Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts



Vergelijkbare documenten
Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts Uitbreidingen in druk vijf (augustus 2012) ten opzichte van druk vier

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don t Uitbreidingen in druk vier (augustus 2011) ten opzichte van druk drie

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts Uitbreidingen in druk vijf (september 2012) ten opzichte van druk drie

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don t Uitbreidingen in druk vijf (september 2012)

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts

Eisen en lay-out van het PWS

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Uitlegsessie Eindwerk schrijven GTI GTB. Inhoud. 1 Inleidende opmerkingen. Waarom handboek? Wat? Doel? Structuur en duidelijkheid

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en derde graad

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Tentamen Planning 2de semester Wetenschappelijk verslag Lenzen en Hydrodynamica. 17 februari 2006 Meten en experimenteren 1

Academisch schrijven. Tips and tricks

De kunst van wetenschappelijk schrijven

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

WERKSTUK Taalexpert PRIMO

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen.

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Eindwerk 3e jaar 3e graad DBSO (Lay- out) Mathieu Goeminne

Checklist. De 8 must haves voor een succesvol blogartikel

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

Tips voor schriftelijke rapportering. Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013

Z I N S O N T L E D I N G

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Programma van Inhoud en Toetsing

i n h o u d Inhoud Inleiding

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Handleiding schrijven voor Wiki

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

SECTORWERKSTUK

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek

Hoe maak je een werkstuk?

Eigen vaardigheid Taal

Onderwerp. Plaatje. Uitleg over plaatje. Gemaakt door naam Groep Inleverdatum

Gratis e-book Checklist Webteksten Door René Greve, Webteksten en SEO, (

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar

STAGEPERIODE : OPDRACHT KANTOORTECHNIEKEN

1. Inleiding Hoe wordt mijn website gemakkelijk gevonden in de verschillende zoekmachines.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Programma van Inhoud en Toetsing

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Digitaal aan de slag

AANWIJZINGEN VOOR HET SCHRIJVEN VAN VERHALEN VOOR

Hoe maak je een werkstuk?

Handleiding scripties

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Stap 4: Indeling maken

Paper opdracht INFONW

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een werkstuk op JOMA tweede graad

MIJN GEDACHT! EEN AGENDA DIE JE HELPT OM OPBOUWENDE KRITIEK TE GEVEN.

GiP Opdracht Kantoortechnieken

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

Amsterdam, november Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen. Geachte ouders/verzorgers,

Het profielwerkstuk

A Inhoud. 2. De identiteit van de eigenaar van de website en het doel van de website staan genoemd.

Disseminatie: artikels schrijven, presenteren en publiceren. Katrien Struyven

Typografie. Hoe typografie toepassen

HAAGSE HOGESCHOOL VOEDING EN DIETETIEK COMPACT VD-CO1.C.2 VOEDINGSLEER. Voedingsdagboek. Mariska Sprado /09/2012

Een verzorgd rapport. 1 Mogelijke onderdelen van de paper

kunstbv beeldende vorming Afsluiting kunstbv 5 Havo / 6VWO afsluiting Naam:... Klas...

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier?

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Monitoraat op Maat Academisch Nederlands 1

Opdrachten City Discourse & criteria beoordeling CIM1011

Schrijven voor internet

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Transcriptie:

Uitbreidingen in druk zes t.o.v. druk drie - Schrijven: van verslag tot eindwerk - do s & don ts - Leen Pollefliet Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts Uitbreidingen in druk zes (augustus 2013) ten opzichte van druk drie www.leenpollefliet.be Aangezien vele studenten en docenten die dit handboek gebruiken mij tijdens lessen en gastcolleges confronteren met vragen en problemen, wordt het handboek regelmatig uitgebreid. * Vanaf druk zes, een bijzonder boek Vanaf nu wordt een drie-in-een-pakket aangeboden: handboek (300 pp.) plus dvd (90 ) plus oefenbundel (105 pp.). * Wat is er aangepast in de zesde druk? De voorgestelde volgorde van de onderdelen in een eindwerk is gewijzigd: vanaf nu komen de inhoudsopgave en de lijsten met figuren/tabellen voor de inleiding. Zo vormen Inleiding - Corpus Conclusie een mooie samenhang. Enkele opmaakinconsequenties werden rechtgezet. De trefwoordenlijst werd grondig aangepakt om die gebruiksvriendelijker te maken. De bijlage over spelling en taal is uitgebreid. In een nieuwe bijlage - Bijlage drie - worden de eigenschappen van een paper beschreven. De vele oefeningen zijn gebundeld in een afzonderlijk boek, samen met enkele voorbeeldoplossingen en feedback. De docenten die de sleutel tot de andere oplossingen wensen, kunnen contact opnemen met de uitgeverij (info@academiapress.be). Alle uitbreidingen in de meest recente editie - druk zes - worden nu verzameld. Druk de bundel af en voeg die bij jouw editie (druk drie). Op die manier blijf je optimaal op de hoogte zonder dat je een nieuw boek moet aankopen. -------------------------- 1 Volgorde van onderdelen in een eindwerk Bedrukte kaft met titel (licht karton) Blanco blad Titelblad Woord vooraf Abstract Nederlands (facultatief) - Abstract Engels (facultatief) Inhoudsopgave Lijst met figuren (facultatief) - Lijst met tabellen (facultatief) Lijst met afkortingen (facultatief) Inleiding Corpus, middenstuk, eigenlijke tekst Conclusie Referentielijst Bijlage (facultatief) Blanco blad Onbedrukte kaft (licht karton, zelfde kleur als bedrukte kaft)

