impact van bepaalde elementen van de methode op het eindresultaat. In dit geval is het bijvoorbeeld belangrijk om te weten hoe gevoelig de rangschikking van de fondsen is voor wijzigingen in de gewichten van de criteria. We hebben daarom een aantal eenvoudige sensitiviteitsanalyses uitgevoerd. Wanneer we de gewichten van de twee criteria ( Screeningsproces en consistentie en Transparantie, rapportering en controle ) omwisselen, blijft het KBC Eco Fund nog steeds bovenaan in de rangschikking staat. Enkel het Fortis L Fund Equity en het ING(L) Invest wisselen van plaats. Dit is te verklaren doordat het gewicht toegekend aan Transparantie, rapportering en controle nu veel hoger is dan het gewicht toegekend aan Screeningsproces en consistentie en ING hoger scoort met betrekking tot het criterium Transparantie, rapportering en controle.

8 Veranderingen in de gewichten van de subcriteria onderliggend het criterium Screeningproces en consistentie creëert eveneens positiewissels maar we stellen wel vast dat KBC en Dexia koplopers blijven terwijl ING en Fortis duidelijk achterop hinken. Hoe de gewichten van de subcriteria onderliggend aan het criterium Transparantie, rapportering, controle ook veranderd worden, de rangschikking van de fondsen blijft telkens dezelfde, met uitzondering van Fortis en ING die soms van plaats verwisselen. V. Besluit Het is voor beleggers niet eenvoudig om het maatschappelijk verantwoord gehalte van de verscheidene screeningprocedures te vergelijken. Er is nood aan een referentiekader waarin de verscheidenheid aan screeningsmethoden kan geplaatst worden. In dit artikel stellen we een methode voor die gebaseerd is op het Analytical Hierachy Process en die in eerste instantie tot doel heeft om de maatschappelijke opinie over maatschappelijk verantwoord en duurzaam beleggen gestructureerd vast te leggen in een bruikbare vorm. De methode deelt het maatschappelijk verantwoord karakter van de screeningprocedure op in enkele criteria, subcriteria en sub-subcriteria. De onderlinge gewichten worden berekend op basis van de opinies van experten die gestructureerd worden afgenomen op basis van paarsgewijze vergelijkingen. De software Expert Choice is hierbij een handig hulpmiddel. In tweede instantie kan het verkregen referentiekader worden toegepast op een set van screeningmethodes ter berekening van de globale score en scores op de subcriteria. Als voorbeeld hebben we de volgende DMVI-beleggingsfondsen genomen: KBC Eco Fund World, Dexia Sustainable World, ING (L) Invest Sustainable Growth, Fortis L Fund Equity SRI World. Waarvan de eerste twee als meest maatschappelijk verantwoorde uit de bus kwamen ook wanneer we de gewichten van de methode lieten variëren bij wijze van sensitiviteitsanalyse. Deze studie is onvolledig in meerdere opzichten. Ten eerste is de set van criteria, subcriteria en sub-subcriteria eerder beperkt en redelijk arbitrair samengesteld. Er dient gezocht te worden naar bijkomende criteria die relevant zijn vanuit theoretisch en praktisch

