RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MICHAËLSCHOOL SO/VSO CLUSTER 4

Vergelijkbare documenten
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PROF. DR. LEO KANNERSCHOOL. Educatieve School- en Beroepstoeleiding CURIUM

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KOP VAN DEELEN (HOENDERLOO COLLEGE) CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ A.J. SCHREUDERSCHOOL SO CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KLIMOPSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SO DE STERRENKIJKER LOCATIES OSS EN UDEN

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZONNEHOF VOOR SO/VSO-MG/ZMLK

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ HET MOZAIEK SO ALMELO

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE AMBELT REGIO APELDOORN, LOCATIE VSO NUNSPEET CLUSTER 4

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BOSLUST, SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE JAN BAPTISTSCHOOL, AFDELING VSO CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE SONNEWIJSER LOCATIES OSS EN TIEL

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LEEUWERIK EN DE TRIVIANT SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ KORCZAKSCHOOL, LOCATIE ODYZEECOLLEGE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ANTOON VAN DIJKSCHOOL SO EN MG-AFDELING CLUSTER 3

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE XAVERIUSSCHOOL SO-AFDELING CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE CALEIDOSCOOP SO-CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VSO Hengelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE SO DE DIJK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET VSO PELSCOLLEGE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VSO LEEUWARDEN - CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE THERMIEK SO-LG/MG EN LZ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KORENAER, LOCATIE DEURNE VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE BASCULE/AMC (AFDELING PSYCHIATRIE), VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET EDUCATIEF CENTRUM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PARKSCHOOL VSO-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZWENGEL

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE AMBELT SO REGIO ZWOLLE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ IT TWALUK SO/VSO ZMLK/MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ LSG-RENTRAY ONDERWIJS DEVENTER VSO ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. obs De Meridiaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PIRAMIDE AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DR. A. VAN VOORTHUIJSENSCHOOL SO-ZML/MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE WIDDONCKSCHOOL LOCATIE WEERT SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LATASTESCHOOL, SCHOOL VOOR SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE TOEKOMST VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ PORTALIS VSO ZMOK VERBONDEN AAN HET POORTJE JEUGDINRICHTINGEN

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE NEVENVESTIGING VAN DE OBADJASCHOOL CLUSTER 4 VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ LICHTENBEEK SO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE BERNADETTESCHOOL SO/VSO-ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SPINAKER, LOCATIE HOORN CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE OPTIMIST, SO, CLUSTER-4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ T IEMENSCHOER EN T KORHOEN VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) SO-AFDELING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. De Sprong, dep. Molkenkelder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BEUKENRODE-ONDERWIJS

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL SO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE SPRONG VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. ARIANE de Ranitz SO/VSO-LG/LZ (inclusief De Hoogstraat)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE ZAANSTREEK, VSO-ZMOK

Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. De Bouwsteen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE CATHARINASCHOOL SO/VSO-ZMLK, AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Prisma

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE LEIDSE BUITENSCHOOL CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SCHOLENGEMEENSCHAP DE KEYZER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WINGERD. (v)so zmlk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Basisschool De Achtbaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ E.J. VAN DETSCHOOL CLUSTER 4 (PI)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE PAPERCLIP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie De Dijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Koninklijke Visio, Instituut tot onderwijs van Slechtzienden en Blinden

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE VSO HET TIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Cosmicus

OPBRENGSTEN LEERLINGENZORG

De Willem Teellinckschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ PRISMA VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WITAKKER, SO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ C.B.S. DE WINGERD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MICHAËLSCHOOL, LOCATIE HET DOK VSO-ZMOK

de Samenwerkingsschool "Balans"

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. SGM Beatrix-De Sprienke - Mytylschool De Sprienke

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) VSO-AFDELING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. rkbs St. Jozef

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE P.H.SCHREUDERSCHOOL VOOR SPECIAAL BASISONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE ERASMUSSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. St. Vincentiusschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KONINGIN BEATRIXSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie Heer Bokel College

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ SBO DE HAAGSE BEEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ VSO PARCOURS LOCATIES GENERAAL SMUTSLAAN EN PASTORIESTRAAT

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Christelijke Speciale basisschool De Branding

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Tarcisiusschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ. Mytylschool Tilburg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ OBS HET SPOOR

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SPINAKER, LOCATIE DEN HELDER CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. De Hofstede Praktijkschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Deventer Montessorischool, locatie van Lithstraat

Transcriptie:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MICHAËLSCHOOL SO/VSO CLUSTER 4 Plaats : Boxtel BRIN-nummer : 03XK Arrangementsnummer : 161077 Onderzoek uitgevoerd op : 21 en 22 juni 2011 Rapport vastgesteld te Tilburg op 17 november 2011 HB3020646/3 Documentnummer: H3194074

Pagina 2 van 14

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...5 2. BEVINDINGEN...7 3. TOEZICHTARRANGEMENT...13 Pagina 3 van 14

