Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie H 6

7,3. Samenvatting door een scholier 2629 woorden 14 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer SAMENVATTING MAATSCHAPPIJLEER MENS EN WERK

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

6,8. Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. H3 Mens & werk. Paragraaf 1

Werk elke lichamelijke of geestelijke inspanning die wordt verricht met de bedoeling iets tot stand te brengen.

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

andere factoren: - de wet van vraag en aanbod, moeilijk mensen krijgen->beroep stijgt in aanzien - de traditie

Begrippenlijst Maatschappijleer 1-4; Mens en werk

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk h3 1-3

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk hoofdstuk 3, 4, 5 en 9

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 t/m 6

arbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk

Samenvatting Maatschappijleer H3

2 a) Geld. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste omdat je voorwerpen en diensten wilt gebruiken en die nou eenmaal geld kosten.

Samenvatting Maatschappijleer Mens & Werk

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk

7,7. Samenvatting door een scholier 3247 woorden 31 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 9 (Module 1; Mens & Werk)

7,3. De functies van werk: Maatschappelijke positie: de betekenis van werk: Samenvatting door een scholier 1283 woorden 8 juni 2008

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

Samenvatting Maatschappijleer Werk

Eindexamen maatschappijleer havo 2006-I

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Werk

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5

Vrijemarkteconomie (kapitalistische): de overheid houd zich zoveel mogelijk afzijdig van het economisch

5.7. Boekverslag door F. 898 woorden 29 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

keer beoordeeld 12 februari 2015

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

Arbeidsethos betekent: de betekenis die mensen aan arbeid toekennen. Hoe mensen tegen het werk aan kijken dus.

Samenvatting Maatschappijleer Werk

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Werk

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Begrippenlijst Maatschappijleer Hoofdstuk 5

Samenvatting Maatschappijleer Thema's maatschappijleer: Verzorgingsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Werk

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Module 4, hoofdstuk 9-12

Naar de kern. Thema 1: De kern van het ondernemen ...

Samenvatting door een scholier 1961 woorden 12 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Maatschappijleer arbeid

4 keer beoordeeld 25 juni 2016

Maatschap-: een groep mensen die een gelijke sociale positie innemen binnen de pelijke klasse samenleving

Hoofdstuk 1 Maatschappijleer: Verzorgingsstaat

4,8. Samenvatting door K woorden 22 oktober keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 7: verzorgingsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

6,3. Begrippenlijst. Samenvatting door een scholier 2273 woorden 27 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

8,1. Samenvatting door Een scholier 2072 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 3: Werk

Samenvatting Maatschappijleer H6 Wie zorgt voor wie? Begrippen

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Samenvatting Maatschappijleer de Verzorgingsstaat

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

7,7. Samenvatting door een scholier 2103 woorden 20 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

7,8. Samenvatting door K woorden 29 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Werken of vrije tijd?

Kaart 3. Kaart 1 Kaart 2. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. B Kaart 4. A Maatschappelijke behoefte. C Beroepsbevolking

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6 en 9 (Mens en werk)

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

4,7. Samenvatting door een scholier 1766 woorden 29 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

200% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar

Samenvatting door M woorden 19 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 5.1 Waarom werken we?

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

De dagelijkse dichtheid van het bestaan. Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

