Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur 17 april 2001 Nr.: 2001-06669-6669, IWW Nummer 23/2001 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende het Huis voor de Sport SAMENVATTING: Via deze voordracht leggen wij voor de opzet van het Huis voor de Sport in organisatorische en formatieve zin. 1. Inleiding De provinciale Sportnota 'Samen sterk voor de lokale Sport' is door Provinciale Staten op 31 mei 2000 vastgesteld. De inhoud van de sportnota richt zich op versterking van de ondersteuning van de lokale sport samen met welzijn, onderwijs, buurt- en jeugd- en jongerenwerk. In september 2000 is de Statencommissie Welzijn, Zorg en Cultuur op de hoogte gebracht over de positieve beslissing van het Ministerie van VWS omtrent de gezamenlijke (regio-)aanvragen in het kader van de breedtesportimpuls, waardoor de aankomende zes jaar een bedrag van ca. ƒ 11 miljoen beschikbaar is voor de (breedte)sport in de provincie Groningen. In onze brief van 5 oktober 2000 inzake Positionering Welzijnsinstituten hebben wij aangegeven toe te willen werken naar een nieuwe entiteit ('Huis voor Sport en Bewegen'). Voor de inrichting van de nieuwe werkorganisatie, het ontwikkelen van een visie op de (bestuurlijke en management) aansturing en het geven van mogelijke samenwerkingsrelaties met andere partners, hebben wij een externe procesmanager/kwartiermaker aangezocht, zoals ook aangekondigd in onze brief van 11 januari 2001, nr. 2001-667, IWW, aan de Statencommissie Welzijn, Zorg en Cultuur. Voor het eindrapport van de kwartiermaker (de heer H. Kastermans van het bedrijf Bestuur Management Consultans (BMC)), waarin een aantal aanbevelingen zijn gedaan, verwijzen wij u naar de bijlage van het BMC. Hiernaast hebben wij in onze brief van 16 maart 2001 met als onderwerp 'Ontwikkelingen in het welzijnsbeleid', de Statencommissie Welzijn, Zorg en Cultuur o.a. verder geïnformeerd over de ontwikkelingen t.a.v. het Huis voor de Sport (voor deze brief verwijzen wij u naar de kopie van de brief die als bijlage is bijgevoegd). 23-1
2. Ontwikkeling naar het Huis voor de Sport Het belang van sport voor de maatschappij wordt de laatste jaren in toenemende mate onderkend. Investeringen in de sport worden terugverdiend doordat de sportwereld direct of indirect kan bijdragen aan het voorkomen of terugdringen van kostbare maatschappelijke problemen. Dit inzicht heeft een aantal jaren geleden een belangrijke omslag teweeggebracht bij de sportorganisaties en de rijksoverheid. Uit verschillende signalen en onderzoeken (landelijk en lokaal) is gebleken dat met name de traditionele sportverenigingen kampen met een scala aan problemen. Indien dit zich voortzet, dan is de verwachting dat de kwaliteit en kwantiteit van de sportverenigingen - en het daarmee gepaard gaande maatschappelijke nut - ernstig zullen worden aangetast. Grote problemen bij de sportverenigingen zijn o.a. de financiële draagkracht, de terugloop van vrijwilligers, terugloop van ledenaantal, (te) beperkte kennis van het bestuurlijk kader en (het nog niet kunnen inspelen op) de veranderende vraag van de consument. De sportverenigingen (en andere sportaanbieders) moeten zodanig worden toegerust en ondersteund, dat zij om kunnen gaan met de nieuwe eisen die aan hen gesteld worden. In het nieuwe beleid zoals verwoord in de sportnota "Samen sterk voor de lokale sport" richt de provincie zich op: het versterken van met name sportverenigingen; het ondersteunen bij het integraal inzetten van sport, ter versterking van de algemene lokale sociale infrastructuur; het ondersteunen bij het leggen van verbanden tussen sport (en sportverenigingen) en andere sectoren als onderwijs, recreatie, jeugd- en welzijnswerk en gezondheidszorg. Hiertoe dient er een stevig fundament te komen t.a.v. de sportverenigingsondersteuning en sportontwikkelingen en zullen de gemeenten geholpen worden bij projecten die bijdragen aan de versterking van de lokale infrastructuur. De relatie met o.a. welzijn is met name verankerd in de breedtesportstimuleringsplannen van de 24 gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn sport en school, sport en buitenschoolse opvang, sport en jeugd, sport en buurt. Om de betrokkenheid te waarborgen zal in het bestuur van Stichting Huis voor de Sport 1 of 2 personen zitting hebben die affiniteit hebben, dan wel afkomstig zijn uit de kring van onderwijs, welzijn, jeugd- of buurtwerk. Locatie Er is door de stuurgroep Huis voor de Sport gekozen om het instituut te huisvesten in Hoogezand. Bij die keuze voor de huisvesting is er gelet op de - centrale - locatie alsmede de kosten t.o.v. mogelijke andere locaties. 