Gemeente Oostzaan Buiten gewoon Raad GESCAND OP -9 mi 2o;5 Gemeente Oostzaan Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1 511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1 530 AA WortTier Telefoon 075 651 2100 Fax 075 651 2244 E-mail antwoord@over-gemeenten.nl Internet www.oostzaan.nl Beleid en regie Uw kenmerk / Uw brief 34/ 1 5 Ons kenmerk 15-004900 Datum 27 mei 201 5 Behandelend ambtenaar C_, CjarCla Onderwerp Beantwoording raadsvragen regionaal beleidskader social return Afdeling B&R Geachte raadleden, Wij hebben op 19 mei een aantal schriftelijke vragen van u ontvangen naar aanleiding van het voorgestelde beleidskader social return. Graag willen we in deze brief antwoord geven op de door u gestelde vragen. Vraag 7. Bestaat het voornemen om ook op de gebieden als duurzaamheid, sociaie voii<shuisvesting en economische ontwii<i<eiingen tot regionaai of ioi<aai beieid te i<omen? Antwoord: We hebben het voornemen om dit jaar integraal inkoopbeleid te ontwikkelen met daarin opgenomen de door u genoemde gebieden. Tevens zal social return in dit beleid worden opgenomen. Vraag 2. Onduideiijk zijn de grenzen van de iokaie beleidsruimte om Sociai Return ais gunningcriterium ai dan niet toe te passen. Kunnen er voorbeeiden worden gegeven? Antwoord: Per opdracht zal afgewogen worden of social return als gunningcriterium wordt opgenomen, bovenop de contracteis. Leidend voor deze afweging is de aard en type van de opdracht en andere toe te passen criteria. Hieronder benoemen we een aantal fictieve voorbeelden: Voorbeeld 1: Voor het bomenonderhoud wordt een opdracht uitgeschreven ter waarde van 200.000. De loonsom bedraagt meer dan 30% en daarom wordt de contracteis social return 5% ( 10.000). Er wordt besloten om ook social return als gunningcriterium op te nemen. Afweging is dat er doorgaans veel werk is in het bomenonderhoud voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er wordt voor deze opdracht verder geen criteria opgenomen zoals duurzaamheid of economische ontwikkeling en daarom wordt ingeschat dat de invulling van een hoger percentage dan 5% realistisch is. Wilt u bij reacties altijd de datum en ons kenmerk vermelden.
De gunning wordt vervolgens verleend aan een bedrijf dat inschrijft op 4% social return, bovenop de contracteis. Social return (9% 1 8.000) wordt vervolgens ingevuld met het aannemen van iemand uit de WSW voor 1 6 uur in de week gedurende een jaar. Voorbeeld 2: Alle computers moeten opnieuw worden geïnstalleerd. De opdrachtwaarde bedraagt 250.000. Social return als contracteis bedraagt 5% ( 1 2.500). Voor deze opdracht wordt social return niet als gunningcriterium opgenomen. Afweging hierbij is dat er weinig kandidaten zijn uit de doelgroep die de kwaliteiten en kwalificaties beschikken om het werk bij dit soort bedrijven te kunnen verrichten. Het is niet realistisch om boven de contracteis ook een gunningcriterium op te stellen. Na gunning wordt afgesproken dat social return wordt ingevuld met iemand uit de Participatiewet <2 jaar voor de duur van 6 maanden 24 uur per week ( 10.000). Het resterende bedrag ( 2.500) wordt geïnvesteerd in een opleiding ( 1.500) en interne begeleiding ( 1.000). Vraag 3. Leidt het proportionaliteitsbeginsel er toe dat de kleine gemeenten eerder social return als gunningcriterium kunnen loslaten dan grote gemeenten, gezien het drempelbedrag van 100.000? Zo Ja, hoe komt Oostzaan dan toch tot realisatie van de wettelijke verpiichting en de regionale norm van 5%? Antwoord: Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben wij het antwoord in 3 delen opgedeeld. 