online enquête acv-openbare diensten

Praktische opdracht Maatschappijleer Partij kiezen

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

GOED BEZIG BURGERSCHAPSLEREN THEMA 1

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Mens en werk

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk Samenvatting door een scholier 1034 woorden 5 mei 2005 8 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Wat is werk: elke lichamelijke of geestelijke inspanning die wordt verricht met de bedoeling iets tot stand te brengen. Betaalde arbeid: iets voor anderen geproduceerd en verricht wordt en dat de ander daarvoor betaalt. Onbetaalde arbeid: huisman/huisvrouw, ook zij verrichten arbeid maar krijgen daar geen inkomen voor. Vrijwilligerswerk: zij verrichten belangeloos arbeid, ze werken bij het Rode Kruis, de zonnebloem of bij telefonische hulpdiensten. Materiële functie (arbeid): het verdienen van inkomen en het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud en in dat van het gezin Immateriële functie: mogelijkheid tot zelfontplooiing, ook onbetaalde arbeid zou deze functie kunnen hebben. Immateriële functie: het ontwikkelen van zelfrespect, het vergroeten van het gevoel van eigenwaarde. Immateriële functie: het opdoen van sociale contacten. Als je werkeloos bent zit je vaak thuis en heb je minder contacten dan op je werk. Immateriële functie: het verkrijgen van maatschappelijk aanzien, met behulp van sociale status en de sociale positie. Sociale status: de beroepen die mensen uit oefenen, een arts heeft meer aanzien dan een vuilnisman. Sociale positie: plaats die iemand inneemt binnen de sociale structuur. Factoren die te maken hebben met het soort werk dat men doet: het onderscheid in hoofd- en handenarbeid de verantwoordelijkheid die het werk vereist de afwisseling die het werk biedt de mogelijkheden tot ontplooiing de mogelijkheden tot het opdoen van sociale contacten. Factoren die te maken hebben met de opbrengst van werk: het inkomen macht die dankzij de baan kan worden uitgeoefend de sociale positie en de daardoor bepaalde status die samenhangen met de baan Andere factoren: Pagina 1 van 5

de wet van vraag en aanbod, als je moeilijk mensen kunt krijgen voor een beroep, stijgt het beroep in aanzien de traditie, hoewel de pastoor vroeger weinig verdiende, keken mensen naar hem op. Primaire arbeidsvoorwaarden: loon en de arbeidstijd die daarvoor moet worden geleverd. Secundaire arbeidsvoorwaarden: gevoel van tevredenheid of juist van onbehagen sterk beïnvloeden. Extra voordelen vallen hier ook onder: auto van de zaak of goedkope verzekeringen. Arbeidsinhoud: om wat voor soort werk gaat het, biedt het werk veel afwisseling. Arbeidsverhoudingen: is er 1 baas of meerderen en heeft je bedrijf een medezeggenschapsraad. Arbeidsomstandigheden: fysieke en psychische eisen die aan de werknemer worden gesteld. Arbeidsorganisatie: manier van verdeling van de arbeid over de verschillende mensen in een bedrijf is georganiseerd. Hoofdstuk 2 Plato: werken was bedoeld voor vreemdelingen en slaven Aristoteles: volgens hem verlaagde arbeid de mensen. Door het werk werd de mens van de deugd afgehouden. Luther: ieder mens was door God geroepen tot het verrichten van arbeid in de wereld. Calvijn: arbeid is een instrument om God eer te bewijzen. Arbeidsethos: arbeid is een plicht (christelijk) arbeid is geen plicht arbeid is een recht Artikel 19 1. Bevordering van voldoende werkgelegenheid is voorwerp van zorg der overheid 2. De wet stelt regels omtrent de rechtspositie van hen die arbeid verrichten en omtrent hun bescherming daarbij, alsmede omtrent de medezeggenschap. 3. Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens wet gesteld. Artikel 21 1. Een ieder heeft recht op arbeid, vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkeloosheid 2. Een ieder, zonder enige achterstelling heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. 3. Een ieder die arbeid verricht heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zonodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld. 4. Een ieder heeft recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn eigen belangen. Hoofdstuk 3 Pagina 2 van 5