2 p. 41 Hoofdstuk 3 - Abstract - samenvatting - enkele nieuwe voorbeelden voorbeeld van Nederlands abstract (Burm & Quaegebeur, 2009) Kennis van het snelheidsveld rondom een mechanische tweebladige hartklep is van groot belang als nieuwe hartkleppen worden ontworpen en geoptimaliseerd. Het doel van dit onderzoek was om een experimentele opstelling te ontwikkelen waarmee de vloeistofdynamica voor en na de hartklep wordt bestudeerd. Met behulp van CNC-machining en verschillende rapid prototyping-technieken werd een transparant en vormvast stromingsmodel ontwikkeld. Het model omvat het linkerventrikel, de aorta met sinussen en een kleine uitsparing waarin de prothese kan worden gemonteerd. In de middelste doorsnede werd het tweedimensionale snelheidsveld gemeten met een optische meettechniek, particle image velocimetry. Tijdens voorwaartse stroming vertoonde het snelheidsveld twee jets aan de buitenkant en één centraal in de stroming. De gemeten maximale snelheid bedroeg 1,4 m/s. Terwijl de klep aan het sluiten was, werden wervels in de sinussen waargenomen. De realistische stromingsprofielen in dit model tonen aan dat dit kan dienen als referentie voor de validatie van numerieke stromingssimulaties. voorbeeld van Nederlands abstract (Van Assel, 2009) De elektriciteitscentrale van Rodenhuize produceert sinds 2005 groene energie door biomassa te verbranden onder de vorm van houtpellets. Momenteel is een systeem voorzien dat het debiet aan toegevoerde pellets meet, maar dit is niet nauwkeurig en betrouwbaar genoeg. Informatie over dit brandstofdebiet is nochtans belangrijk om bijvoorbeeld bij de verbranding optimale condities te creëren of het rendement te berekenen. Dit eindwerk heeft als doel een praktische toepasbare methode te vinden om de hoeveelheid biobrandstof accuraat te bepalen die via doseerschroeven wordt toegevoerd. Om deze debietinformatie te verkrijgen, werden drie methodes onderzocht: een berekening, een continue dynamische meting en een grafische voorstelling van het debiet in functie van een aantal parameters op basis van testresultaten. Na studie over de installatie en de beschikbare meetsystemen werd een proefopstelling met doseerschroeven ontworpen en gebouwd die in de bestaande installatie worden gebruikt. Hierop werden debietmetingen en testen van een dynamisch debietmeetsysteem uitgevoerd. De debietmetingen hebben tot doel de invloed van verschillende parameters zoals toerental van de schroeven en stofpercentage van de pellets te onderzoeken. De testen met het meetsysteem moesten aantonen of toepassing mogelijk is in de bestaande installatie, met focus op de werking en de nauwkeurigheid in de praktijk. De opgestelde testcurven geven een goed beeld van de invloed van de producteigenschappen op het debiet van de doseerschroeven. Ook de berekende debietgegevens benaderen de werkelijkheid vrij goed. De resultaten wijzen echter wel uit dat het pelletsdebiet, indien dit zeer nauwkeurig gekend moet zijn, het best bepaald wordt door permanente meting. voorbeeld van Engels abstract (Burm & Quaegebeur, 2009) Knowledge of the velocity field in the region of a mechanical bileaflet heart valve is of major importance for designing and optimising new heart valves. The aim of this research was to develop an experimental setup for studying the fluid dynamics distal and proximal to the heart valve. Using CNC and various rapid prototyping techniques a rigid transparent flow model was developed. It contains the left ventricle, the aorta with its sinuses, and some space to mount the valve prosthesis in between. The two dimensional velocity field was measured in the mid section via an optical measurement technique, particle image velocimetry. During forward flow, the velocity field showed one central and two side orifice jets. The maximum velocity

equalled 1.4 m/s. Sinus vortices were seen during valve closure. The realistic flow profiles observed in the model prove that this model may serve as a reference tool for validating computational flow simulations. voorbeeld van Engels abstract (Van Assel, 2009) The Rodenhuize power plant has produced green energy since 2005, by burning wood pellet biomass. Currently there is a system that measures the flow of supplied pellets, but the results are not accurate and reliable enough. However, information about this fuel flow is important to create optimal combustion conditions and to perform yield calculations. This dissertation aims to find a practical method to determine the accurate amount of bio fuel, supplied by a screw-feeder dosage unit. To obtain this information about the flow, three methods were investigated: calculation, an online dynamic measuring system and a graphical representation of the flow according to some parameters based on testing results. After a study on the installation and available measuring systems, a test unit including the screw feeder used in the actual installation was designed and built. On this testing unit, flow measurements as well as tests on an online measuring system were performed. The flow measurements should indicate the impact of varying parameters like the screw rotation speed and the rate of wood dust present in the pellets. The tests were to demonstrate the measurement system applicable in the existing installation, with focus on the operation and accuracy in practice. The curves deduced from tests demonstrated the influence of the product specifications on the mass flow of the dosage screw feeders. In addition, the calculation on the mass flow turned out to be rather accurate. Nevertheless, the results indicate a need for constant measurement when the mass flow has to be known exactly. p. 42 Abstract - kernwoorden - enkele nieuwe voorbeelden voorbeeld van kernwoorden bij een Nederlands abstract (bij eerste Nederlandse voorbeeld) mechanisch - hartklep - vloeistofdynamica - rapid prototyping - stromingsmodel - linkerventrikel - aorta - particle image velocimetry - numerieke stromingssimulaties voorbeeld van kernwoorden bij een Nederlands abstract (bij tweede Nederlandse voorbeeld) groene energie - biomassa - houtpellets - brandstofdebiet - doseerschroeven van kernwoorden bij een Engels abstract (bij eerste Engelse voorbeeld) mechanical - heart valve - fluid dynamics - rapid prototyping - flow model - left ventricle - aorta - particle image velocimetry - computational flow simulations voorbeeld van kernwoorden bij een Engels abstract (bij tweede Engelse voorbeeld) green energy - biomass - fuel flow - dosage screw feeders