Pagina 4 van 14

1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 21 en 22 juni 2011 een onderzoek uit op de Michaëlschool in Boxtel om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De Michaëlschool is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen met (ernstige) gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen. In schooljaar 2010/2011 had de school vijf so- en tweeëntwintig vsogroepen. Meer dan de helft van de leerlingen zijn plaatsbekostigde leerlingen die verblijven op het behandelinstituut De La Salle. Aanleiding en toezichthistorie Ter voorbereiding op het jaarlijks bestuurgesprek voerde de inspectie in het vierde kwartaal van 2010 voor De Michaëlschool een risicoanalyse uit. Deze analyse gaf de inspectie geen directe aanleiding het toezicht te intensiveren. In 2006 vond echter voor het laatst een kwaliteitsonderzoek op locatie plaats, waarbij de inspectie ook de klassen bezocht. In het kader van de vierjaarscyclus van het inspectietoezicht heeft de inspectie daarom in overleg met het bestuur besloten in 2011 een kwaliteitsonderzoek uit te voeren om het profiel van de school te actualiseren. In dit onderzoek gaat zij tevens na of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: - onderzoek en analyse van documenten die al bij de inspectie aanwezig waren, waaronder het schoolplan 2009/2013 en de schoolgids 2010/2011; - onderzoek en analyse van documenten die de school voorafgaand aan en tijdens het onderzoek heeft aangereikt en die betrekking hebben op kwaliteitszorg, leerlingenzorg en opbrengsten; - onderzoek op locatie, waarbij de inspectie: leerlingendossiers inclusief handelingsplannen, protocollen en beleidsdocumenten bestudeerde en beoordeelde; de onderwijspraktijk in acht vso-groepen, één gemengde so/vso groep en 3 so-groepen observeerde; gesprekken voerde met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding, leerlingen en leraren. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de basisset van indicatoren, met uitzondering van indicator 10.6. Feitelijke gegevens ontbreken om deze indicator te kunnen beoordelen. De inspectie voegde de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' aan het onderzoek toe. Daarmee benadrukt zij het belang van de kwaliteitszorg in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit. Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen en conclusies met de directie van de school en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. Pagina 5 van 14

Toezichtkader De inspectie baseerde zich bij haar onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In haar jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 6 van 14

2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Pagina 7 van 14

Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. (Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja nee Pagina 8 van 14

2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie concludeert dat het niveau van de kwaliteit van het onderwijs op De Michaëlschool voldoende is. Zij komt tot dit oordeel op basis van de beslisregel die zij toepast op het aspect systeem van leerlingenzorg. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn voldoende. De Michaëlschool is op een aantal aspecten planmatig en doelbewust in ontwikkeling. In veel gevallen betreft het de indicatoren waarbij de inspectie tekortkomingen en aandachtspunten geconstateerd heeft. Het systeem van kwaliteitszorg biedt de directie een goed zicht op wat verbetering behoeft. Dit leidt tot weloverwogen acties op de jaarplanning. De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften. Deze hebben betrekking op de onderwijstijd, de handelingsplannen, het stagebeleid en de ouderbijdrage. Toelichting Cyclisch proces kwaliteitszorg De school heeft zorg voor behoud en planmatige verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De evaluatie van opbrengsten en schoolklimaat zijn ontwikkelpunten evenals de jaarlijkse verantwoording aan ouders over wat de school gerealiseerd heeft. Het beleid van de Michaëlschool is erop gericht om leerlingen binnen de school onderwijs te geven dat is afgestemd op hun pedagogische, didactische, sociaal-emotionele en maatschappelijke behoeften. In een handboek staan de kenmerken beschreven van de doelgroepen die de school onderscheidt. Het aanbod en de inrichting van het onderwijs zijn hierop afgestemd en staan in beleidsdocumenten beschreven. In het licht van de nieuwe wetgeving en in het kader van opbrengstgericht werken is de school bezig het doelgroepenbeleid te actualiseren. Uitgangspunt blijft het werken vanuit verschillende pedagogische klimaten. Van daaruit zullen de leerlingen in het vso een leerroute volgen met een uniform aanbod dat aansluit bij het uitstroomperspectief dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs. Om risico s met betrekking tot de leerlingenzorg en het onderwijsleerproces in kaart te brengen en de gewenste ontwikkeltrajecten in gang te zetten, gebruikt de school naast interne bronnen cyclisch het instrument Kwaliteit Speciaal. Dossieronderzoek, documentanalyse en een tevredenheidspeiling onder teamleden hebben recent plaatsgevonden. In eerdere schooljaren vonden klassenobservaties plaats en tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen. Een punt van aandacht is de respons van ouders die te laag is om representatief te kunnen zijn. In het algemeen is de belangstelling van ouders gering ondanks de moeite die de school doet hen bij het onderwijs te betrekken. In het kader van verantwoording aan belanghebbenden biedt de school de ouders te weinig inzicht in uitstroomresultaten van leerlingen en effecten van verbeteractiviteiten, bijvoorbeeld via de schoolgids of een jaarverslag (indicator 1.8). De school kent de gewoonte om leerresultaten te analyseren. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot een traject ter verbetering van het taal/leesonderwijs. De evaluatie van opbrengsten gebeurt echter nog onvoldoende systematisch en op basis van doelen en normen die gerelateerd zijn aan de doelgroepen, leerroutes en uitstroombestemmingen (indicator 1.3). Pagina 9 van 14