Belangen werknemers: Arbeidsvoorwaarden: goede inkomen en gunstige werktijden Arbeidsinhoud: goede arbeidsverdeling en duidelijke functieomschrijvingen Arbeidsverhoudingen: medezeggenschap Arbeidsomstandigheden: aangenaam werk, geen ongezond en onveilig werk Algemene belangen: sociale zekerheid, gunstig ontslagrecht Aanpak werknemers: overleg en onderhandelingen de lobby de gerechtelijke procedure de prikactie: kort en waarschuwend de staking: wettelijk geregeld de bedrijfszetting Succesfactoren: functioneren vakbonden zelf - organisatiegraad werknemers - actiebereidheid van de leden - eensgezindheid binnen de bonden het politieke klimaat: zij verdelen de koek economische structuur economische conjunctuur: als de economie slecht is geven de vakbonden minder snel toe dan als er een goede economie is geven ze sneller toe, dat is ook zo met werkloosheid. Hoofdstuk 4 Belangen werkgevers: continuering van het bedrijf: winst maken om het bedrijf te laten voor bestaan en nieuwe investeringen kunnen doen. Lage bedrijfskosten: goedkope dingen (grondstoffen, arbeidskrachten en leningen) verbeteren de concurrentie positie. Werkwillige, bekwame en geschoolde werknemers: zo kan het productieproces snel verlopen en een kwalitatief hoog product worden geproduceerd. Lage belastingen: minder kosten dus meer winst Geringe concurrentie: monopoliepositie en een sterke machtspositie innemen. Aanpak werkgevers: overleg en onderhandeling het doen/nalaten van investeringen het ontslag het vestigingsbeleid de lobby de gerechtelijke procedure Kansen op succes: de mate van organisatie en eensgezindheid van de werkgevers Pagina 3 van 5

het politieke klimaat de economische structuur de economische conjunctuur Hoofdstuk 5 3 manieren overheid er bij betrokken (sociaal economisch proces) overheid is zelf werkgever overheid is regelgever overheid is overlegpartner 5 extra terreinen: werkgelegenheidsbeleid arbeidsomstandigheden (gezondheid en welzijn van de werknemers) arbeidsvoorwaarden (loonontwikkeling en arbeidstijdverkorting) sociale wetgeving emancipatie beleid (voorrang geven aan vrouwen en etnische minderheden) Hoofdstuk 6 Vrijemarkteconomie: De wet van vraag en aanbod bepaalt welke prijs voor een produkt moet worden betaalt. De vrijemarkteconomie corrigeert uiteindelijk vaak de schaarste. V.B.: VS en Japan - grote keuzevrijheid van producenten en consumenten - weinig bureaucratie - volledige mededinging (concurrentie) Nadelen - geproduceerd naar vraag = kan nadelige gevolgen hebben - zwakkeren in de samenleving kunnen op de vrije markt hun behoeften moeilijker bevredigen. Centraal geleide planeconomie: VB: China en Cuba (dictatuur) - ongelijkheid kan worden voorkomen omdat de overheid de plannen maakt. - productie en consumptie kunnen worden op elkaar afgestemd. - Werkloosheid kan effectiever worden bestreden. Nadelen: - veel bureaucratie (overheid bemoeit zich overal mee = veel ambtenaren nodig) - planners zullen erg machtig zijn Gemengde economie: - sociale zekerheid voor iedereen - geen centrale ideologie Nadelen: Pagina 4 van 5

- hoge kosten - overheid speelt grote rol, ten koste van eigen initiatief politiek en economie Liberalisme en de VVD: - markteconomie moet blijven bestaan - concurrentie is een absolute voorwaarde - rol van de overheid moet worden teruggedrongen ideeën VVD: - deregulering: dingen moeten simpeler - decentralisatie: overheid krijgt minder macht - particulier initiatief - privatisering Sociaal-democratie en PvdA: - overheid moet ieder individu bestaanszekerheid en een redelijk levenspeil garanderen - overheid en de markt moet rol spelen in de economie - nadelen markteconomie op heffen ideeën PvdA: - spreiding van kennis, inkomen en macht - meer planning - selectieve groei - democratisering instanties en bedrijven. Christen-democratie en CDA: - gespreide verantwoordelijkheid - principe rentmeesterschap - gerechtigheid - solidariteit (naastenliefde) - georiënteerde markteconomie Ecologische visie en GroenLinks - economie moet niet verder groeien - kleinschaligheid (milieuvriendelijk) - kringloopeconomie Pagina 5 van 5