Datum : 28 maart 2012 Van : Sharon Smit, programmamanager Kennis- en Adviescentrum RPA-NHN tel: 06-51177230, e-mail: sharonsmit@rpa-nhn.nl Onderwerp : Informatie programma inclusieve arbeidsmarkt Noord-Holland Noord 1. Achtergrond Ontwikkelingen De komende jaren krijgen de partners op de arbeidsmarkt te maken met nieuwe uitdagingen die voortkomen uit ontwikkelingen op financieel gebied (oa. teruglopende budgetten), op arbeidsmarktbeleid (oa. verdwijning werkpleinen), op demografisch gebied (oa. de dubbele vergrijzing) en op het gebied van nieuwe wetgeving (oa. WWNV). Die uitdagingen komen samen in een paradigma dat helpt oplossingsrichtingen vanuit een nieuw perspectief te benaderen. Het college van Alkmaar heeft zich laten inspireren door het Maasland denken van het CNV. Het streeft ernaar om de partijen op de arbeidsmarkt meer te betrekken bij de vormgeving en uitvoering van het arbeidsmarktbeleid en hen ook meer nadrukkelijk eigenaar te laten zijn van de oplossing van vraagstukken op die arbeidsmarkt. De gemeenten Hoorn en Den Helder onderschrijven deze gedachte. Inclusieve arbeidsmarkt Vanuit de Maaslandgedachte is in de regio Noord-Holland Noord een programma ontwikkeld met als doel het privaat eigenaarschap te versterken en te verbinden met succesvolle elementen van het publieke arbeidsmarktbeleid: het programma inclusieve arbeidsmarkt. De inclusieve arbeidsmarkt is een arbeidsmarkt waaraan mensen zoveel mogelijk en duurzaam meedoen, ook als er sprake is van beperkingen. Uitgangspunt is dat werkgevers en werknemers de krachten bundelen om iedereen aan het werk te helpen. Er is sprake van een participatierecht (naar vermogen) op de arbeidsmarkt: van baanzekerheid naar werkzekerheid. In een sterk veranderende arbeidsmarkt vraagt dat om innovatie, het ontwikkelen van nieuwe arrangementen en zoeken naar een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling. Actieplan Jeugdwerkgelegenheid In de regio Noord-Holland Noord is in de periode 2009-2012 uitvoering gegeven aan het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid (AJW). Uit de evaluatie van het AJW blijkt dat de versterkte samenwerking in de regio concrete resultaten heeft opgeleverd: 9625 jongeren zijn geplaatst op een baan, stage of leerwerkbaan. Voor het actieplan zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld die worden ingezet op bestaande en nieuwe initiatieven om jongeren richting werk te begeleiden. De samenwerkende gemeenten hebben besloten de resterende middelen van het AJW in te zetten voor het programma inclusieve arbeidsmarkt om de regio voor te bereiden op de nieuwe uitdagingen en daarbij de succesfactoren van de samenwerking in het AJW te benutten.
RPA-NHN In het RPA-NHN zijn de meest essentiële op de arbeidsmarkt betrokken partijen vertegenwoordigd om de inclusieve arbeidsmarkt vorm te kunnen geven. Deze gedachte sluit aan op de doelstelling van het RPA- NHN, namelijk het realiseren van duurzame samenwerkingsverbanden ten behoeve van een optimale aansluiting tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt. De samenwerkende gemeenten willen derhalve het RPA-NHN inzetten om de inclusieve arbeidsmarkt nader vorm te geven en zijn bereid hiervoor de resterende middelen vanuit het AJW in te zetten. 2. Programma inclusieve arbeidsmarkt Om de inclusieve arbeidsmarkt vorm te kunnen geven is een aantal pijlers benoemd, namelijk: a) Stroomlijnen werkgeversdienstverlening arbeidsmarkt b) Uitbreiden van plaatsingsmogelijkheden c) Ontwikkelen arrangementen met sociale partners d) Omvormen dienstverlening jongeren e) Experimenteren met de Werkschool f) Uitvoeren competentie ontwikkelingsprogramma Deze pijlers zijn aandachtsgebieden voor het programma inclusieve arbeidsmarkt die de komende periode verder moet worden verkend, worden geconcretiseerd en worden uitgevoerd zodat uiteindelijk arrangementen ontstaan in de regio Noord-Holland Noord die oplossingen bieden voor een duurzaam arbeidsmarktbeleid. Succesvolle bestaande arrangementen worden gebundeld en transparant gemaakt en er zullen met werkgevers en werknemers nieuwe arrangementen ontwikkeld worden; van werk naar werk maar ook van uitkering naar werk. Dat levert winst op voor alle partijen: - Winst voor de overheid, want minder uitkeringen - Winst voor de werkgever, want minder premie - Winst voor de werknemer, want minder werkloosheid Hieronder worden de pijlers nader toegelicht: a) Stroomlijnen werkgeversdienstverlening De dienstverlening aan werkgevers is nu nog sterk versnipperd en wordt op zeer uiteenlopende wijze ingevuld. Werkgevers hebben hier steeds meer moeite mee en het komt de effectiviteit van de afzonderlijke organisaties niet ten goede. Het kabinet zal in de nieuwe Wet Werken naar Vermogen eisen opnemen ten aanzien van de regionale vormgeving van de werkgeversdienstverlening. UWV en gemeenten zullen vooruitlopend daarop, al dan niet met de SW-bedrijven, samenwerkingsafspraken maken over complementaire dienstverlening aan werkgevers. b) Uitbreiden van plaatsingsmogelijkheden De afgelopen jaren is de samenwerking van publieke organisaties met branches en sectoren zoals zorg en techniek versterkt via brancheservicepunten. Ook gemeenten participeren in die samenwerking maar te beperkt om echt gebruik te maken van de bijdrage van verschillende partijen die hierin meedoen, zoals werkgevers, onderwijsinstellingen, bedrijfsscholen en kenniscentra. Meer gemeenten zouden er gebruik van kunnen maken en er is meer uit te halen als gemeenten hun deelname beter weten te organiseren.
