Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Hoofdstuk 16 Marketing

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

7,7. Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari keer beoordeeld

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23

M&O VWO 2011/

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Werkstuk Economie marketing

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen

Samenvatting Economie Consument & Producent

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

Samenvatting Management & Organisatie de firma

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3

Aan de slag met excel

Samenvatting door een scholier 5552 woorden 2 juni keer beoordeeld

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

voorbeeldhoofdstuk havo M&O

Beoordelingsformulier

Samenvatting Management & Organisatie H3 + 4: De fima

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Management & Organisatie De Firma

3 Productontwikkeling en de productlevenscyclus 69

Marketingbeleid AFDELING

Eco samenvatting; hs 2 + 5

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9, 10, 11, 12

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)

Samenvatting Economie Consument en Producent

2COLLEGE RUIVEN. Lesbrief Marketing. Consumptie. PSB en JKH

Inhoud. Onderwijseenheid 1 Onderzoek en acquisitie 11. Onderwijseenheid 2 Verkopen 45

Ken je markt. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop KEN JE MARKT

Saxionstudent.nl Blok1

Inleiding. 1.2 Communicatie. Boekverslag door I woorden 12 januari keer beoordeeld

Communicatie is het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen. De

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Commerciële calculaties

7.6. Boekverslag door M woorden 22 juni keer beoordeeld

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

ANTWOORDEN MARKETING. Antwoorden Marketing

Commerciële calculaties

Proefexamen MARKETING

Commerciële calculaties

CSPE GL administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie. minitoets bij opdracht 6 A B X C D

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

Marketingmix instrumenten Marketingcommunicatie

NIMA Marketing-A. Inhoudsopgave. Les 1. Les 4. Les 2. Les 5. Les 3. Marketing, een moderne denkdiscipline

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging)

Hoofdstuk 20. Communicatiebeleid

CSPE GL administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie. minitoets bij opdracht 6 A B X C D

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

College 4. Video Kotler (25min) Bespreken video (20 min) Theorie H 11 Productbeleid (60 min)

Marketing Woordverklaring: Markt-getting o Naar de markt brengen o Aan de klant bezorgen

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Communicatie = het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen

Maak een poster over social media. Laat je creativiteit de vrije rol.

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Inhoud. DEEL 1 Marketing en marketingomgeving Marketing en marketingconcept Marketingomgeving Markt- en vraagbegrippen 53

Inhoud. Onderwijseenheid 1 Inkoopbehoefte 9. Onderwijseenheid 2 Kwaliteit 45

Marketingmix vmbo-b34

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

Een ondernemingsplan voor een duurzaam product of dienst

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Management & Organisatie Marketing 1 (lesbrief)

Commerciële calculaties

CSPE GL administratie - handel en administratie - handel en verkoop - mode en commercie. minitoets bij opdracht 6 A B X C D

Hoofdstuk 5 4e klas GT

MARKETING / 09A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development.

Transcriptie:

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27 Samenvatting door een scholier 3774 woorden 23 januari 2008 6,4 13 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 23 t/m 27 M&O Boek 2 Marketing Hoofdstuk 23 23.2 De marketing-mix Marketingbeleid: Het marketingbeleid van commerciele organisaties omvat alle activiteiten van de onderneming die gericht zijn op de maximale behoeftebevrediging van de afnemers, waarbij ook de ondernemingsdoelen gerealiseerd dienen te worden. Verkoopactiviteit: Wanneer de onderneming een vertegenwoordiger met een bepaald product op pad stuurt (persoonlijke verkoop, begint de verkoopactiviteit. Hij zal de detaillist (winkelier) ervan moeten overtuigen dat deze een goed te verkopen product in zijn assortiment opneemt. Alvorens deze vertegenwoordiger aan de slag kan gaan, zijn er al veel activiteiten achter de rug: er is een product ontwikkeld, er is aandacht besteed aan de meest geschikte verpakking, de prijs is vastgesteld enzovoort. Al deze activiteiten behoren tot het marketingbeleid. Marketingbeleid: Prijsbeleid Productbeleid Promotiebeleid / communicatiebeleid Plaatsbeleid / distributiebeleid Samengevat de vier p s. In de loop der jaren zijn er nog een aantal p s toegevoegd, de belangrijkste daarvan is het personeelsbeleid. Marketingmix: Het is niet mogelijk deze vier p s afzonderlijk van elkaar te gebruiken. De zorden in onderlinge samenhang toegepast, waarbij het accent dan weer eens op het ene, dan weer eens op het andere instrument gelegd wordt. We spreken van de marketingmix. Markt: Wanneer we in de marketing spreken van de markt, wordt meestal alleen de vraagzijde van de markt Pagina 1 van 12