1. Regionale afspraak social return als contracteis Met het vaststellen van dit regionaal beleidskader zeggen alle gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland toe dat zij social return als contracteis toepassen, bij inkoop/aanbestedingen boven de 100.000, en het regionaal protocol zullen hanteren. 2. Social return als gunningcriterium Het is per opdracht afhankelijk of social return ook als gunningcriterium wordt opgenomen. Leidend in de afweging is de aard en type van de opdracht, en in verhouding met andere op te stellen criteria. De opdrachtwaarde zal in mindere mate meewegen dan eerder genoemde punten. De verwachting is niet dat er verschil zal ontstaan tussen de gemeenten in het toepassen van het gunningcriterium. Het is namelijk in het belang van alle gemeenten dat zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans krijgen op de arbeidsmarkt. 3. Sociaal akkoord en 5% garantiebanen Met het sociaal akkoord hebben alle werkgevers toegezegd banen te creëren voor mensen met een beperking. Bedrijven met 25 personeel of meer hebben toegezegd 5% van het personeelsbestand te laten bestaan uit mensen met een beperking. De verantwoordelijkheid van het nakomen van deze afspraak ligt bij de werkgevers en niet bij de gemeente. Gemeente Oostzaan zal zelf ook banen creëren voor de doelgroep. Dit staat echter los van dit beleidskader. Het beleidskader geeft echter wel de mogelijkheid om de bedrijven met een sociaal personeelsbeleid te belonen. Zodra het personeelsbestand van een opdrachtnemer reeds pag. 2/5
bestaat uit meer dan 5% mensen met een beperking, zal deze vrijgesteld kunnen worden van social return als contracteis. Vraag 4. Het maximeren van het social return percentage op 15% zou er toe kunnen leiden dat het aantal mensen met een beperking in Oostzaan het groen onderhoudt daalt t. o. v. de huidige situatie ais Baanstede Groen verzeifstandigt. (Nu is het inbesteden bij een GR.) Kan niet worden voistaan met het opnemen van de terugvordering ex art. 6:74 BW (p. 9 beleidsnotitie) of van een ontbindende voorwaarde in de overeenkomst ais men meer beioofd dan waarmaakt? Antwoord: Zodra een privaat bedrijf besluit om Baanstede Groen over te nemen gaan de medewerkers over naar dit bedrijf. Het personeelsbestand zal direct met deze overname uit meer dan 5% mensen met een beperking bestaan. De gemeente kan het bedrijf vrijstellen van een social returnverplichting op grond van een sociaal personeelsbeleid. De ervaring is dat bedrijven geneigd zijn meer social return te beloven dan zij waar kan maken. Het terugvorderen is erg arbeidsintensief en willen we zoveel mogelijk voorkomen. We hebben daarom besloten om een maximum op te stellen. De ervaring is dat invulling van social return van meer dan 1 5% onrealistisch is. Vraag 5. Ook bij 'werken' worden vaak ZZP'ers ingeschakeid door aannemers en ontwikkeiaars. Tellen die mee bij de loonsom?zo niet, is er dan een kans dat werkgevers ZZP'ers gaan inzetten om de ioonsom onder de 30% van de opdrachtwaarde te houden? Antwoord: De loonsom wordt berekend over de totale opdrachtwaarde, onafhankelijk hoe de opdrachtnemer zijn werk organiseert. Zodra hij ZZP'ers inschakelt voor het werk dan zal dit, in dit geval, meegeteld worden bij de loonsom. Vraag 6. Is de gemeente bereid zeif het goede voorbeeid te nemen en voor 5% van de ioonsom de benodigde ambteiijke capaciteit van OVER mensen in te zetten die vallen onder de genoemde categorieën? Antwoord: OVER wil graag het goede voorbeeld geven. We zijn vanaf vorig jaar bezig om in samenwerking met de afdeling HRM en Beleid en Regie werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Recent