3 Bronvermelding in de tekst volgens APA Bronnen met auteur genieten altijd de voorkeur. Soms gebeurt het echter dat geen auteur bekend is. 3.1 Documenten met korte of lange titel, digitaal of niet-digitaal, zonder auteur In de tekst, tussen ronde haakjes: eerste woord (zelfstandig naamwoord) of eerste woorden van de titel (zonder beginlidwoorden en rangtelwoorden) komma jaar van uitgave voorbeeld van document (boek of artikel) met korte titel (Verdedigingstechnieken, 2012). (Mannelijke taal, 2004) Indien het document een erg lange titel draagt, wordt het eerste woord (zelfstandig naamwoord) of worden de eerste woorden als referentie geschreven. voorbeeld van document (rapport) met lange titel (Rapport, 2012). Het rapport dat werd gelezen en gebruikt als bron heeft als volledige titel Rapport over de voor- en nadelen van de APA-stijl ten opzichte van de MLA-stijl in geval van verwijzingen naar lange URL s. Dit rapport verscheen in 2012. Indien de volledige titel als referentie zou worden gebruikt, zou er moeten worden geschreven in de tekst tussen ronde haakjes: (Rapport over de voor- en nadelen van de APA-stijl ten opzichte van de MLA-stijl in geval van verwijzingen van lange URL s, 2012). Een dergelijke lange verwijzing in de tekst zelf maakt de tekst slecht leesbaar. voorbeeld van document (rapport) met lange titel - meerdere documenten met zelfde naam in zelfde jaar als bron gebruikt (Rapport, 2012a). (Rapport, 2012b). Indien je meerdere anonieme documenten met zelfde naam uit 2012 hebt gelezen en als bron gebruikt, dan schrijf je een achtervoegsel a, b, c. De oudste publicatie (bv. verschenen in maart 2012) krijgt een a, de tweede oudste (bv. verschenen in juni 2012) een b voorbeeld van document (ministrieel besluit) met lange titel (Ministrieel besluit, 2010, 1 september) De volledige titel van het ministrieel besluit is Ministrieel besluit betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van het model van het energieprestatiecertificaat van residentiële gebouwen bij verkoop en verhuur en de verklaring op erewoord 3.2 Webpagina, zonder titel en zonder auteur Een dergelijke bron moet worden vermeden. Indien je promotor je toch toelaat om aan die bron te refereren, doe dit dan als volgt.

voorbeeld van website, titel van artikel of boek is onbekend: eerste woord (zelfstandig naamwoord) of eerste woorden van de URL (Eindwerken 1, 2010) voorbeeld van website, titel van artikel of boek is onbekend 2 : eerste woord (zelfstandig naamwoord) of eerste woorden van de URL meerdere publicaties in zelfde jaar met zelfde zelfstandig naamwoord (Technieken, 2009a) 3 (Technieken, 2009b) 4 4 Bronvermelding in de referentielijst volgens APA 4.1 Documenten met korte of lange titel, niet-digitaal, zonder auteur voorbeeld van document met lange titel Studie. (2012). Studie van toekomstige reisfitness-programma s. (2012). Hasselt: Space-Fit-Press. 5 4.2 Documenten met korte of lange titel, digitaal, zonder auteur voorbeeld van document met korte titel op internet, zonder auteur Terrasbouw. (2009). Geraadpleegd op 5 februari 2011 via http://www.terrassen.com/projecten/terrasbouw/12765 voorbeeld van document met lange titel op internet, zonder auteur Smaken. (2007). Smaken, geuren en kleuren van Belgische trappistenbieren. (2007). Geraadpleegd op 13 mei 2009 via http://www.bier.be/trappisten/belgië/smakengeurenenkleuren Aangezien in de tekst zelf enkel het eerste woord of de eerste woorden stonden vermeld, (Terrasbouw, 2009) en (Smaken, 2007), wordt in de referentielijst op dat woord/ die woorden alfabetisch gerangschikt. 4.3 Webpagina, titel onbekend voorbeeld van een website, zonder artikeltitel en zonder auteur Business. (2010). Http://www.startyourbusiness.be/wasyb/nl/a375/uw-documentenbewaren.do. Geraadpleegd op 16 april 2012. Aangezien in de tekst zelf (zie 11.6.2.1) de URL verkort werd tot het eerste woord (zelfstandig naamwoord) of de eerste woorden, moet die bron vlot terug te vinden zijn in de referentielijst. In de referentielijst wordt alfabetisch op dat woord - Business, Sprookjes - gerangschikt. 5 Sociale media : Twitter - tweet - blog - forum De term sociale media verzamelt online-platformen waar de gebruikers onderling - onder minimaal toezicht van een professionele redactie - discussiëren, van mening wisselen, berichten plaatsen Ze delen verhalen, kennis en ervaringen. 1 De gebruikte URL is http://eindwerkenzijnvooriedereenmeesterwerken.be 2 Een dergelijke bronvermelding (zonder artikeltitel en zonder auteur) wordt beter vermeden. 3 De gebruikte URL is http://nieuwetechniekenvoorbesproeiinglandbouwgewassen.be, gepubliceerd in maart 2009 4 De gebruikte URL is http://progressievenenmilieuvriendelijketechniekenvoorbehoudvantuinteelt, gepubliceerd in juni 2009 5 In de tekst zelf stond (Studie, 2012).