Met betrekking tot het schoolklimaat voldoet de school aan de eis om eens in de twee jaar de veiligheidsbeleving onder teamleden te peilen. Voor leerlingen is de cyclus langer dan twee jaar (indicator 10.1). Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit handelingsplanning en opbrengsten De school kent een cyclisch systeem voor leerlingenzorg, waarbij de commissie voor de begeleiding (cvb) de regie voert over de ontwikkeling van de leerlingen. Op hoofdzaken is het systeem voldoende. Wel constateert de inspectie tekortkomingen in het kader van wet- en regelgeving en stelt zij vast dat de kwaliteit van de evaluatie van de handelingsplannen en de functionaliteit van de plannen tekort schieten. Conform artikel 41a van de WEC dient het bevoegd gezag van een school op voorstel van de cvb en in overeenstemming met ouders voor elke leerling voor elk schooljaar een handelingsplan op te stellen. In twee opzichten leeft de school deze richtlijn onvoldoende na. Ten eerste betrekt de school de ouders van interne leerlingen onvoldoende bij het eerste handelingsplan. De Michaëlschool is gevestigd op het terrein van behandelinstituut De La Salle en geeft onderwijs aan de kinderen die op dit instituut verblijven. Dat zijn de interne leerlingen. Daarnaast bezoeken ook een groot aantal externe leerlingen de school. De intakeprocedure is voor beide groepen leerlingen verschillend. Voor interne leerlingen maakt het behandelinstituut een behandelplan met sociaal-emotionele uitgangspunten en doelen. De school sluit bij dit plan aan en voegt didactische en eventuele andere relevante informatie toe. Het geheel dat zo tot stand komt, vormt het document beginsituatie en is tevens het eerste handelingsplan van de interne leerling. Het instituut bespreekt het plan met de ouders, waarbij zij het accent legt op de behandeling. Van contact tussen ouders en school is pas sprake vanaf de eerste ouderavond, later in het schooljaar. Dit in tegenstelling tot de ouders van de externe leerlingen die de school vanaf de start bij de handelingsplanning betrekt. Een tweede tekortkoming betreft de cyclus van de individuele handelingsplannen. De looptijd van deze plannen is één jaar gerekend vanaf de datum van instroom van de leerling. Dit betekent dat de school bij leerlingen die later in het jaar starten, de doelen niet per schooljaar opnieuw vaststelt. Daar komt bij dat de datum van bijstelling afhankelijk is van de planning van de leerlingbespreking. In sommige gevallen is de looptijd van een plan daardoor langer dan één jaar. Tussentijdse bijstelling van het plan vindt niet plaats. Wel is er sprake van tussentijdse evaluatie en bijstelling van didactische overzichten en pedagogische handelingswijzers, die aan het plan zijn toegevoegd. Op dit moment loopt in het so een pilot met groepsplannen. Verdere aanpassing en verbetering van het systeem van handelingsplanning staat voor komend schooljaar op de agenda. De school is dan ook van plan een digitaal leerlingvolgsysteem in te voeren en het aanbod te koppelen aan leerlijnen. Om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen en te meten, beschikt de school over een geheel aan toetsen en instrumenten. Het zicht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling en het effect van het aanbod op dit gebied kan beter. De school is zich hiervan bewust en oriënteert zich op nieuwe instrumenten, uitbreiding van het methodisch aanbod en de invoering van een leerlijn voor dit ontwikkelingsgebied. Bij de evaluatie van de didactische voortgang betrekt de school toetsresultaten. Op grond van deze resultaten maakt de school nieuwe keuzes voor het leerstofaanbod. Een analyse van factoren die aan het al of niet bereiken van de doelen ten grondslag liggen, is echter niet traceerbaar. Pagina 10 van 14

Daardoor ontbreekt een onderbouwing van de keuzes voor nieuwe doelen met eventuele consequenties voor het perspectief van de leerling. De evaluatie van de pedagogische doelen die in de cvb-verslagen is terug te vinden, blijft voornamelijk beperkt tot een voortgangsregistratie. Dit zijn redenen waarom de inspectie indicator 3.8 met een onvoldoende beoordeelt. Indicator 4.1 is onvoldoende omdat vooral in het so de documenten voor handelingsplanning onvoldoende verwijzen naar het aanbod dat in de praktijk waarneembaar is. Onderwijsleerproces en schoolklimaat Het primaire proces is in diverse opzichten van voldoende kwaliteit. Aan de basis van de onderwijspraktijk ligt zorg voor een goede pedagogische werksfeer en een veilig en aangenaam schoolklimaat met veel geduld en respect voor kinderen. Toch wijst de inspectie ook op enkele tekortkomingen en aandachtspunten. Deze hebben betrekking op de onderwijstijd, het (ortho)didactisch handelen van leraren en de mate waarin leerlingen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. De school heeft zowel voor so als voor vso een breed leerstofaanbod. Nieuwe inzichten leiden tot aanpassing en verdere uitbreiding van dit aanbod. Een koppeling van methodes en materialen aan leerlijnen is in ontwikkeling. In het vso volgen de meeste leerlingen een arbeidsgericht traject. Praktijkvakken en stages maken een belangrijk deel uit van het aanbod. Voor de stages in het kader van arbeidstoeleiding doet de school een beroep op de stichting Sterk in Werk. Een stageplan heeft de inspectie niet aangetroffen. Daarmee handelt de school niet in overeenstemming met artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC. Voor het so heeft de school voldoende onderwijstijd gepland, voor het vso net enkele uren te weinig. Dat betekent een aanwijzing in het kader van wet- en regelgeving die verband houdt met artikel 11 van de WEC. Dit artikel geeft ook richtlijnen voor de verantwoording van onderschrijding van onderwijstijd, die de school onvoldoende naleeft. Redenen en consequenties voor aanbod en onderwijstijd staan niet in de handelingsplannen vermeld. In de lessen die de inspectie heeft bijgewoond was over het algemeen sprake van effectieve leertijd. Op grond van eigen observaties constateert de school zelf dat dit een punt van aandacht is. De inspectie mist een duidelijk beleid met procedures en afspraken, dat onder andere ook de keuzes onderbouwt die de school maakt met betrekking tot de afstemming van onderwijstijd (indicator 6.4). In de lessen hanteren teamleden eigen gedragsregels en beloningssytemen om de orde en rust te bewaren. Op schoolniveau is een werkgroep bezig het thema respect en normen en waarden opnieuw aan te scherpen. Leraren met wie de inspectie gesproken heeft, geven aan behoefte te hebben aan meer eenduidige, schoolbrede afspraken. Dat neemt niet weg dat zij het schoolklimaat veilig vinden en blij zijn met de weerbaarheidstraining die de school aanbiedt. Positief is ook de werkgroep die tot opdracht heeft de opvang van nieuwe leraren beter te organiseren. In het so en bij de theorielessen in het vso gebruiken leraren in veel gevallen klassikale werkvormen, soms ook om de situatie beheersbaar te houden. Omdat de uitleg in veel gevallen onvoldoende beknopt en doelmatig is (indicator 8.2), worden de leerlingen ook dan onrustig. Bovendien bieden deze lessen te weinig mogelijkheden om specifiek af te stemmen op de instructiebehoeften van de leerlingen (indicator 8.7). Pagina 11 van 14

