Onderzoeksmethodiek CULTUURIMPULS 2.0 Sikko Cleveringa Februari 2013 Dossier 22 1
ONDERZOEKSMETHODIEK CULTUURIMPULS 2.0 Sikko Cleveringa, Februari 2013 Inleiding Het Community Arts Lab XL ontwikkelt een onderzoeksmethodiek die bij moet dragen aan een succesvolle ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van meerjarige culturele programma s in wijken met leefbaarheids achterstanden. Hieronder een korte toelichting. Wat is CAL-XL? Community Art Lab-XL (CAL-XL), het Nederlands laboratorium voor kunst en samenleving, is een netwerkorganisatie van koplopers die streven naar een grotere rol van kunst in maatschappelijke ontwikkeling. Het kan meer en het kan beter. Belangrijke thema s zijn bevordering van professionalisering en legitimering, van project naar programma, vitale coalities en cultuurproducerende burgers. CAL-XL is een platform en katalysator voor nieuwe verbindingen tussen artistieke en maatschappelijke sectoren, tussen theorie en praktijk, tussen internationaal en locaal. Speerpunten zijn netwerkvorming, scholing, onderzoek en documentatie. Voor de ontwikkeling van producten en diensten gaan we partnerships aan en verwerven we subsidies. De uitvoering doen we in principe op basis van betaalde opdrachten en een eigen bijdrage van deelnemers. Zie voor meer informatie www.cal-xl.nl Het effect van kunst in de wijk Het effect van kunst in de wijk kan als volgt worden samengevat: Kunst in de wijk heeft de afgelopen tien jaar een steeds grotere rol gekregen in de ontwikkeling van wijken met leefbaarheids achterstanden; Recent onderzoek laat zien dat de woningwaarde in aandachtswijken met kunst- en cultuurprojecten meer toeneemt dan in aandachtswijken zonder culturele interventies; Een samenhangende meerjarige benadering met een groot aantal projecten vergroot de kans dat kunst en cultuur echt het verschil kunnen maken in wijkontwikkeling; Bij al deze projecten is een belangrijke succesfactor het goed samengaan van professionele artistieke inbreng en actieve betrokkenheid van burgers; Kunst in de wijk kent zeer verschillende verschijningsvormen; De effectiviteit van kunst in de wijk kan toenemen door verschillende type interventies slim met elkaar te combineren en/of op basis van een wijkanalyse doelgericht te kiezen voor interventies die goed aansluiten op de gesignaleerde maatschappelijke vraag; De bewezen effecten lopen uiteen van persoonlijke ontwikkeling, sociale cohesie en publieke beeldvorming tot fysieke leefbaarheid. Bovenstaande stellingen zijn gebaseerd op onderzoek dat de afgelopen jaren is uitgevoerd. Zie voor een korte toelichting en onderbouwing de (concept) tekst over kunst in de wijk in de wijkengids van DG Wonen en Bouwen van MinBKZ. Programmascan Cultuurimpuls 2.0 CAL-XL ontwikkelt nu een onderzoeksinstrument dat helpt om de effectiviteit van kunst in de wijk te optimaliseren door verschillende type interventies slim met elkaar te combineren en/of op basis van een wijkanalyse doelgericht te kiezen voor interventies die goed aansluiten op de gesignaleerde maatschappelijke vraag. Met het instrument moet uiteindelijk ook kunnen 1
worden gemeten in welke mate deze mix van interventies succesvol heeft bijgedragen aan persoonlijke ontwikkeling, sociale cohesie, publieke beeldvorming en/of fysieke leefbaarheid in de wijk. Een combinatie dus van professionaliseren (strategisch advies) en legitimeren (effectmeting). We noemen het de programmascan omdat het betrekking heeft op een meerkarige cultuurimpuls die programmatisch wordt samengesteld uit een groot aantal slim gekozen sociaalartistieke interventies. De ontwikkeling van dit instrument vindt plaats in Brabant en in Rotterdam in 2012 en 2013. De bedoeling is dat na deze