Twitter - tweet Twitter is een vorm van sociale media die door een community op het WorldWideWeb gevolgd en gevoed wordt. Volgers lezen alles van de persoon die gevolgd wordt. In vele opleidingen meent men dat tweets geen academische waarde bezitten en dus geen volwaardige bronnen zijn. Toch zijn er onderzoekers die willen refereren aan tweets. Het probleem met het citeren van tweets in wetenschappelijke artikelen is dat het niet zeker is dat de oorspronkelijke tweet kan worden teruggevonden, zelfs al wordt de URL vermeld. De Modern Language Association (MLA) heeft al voorstellen neergeschreven hoe aan die tweets in de MLA-stijl zou moeten worden gerefereerd. APA heeft nog geen officiële regels opgesteld voor referenties van tweets. Op de APAblog wordt wel al informatie verschaft. voorbeeld van een tweet in de tekst (jvanro, 2012, 3 januari). in de referentielijst jvanro. (2012, 3 januari). Uitzoeken van waarden en normen van jongeren in het nieuwe Europa. [Tweet]. Geraadpleegd op 4 januari 2012 via https://twitter.com/#!/jvanro/status/4965873578924567 Blog en forum Een blog of bericht op een forum wordt op dezelfde manier als een tweet geciteerd: voorbeeld van een blog in de tekst (Kerkhof, 2010, 20 oktober). in de referentielijst Kerkhof, P. (2010, 20 oktober). Wetenschap in 104 tekens. [Blog]. Geraadpleegd op 15 februari 2011 via http://www.peterkerkhof.info/2010/10/20/wetenschap-in-140- tekens/ voorbeeld van een forum in de tekst (Bevernaegie, 2012, 5 mei) in de referentielijst Bevernaegie, B. (2012, 5 mei). Social media for young researchers now. [Forum]. Geraadpleegd op 6 mei 2012 via http:// www.wipo.int/roller/comments/ipisforum/weblog/social media#comments

Vuistregel Indien jouw promotor jou de toestemming geeft om sociale media (tweet, blog, commentaar op een forum ) als bron in jouw eindwerk te gebruiken, volg je bovenstaande regels. Aanvaardt hij dat sociale media worden opgenomen in de referentielijst, alfabetisch tussen de andere bronnen? Of wil hij dat die in een afzonderlijke bronnenlijst - Referentielijst - Sociale media bv. - worden verzameld? Vraag dit na! 6 Referentielijst: wat wordt cursief geschreven en wat niet? Bronnen in de referentielijst worden als volgt geschreven 6 : cursief: boek e-boek tijdschrift (plus volumenummer) e- tijdschrift (plus volumenummer) syllabus brochure rapport eindwerk dagblad cd dvd computerprogramma recht: tijdschriftartikel e- tijdschriftartikel document internetpublicatie website eerste regel van tweet, blog of forum 7 Hoofdstuk 4 - Stijl in stageverslag - p. 109 Studenten hebben vaak de neiging om van een stageverslag een uitgesproken persoonlijk werk te maken. Aangezien aan hen wordt gevraagd samen te vatten wat zij tijdens hun stageperiode hebben gedaan en aangezien enkel zij bepaalde taken hebben volbracht, menen ze dat ze een soort dagboek moeten schrijven. Een stageverslag moet echter ook - zoals een eindwerk of een ander verslag - in een onpersoonlijke, wetenschappelijke stijl worden geschreven: de nadruk ligt op de boodschap, niet op de schrijver. Het is onvermijdelijk dat in dit soort verslag sporadisch naar de persoon (de stagiair, de schrijver van dit stageverslag, jij dus) zal worden verwezen. te persoonlijk Tijdens mijn stage in de firma Mijn stageleider Ik ben naar het bedrijf gegaan en heb daar volgende testen gedaan. 6 Referenties in de tekst zelf worden nooit cursief geschreven, bv. (Zeinstra, 2009), (Terrasbouw, 2013).