Als gevolg van het sterk leraargestuurde karakter van deze lessen blijven bovendien kansen onbenut om leerlingen naar leeftijd en mogelijkheden te stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces (indicator 9.3). Op schoolniveau is de leerlingenraad een goed initiatief. Opbrengsten Op dit moment kan de school onvoldoende aantonen dat leerlingen zich naar verwachting ontwikkeld hebben. De school stelt het ontwikkelingsperspectief van de leerling onvoldoende centraal, zowel bij de planning als bij de evaluatie van doelen. Bovendien ontbreken normen om opbrengsten te meten. Indicator 11.4 kan de inspectie daarom niet waarderen. Wel stelt zij vast dat de school ontwikkelingen in gang gezet heeft om het opbrengstgericht werken te bevorderen. Daar hoort bij dat de school zich de laatste jaren steeds intensiever inspant om leerlingen diploma s en/of certificaten te laten halen om daarmee hun toekomstkansen te vergroten. De school mag in dit verband echter geen verplichte bijdrage vragen voor deelname aan ivio-examens. Dat is in strijd met artikel 40 van de WEC. Pagina 12 van 14

3. TOEZICHTARRANGEMENT De onderwijskwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan De Michaëlschool het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek. Tekortkomingen in de naleving De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften, die zij in hoofdstuk 2 heeft toegelicht. De tekortkomingen hebben betrekking op de artikelen 11, 40 en 41a van de WEC en op artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC. In verband hiermee geeft de inspectie het bevoegd gezag de volgende opdrachten: Het bevoegd gezag ziet erop toe dat: - de school voor schooljaar 2011/2012 meer onderwijsuren plant om het verlies aan onderwijstijd van schooljaar 2010/2011 te compenseren. De inspectie ontvangt vóór 1 oktober 2011 een verantwoording van de onderwijstijd; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een verantwoording onderwijstijd voor schooljaar 2011/2012, waaruit blijkt dat de school voor dit schooljaar voldoende onderwijstijd gepland heeft en dat zij het verlies aan onderwijstijd in schooljaar 2010/2011 gecompenseerd heeft. - de school in handelingsplannen van leerlingen die minder uren onderwijstijd ontvangen redenen daarvoor en consequenties voor leerstofaanbod en onderwijstijd verantwoordt. De inspectie ontvangt een voorbeeld van een handelingsplan ter verantwoording, zodra in schooljaar 2011/2012 van onderschrijding van onderwijstijd sprake is; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een voorbeeld van een handelingsplan. Uit dit voorbeeld kon de inspectie opmaken dat het om een leerling gaat voor wie de cvb de noodzaak heeft vastgesteld om minder dan het wettelijk minimum aantal uren onderwijs te ontvangen. Het streven naar volledige deelname staat benoemd, maar een ingroeiplanning om dit te realiseren ontbreekt. Het aanbod is volgend en niet plannend. - de school de handelingsplannen van interne leerlingen in overeenstemming met ouders vast- en bijstelt. De inspectie ontvangt vóór 1 oktober 2011 informatie over de maatregelen die de school op dit punt genomen heeft; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een memo, waarin de school het voornemen bekend maakt om met ingang van 1 januari 2012 een orthopedagoog in positie te brengen om de verbinding tussen school en het orthopedagogisch instituut De La Salle vanaf de start van de handelingsplanning tot stand te brengen. - de school de handelingsplannen voor ieder schooljaar opnieuw vaststelt. De inspectie ontvangt vóór 1 oktober 2011 informatie over de maatregelen die de school op dit punt genomen heeft; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een routing en planning voor evaluatie en vaststelling van de handelingsplannen conform de richtlijnen van artikel 41a van de WEC. Pagina 13 van 14