bedoeld. Bv; de koffiemarkt loopt achteruit, dat houdt in dat de vraag naar koffie terugloopt, dus dat er minder koffie gekocht wordt. 23.3 Omgevingsfactoren Omgevingsfactoren: Dit zijn factoren die van buiten de onderneming op de onderneming inwerken. We hebben: De niet-beinvloedbare omgevingsfactoren De beinvloedbare omgevingsfactoren Op de niet-beinvloedbare omgevingsfactoren kan de onderneming geen invloed uitoefenen. Deze factoren oefenen echter wel invloed uit op de onderneming. Als voorbeeld noemen we de Wet op de Omzetbelasting. De onderneming kan op deze wet geen directe invloed uitoefenen. Toch kan de onderneming een gedeelte van de omzet verliezen wanneer door het verhogen van het btw-percentage de prijs van de producten stijgt. Niet-beinvloedbare omgevingsfactoren zijn onder andere: de wetgeving en andere overheidsmaatregelen en richtlijnen het sociale en culturele niveau van de samenleving de technologische ontwikkelingen de macro-economische ontwikkelingen gedragsregels zelfregulering * de wetgeving: De wetten op het gebied van belastingen, milieu en sociale wetgeving. * sociale en culturele niveau van de samenleving: De overheid kan het sociale en culturele niveau van de samenleving wel beinvloeden door allerlei beleidsbeslissingen en maatregelen te nemen en vooral ook door het niveau van het onderwijs te veranderen. * technologische ontwikkelingen: Veel bedrijven hebben eigen laboratoria waarin onderzoek wordt gedaan. Vanzelfspreken betreft dit onderzoek de terreinen waarop de onderneming zich inspant om een voorsprong op de concurrentie te verkrijgen of te behouden. * macro-economische ontwikkelingen: Deze ontwikkelingen betreffen de ontwikkelingen op economisch gebied van een land of van een groep landen. Wanneer de economie van een land zich goed ontwikkelt, betekent dat meestal dat de koopkracht van de bevolking toeneemt. De vraag naar producten neemt daardoor toe. *gedragsregels: Dit zijn regels die in een bepaalde bedrijfstak als vanzelfspreken worden aangenomen. Een gevolg daarvan kan zijn dat er een geschillencommissie in het leven geroepen is, zoals dat voor reisbureau geldt. * zelfregulering: Dit ligt zeer dicht bij de gedragsregels. Bij zelfregulering legt een bepaalde branche zichzelf regels op. Beinvloedbare factoren: Toeleveranciers Afzetkanalen Pagina 2 van 12