heeft OVER iemand met een beperking in dienst genomen. Vraag 7. Ook mensen met een beperking of met een andere afstand tot de arbeidsmarkt kunnen ZZP' er zijn. is de gemeente bereid om bij de ievering van diensten ook zo mogeiijk met het inhuren van die ZZP'ers het goede voorbeeld te geven? Antwoord: Het zal afhankelijk zijn van het soort opdracht en andere inschrijvers of we een ZZP'er met een beperking voorrang kunnen geven. In principe is het doel van de gemeente om alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een duwtje in de rug te geven. Vraag 8. Wat is begeleiding en wat is opleiding in het geval van een werkervaringspiaats? Het een telt niet mee en het ander wel. pag. 3/5
Antwoord: Het doel van een werkervaringsplaats is dat iemand ervaring kan opdoen met behoud van een uitkering, zodat hij/zij vaardigheden kan aanleren die nodig zijn voor regulier betaald werk. De opdrachtnemer hoeft geen loon uit te betalen. In ruil voor deze arbeidskracht levert de opdrachtnemer de begeleiding op de werkplek. Vanwege deze reden kan begeleiding niet meetellen in het geval van een werkervaringplaats. Een opleiding kan in overleg met de gemeente eventueel wel meegeteld worden. Het verschil is dat een opleiding een certificaat of diploma oplevert die bruikbaar is buiten het betreffende bedrijf waar de werkervaring wordt opgedaan. Vraag 9. 50% inzet social return moet bestaan uit uitkeringsgerechtigden ofsw'ers de rest uit stagepiaatsen e. d. i-ioe zit tiet met weri<zoei<enden met een beperi<ing die geen uiti<ering tiebben en niet in de SW zitten? Antwoord: Doel van deze richtlijn is dat er concreet werkgelegenheid wordt gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeente geeft mensen die in een uitkeringsituatie zitten of in de SW zitten voorrang, omdat deze doelgroep het extra moeilijk heeft om aan een reguliere baan te komen. De overige 50% kan ingevuld worden met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die geen uitkering hebben of in de SW zitten. Vraag 10. Worden de i<ansen voor het MKB om opdrachtnemer bij de gemeente te worden niet vericieind door de bureaucratie die het protocol met zich meebrengt? Antwoord: Het is niet de bedoeling van de gemeente om de kansen voor het MKB te verkleinen. Echter willen we kwetsbare mensen ook extra helpen om regulier betaald werk te kunnen doen. Het beleidskader geeft naar onze mening voldoende ruime om maatwerk toe te passen, zodat we niet rigide de regels hoeven toe te passen. Het drempelbedrag is mede opgenomen om overbodige bureaucratie te vermijden in verhouding met het resultaat dat beoogd wordt. Uit de evaluatie zal moeten blijken of deze toepassingen voldoende zijn. Vraag ii. Wat vinden de iverkgevers van het voorgestelde beleid? Antwoord: Het beleid is besproken met een aantal werkgevers in de regio. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten zijn een aantal wijzigingen in het concept aangebracht. De werkgevers die wij hebben gesproken staan achter dit beleid. Vraag 12. Tekst voor werkgevers is matig. Kan de tekst pakkender en activerender worden gemaakt? Antwoord: Het protocol is bedoeld voor de opdrachtnemers die de opdracht is gegund en precies moeten weten wat van hen wordt verwacht. We gaan aanvullende teksten schrijven om op te nemen in de aanbestedingsdocumenten en als communicatie naar bedrijven. Deze teksten zullen activerend en korter worden dan het protocol. pag. 4/5
We vertrouwen erop dat we u op deze wijze voldoende hebben geïnformeerd. Met vrieriaelijk b u rg e rneeste^^gf wetfi o u d e rx G. Ko secretaris (. Meërhof burgemeester pag. 5/5