beter: onpersoonlijk Tijdens de stage De stageleider In het bedrijf werden volgende testen gedaan. Er wordt niet in dagboekvorm geschreven. Schrijf ook enkel relevante informatie neer. te persoonlijke stijl en te veel irrelevante informatie Ik ben vandaag zoals afgesproken om 8.30u. aangekomen bij LYBRA. De bedrijfsleider Jan Weegschaal verwelkomde mij in zijn kantoren en gaf mij onmiddellijk een korte inleiding. Ik was onmiddellijk verrast door de open indeling van de bureaus en het vele daglicht dat door de ramen binnenkomt. Nadat ik was voorgesteld aan de verschillende werknemers kreeg ik een bureau toegewezen waar ik mocht plaatsnemen. Ik kreeg te horen dat ik vooral zou gaan samenwerken met Charel aan betondossiers. Aangezien ik niet onmiddellijk wist wat men daarmee bedoelde, kreeg ik een aantal mappen met informatie om dit eens te bekijken zodat ik mezelf kon inwerken in de materie. Dit heeft de hele werkdag geduurd. Ik heb verschillende mappen met informatie bekeken. beter: minder persoonlijke stijl en bundeling relevante informatie Na een korte rondleiding in het bedrijf LYBRA door de bedrijfsleider Jan Weegschaal werd de stageopdracht verduidelijkt: samenwerken met Charles aan betondossiers. Wegens te weinig voorkennis over deze materie werd mij de nodige informatie ( over en ) ter beschikking gesteld. 8 Reflectierapport 7 In bepaalde opleidingen moeten studenten een persoonlijke reflectie neerschrijven, soms na elke stap, na elke actie in hun onderzoeksvraag. Studenten kunnen onmogelijk op een onpersoonlijke manier hun eigen mening neerschrijven. Toch mag het ook weer geen persoonlijk dagboek worden met een opsomming van onnodige gegevens. Het is wenselijk om duidelijk een onderscheid te maken tussen de acties die werden ondernomen en de eigen reflectie. Zo kan bv. na de beschreven actie en na één witregel de reflectie cursief worden weergegeven. Let er wel op dat het reflectieverslag niet bulkt van té persoonlijke, volkomen irrelevante gegevens. voorbeeld van studente lerarenopleiding Situering van een praktijkervaring Dit werkverslag gaat over een les lichamelijke opvoeding voor de 3e graad (5e en 6e leerjaar samen). Het thema van de les was voorbereidingsoefeningen voor verspringen. De leerlingen hadden al meerdere lessen i.v.m. dit thema gekregen. Deze les werkte toe naar het uiteindelijke verspringen zoals het bij atletiek ook gedaan wordt. Het was een les van 125 minuten. Beschrijving van de ervaring De les was goed voorbereid. Het doel was om al het materiaal op voorhand klaar te zetten maar dat bleek niet mogelijk te zijn. De leerkracht lichamelijke opvoeding stelde voor om dit samen met de leerlingen te doen tijdens de les zelf. Na de opwarmingsoefening - waarvoor veel ruimte nodig was - werd de zaal in orde gemaakt samen met de leerlingen. Dia ging echter minder vlot dan verwacht omdat de leerlingen bij elke post uitleg nodig hadden. 7 Elke opleiding geeft een eigen benaming aan dit deel van het werkverslag waar de studenten hun leereffecten neerschrijven.

Na die voorbereiding bleef er slechts nog twintig minuten voor de eigenlijke les. De leerlingen hebben in die korte tijd hard hun best gedaan om alle opdrachten tot een goed einde te brengen. Daarna moesten de leerlingen nog opruimen. Reflectie over het eigen functioneren Ik vond het jammer dat ik de les niet kon uitvoeren zoals ik ze had voorbereid. Ik had voorzien om de materialen op te ruimen met de leerlingen. Materialen uitzetten met leerlingen is tijdverlies. Het is onmogelijk om op twee plaatsen op hetzelfde moment aanwezig te zijn: aan de leerlingen uitleggen welk voorwerp ze moeten nemen uit het materialenlokaal en waar ze het in de zaal moeten plaatsen. Indien de sportleerkracht me - voor de les - kort had geholpen dan was at vlug in orde geweest. Nu is er een heel belangrijk deel van de les verloren gegaan. Op het moment zelf heb ik mijn best gedaan om voor elke situatie die voorkwam zo snel mogelijk een oplossing te verzinnen. Dat zorgde uiteraard voor de nodige stress. Tijdens de turnles heb ik wel ingezien op welke manier ik oefeningen kan aanpassen om ze nog beter en leerrijker te maken. Zo weet ik nu ook dat papieren plakband op de vloer krijtlijnen kunnen vervangen. Ik heb vooral geleerd dat de leerlingen probleemloos de toestellen na de les terugplaatsen, maar dat de toestellen wel op voorhand moeten worden klaargezet. 9 Tekst op een poster Welke schrijfstijl gebruik je in een poster? Een persoonlijke stijl? Een onpersoonlijke? Meestal geven studenten een mondelinge presentatie over hun eindwerk aan de hand van een powerpointpresentatie. Tegenwoordig echter wordt steeds vaker aan studenten gevraagd om hun eindwerk voor te stellen met een poster. Het is niet de bedoeling om in deze handleiding uitvoerig in te gaan op het ontwerp van een poster. Op het internet is er veel informatie beschikbaar. Ongetwijfeld zal jouw opleiding ook de noodzakelijke - vereiste - gegevens verschaffen. Het is logisch dat op een poster volgende zaken moeten worden vermeld: titel (onderzoeksvraag bv.), auteur, inleiding, gegevens, resultaten, conclusie. Misschien wil jouw opleiding dat ook de belangrijkste referenties worden opgegeven. Vraag na wat op de poster moet worden geschreven. Onthoud vooral dat de tekst op een poster goed zichtbaar moet zijn vanop 5 meter. Aangezien een poster - net zoals een powerpointpresentatie - een visueel krachtig middel is, volg je de belangrijkste regels als voor een powerpointpresentatie. Schenk daarom aandacht aan volgende raadgevingen: Zorg voor een zeer duidelijke structuur. Hou je tekst zo eenvoudig mogelijk. Gebruik maximaal 1000 woorden. Schrijf bij voorkeur geen volzinnen. Verkort de titel zodat die in het oog springt. Schrijf geen verklarende voetnoten, afkortingen, onbekende acroniemen Denk grafisch: gebruik grafieken, afbeeldingen die je boodschap verduidelijken.