pilot fase de methodiek standaard kan worden aangeboden aan diverse opdrachtgevers in willekeurig ieder volgend gebied. Vorm, inhoud (en prijs) moeten na deze pilot in principe in hoge mate gestandaardiseerd zijn zodat onderzoeksresultaten op verschillende locaties ook met elkaar kunnen worden vergeleken. In deze pilot fase wordt naar deze standaard toegewerkt. Wie doet er mee? Opdrachtgevers in Brabant zijn de Buurtcultuurfondsen van het PBCF i.s.m. Woonbedrijf (Eindhoven) en BrabantWonen ( s-hertogenbosch en Oss), Opdrachtgevers in Rotterdam zijn Stichting De Verre Bergen (SDVB) en SKVR. Indirect zijn ook de gebiedsmanagers van de betreffende Gemeenten belanghebbend. In totaal gaat het om 25 wijken. Recentelijk is daar het SPOTs programma bij gekomen, onderdeel van het programma European Capital of Culture Kosice 2013 (Slowakije). Opdrachtnemer is CAL-XL (Sikko Cleveringa) met als onderaannemers Atlas voor Gemeenten (Gerard Marlet) en ABF Cultuur (Jan Brouwer). AvG is verantwoordelijk voor de generieke wijkscan en de waardescan, ABF Cultuur voor advies op alle andere onderdelen. CAL-XL is eindverantwoordelijk. Het proces en de resultaten worden ook constructief kritisch gevolgd door een landelijke Begeleidingscommissie. Hierin zijn o.a. BZK (Directie Woon- en leefomgeving), Platform 31 en het Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) vertegenwoordigt. Op regionaal/locaal niveau worden uiteraard ook diverse relevante partijen geconsulteerd en betrokken gaande het werkproces. Wat gaan we doen? Bij de cultuurimpuls 2.0 gaat het op de eerste plaats om onderzoek maar daarnaast is het ook van belang om aandacht te besteden aan documentatie, netwerkvorming en scholing. CAL-XL is in staat om daar integraal invulling aan te geven met een mix van met locale en landelijke partners. Onderzoek De programmascan bestaat uit vier onderdelen die antwoord geven op de volgende vragen: 1. Wijkscan: hoe ziet de wijk er nu uit; 2. Waardescan: hoe is nu de waardering van persoonlijke ontwikkeling, sociale cohesie, publieke beeldvorming en fysieke leefbaarheid; 3. Cultuurscan: welke culturele activiteiten dragen nu bij aan deze waarde; 4. Veldscan: welke actoren zijn daar nu in welke mate bij betrokken. Praktisch gezien zijn de wijk- en waardenscan en de cultuur- en veldscan sterk aan elkaar gekoppeld. We kunnen dan ook spreken van een wijkwaardescan en een cultuurveldscan. Samen vormen ze de programmascan. De programmascan wordt twee keer uitgevoerd: bij aanvang van het programma en na afloop van een eerste fase, bijvoorbeeld na drie of vier jaar (afhankelijk van de duur en intensiteit van het programma) 2
A. Strategisch advies, bij aanvang dient de scan om prioriteiten te stellen. 1. in welke wijk gaan we werken (indien die keuze nog niet is gemaakt); 2. welke waardes verdienen de meeste aandacht; 3. welke sociaalartistieke interventies passen daar het beste bij; 4. welke actoren kunnen en moeten daarbij worden betrokken. B. Effectmeting: na afloop dient de scan om te meten in welke mate die strategie heeft gewerkt. 1. in welke mate heeft deze wijk zich ontwikkeld ten opzichte van andere wijken; 2. in welke mate zijn de waardes veranderd; 3. in welke mate is dat toe te schrijven aan de uitgevoerde interventies; 4. in welke mate hebben verschillende actoren daar een rol in gespeeld. Het onderzoek wordt geobjectiveerd uitgevoerd door externe onderzoekers maar daarnaast ook steeds getoetst met de kennis en ervaring van sleutelpersonen in de wijk. Het oordeel van deze personen worden ook betrokken bij het strategisch advies en bij de effectmeting. Daartoe wordt vooraf en achteraf ten minste één wijkbijeenkomst belegd waarin dat wordt besproken. Naast de rationele