Afnemersgedrag Concurrentie 23.4 Marktonderzoek Vestigingsplaats: Voor een onderneming op een bepaalde plek van start gaat, wordt vaak een marktonderzoek ingesteld. Uit zo n marktonderzoek moet komen vast te staan of het zin heeft om de onderneming op die plaats te vestigen. Marktonderzoek: Onder marktonderzoek verstaan we het systematische onderzoek naar de afzetmogelijkheden van een bepaald product in een gebied gedurende een zekere periode. Deskresearch: Bij marktonderzoeken maken we onderscheid tussen deskresearch en fieldresearch. Deskresearch gebeurt van achter het bureau. De onderzoeker maakt daarbij gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is verzameld. Zo kan hij van de interne bedrijfsgegevens gebruikmaken door van de eigen administratie de omzet en de totale arbeidskosten van een bepaalde periode op te vragen. Fieldresearch: Levert de deskresearch niet voldoende op, dan moet er fieldresearch worden gedaan. De onderzoeker moet nu op zoek naar informatie die nog niet in de onderneming aanwezig is. Dit kan op verschillende manieren gedaan worden: enquete observatie experiment * enquete: Hierbij wordt getracht informatie te verkrijgen door aan een groep mensen of bedrijven een aantal vragen te stellen. schriftelijk: dit is de goedkoopste manier, maar heeft wel nadelen; het is onzeker hoeveel mensen de enquete in zullen vullen, en naarmate de non-respons (het niet-invullen van de enquete) hoger is, zijn de onderzoeksresultaten minder betrouwbaar. mondeling: dit levert de meeste betrouwbare informatie op. telefonisch: snelle respons en relatief lage koste Steekproef: Een steekproef moet representatief zijn, dat wil zeggen zij moet de massa goed vertegenwoordigen. Aan deze voorwaarde moet dus worden voldaan: steekproef moet aselect zijn, dat wil zeggen dat iedereen in de populatie dezelfde kans heeft in de steekproef te worden opgenomen de steekbroef moet groot genoeg zijn. Naarmate de organisatie hogere eisen stelt aan de betrouwbaarheid van de uitkomst van een steekproef, zal ze de steekproef groter moeten maken, waardoor natuurlijk ook de kosten stijgen. Observatie: Het observeren van het gedrag van de consument. Kijken wat de consument doet, en wat hij wil. Experiment: Pagina 3 van 12

Een test; bij een winkeltest worden bijvoorbeeld 30 vergelijkbare winkels betrokken. In de helft van deze winkels plaatst men gedurende een bepaalde periode het betrokken product met een nieuwe verpakking, terwijl in de overige winkels de oude verpakking blijft. Na afloop van de periode vergelijkt met de verkopen. Daarna kun je zien of de nieuwe verpakking van invloed is op het koopgedrag van mensen. Vergelijkend marktonderzoek: Producten vergelijken door de consumentenorganisaties. Overal wordt dan naar gekeken, en het beste product komt dan naar voren. 23.5 Marketingdoelstellingen Doelstellingen van elke onderneming: * Het nastreven van continuiteit, en daarmee samenhangend * Het behalen van winst Marktdoelstellingen: behalven van een bepaalde afzet vergroten van het marktaandeel behalen van een bepaalde winst verbeteren van het imago Imago: Het verbeteren van het imago is een marketingdoelstelling die niet te meten is. Door het houden van open dagen kan een onderneming proberen het imago te verbeteren. Of er daardoor meer producten kunnen worden verkocht is niet te meten. 23.6 Marktaandeel Marktonderzoek: Dit kan de onderneming inzicht geven in het marktaandeel dat deze onderneming met een bepaald product heeft in een bepaalde periode. Doelgroep: een doelgroep of marktsegment is een groep mensen die dezelfde wensen heeft en op min of meer gelijke wijze reageert op de marketinginstrumenten van de onderneming. Marktaandeel: Afzet van een onderneming in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode : totale afzet in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode x 100% Het marktaandeel is ook te vinden door in plaats van de afzet deomzet van een product te nemen. Marktleider: De onderneming die het grootste marktaandeel bezig, noemen we de marktleider. Marktpositie: De plaats die de onderneming met haar producten inneemt in de markt ten aanzien van de concurrentie noemen we de marktpositie. 23.7 Marktsegmentatie Marketingstrategie: Bij het marketingbeleid is het de bedoeling dat alle activiteiten die betrekking hebben op het bereiken van de doelstellingen van de onderneming, worden samengebundeld. We spreken in dit verband wel van marketingstrategie. Dit houdt onder meer in dat de onderneming één of enkele deelmarkten kiest, waarop de onderneming zich richt. Pagina 4 van 12