Gebruik een ongeschreefd lettertype 8 zoals arial, calibri Zorg voor een rustig en aangenaam beeld: 40% witruimte 40% grafische invulling 20% tekst Welke schrijfstijl wordt gehanteerd in de tekst op de poster? Hou de regels om zakelijk en duidelijk te formuleren 9 voor ogen, dus: Formuleer zakelijk (dus onpersoonlijk) duidelijk en exact taalkundig juist in de juiste tijd 10 p. 153 Hoofdstuk 6-2.7 Tabellen Indien er in de cellen een doorlopende tekst staat, lijn je enkel links uit. Indien er geen doorlopende tekst is, kan je kiezen: ofwel centreer je het woord in de tabel ofwel lijn je ook links uit. Enkele voorbeelden: Voorbeeld 1 van tabel met doorlopende tekst in cellen (kolom vier) en niet-doorlopende tekst (kolommen een, twee en drie) Tabel 5 - Winnaars Nobelprijs Letterkunde 2005-2010 Jaar Taal Naam Reden 2008 Frans J.M.G. Le Clézio Ontdekt een humaniteit buiten en onder de heersende beschaving. 2009 Duits Herta Müller Tekent het landschap van de ontheemden op. 2010 Spaans Mario Vargas Llosa Brengt machtsstructuren en scherpzinnige beelden van het verzet en de nederlaag van het individu in kaart. Indien er getallen in de cellen zijn, lijn je rechts uit. Bij decimale tekens zorg je voor dezelfde eenheid, met andere woorden: schrijf evenveel cijfers na de komma. 8 In hoofdstuk 6 - Uiterlijke vormgeving - Opmaak - Letters wordt voorgesteld om voor een eindwerk een geschreefd lettertype (Times New Roman ) te gebruiken omwille van het leesgemak. Voor powerpointpresentaties en voor posters echter zijn ongeschreefde letters duidelijker en visueel sterker. 9 De regels om goed te formuleren worden uitvoerig besproken in dit hoofdstuk (Hoofdstuk 4 Ideeën formuleren).

Voorbeeld 2 van tabel met getallen (met decimale en niet-decimale tekens) Tabel 10 - Voedingswaarde van enkele voedingsmiddelen voedingsmiddel eenheid standaardhoeveelheid Kcal eiwit koolhydraat vet aardappelkroket gram 100 356 34,0 28,2 12,0 ananas gram 100 49 0,6 11,6 0,0 andijvie gram 100 17 1,8 2,1 0,2 aardbeien gram 100 24 1,0 5,0 0,0 berlinerbol gram 100 386 5,5 39,1 23,1 Voorbeeld 3 van tabel met getallen (enkel decimale tekens) Tabel 34 - Inkomsten Bellavista week 5 (2 mei tot en met 8 mei 2011) data inkomsten in EUR maandag 2 mei 2011 1.890,75 dinsdag 3 mei 2011 1.666,00 woensdag 4 mei 2011 2.432,10 donderdag 5 mei 2011 1.211,05 vrijdag 6 mei 2011 4.989,00 zaterdag 7 mei 2011 4.999,10 zondag 8 mei 2011 5.234,90 11 Bijlage 1 - Verleden tijd - Voltooid deelwoord - p. 189 3.1.2.1 Vorming met -ge Is de eindklank een van de stemloze medeklinkers van t kofschip (/t/,/k/,/f/,/s/,/ch/,/p/) of de stemloze medeklinker /sj/, zoals in lunchen? Het voltooid deelwoord wordt gevormd door ge-stam-t Voorbeeld ik heb geharkt, ik heb gekaart Is de eindklank niet een van de stemloze medeklinkers van t kofschip (/t/,/k/, /f/, /s/, /ch/, /p/) of de stemloze medeklinker /sj/, zoals in lunchen? Het voltooid deelwoord wordt gevormd door ge-stam-d Voorbeeld dat is gebeurd, ik heb gedweild, zij hebben gekrabd, hij heeft geskied 3.1.2.2 Vorming niet met -ge Niet alle voltooide deelwoorden beginnen met -ge. De meeste werkwoorden die beginnen met de voorvoegsels er-, her-, be-, mis-, ge-, ont- en mis- krijgen geen ge-. Aangezien de stam al uit een voorvoegsel bestaat, wordt niet nog eens het voorvoegsel ge- geschreven.