- de school over een stageplan beschikt. De inspectie ontvangt vóór 1 november 2011 een stageplan; Op 13 oktober 2011 ontving de inspectie een document sluitende aanpak uitstroom leerlingen Michaëlschool. Dit document beantwoordt niet aan de eisen van een stageplan, zoals vermeld in artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC. Daarin staat, dat, indien het onderwijs een stage omvat, het doel, de inhoud, de omvang, de opbouw en de organisatie van de stage in een stageplan beschreven worden. De inspectie ontvangt vóór 1 januari 2012 een stageplan dat de stage beschrijft volgens de wettelijke richtlijnen en als onderdeel van het onderwijsaanbod van de school. - de school geen verplichte geldelijke bijdrage vraagt voor deelname aan examens en daar dus ook geen melding van maakt in de schoolgids. De inspectie toetst de schoolgids 2011/2012 op dit punt. Bij foute vermelding stuurt de school de ouders vóór 1 oktober 2011 een rectificatie, waarvan de inspectie een afschrift ontvangt. De schoolgids 2011/2012 maakt melding van een vrijwillige bijdrage in de examenkosten. Pagina 14 van 14

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MICHAËLSCHOOL SO/VSO CLUSTER 4 Plaats : Boxtel BRIN-nummer : 03XK Arrangementsnummer : 161077 Onderzoek uitgevoerd op : 21 en 22 juni 2011 Rapport vastgesteld te Tilburg op 17 november 2011 HB3020646/3 Documentnummer: H3194074

Pagina 2 van 14

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...5 2. BEVINDINGEN...7 3. TOEZICHTARRANGEMENT...13 Pagina 3 van 14

Pagina 4 van 14

1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 21 en 22 juni 2011 een onderzoek uit op de Michaëlschool in Boxtel om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De Michaëlschool is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen met (ernstige) gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen. In schooljaar 2010/2011 had de school vijf so- en tweeëntwintig vsogroepen. Meer dan de helft van de leerlingen zijn plaatsbekostigde leerlingen die verblijven op het behandelinstituut De La Salle. Aanleiding en toezichthistorie Ter voorbereiding op het jaarlijks bestuurgesprek voerde de inspectie in het vierde kwartaal van 2010 voor De Michaëlschool een risicoanalyse uit. Deze analyse gaf de inspectie geen directe aanleiding het toezicht te intensiveren. In 2006 vond echter voor het laatst een kwaliteitsonderzoek op locatie plaats, waarbij de inspectie ook de klassen bezocht. In het kader van de vierjaarscyclus van het inspectietoezicht heeft de inspectie daarom in overleg met het bestuur besloten in 2011 een kwaliteitsonderzoek uit te voeren om het profiel van de school te actualiseren. In dit onderzoek gaat zij tevens na of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: - onderzoek en analyse van documenten die al bij de inspectie aanwezig waren, waaronder het schoolplan 2009/2013 en de schoolgids 2010/2011; - onderzoek en analyse van documenten die de school voorafgaand aan en tijdens het onderzoek heeft aangereikt en die betrekking hebben op kwaliteitszorg, leerlingenzorg en opbrengsten; - onderzoek op locatie, waarbij de inspectie: leerlingendossiers inclusief handelingsplannen, protocollen en beleidsdocumenten bestudeerde en beoordeelde; de onderwijspraktijk in acht vso-groepen, één gemengde so/vso groep en 3 so-groepen observeerde; gesprekken voerde met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding, leerlingen en leraren. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de basisset van indicatoren, met uitzondering van indicator 10.6. Feitelijke gegevens ontbreken om deze indicator te kunnen beoordelen. De inspectie voegde de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' aan het onderzoek toe. Daarmee benadrukt zij het belang van de kwaliteitszorg in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit. Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen en conclusies met de directie van de school en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. Pagina 5 van 14

Toezichtkader De inspectie baseerde zich bij haar onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In haar jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 6 van 14

2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Pagina 7 van 14

Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. (Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja nee Pagina 8 van 14

2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie concludeert dat het niveau van de kwaliteit van het onderwijs op De Michaëlschool voldoende is. Zij komt tot dit oordeel op basis van de beslisregel die zij toepast op het aspect systeem van leerlingenzorg. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn voldoende. De Michaëlschool is op een aantal aspecten planmatig en doelbewust in ontwikkeling. In veel gevallen betreft het de indicatoren waarbij de inspectie tekortkomingen en aandachtspunten geconstateerd heeft. Het systeem van kwaliteitszorg biedt de directie een goed zicht op wat verbetering behoeft. Dit leidt tot weloverwogen acties op de jaarplanning. De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften. Deze hebben betrekking op de onderwijstijd, de handelingsplannen, het stagebeleid en de ouderbijdrage. Toelichting Cyclisch proces kwaliteitszorg De school heeft zorg voor behoud en planmatige verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De evaluatie van opbrengsten en schoolklimaat zijn ontwikkelpunten evenals de jaarlijkse verantwoording aan ouders over wat de school gerealiseerd heeft. Het beleid van de Michaëlschool is erop gericht om leerlingen binnen de school onderwijs te geven dat is afgestemd op hun pedagogische, didactische, sociaal-emotionele en maatschappelijke behoeften. In een handboek staan de kenmerken beschreven van de doelgroepen die de school onderscheidt. Het aanbod en de inrichting van het onderwijs zijn hierop afgestemd en staan in beleidsdocumenten beschreven. In het licht van de nieuwe wetgeving en in het kader van opbrengstgericht werken is de school bezig het doelgroepenbeleid te actualiseren. Uitgangspunt blijft het werken vanuit verschillende pedagogische klimaten. Van daaruit zullen de leerlingen in het vso een leerroute volgen met een uniform aanbod dat aansluit bij het uitstroomperspectief dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs. Om risico s met betrekking tot de leerlingenzorg en het onderwijsleerproces in kaart te brengen en de gewenste ontwikkeltrajecten in gang te zetten, gebruikt de school naast interne bronnen cyclisch het instrument Kwaliteit Speciaal. Dossieronderzoek, documentanalyse en een tevredenheidspeiling onder teamleden hebben recent plaatsgevonden. In eerdere schooljaren vonden klassenobservaties plaats en tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen. Een punt van aandacht is de respons van ouders die te laag is om representatief te kunnen zijn. In het algemeen is de belangstelling van ouders gering ondanks de moeite die de school doet hen bij het onderwijs te betrekken. In het kader van verantwoording aan belanghebbenden biedt de school de ouders te weinig inzicht in uitstroomresultaten van leerlingen en effecten van verbeteractiviteiten, bijvoorbeeld via de schoolgids of een jaarverslag (indicator 1.8). De school kent de gewoonte om leerresultaten te analyseren. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot een traject ter verbetering van het taal/leesonderwijs. De evaluatie van opbrengsten gebeurt echter nog onvoldoende systematisch en op basis van doelen en normen die gerelateerd zijn aan de doelgroepen, leerroutes en uitstroombestemmingen (indicator 1.3). Pagina 9 van 14