Marktsegmentatie: Splitst de onderneming voor een bepaald product de totale markt op in een aantal kleine, min of meer homogene deelmarkten (afnemersgroepen), dan is er sprake van marktsegmentatie. Op deze wijze tracht de onderneming het product en de bijbehorende marketingstrategie zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen en behoefte van een bepaald marktsegment. Vervolgens moet de onderneming bepalen op hoeveel marktsegmenten zij zich gaat richten en welke marktsegmenten de meest geschikte doelgroepen vormen. Bij de bepaling van de doelgroepen onderscheiden we drie mogelijkheden: ongedifferentieerde marketing hierbij richt de onderneming zich op vrijwel de gehele markt gedifferentieerde marketing hierbij richt de onderneming zich op vrijwel de gehele markt geconcentreerde marketing hierbij concentreert de onderneming zich op een bepaald segment Ongedifferentieerde marketing: Hierbij wordt een product slechts in één variant op de markt gebracht. Hier hebben we dus te maken met massaproductie. Gedifferentieerde marketing: Hierbij wordt een producht in verschillende varianten op de markt gebracht. Geconcentreerde marketing: Wanneer een onderneming deze strategie toepast, richt zij zich op één of enkele deelmarkten. Hoofdstuk 24 24.2 Het product Product: Onder een product verstaan we het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst. Materiële eigenschappen: Zijn de eigenschappen die in het product zelf aanwezig zijn (vorm, gewicht, smaak en capaciteit) en de eigenschappen die de producent heeft toegevoegd (verpakking, garantie en service). Immateriële eigenschappen: Zijn de eigenschappen die de consument aan het product verbindt, bijvoorbeeld status, imago, exclusiviteit en goede naam. Deelmarkten: Wanneer we bij ons voorbeeld van de auto blijven, kan een deelmarkt gevormd worden voor auto s in de prijsklasse 20.000,- tot 25.000,-. Maar er is ook een deelmarkt voor auto s die meer dan 100.000,- kosten. Kwaliteit: Alle eigenschappen van een product waaraan de gebruiker waarde hecht. De volgende kenmerken met betrekking tot het product. A = de kwaliteit B = de vormgeving C = de verpakking D = de garantie en verpakking Pagina 5 van 12

A: De kwaliteit is gedeeltelijk subjectief, afhankelijk van de eisen en het oordeel van de gebruiker; gedeeltelijk is zij ook objectief meetbaar. B: Voor veel producten speelt vormgeving geen enkele rol. Hoe anders is dit bij meubels, auto s en kleding. C: De verpakking heeft 2 aspecten: Technisch aspect: De noodzaak dat een product moet worden verpakt. Tegenwoordig zie je bijan geen onverpakt product meer. Commercieel aspect: Tegenwoordig veel belangrijker dan het technische. Soms kan de koper zelf bepalen in welke vorm hij de goederen koopt (groente), bij benzine kan dit niet. D: Vooral bij duurzame gebruiksgoederen zijn garantie en service van groot belang. We moeten beide begrippen wel goed uit elkaar houden. Geschillencommissies: Het komt regelmatig voor dat er geschillen over garantie ontstaan tussen koper en verkoper. Daarvoor zijn geschillencommissies in het leven geroepen, waar de consument zijn beklaag kan doen. De uitspraak is binden. (iedereen moet zich aan deze uitspraak houden). Service: Een winkelier die veel service verleent, trekt nog steeds veel afnemers aan, hoewel dezelfde producten in discounthouses veel goedkoper te verkrijgen zijn. Deze verlenen echt geen of weinig service. 24.3 Het merk Merk: Door middel van een merk onderscheidt een product zich van vergelijkbare producten van concurrenten. Het merk kan bestaan uit een naam, een symbool of een teken(logo). Fabrikantenmerk: Bij het fabrikantenmerk is de naam van de fabrikant verbonden aan het merk (bv, Philips en Douwe Egberts). A-merk: Een A-merk is een merk dat de koper vertrouwd in de oren klinkt. Hij is bereid voor een dergelijk product wat meer te betalen. B-merk: Een B-merk is minder bekend bij het publiek dan een A-merk. Het product is wat goedkoper en op minder plaatsen te verkrijgen. Paraplumerk: We spreken van een paraplumerk wanneer de fabrikant al zijn producten onder 1 naam op de markt brengt zoals Philips. Private label: Pagina 6 van 12