9 standpunt, maar ook (binair) meetbaar. Ten tweede is deze studie gebaseerd op slechts één enkele expert. Om de representativiteit van het referentiekader te bewaken is een gediversifieerd expertpanel noodzakelijk en wordt deze bij voorkeur samengesteld uit alle belanghebbenden zoals daar zijn de fondsmanagers, particuliere en institutionele investeerders, toezichthouders, belangengroepen, adviesbureaus. Een gediversifieerd expertpanel laat tevens toe om na te gaan of er verschillen in opinie bestaan over maatschappelijk verantwoord beleggen tussen de diverse belangengroepen. Ten derde is de huidige methode toegepast op slechts vier beleggingsfondsen wat vanzelfsprekend te weinig is om een globaal overzicht te hebben over het maatschappelijk verantwoord karakter van Belgische beleggingsfondsen. De toepassingsmogelijkheden van deze methode reiken verder dan de berekening van een score alleen. Screeners kunnen met behulp van deze methode de gewichten van de verschillende criteria op een gestructureerde manier vastleggen. Het debat wordt in een duidelijk referentiekader gevoerd, meer bepaald via de paarsgewijze vergelijkingen. Dit maakt het mogelijk om de verschillende meningen nauwkeurig en volledig te objectiveren en uiteindelijk te aggregeren tot een betekenisvol en representatief resultaat. De duidelijke onderliggende structuur vergemakkelijkt bovendien de interne en externe communicatie en maakt het mogelijk om knelpunten te identificeren en te vergelijken met andere screeners. Andere vragen die kunnen onderzocht worden zijn o.a.: Wat zijn de eigenschappen van beleggingsfondsen met uiteenlopende scores? Is er voor investeerders een kost verbonden aan maatschappelijk verantwoord investeren, en op welk niveau? Wat is de relatie tussen de score en financiële resultaat? Welke criteria zijn significant indien het de bedoeling is om de financiële prestatie te maximaliseren op korte en lange termijn? Hoe gevoelig is de financiële ranking van de beleggingsfondsen ten opzichte van de introductie van de het maatschappelijk verantwoord karakter door middel van de DEA benadering (e.g. Basso et al., 2003)?

10 Algemeen genomen kan uit dit beperkt onderzoek worden vastgesteld dat er aanzienlijke verschillen bestaan met betrekking tot de criteria tussen de screeningmethodes van DMVI-fondsen. VI. Literatuurlijst Barnett, M. L., & Salomon, R. M. (2006). Beyond dichotomy: The curvilinear relationship between social responsibility and financial performance. Strategic Management Journal, 27 (11), 1101-1122. Basso A., Funari S. (2003). Measuring the performance of ethical mutual funds: a DEA approach, Journal of Operational Research Society, 54, pp. 521-531. BEAMA (2010a). Duurzame ICB s: Definitie en methodologie. Opgehaald van http://www.beama.be/duurzame-icbs/definitie-en-methodologie-dmvi BEAMA (2010b). Duurzame ICB s: Lijst DMVI-ICB s. Opgehaald van http://www.beama.be/duurzame-icbs/lijst-dmvi-icbs-static Belsif (2010). Standpunt van BELSIF ivm een Minimale MVI norm. Opgehaald van http://www.belsif.be/default.aspx?lang=nl&ref=aeaaac Cañal, V., Pérez-Gladish, B., & M Zali, B. (2009). Propuesta de un método multicriterio para la evaluación de la performance social de los Fondos de Inversión Socialmente Responsables. Jornadas ASEPUMA Rect@, 17 (1), 1-22. Opgehaald van http://www.uv.es/asepuma/xvii/903.pdf Kempf, A., & Osthoff, P. C. (2008). SRI Funds: Nome nest Omen. Journal of Business Finance & Accounting, 35 (9-10), 1276-1294. Millet, I. (1998). Ethical decision making using the analytical hierarchy process. Journal of Business Ethics, 17 (11), 1197-1204. O'Rourke, A. (2002). The message and methods of ethical investment. Journal of Cleaner Production, 11 (6), 683-693. CSRR-QS (2007). Transparency Matrix CSRR-TM 2.0

11 Renneboog, L., Ter Horst, J., & Zhang, C. (2008). Socially responsible investments: Institutonal aspects, performance, and investor behavior. Journal of Banking & Finance, 32 (9), 1723-1742. Réseau Financement Alternatif (RFA) (2008). Evaluation éthique. Saaty T. L. (1980). The analytic hierarchy process: planning, priority setting, resource allocation, McGraw Hill International, pp. 286. Saaty, T. L. (2008). Decision making with the analytical hierarchy process. InternationalJournal of Services Sciences, 1 (1), 83-98.