Met betrekking tot het schoolklimaat voldoet de school aan de eis om eens in de twee jaar de veiligheidsbeleving onder teamleden te peilen. Voor leerlingen is de cyclus langer dan twee jaar (indicator 10.1). Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit handelingsplanning en opbrengsten De school kent een cyclisch systeem voor leerlingenzorg, waarbij de commissie voor de begeleiding (cvb) de regie voert over de ontwikkeling van de leerlingen. Op hoofdzaken is het systeem voldoende. Wel constateert de inspectie tekortkomingen in het kader van wet- en regelgeving en stelt zij vast dat de kwaliteit van de evaluatie van de handelingsplannen en de functionaliteit van de plannen tekort schieten. Conform artikel 41a van de WEC dient het bevoegd gezag van een school op voorstel van de cvb en in overeenstemming met ouders voor elke leerling voor elk schooljaar een handelingsplan op te stellen. In twee opzichten leeft de school deze richtlijn onvoldoende na. Ten eerste betrekt de school de ouders van interne leerlingen onvoldoende bij het eerste handelingsplan. De Michaëlschool is gevestigd op het terrein van behandelinstituut De La Salle en geeft onderwijs aan de kinderen die op dit instituut verblijven. Dat zijn de interne leerlingen. Daarnaast bezoeken ook een groot aantal externe leerlingen de school. De intakeprocedure is voor beide groepen leerlingen verschillend. Voor interne leerlingen maakt het behandelinstituut een behandelplan met sociaal-emotionele uitgangspunten en doelen. De school sluit bij dit plan aan en voegt didactische en eventuele andere relevante informatie toe. Het geheel dat zo tot stand komt, vormt het document beginsituatie en is tevens het eerste handelingsplan van de interne leerling. Het instituut bespreekt het plan met de ouders, waarbij zij het accent legt op de behandeling. Van contact tussen ouders en school is pas sprake vanaf de eerste ouderavond, later in het schooljaar. Dit in tegenstelling tot de ouders van de externe leerlingen die de school vanaf de start bij de handelingsplanning betrekt. Een tweede tekortkoming betreft de cyclus van de individuele handelingsplannen. De looptijd van deze plannen is één jaar gerekend vanaf de datum van instroom van de leerling. Dit betekent dat de school bij leerlingen die later in het jaar starten, de doelen niet per schooljaar opnieuw vaststelt. Daar komt bij dat de datum van bijstelling afhankelijk is van de planning van de leerlingbespreking. In sommige gevallen is de looptijd van een plan daardoor langer dan één jaar. Tussentijdse bijstelling van het plan vindt niet plaats. Wel is er sprake van tussentijdse evaluatie en bijstelling van didactische overzichten en pedagogische handelingswijzers, die aan het plan zijn toegevoegd. Op dit moment loopt in het so een pilot met groepsplannen. Verdere aanpassing en verbetering van het systeem van handelingsplanning staat voor komend schooljaar op de agenda. De school is dan ook van plan een digitaal leerlingvolgsysteem in te voeren en het aanbod te koppelen aan leerlijnen. Om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen en te meten, beschikt de school over een geheel aan toetsen en instrumenten. Het zicht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling en het effect van het aanbod op dit gebied kan beter. De school is zich hiervan bewust en oriënteert zich op nieuwe instrumenten, uitbreiding van het methodisch aanbod en de invoering van een leerlijn voor dit ontwikkelingsgebied. Bij de evaluatie van de didactische voortgang betrekt de school toetsresultaten. Op grond van deze resultaten maakt de school nieuwe keuzes voor het leerstofaanbod. Een analyse van factoren die aan het al of niet bereiken van de doelen ten grondslag liggen, is echter niet traceerbaar. Pagina 10 van 14