Hier verstaan we onder producten die, gezien vanaf het standpunt van de fabrikant, in opdracht van derden en onder een andere merknaam dan de eigenmerknaam van de fabrikant, door die opdrachtgevers onder de door hen gekozen namen op de markt worden gebracht. Onder private labels vallen eigen merken, huis- of winkelmerken en witte merken. Eigen merk: Als de producten met een fantasienaam op de markt worden gebracht. Huismerk: Een huismerk of winkelmerk komt voor als de producten onder de eigen naam van de detaillist worden aangeboden. Wit merk: Zijn producten die geen merknaam kennen. C-merk: Dit is een merk dat veel minder naamsbekendheid heeft dan een B-merk. Meestal heeft een dergelijk merk plaatselijke of regionale bekendheid. Soortnaam: Is een merknaam die door de consumenten wordt gebruikt als de naam van een product. Voordelen fabrikantenmerk: Als voordelen voor het voeren van het fabrikantenmerk door de detaillist worden genoemd: - Niet de detaillist maar fabrikant zorgt voor reclame - De garantieverplichtingen zijn voor rekening van de fabrikant - Door het voeren van merkartikelen krijgt de detaillist vaak een goede naam Maar ook het voeren van eigen merk heeft voordelen: - De consument krijgt binding met de detaillist waar hij het product koopt - De winstmarge is meestal groter dan bij een fabrikantenmerk - Men heeft minder last van concurrentie van andere winkels - De naam van de winkel staat op de verpakking Fabrikantenbeleid: De fabrikanten van merkartikelen volgen verschillende bedrijfspolitieken/strategieën: - Er wordt aan de detaillist geleverd onder de merknaam van de detaillist. Vaak zijn het kleiner fabrikanten zonder eigen commerciële afdeling, die deze politiek voeren. - Uitsluitend het fabrikantenmerk wordt geleverd. Alleen grotere producten voeren deze politiek, omdat veel detaillisten deze producten willen verkopen. - De fabrikant kiest voor een combinatie. Hij levert beide producten voor optimale winst. 24.4 De levenscyclus van een product Levenscyclus: Wanneer er een nieuw product op de markt komt neemt de afzet langzamerhand toe -> vervolgens komt er een periode waarin afzet gelijk blijft -> en ten slotte neemt de afzet af. Bij de levenscyclus zijn 5 fasen te onderscheiden: A:Introductiefase Pagina 7 van 12