Een ander punt dat hiermee samen hangt is het beschikbaar hebben van voldoende plekken om jongeren en andere doelgroepen op een laagdrempelige manier werkervaring en ritme te laten opdoen. Veelal gebeurt dit nu bij of via SW-bedrijven. Deze constructies zijn niet meer betaalbaar voor gemeenten, maar de behoefte aan deze plekken bestaat nog wel. Die zouden dan bij voorkeur bij reguliere bedrijven moeten ontstaan, tegen lagere kosten. Vanuit de regio zou dit een impuls kunnen krijgen via een betere invulling van de social return on investment (SROI). Dat houdt in dat bij publieke aanbestedingen ongeveer 5% van de loonsom bij een klus ingevuld wordt door leerlingen of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. SROI bestaat al enige tijd, maar de plaatsingsmogelijkheden worden door gemeenten nog onvoldoende benut. Daarnaast is er geen eenduidigheid tussen gemeenten over de wijze waarop zij SROI invullen. Met de branche-organisaties wordt een regionale format ontwikkeld om een goede en eenduidige invulling te geven aan SROI. c) Ontwikkelen arrangementen met sociale partners Het Maaslandmodel gaat uit van een recht op participatie in plaats van een recht op sociale zekerheid. Het tracht een maatschappelijk alternatief te ontwikkelen voor het bestaande beleid in de sociale zekerheid en de wijze van bevordering van arbeidsparticipatie. Een groot deel van de verantwoordelijkheid komt daarbij te liggen bij de sociale partners (werkgevers en werknemers). De overheid trekt zich terug uit haar rol van intermediair en geeft de sociale partners de ruimte om zelf oplossingen te bedenken en uit te voeren. Het model past uitstekend bij de nieuwe omstandigheden en biedt kansen voor de regio. Gemeenten en sociale partners zullen, vanuit een andere verantwoordelijkheidsverdeling, afspraken maken over nieuwe arrangementen van werk naar werk en van uitkering naar werk. In de vorm van een korting op de ww-premie wordt een regionaal fonds gecreëerd om mensen duurzaam inzetbaar te houden, mobiliteit te bevorderen en kansen te creëren voor mensen met een uitkering. d) Omvorming dienstverlening jongeren In het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Noord-Holland Noord hebben we de dienstverlening aan jongeren in onze regio samengebracht in de zogeheten jongerenloketten. Daarin werken sociale diensten, leerplicht, RMC en UWV samen om jongeren intensief te ondersteunen richting onderwijs of arbeidsmarkt. Vooral kwetsbare jongeren (jongeren zonder startkwalificatie en/of multiproblematiek) zijn gebaat bij die ondersteuning. De komende periode is er minder geld beschikbaar om jongeren te ondersteunen bij hun zoektocht. Daarnaast is de decentralisatie van de jeugdzorg in volle gang. Beide ontwikkelingen worden op subregionaal niveau afzonderlijk aangepakt. Vanuit arbeidsmarktperspectief is het zinvol om de samenwerking in de jeugdzorg tussen gemeenten op regionaal niveau te organiseren en daarbij te sturen op het leiden van de jongeren naar de arbeidsmarkt. e) Experimenteren met de Werkschool Een belangrijk deel van de nieuwe instroom in de Wet Werken naar Vermogen heeft een schoolverleden in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO). Op landelijk niveau is de Werkschool ontwikkeld, een netwerk van onderwijsinstellingen, gemeenten, jeugdzorg, etc.) die samen proberen deze doorstroom te doorbreken door deze jongeren eerder en beter te ondersteunen bij het realiseren van een zo zelfstandig mogelijk bestaan op de arbeidsmarkt. Het concept van de Werkschool richt zich op het realiseren van de coördinatie van inzet en middelen van de betrokken organisaties.