Daardoor ontbreekt een onderbouwing van de keuzes voor nieuwe doelen met eventuele consequenties voor het perspectief van de leerling. De evaluatie van de pedagogische doelen die in de cvb-verslagen is terug te vinden, blijft voornamelijk beperkt tot een voortgangsregistratie. Dit zijn redenen waarom de inspectie indicator 3.8 met een onvoldoende beoordeelt. Indicator 4.1 is onvoldoende omdat vooral in het so de documenten voor handelingsplanning onvoldoende verwijzen naar het aanbod dat in de praktijk waarneembaar is. Onderwijsleerproces en schoolklimaat Het primaire proces is in diverse opzichten van voldoende kwaliteit. Aan de basis van de onderwijspraktijk ligt zorg voor een goede pedagogische werksfeer en een veilig en aangenaam schoolklimaat met veel geduld en respect voor kinderen. Toch wijst de inspectie ook op enkele tekortkomingen en aandachtspunten. Deze hebben betrekking op de onderwijstijd, het (ortho)didactisch handelen van leraren en de mate waarin leerlingen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. De school heeft zowel voor so als voor vso een breed leerstofaanbod. Nieuwe inzichten leiden tot aanpassing en verdere uitbreiding van dit aanbod. Een koppeling van methodes en materialen aan leerlijnen is in ontwikkeling. In het vso volgen de meeste leerlingen een arbeidsgericht traject. Praktijkvakken en stages maken een belangrijk deel uit van het aanbod. Voor de stages in het kader van arbeidstoeleiding doet de school een beroep op de stichting Sterk in Werk. Een stageplan heeft de inspectie niet aangetroffen. Daarmee handelt de school niet in overeenstemming met artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC. Voor het so heeft de school voldoende onderwijstijd gepland, voor het vso net enkele uren te weinig. Dat betekent een aanwijzing in het kader van wet- en regelgeving die verband houdt met artikel 11 van de WEC. Dit artikel geeft ook richtlijnen voor de verantwoording van onderschrijding van onderwijstijd, die de school onvoldoende naleeft. Redenen en consequenties voor aanbod en onderwijstijd staan niet in de handelingsplannen vermeld. In de lessen die de inspectie heeft bijgewoond was over het algemeen sprake van effectieve leertijd. Op grond van eigen observaties constateert de school zelf dat dit een punt van aandacht is. De inspectie mist een duidelijk beleid met procedures en afspraken, dat onder andere ook de keuzes onderbouwt die de school maakt met betrekking tot de afstemming van onderwijstijd (indicator 6.4). In de lessen hanteren teamleden eigen gedragsregels en beloningssytemen om de orde en rust te bewaren. Op schoolniveau is een werkgroep bezig het thema respect en normen en waarden opnieuw aan te scherpen. Leraren met wie de inspectie gesproken heeft, geven aan behoefte te hebben aan meer eenduidige, schoolbrede afspraken. Dat neemt niet weg dat zij het schoolklimaat veilig vinden en blij zijn met de weerbaarheidstraining die de school aanbiedt. Positief is ook de werkgroep die tot opdracht heeft de opvang van nieuwe leraren beter te organiseren. In het so en bij de theorielessen in het vso gebruiken leraren in veel gevallen klassikale werkvormen, soms ook om de situatie beheersbaar te houden. Omdat de uitleg in veel gevallen onvoldoende beknopt en doelmatig is (indicator 8.2), worden de leerlingen ook dan onrustig. Bovendien bieden deze lessen te weinig mogelijkheden om specifiek af te stemmen op de instructiebehoeften van de leerlingen (indicator 8.7). Pagina 11 van 14

Als gevolg van het sterk leraargestuurde karakter van deze lessen blijven bovendien kansen onbenut om leerlingen naar leeftijd en mogelijkheden te stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces (indicator 9.3). Op schoolniveau is de leerlingenraad een goed initiatief. Opbrengsten Op dit moment kan de school onvoldoende aantonen dat leerlingen zich naar verwachting ontwikkeld hebben. De school stelt het ontwikkelingsperspectief van de leerling onvoldoende centraal, zowel bij de planning als bij de evaluatie van doelen. Bovendien ontbreken normen om opbrengsten te meten. Indicator 11.4 kan de inspectie daarom niet waarderen. Wel stelt zij vast dat de school ontwikkelingen in gang gezet heeft om het opbrengstgericht werken te bevorderen. Daar hoort bij dat de school zich de laatste jaren steeds intensiever inspant om leerlingen diploma s en/of certificaten te laten halen om daarmee hun toekomstkansen te vergroten. De school mag in dit verband echter geen verplichte bijdrage vragen voor deelname aan ivio-examens. Dat is in strijd met artikel 40 van de WEC. Pagina 12 van 14