Het voltooid deelwoord wordt gevormd door stam-t ( t kofschip) of stam-d (niet t kofschip) Voorbeeld verroesten - stam: verroest- de auto is verroest gebeuren - stam: gebeur- Het is gebeurd, zei Erik Van Looy. 3.1.2.3 Onscheidbare werkwoorden 10 De voltooide deelwoorden van onscheidbare werkwoorden worden niet met -ge gevormd. Het voltooid deelwoord wordt gevormd door stam-t ( t kofschip) of stam-d (niet t kofschip) Voorbeeld vergoeden - stam: vergoed- de schade werd vergoed vernieuwen - stam: vernieuw - de zaak wordt spoedig vernieuwd 12 Bijlage 1 - Die - dat - p. 225 We schrijven die als het betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een bepaalde persoon (man of vrouw), personen, bepaalde zaak (mannelijk of vrouwelijk), zaken. De docente De medewerkers die akkoord gaan met de begroting Hij publiceert boeken die aan de basis liggen van De test die verklaarde dat 13 Bijlage 1 - Thema 9 - Verwijswoorden: dit - deze Vooruitwijzend We gebruiken dit of deze als we verwijzen naar wat nog moet volgen in de tekst. Het betekent hier het volgende of de volgende. voorbeeld Het probleem is dit: in het verleden werden In het onderzoek worden enkel deze ingrediënten gebruikt: glucose, Terugverwijzend: spaarzaam gebruik voor vlotte stijl Dit en deze kunnen ook worden gebruikt om terug te verwijzen. Deze/dit komen vooral voor in schrijftaal en kunnen in het bijzonder worden gebruikt voor een terugverwijzing naar iets uit de onmiddellijke nabijheid. 10 Scheidbare en onscheidbare werkwoorden. Indien de klemtoon wel op het voorvoegsel van de infinitief valt (bv. oplichten, overzetten) is dit werkwoord scheidbaar: hij licht op, wij zetten over, hij werd opgelicht, wij hebben overgezet). Indien de klemtoon niet op het voorvoegsel in de infinitief valt (bv. ontstoppen, beklemtonen, overleggen, vergoeden, voorspellen, vernieuwen), is dit een onscheidbaar werkwoord: ik ontstop, hij beklemtoont, jullie overleggen, werd ontstopt, heb beklemtoond, hebben overlegd.

voorbeeld Hij besloot alle werknemers te ontslaan. Dit nieuws kwam uiteraard heel hard aan. In alle andere gevallen is het beter om die/dat of een persoonlijk voornaamwoord (hij, hem, haar, het, ze ) te gebruiken als we verwijzen naar wat voorafgaat in de tekst: ze klinken vlotter en spontaner dan deze/dit, ook in de schrijftaal. voorbeeld correct en vlot De beslissing om 55 van de 125 werknemers te ontslaan, kwam hard aan. De directie heeft die nochtans genomen in eer en geweten. formeel en houterig De directie heeft deze nochtans genomen in eer en geweten. Samengevat correct en vlot Er werd al eerder onderzoek verricht naar de productie en het gebruik van testosteron. Dat leverde verrassende resultaten. Het leverde verrassende resultaten. formeel en houterig Dit leverde verrassende resultaten. correct en vlot In de oefenbundel van het handboek staan 350 oefeningen. De student kan die probleemloos zelfstandig maken.... De student kan ze probleemloos zelfstandig maken. formeel en houterig De student kan deze probleemloos zelfstandig maken. Vooruitwijzend gebruik: Terugverwijzend gebruik: aanwijzende voornaamwoorden deze of dit die/dat of een persoonlijk voornaamwoord 14 Bijlage 1 - Pleonasme - p. 232 Een eigenschap die het woord in zich draagt, wordt herhaald. Dit gebeurt door een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord, een bijwoord en een werkwoord of een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijke bepaling fout ronde cirkel - hoorbaar geluid (bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord) omhoog lanceren (bijwoord en werkwoord) import uit het buitenland (zelfstandig naamwoord en bijvoeglijke bepaling) fout opnieuw herbeginnen juist

opnieuw beginnen herbeginnen 15 Bijlage 1 - Tautologie - p. 232 Een begrip wordt herhaald door een ander woord met dezelfde betekenis. voorbeeld fout Bij sommige klanten, zoals bijvoorbeeld onderwijzers en kunstenaars juist Bij sommige klanten, zoals onderwijzers en kunstenaars Bij sommige klanten, bijvoorbeeld onderwijzers en kunstenaars De grens tussen pleonasmen en tautologieën is niet steeds even duidelijk! In persoonlijke teksten of literaire teksten versterken pleonasmen en tautologieën de gevoelswaarde. In zakelijke teksten zijn ze echter storend en zelfs fout. 16 Bijlage 1 - Hen - hun - ze - p. 234 Indien naar niet-personen (zaken/ dieren) wordt verwezen en indien deze lijdend voorwerp zijn, schrijf altijd ze. voorbeeld De marktonderzoekers zullen de marktgegevens morgen kenbaar maken. De marktonderzoekers zullen ze kenbaar maken. In combinatie met een voorzetsel is ze niet mogelijk. Een constructie met een voornaamwoordelijk bijwoord is dan een oplossing. voorbeeld De fietsen staan tegen de muren. fout: De fietsen staan tegen ze. juist: De fietsen staan daartegen/ ertegen. voorbeeld De paarden staan voor de stallen. fout: De paarden staan voor ze. juist: De paarden staan ervoor/ daarvoor. 17 IOSSO-checklist - Vragen bij onderdelen Is het woord vooraf in orde? Is de abstract kernachtig en juist geschreven? Is de inleiding goed geformuleerd (duidelijke vraagstelling, aankondiging van structuur )? Is de inhoudsopgave duidelijk en verzorgd? Is het corpus goed opgebouwd?