f) Uitvoeren competentie ontwikkelingsprogramma De omstandigheden stellen nieuwe eisen aan onze organisaties en roepen nieuwe kennisvragen op. Er is behoefte aan versterking van kennis en competenties van bestuurders, managers en beleidsmakers die betrokken zijn bij de vormgeving en aansturing van het arbeidsmarktbeleid in de regio. Hierbij gaat het om kennis en competenties op het gebied van regelgeving, beleidsvraagstukken, modellen, methodieken, projectmatig werken, trends en prognoses door middel van training, intervisie, onderzoek, advies, werkconferenties en inbreng van deskundigheid uit bijvoorbeeld wetenschappelijke kring. Het competentie ontwikkelingsprogramma bevordert een efficiënte inzet van middelen voor ontwikkeling van kennis en competenties en bevordert de brede versterking van de arbeidsmarktpartners in de regio. 3. Projectorganisatie Stuurgroep RPA-NHN De stuurgroep RPA-NHN is opdrachtgever van het programma inclusieve arbeidsmarkt. De stuurgroep komt 4x per jaar bij elkaar. In de stuurgroep RPA zijn vertegenwoordigd: namens de gemeenten: - wethouder Kloos van de gemeente Alkmaar (voorzitter) - wethouder Binnendijk van de gemeente Heerhugowaard - wethouder Ruppert van de gemeente Hoorn - wethouder Visser van de gemeente Den Helder namens UWV: - Maud van Vuren, regiomanager UWV Noord-Holland Noord namens de werkgeversorganisaties: - dhr. T. Pennink, directeur Kamer van Koophandel Noordwest Holland namens de onderwijsorganisaties: - dhr. J.H.G. van de Langenberg, voorzitter College van Bestuur van het Horizon College Van de leden van de stuurgroep wordt nemen de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming rondom het programma inclusieve arbeidsmarkt, zetten daar waar nodig hun achterban in ten behoeve van de resultaten en treden op als ambassadeur voor het programma. De Algemene Vergadering en expertgroep van het RPA-NHN De Algemene Vergadering en expertgroep van het RPA-NHN dienen als klankbord voor het programma inclusieve arbeidsmarkt. Tijdens de overleggen zullen regelmatig de voortgang en resultaten gepresenteerd en besproken worden. Daar waar nodig wordt een beroep gedaan op de individuele leden. Het Kennis- en Adviescentrum RPA-NHN Het Kennis- en Adviescentrum RPA-NHN ondersteunt de projectleiders en stuurgroep met advies, communicatie, organisatie, administratie en netwerk.
Projectleiders Voor elke pijler wordt een projectleider - intern of extern aangesteld. De projectleiders zijn verantwoordelijk voor het vormgeven van één van de pijlers van het programma. De algehele projectleider is verantwoordelijk voor de coördinatie van het volledige programma. Naar verwachting neemt het projectleiderschap 2-3 dagen per week in beslag. In verband met het inzetten van publieke middelen voor het programma worden de projectleiders voor de verschillende pijlers en de algehele projectleiding volgens de gemeentelijke procedure geworven te worden. De vacatures zijn daarom intern uitgezet binnen de gemeenten Hoorn, Den Helder en Alkmaar. Gestreefd wordt naar een zo evenredig mogelijke verdeling tussen de drie regio s. Mochten zich geen geschikte kandidaten melden, dan zal extern geworven worden. 4. Financiën De financiering van het programma inclusieve arbeidsmarkt gebeurt uit regionale middelen die gereserveerd zijn vanuit het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Noord-Holland Noord. Deze middelen zijn op dit moment onder gebracht bij de penvoerder van het AJW, de gemeente Alkmaar en zullen worden overgeheveld naar de stichting RPA-NHN. 5. Processtappen Na de benoeming van de projectleiders, de belegging van het opdrachtgeverschap en de overheveling van de financiën kan worden gestart met de uitvoering van het programma inclusieve arbeidsmarkt. Daarvoor zal eerst een kick-off bijeenkomst worden georganiseerd door de algehele projectleiding. In deze kick-off bijeenkomst worden inhoudelijke en procedurele afspraken gemaakt over de verdere uitvoering van de zes pijlers. Deze bijeenkomst dient als gezamenlijk vertrekpunt voor het programma. Vanaf dat moment wordt door elke projectleider middels pijler-specifieke plannen verdere invulling gegeven aan elke pijler. Via periodieke afstemming met de algehele projectleiding en de opdrachtgever vindt vervolgens afstemming plaats over de voorgang en de onderlinge samenhang tussen de programma s.