Tabel 1: Hiërarchie: Doel Criteria Subcriteria Sub-subcriteria DOEL CRITERIA SUBCRITERIA SUB-SUBCRITERIA Screeningsproces en consistentie Prioriteit screeningsproces Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse Positieve selectiecriteria Negatieve selectiecriteria Duurzaamheidsanalyse en datavergaring door onafhankelijke externe gespecialiseerde onderneming (bv. Vigeo, EIRiS, Sustainalytics, SiRi...) Informatie van stakeholders en relevante NGO's Sectoranalyse: Best in Class benadering voor criteria mbt milieu, sociale verantwoordelijkheid en corporate governance Sectoranalyse: Het fonds maakt gebruik van sectorspecifieke positieve criteria Het fonds belegt hoofdzakelijk (>75%) in aandelen van bedrijven die op een duurzame wijze elektriciteit produceren of actief aan CO2-vermindering doen Categorieke afwijzing Beoordeling door middel van negatieve criteria Beoordeling van controverses Het fonds investeert niet in discutabele technologieën DMVI gehalte Monitoring en updating Dialoog Screeningsproces Het fonds investeert niet in niet-duurzame technologieën Een onderzoeksteam controleert wetgevende en regelgevende ontwikkelingen, tendensen en het gedrag van bedrijven zodat de criteria worden gericht op de recentste ontwikkelingen in de maatschappij Monitoring van de portefeuille conform de vooropgestelde criteria (continu, sector specifiek of gebeurtenis specifiek) Bedrijven worden van de conclusies van de selectiemethodologie op de hoogte gebracht Het fonds voert een constructieve en kritische dialoog met de bedrijven in haar portefeuille Het fonds stuurt vertegenwoordigers naar de aandeelhoudersvergaderingen Volledige vrijgave kwalitatieve informatie Volledige vrijgave kwantitatieve informatie Transparantie, rapportering en controle Externe controle Raad van experts Vrijgave portefeuille Het fonds wordt onderworpen aan regelmatige audits van haar investeringen Het fonds ondertekent transparantie richtlijnen (EUROSIF/BELSIF) Bron: eigen verwerking op basis van Belsif (2010), CSRR-QS (2007), RFA (2008), BEAMA (2010a), Cañal et al. (2009)

Tabel 2: De paarsgewijze vergelijkingen voor de criteria en subcriteria A B Prioriteit (A of B) Intensiteit (1-9) Screeningsproces en consistentie Transparantie, rapportering en controle A 3 Prioriteit screeningsproces Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse A 3 Prioriteit screeningsproces Positieve selectiecriteria A 5 Prioriteit screeningsproces Negatieve selectiecriteria A 5 Prioriteit screeningsproces Monitoring en updating A 3 Prioriteit screeningsproces Dialoog A 7 Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse Positieve selectiecriteria A 3 Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse Negatieve selectiecriteria A 3 Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse Monitoring en updating A 3 Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse Dialoog A 7 Positieve selectiecriteria Negatieve selectiecriteria A 1 Positieve selectiecriteria Monitoring en updating B 3 Positieve selectiecriteria Dialoog A 2 Negatieve selectiecriteria Monitoring en updating B 3 Negatieve selectiecriteria Dialoog A 3 Monitoring en updating Dialoog A 5 Screeningsproces Externe controle A 6 Screeningsproces Raad van experts B 3 Externe controle Raad van experts B 8

Tabel 3: Berekening van de criteria gewichten in Ethisch gehalte Screeningsproces en consistentie Transparantie, rapportering en controle Screeningsproces en consistentie 1 3 Transparantie, rapportering en controle 1/3 1 Gewicht 0.750 0.250 Tabel 4: Berekening van de subcriteria gewichten in Screeningproces en consistentie Prioriteit screeningsproces Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheid analyse Positieve selectiecriteria Negatieve selectiecriteria Monitoring en updating Dialoog Prioriteit screeningsproces 1 3 5 5 3 7 Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse 1/3 1 3 3 3 7 Positieve selectiecriteria 1/5 1/3 1 1 1/3 2 Negatieve selectiecriteria 1/5 1/3 1 1 1/3 3 Monitoring en updating 1/3 1/3 3 3 1 5 Dialoog 1/7 1/7 1/2 1/3 1/5 1 Gewicht 0.416 0.246 0.069 0.075 0.158 0.035