Is de conclusie goed verwoord (antwoord op centrale vraag, korte samenvatting, geen nieuwe elementen )? Is de bronvermelding in de tekst correct en consequent? Is de referentielijst duidelijk en consequent? ------------- 18 Bijlage 3 Bijlage 3 - Kenmerken van een paper: inhoud, onderdelen, opmaak, taal en schrijfstijl Onderzoekers noteren de resultaten van hun onderzoek in een paper, dat vaak in een technischwetenschappelijk tijdschrift wordt gepubliceerd. In bepaalde opleidingen schrijven studenten ook al een paper. Er zijn vele gelijkenissen tussen een eindwerk en een paper, maar er zijn ook grote verschillen. Het grootste verschil is vanzelfsprekend de lengte: een paper is veel korter dan een eindwerk. Dat verschil in omvang heeft zijn gevolgen: bijlages en inhoudsopgave komen meestal niet aan bod in een paper. Zowel de inleiding, het middenstuk als de conclusie zijn korter. De bladspiegel is veel compacter en er is minder witruimte. Wat nu volgt, is algemeen aanvaard, maar het is mogelijk dat jouw opleiding of dat het tijdschrift waarin je later zal publiceren aanvullende eisen stelt in verband met o.a. de beschikbare ruimte (aantal pagina s, woorden of tekens), de verplichte onderdelen, de refereerstijl, het lettertype, de lettergrootte, de regelafstand, de lay-out van de tekst (misschien in kolommen). * Inhoud In de paper wordt een bepaalde onderzoeksvraag grondig uitgewerkt. Elk onderdeel van de paper wordt tegen het licht van die onderzoeksvraag gehouden. Zorg er dan ook voor dat de vraag zelf voldoende duidelijk geformuleerd wordt. In de enkele pagina s die je ter beschikking staan, zal je jouw volledig verhaal situeren, toelichten, voldoende verduidelijken en kaderen binnen een groter onderzoekgeheel. Een paper schrijven is dus een hele uitdaging! * Opbouw en structuur Een paper is onderverdeeld in verschillende onderdelen. Vaak is de inhoud van een onderdeel in een paper dezelfde als in een eindwerk. De belangrijkste verschillen worden nu duidelijk gemaakt. De onderdelen worden onder elkaar geplaatst; ze beginnen niet telkens op een nieuwe pagina. Titel (gecentreerd) De onderzoeksvraag komt duidelijk in de titel naar voren. De vraag wordt niet verder uitgelegd. Auteur(s) met hun affiliatie 11 (meestal in een kleiner lettertype) Abstract 12 Een abstract is als het ware een venster naar je paper. Het helpt de lezer te ontdekken wat er in de paper zelf allemaal te lezen valt. 11 Onder affiliatie worden verstaan: de naam van de auteur(s), de contactgegevens (bij voorkeur een e-mailadres) van ten minste een auteur, de instelling, de vakgroep waartoe de auteur(s) behoort/behoren. 12 Meer informatie over abstract vind je in dit handboek - Hoofdstuk 3 Onderdelen van een eindwerk - 4 Abstract.

* Kernwoorden (maximaal vijf) * Samenvatting 13 Sommige databanken zoeken enkel in de titel en de abstract. Indien je de volledige paper wenst te raadplegen, moet je meestal betalen (eenmalig of via een abonnement). Het is daarom belangrijk dat de abstract een goede samenvatting biedt. Inleiding 14 De inleiding van een paper is korter dan die van een eindwerk 15. Middenstuk 16 Het middenstuk wordt uitgewerkt in verschillende paragrafen volgens een zelf gekozen indeling 17. Ideeën die bij elkaar horen, worden in een alinea samengebracht. Alinea s die samen horen, worden in een paragraaf gebundeld. Slot 18 Het slot van een paper is korter dan dat van een eindwerk 19. Bronvermelding 20 Alle geraadpleegde bronnen worden verzameld en genoteerd volgens de referentiestijl die de opleiding of het tijdschrift je oplegt. * Opmaak 21 Vaak wordt de tekst compact geplaatst, met enkele regelafstand. De start van een nieuwe paragraaf (inleiding, paragraaf uit middenstuk, slot ) wordt nooit voorafgegaan door een witregel. Er is niet veel witruimte in de tekst en de tekst wordt compacter gezet dan in een eindwerk. * Taal en schrijfstijl 22 Net zoals voor eindwerken wordt een onpersoonlijke, zakelijke, exacte schrijfstijl gebruikt. Typografische fouten, spelfouten en taalfouten zijn vanzelfsprekend ontoelaatbaar. Dezelfde begrippen worden met dezelfde woorden omschreven. Het is overbodig om voor synoniemen te formuleren, want ze verminderen de duidelijkheid van de tekst aanzienlijk. Symbolen worden eenduidig gedefinieerd en gebruikt. Eenzelfde symbool komt steeds met hetzelfde begrip overeen en dit in de gehele tekst, inclusief figuren, tabellen en vergelijkingen. 13 In een paper van zes pagina s zal de abstract ongeveer tien lijnen zijn. 14 Zie ook in dit handboek - Hoofdstuk 3 Onderdelen van een eindwerk - 8 Inleiding. 15 In een paper van zes pagina s zal de inleiding ongeveer 5 % bedragen: een derde van een pagina. 16 Zie ook in dit handboek - Hoofdstuk 3 Onderdelen van een eindwerk - 9 Corpus en ook 11.7 Bronvermelding in de tekst. 17 Zie veel uitgebreider in dit handboek - Hoofdstuk 5 Ideeën structureren. 18 Zie ook in dit handboek - Hoofdstuk 3 Onderdelen van een eindwerk - 10 Conclusie. 19 In een paper van zes pagina s zal de conclusie ongeveer 5 % bedragen: een derde van een pagina. 20 Zie ook in dit handboek - Hoofdstuk 3 Onderdelen van een eindwerk - 11.8 Bronvermelding in de referentielijst. 21 Zie ook in dit handboek - Hoofdstuk 6 Uiterlijke vormgeving. 22 Zie veel uitgebreider in dit handboek - Hoofdstuk 4 Ideeën formuleren.