3. TOEZICHTARRANGEMENT De onderwijskwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan De Michaëlschool het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek. Tekortkomingen in de naleving De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften, die zij in hoofdstuk 2 heeft toegelicht. De tekortkomingen hebben betrekking op de artikelen 11, 40 en 41a van de WEC en op artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC. In verband hiermee geeft de inspectie het bevoegd gezag de volgende opdrachten: Het bevoegd gezag ziet erop toe dat: - de school voor schooljaar 2011/2012 meer onderwijsuren plant om het verlies aan onderwijstijd van schooljaar 2010/2011 te compenseren. De inspectie ontvangt vóór 1 oktober 2011 een verantwoording van de onderwijstijd; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een verantwoording onderwijstijd voor schooljaar 2011/2012, waaruit blijkt dat de school voor dit schooljaar voldoende onderwijstijd gepland heeft en dat zij het verlies aan onderwijstijd in schooljaar 2010/2011 gecompenseerd heeft. - de school in handelingsplannen van leerlingen die minder uren onderwijstijd ontvangen redenen daarvoor en consequenties voor leerstofaanbod en onderwijstijd verantwoordt. De inspectie ontvangt een voorbeeld van een handelingsplan ter verantwoording, zodra in schooljaar 2011/2012 van onderschrijding van onderwijstijd sprake is; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een voorbeeld van een handelingsplan. Uit dit voorbeeld kon de inspectie opmaken dat het om een leerling gaat voor wie de cvb de noodzaak heeft vastgesteld om minder dan het wettelijk minimum aantal uren onderwijs te ontvangen. Het streven naar volledige deelname staat benoemd, maar een ingroeiplanning om dit te realiseren ontbreekt. Het aanbod is volgend en niet plannend. - de school de handelingsplannen van interne leerlingen in overeenstemming met ouders vast- en bijstelt. De inspectie ontvangt vóór 1 oktober 2011 informatie over de maatregelen die de school op dit punt genomen heeft; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een memo, waarin de school het voornemen bekend maakt om met ingang van 1 januari 2012 een orthopedagoog in positie te brengen om de verbinding tussen school en het orthopedagogisch instituut De La Salle vanaf de start van de handelingsplanning tot stand te brengen. - de school de handelingsplannen voor ieder schooljaar opnieuw vaststelt. De inspectie ontvangt vóór 1 oktober 2011 informatie over de maatregelen die de school op dit punt genomen heeft; Op 6 oktober 2011 ontving de inspectie een routing en planning voor evaluatie en vaststelling van de handelingsplannen conform de richtlijnen van artikel 41a van de WEC. Pagina 13 van 14

- de school over een stageplan beschikt. De inspectie ontvangt vóór 1 november 2011 een stageplan; Op 13 oktober 2011 ontving de inspectie een document sluitende aanpak uitstroom leerlingen Michaëlschool. Dit document beantwoordt niet aan de eisen van een stageplan, zoals vermeld in artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC. Daarin staat, dat, indien het onderwijs een stage omvat, het doel, de inhoud, de omvang, de opbouw en de organisatie van de stage in een stageplan beschreven worden. De inspectie ontvangt vóór 1 januari 2012 een stageplan dat de stage beschrijft volgens de wettelijke richtlijnen en als onderdeel van het onderwijsaanbod van de school. - de school geen verplichte geldelijke bijdrage vraagt voor deelname aan examens en daar dus ook geen melding van maakt in de schoolgids. De inspectie toetst de schoolgids 2011/2012 op dit punt. Bij foute vermelding stuurt de school de ouders vóór 1 oktober 2011 een rectificatie, waarvan de inspectie een afschrift ontvangt. De schoolgids 2011/2012 maakt melding van een vrijwillige bijdrage in de examenkosten. Pagina 14 van 14

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MICHAËLSCHOOL SO/VSO CLUSTER 4 Plaats : Boxtel BRIN-nummer : 03XK Arrangementsnummer : 161077 Onderzoek uitgevoerd op : 21 en 22 juni 2011 Rapport vastgesteld te Tilburg op 17 november 2011 HB3020646/3 Documentnummer: H3194074

Pagina 2 van 14

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...5 2. BEVINDINGEN...7 3. TOEZICHTARRANGEMENT...13 Pagina 3 van 14

Pagina 4 van 14

1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 21 en 22 juni 2011 een onderzoek uit op de Michaëlschool in Boxtel om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De Michaëlschool is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen met (ernstige) gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen. In schooljaar 2010/2011 had de school vijf so- en tweeëntwintig vsogroepen. Meer dan de helft van de leerlingen zijn plaatsbekostigde leerlingen die verblijven op het behandelinstituut De La Salle. Aanleiding en toezichthistorie Ter voorbereiding op het jaarlijks bestuurgesprek voerde de inspectie in het vierde kwartaal van 2010 voor De Michaëlschool een risicoanalyse uit. Deze analyse gaf de inspectie geen directe aanleiding het toezicht te intensiveren. In 2006 vond echter voor het laatst een kwaliteitsonderzoek op locatie plaats, waarbij de inspectie ook de klassen bezocht. In het kader van de vierjaarscyclus van het inspectietoezicht heeft de inspectie daarom in overleg met het bestuur besloten in 2011 een kwaliteitsonderzoek uit te voeren om het profiel van de school te actualiseren. In dit onderzoek gaat zij tevens na of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: - onderzoek en analyse van documenten die al bij de inspectie aanwezig waren, waaronder het schoolplan 2009/2013 en de schoolgids 2010/2011; - onderzoek en analyse van documenten die de school voorafgaand aan en tijdens het onderzoek heeft aangereikt en die betrekking hebben op kwaliteitszorg, leerlingenzorg en opbrengsten; - onderzoek op locatie, waarbij de inspectie: leerlingendossiers inclusief handelingsplannen, protocollen en beleidsdocumenten bestudeerde en beoordeelde; de onderwijspraktijk in acht vso-groepen, één gemengde so/vso groep en 3 so-groepen observeerde; gesprekken voerde met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding, leerlingen en leraren. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de basisset van indicatoren, met uitzondering van indicator 10.6. Feitelijke gegevens ontbreken om deze indicator te kunnen beoordelen. De inspectie voegde de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' aan het onderzoek toe. Daarmee benadrukt zij het belang van de kwaliteitszorg in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit. Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen en conclusies met de directie van de school en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. Pagina 5 van 14

Toezichtkader De inspectie baseerde zich bij haar onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In haar jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 6 van 14