3. Nieuwe organisatie Huis voor de Sport Omdat de provincie niet de enige partij is als het gaat om de breedtesport, wordt het beleid in gezamenlijke regie met de gemeenten ontwikkeld en uitgevoerd. Dat heeft ook gevolgen voor de ondersteuningsstructuur. Er kan slechts een structuur tot stand komen, indien daar een zo breed mogelijk draagvlak voor aanwezig is. Dat heeft geresulteerd in het opzetten van een nieuwe werk- en organisatievorm voor de breedtesport die het meest tegemoet komt aan datgene dat met de breedtesport-impuls wordt beoogd, nl. herkenbaarheid, goede aansluiting bij de landelijke infrastructuur, optimalisering van de 23-2
mogelijkheden om financiële middelen te genereren, verbinding van sport met onderwijs, sociaalcultureel werk waaronder jeugd- en jongerenwerk, gezamenlijk regievoering bij gemeenten en provincie. De welzijnscomponent zal op deze wijze duidelijk in zicht blijven. De nieuwe werk- en organisatievorm leidt er toe dat sport in samenhang met welzijn, buurt- en jeugdwerk, enz. een positieve impuls krijgt waarmee de zichtbaarheid van de sportondersteuning goed kan worden georganiseerd. Deelnemende overheden: In het kader van de breedtesport-impuls hebben voor 1 april 2000, 22 gemeenten - opgedeeld in 4 regio's - een beroep gedaan op de breedtesportimpuls van het Ministerie van VWS. De gemeente Groningen had gelet op haar G25-status reeds het jaar daarvoor een aanvraag ingediend. In maart van dit jaar heeft de gemeente Groningen vergaande interesse getoond om haar sportconsulenten ook onder te willen brengen bij het Huis voor de Sport (4 fte's). De gemeente Bellingwedde heeft 30 maart 2001 alsnog een beroep gedaan op de breedtesportimpuls van het Ministerie van VWS en daarbij aangegeven, graag te participeren in de Groninger breedtesportopzet (met terugwerkende kracht tot 01-01-2001). Hierdoor lijkt het er op dat alleen de gemeente Slochteren niet deelneemt aan de ondersteuning van het Huis voor de Sport. Naast participatie van de 24 gemeenten spelen de provincie Groningen en het Ministerie van VWS een rol van betekenis, ook zeker wat betreft de financiële kant. Formele Oprichting Huis voor de Sport Voor de nieuwe organisatie is (formeel) door 3 gemeentelijke vertegenwoordigers een nieuwe rechtspersoon in het leven geroepen, te weten Stichting Huis voor de Sport (formele oprichtingsdatum: 30 maart 2001). Evaluatie Na drie jaar zal er een tussentijdse evaluatie plaatsvinden over het gevoerde beleid. Tevens zal er elk jaar verantwoording door de gemeenten moeten worden afgelegd bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitvoering van het beleid. Verhouding met de Provinciale Groninger Sportraad en SPRONG * Provinciale Groninger Sportraad (PGS) De PGS heeft aangegeven te willen opgaan in het Huis voor de Sport, om o.a. te voorkomen dat er versnippering plaatsvindt. Dit opgaan zal dan zeer waarschijnlijk plaatsvinden per 01-01-2002. Het gaat hierbij om 4 fte's. * SPRONG Gelet op de ontwikkelingen en de veranderde vraag naar de organisatie van sportontwikkeling en sportondersteuning, zal ook het onderdeel Sport zoals gesitueerd was bij SPRONG, ook over dienen te gaan naar het Huis voor de Sport. Wij streven er juist naar om een provinciale sportondersteuningsstructuur te realiseren die transparant, effectief en efficiënt is. Het Huis voor de Sport is een organisatie die de ondersteuning nabij, toegankelijk en herkenbaar maakt en is in staat om initiatieven die gericht zijn op het dubbelkarakter van de sport (doel/middel) optimaal te benutten en te ondersteunen. Zou het onderdeel Sport bij SPRONG blijven, dan zal dit leiden tot versnippering en dit doet afbreuk aan het uitgangspunt van transparantie, effectiviteit en efficiency. Voor 2001 geldt een overgangssituatie, waarbij het personeel van het onderdeel Sport bij SPRONG zal worden ingezet bij het Huis voor de Sport (detachering dan wel middels een overeenkomst van dienstverlening). Per 1 januari 2002 zal bovengenoemd personeel met de daarmee gepaarde financiële middelen overgaan van SPRONG naar het Huis voor de Sport. T.a.v. de overdracht van middelen komen wij hierop in het derde kwartaal van dit jaar terug, daar hierover nog met de SPRONG wordt gesproken. In de door de Staten vastgestelde sportnota 'Samen sterk voor de lokale sport' is voor onze financiële ondersteunende rol i.h.k.v. de 22 aanvragen, uitgegaan van de financiering van de 23-3