Tabel 5: Berekening van de subcriteria gewichten in Transparantie, rapportering en controle Screeningsproces Raad van experts Externe controle Screeningsproces 1 1/3 6 Externe controle 3 1 8 Raad van experts 1/6 1/8 1 Gewicht 0.285 0.653 0.062

Tabel 6: De sub-subcriteria gewichten Sub-subcriteria Gewicht Duurzaamheidsanalyse en datavergaring door onafhankelijke externe gespecialiseerde onderneming 0.750 Informatie van stakeholders en relevante NGO s 0.250 Sectoranalyse: Best in Class benadering voor criteria mbt milieu, sociale verantwoordelijkheid en corporate governance 0.731 Sectoranalyse: Het fonds maakt gebruik van sectorspecifieke positieve criteria 0.188 Het fonds belegt hoofdzakelijk (>75%) in aandelen van bedrijven die op een duurzame wijze elektriciteit produceren of actief aan CO 2 -vermindering doen 0.081 Categorieke afwijzing 0.595 Beoordeling dmv negatieve criteria 0.213 Beoordeling van controverses 0.109 Het fonds investeert niet in discutabele technologieën 0.051 Het fonds investeert niet in niet-duurzame technologieën 0.032 Een onderzoeksteam controleert de tendensen en het gedrag van bedrijven zodat criteria worden gericht op de recentste maatschappelijke ontwikkelingen Monitoring van de portefeuille conform de vooropgestelde criteria (continu, sector specifiek of gebeurtenis specifiek) 0,833 0,167 Bedrijven worden van de conclusies van de selectie- procedure op de hoogte gebracht 0.210 Het fonds voert een constructieve en kritische dialoog met de bedrijven in haar portefeuille 0.550 Het fonds stuurt vertegenwoordigers naar de aandeelhoudersvergaderingen 0.240 Volledige vrijgave kwalitatieve informatie 0.429 Volledige vrijgave kwantitatieve informatie 0.143 Vrijgave portefeuille 0.429 Het fonds wordt onderworpen aan regelmatige audits van haar investeringen 0.833 Het fonds ondertekent transparantierichtlijnen (EUROSIF/BELSIF) 0.167

Subcriterium Tabel 7: (Niet-)genormaliseerde scores per subcriterium Panel A: Niet-genormaliseerde scores Panel B: Genormaliseerd scores Dexia Fortis KBC ING Dexia Fortis KBC ING Prioriteit screeningsproces 1 0 1 1 0.333 0 0.333 0.333 Onafhankelijke datavergaring en duurzaamheidsanalyse 1 0.250 1 1 0.308 0.076 0.308 0.308 Positieve selectiecriteria 0.919 0.731 0.812 0.188 0.35 0.280 0.300 0.070 Negatieve selectiecriteria 0.808 0.213 0.949 0.808 0.291 0.077 0.341 0.291 Monitoring en updating 1 0.167 1 0.167 0.428 0.072 0.428 0.072 Dialoog 0.790 0.240 1 0.790 0.280 0.085 0.355 0.280 Screeningsproces 0.429 0 0.429 0.429 0.333 0 0.333 0.333 Externe controle 1 1 1 0 0.333 0.333 0.333 0 Raad van experts 1 1 1 0.167 0.316 0.316 0.316 0.052 Tabel 8: Genormaliseerde scores per criterium en globale score Criteria en globale score Dexia Fortis KBC ING Screeningsproces en consistentie 0.334 0.059 0.337 0.270 Transparantie, rapportering en controle 0.331 0.238 0.331 0.100 Globale score 0.333 0.104 0.335 0.227