benadering van de cultuurimpuls zoals hierboven geschetst kan aanvullend ook gekozen worden voor meer creatieve vormen van onderzoek. De wijkscan en de waardescan worden primair uitgevoerd door Atlas voor Gemeenten op basis van al beschikbare secondaire data. De cultuurscan, de actorenscan en wijkbijeenkomsten worden uitgevoerd door CAL-XL i.s.m. ABF Cultuur en locale partners. Projectontwikkeling en documentatie De sociaalartistieke interventies die ontwikkeld worden in het kader van de cultuurimpuls - of daartoe gerekend dienen te worden - moeten worden gedocumenteerd willen ze getoetst kunnen worden in het kader van het strategisch advies en kunnen meetellen in de effectmeting. Je kunt het effect immers alleen meten als je weet wat je hebt gedaan. Deze documentatie wordt zo leuk en nuttig mogelijk gemaakt in de vorm van een projectscan. Projecteigenaren kunnen bij het ontwerp van projecten de projectscan invullen bij wijze van projectplan (ambities) en na afloop het project op dezelfde manier afrapporteren (realisaties). Omdat gebruik wordt gemaakt van een digitale scan kan het project daarna ook gelijk gepubliceerd worden in de landelijke databank. Vooraf kan de projecteigenaar in de zelfde systematiek ook andere voorbeelden vinden van vergelijkbare interventies. In Brabant gaat gebruik worden gemaakt van de systematiek van www.watwerktindewijk.nl. Zie voor de eigen systematiek www.cal-xl.nl/projectenweb Netwerkvorming De keuze van sleutelpersonen voor de wijkbijeenkomsten en de wijze waarop deze worden betrokken bij de cultuurimpuls maakt integraal onderdeel uit van het onderzoek en van het experiment. De keuzes die hierin gemaakt worden kunnen van grote invloed zijn op het opbouwen van netwerk en draagvlak. Wie wordt er (mede-)eigenaar van deze cultuurimpuls? Uiteraard heeft de opdrachtgever daarin een centrale rol maar CAL-XL geeft daarin ook strategisch advies. Scholing/intervisie Zowel in het kader van projectontwikkeling als in het kader van netwerkvorming kunnen de betrokkenen op maat training en coaching krijgen. CAL-XL heeft een uitgebreide ervaring om locale en regionale expertise op maat in te passen in een landelijk beproeft curriculum dat naadloos aansluit op de gehanteerde onderzoekssystematiek. De trainingen worden zo 3
opgezet dat de deelnemers al vlot zelfredzaam worden, elkaar kunnen ondersteunen en vanuit hun eigen expertise een bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van het programma en de gehanteerde methodieken. Zie ook www.cal-xl.nl/scholing Verdere uitwerking De bovenstaande onderdelen worden de komende tijd verder uitgewerkt en beproeft/bijgesteld in de praktijk. Het streven is om zomer 2013 een redelijk uitgekristalliseerde onderzoeksmethodiek beschikbaar te hebben. Model Voor de liefhebber staat hieronder nog een model waarin de werking van een sociaalartistieke interventie in een specifieke context (wijk) is ontleed volgens de vier stappen van creatieregie (voedingskracht, persoonlijke kracht, samenwerkingskracht en vormkracht). Het model is behulpzaam om scherp te krijgen welke informatie verzameld moet worden in de aan deze velden gerelateerde onderzoeksvelden / scans voorafgaand (A) en bij afronding (B) van een programma. De zelfde systematiek geldt voor een afzonderlijk project. In de paarse vlakken staat de sociaalartistieke werking van een project en programma (nieuwe relaties + nieuwe beelden = nieuwe waarden). Het model is gebaseerd op concepten zoals uiteengezet in de publicatie Cultuur nieuwe stijl (zie modellen op pagina 5).Van meer recente datum is de connectie met de PDCA cyclus voor kwaliteitsmanagement. Dat is vooral behulpzaam bij de feitelijke uitvoering van het programma. 4
5
6