sportconsulenten bij SPRONG voor een bedrag van tenminste ƒ 400.000,--. Dit betekent een beperkte herschikking van middelen, omdat er het laatste jaar feitelijk een bedrag van ca. ƒ 300.000,-- binnen SPRONG werd besteed aan de directe sportondersteuning. Bovenstaande zal in verband met herpositionering van SPRONG-taken in verband met de discussie rond het Huis voor de Sport - SPRONG, SPC-SPRONG en herpositionering SPRONG - POZW nader worden ingevuld. Uiteindelijk zal het genoemde bedrag van ƒ 400.000,--, dat uit het SPRONGbudget naar het Huis voor de Sport wordt overgeheveld, gepaard moeten gaan met een dienovereenkomstige formatieve overheveling. Voor de periode 01-04-2001 tot 01-01-2002 geldt een overgangsperiode. Voor de reden van de overgangsperiode verwijzen wij u naar hoofdstuk 4 "Overgang van werkzaamheden" van bijgevoegd rapport. De overgangsperiode heeft geen extra financiële consequenties, daar dit onderdeel van de sportondersteuning van SPRONG door ons reeds is voorzien. 4. Financiën Vorig jaar heeft u besloten tot intensivering van het sportbeleid met een bedrag van ƒ 400.000,--. De opbouw van dat bedrag: een incidenteel bedrag van ƒ 250.000,-- per jaar (t/m 2004) extra was i.h.k.v. voorstellen nieuw beleid (i.h.k.v. voorjaarsnota 2000) en een bedrag van ƒ 150.000,-- is structureel overgeheveld vanuit het beleidsterrein Welzijn. Periode 1 januari 2000-31 december 2000 Voor het jaar 2000 heeft de toegenomen aandacht voor de breedtesport niet geleid tot verhoogde inzet, daar daadwerkelijke uitvoering is gestart per 01-01-2001. Periode 1 januari 2001-31 december 2001 Voor de periode 1 januari 2001-31 december 2001 geldt dat het voorstel niet afwijkt van de in het geldende begroting opgenomen middelen: dat betekent dat de extra ƒ 400.000,-- wordt ingezet voor de in de Sportnota genoemde bestemmingen, waaronder opbouw van en bijdrage aan het Huis voor de Sport. Periode 1 januari 2002 e.v. De middelen, die nu ingezet worden voor de sportondersteuning door SPRONG, willen wij nu inzetten bij het Huis voor de Sport, met daarnaast nog een extra formatieve inzet. Het gaat hier nadrukkelijk om de overgang van een formatief deel van SPRONG naar het Huis voor de Sport. In Sportnota "Samen sterk voor de lokale sport' is reeds uitgegaan van de 'financiering van de sportconsulenten bij SPRONG van f 414.000,--' (blz. 29 van de Sportnota). Dit betekent een beperkte herschikking van middelen, omdat er het laatste jaar feitelijk 2,73 fte bij SPRONG ingezet werd aan directe sportondersteuning, waarmee een bedrag gemoeid was van ca. ƒ 300.000,--. Deze middelen staan nu nog gereserveerd voor SPRONG (periode 2002 e.v.). Wij willen in het kader van de herschikking van middelen in verband met de discussie over het Huis voor de Sport - SPRONG, SPC-SPRONG en herpositionering SPRONG - POZW een bovengenoemd bedrag (van ca. ƒ 400.000,--, wat neerkomt op ongeveer 4 fte) per 01-01-2002 gaan inzetten. Ons uitgangspunt is dat de gehele 'operatie' budgetair-neutraal is. T.a.v. bovenstaande merken we nog op dat vanzelfsprekend bij herschikking van susbsidiestromen voor wat betreft de procedure de Algemene wet bestuursrecht en de bepalingen van de provinciale kader-subsidieverordening in acht zullen nemen. 23-4
Wij stellen u voor, in te stemmen met in deze voordracht geformuleerde beleidsvoornemens door vaststelling van bijgaand ontwerp-besluit. Groningen, 17 april 2001. Gedeputeerde Staten der provincie Groningen: J.G.M. Alders, voorzitter H. Menninga, loco griffier. 23-5
Nr. 23/2001 Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 17 april 2001, nr. 2001-6669, IWW; BESLUITEN: In te stemmen met: - provinciale ondersteuning aan het Huis voor de Sport; - herschikking van middelen/formatie SPRONG t.b.v. het 'Huis voor de Sport' met ingang van 1 januari 2002. Groningen, Provinciale Staten der provincie Groningen:, voorzitter., griffier. 23-6