-> De meest kritiek fase, zal het product aanslaan? Hogere prijs in het begin dan in latere fase (snel goedmaken ontwikkelingskosten). B:Groeifase -> De omzet neemt snel toe. De prijs gaat dalen omdat productie op grotere schaal voordeliger is. Variëteiten worden uitgebreid en product verbeterd. C: Rijpheidsfase -> Er is nog wel groei maar tempo neemt af. Nog meer variëteiten. De prijs zakt lichtelijk mede door concurrentie. D: Verzadigingsfase -> De groei is er vrijwel uit. De prijs is stabiel maar in winst komt al lichte daling. Doordat groei eruit wordt concurrentie hevig. E: Neergangsfase -> De omzet neemt snel af, terwijl winst fors daalt. Bij sommige producten lijkt het of er geen einde aan komt. Heineken bier bestaat al jaren en het einde lijkt nog lang niet in zicht. De duur van de levenscyclus en de grootte van de afzet worden bepaald door: A = snelheid technische ontwikkelingen B = de concurrentie C = de mate waarin het nieuwe product door de afnemers wordt geaccepteerd A: Door technische ontwikkeling komen steeds meer nieuwe producten op de markt waar tegen bestaande producten het moeten afleggen. Door technische ontwikkeling wordt de levensduur steeds korter. B: Concurrentie belangrijke rol aan aanbodzijde. Niet het aantal concurrenten speelt een rol maar hoe ze elkaar beconcurreren. C: Met de acceptatie door afnemers van het nieuwe product bevinden we ons in aan de vraagzijde van de markt. Acceptatie speelt niet alleen belangrijke rol in introductiefase maar ook in verder verloop van de cyclus, omdat er steeds weer nieuw producten op de markt komen. Hoofdstuk 25 Prijs en Verkoopplan Invloeden op de prijs: Er zijn allerlei factoren zijn die invloed hebben op de prijs, waardoor de onderneming de prijsstelling van haar producten bijna nooit volledig in eigen hand heeft. Monopoliepositie: Ook als een onderneming een monopoliepositie bezit, is zij toch niet geheel vrij in het bepalen van de prijs van het product. Kostengeoriënteerde prijsbepaling: Hierbij neemt de ondernemer de kosten als uitgangpunt en verhoogd de inkoopprijs of kostprijs met een bepaalde winstopslag. Vraagoriënteerde prijsbepaling: Neemt de detaillist de prijs die de consument wil betalen als uitgangspunt. Verschillende mogelijkheden (vraaggeoriënteerd): A: Penetratiepolitiek -> Van nieuw product prijs zolaag maken dat korte tijd groot deel van de markt is voorzien. Pagina 8 van 12

B: Afroompolitiek -> Hoge prijs, meer mensen en steeds verder laten zakken tot bijna iedereen het product heeft en dan op normaal prijsniveau. C: Psychologische prijs -> voorbeeld: prijs verhoging 6.95 naar 7.05 en 7.50 naar 7.60. Voor het gevoel is de eerst verhoging groter. Door net benenden 7 euro te blijven wordt de afzet gestimuleerd. D: Prijskortingen -> Ook kortingen doel het altijd goed. Denk maar aan uitverkoop. Veel zogenaamde onverkoopbare producten worden toch verkocht. E: Prijsdiscriminatie -> Hierbij worden op hetzelfde moment aan verschillende groepen afnemers verschillende prijzen berkeend voor technische en economische identieke product. Bijvoorbeeld kaas. Kaas van het mes is duurder dan dezelfde voorverpakte kaas. Rayon: Als een onderneming meerdere vestigingen in het land heeft dan heeft hij het land verdeeld in rayons. Verkoopmanager: De verkoper heeft een chef, de verkoopmanager of ook wel gezegd de salesmanager. Hoofdstuk 26 Promotiebeleid: In plaats van promotiebeleid spreek je tegenwoordig steeds meer van communicatiebeleid. Het gaat erom dat een bepaalde boodschap van de producent op een of andere manier bij de consument terechtkomt. Doel promotie: Het doel van promotie is in contact te komen met de afnemer en hem allerlei informatie te verstrekken van de fabrikant of winkelier. Zender ontvanger: Bij communicatie gaat het erom dat een zender een boodschap via een of ander medium bij de ontvanger brengt. Dit proces is als volgt weer te geven: Zender -> Degen die boodschap wil overbrengen Bijvoorbeeld fabrikant Boodschap -> Datgene waarop we de aandacht willen Nieuw product vestigen Medium -> De wijze waarop de boodschap wordt STER-reclame overgebracht Ontvanger -> Degene voor wie de boodschap Consument bestemd is Massacommunicatie: Het nummer 1 medium waar iedereen kennis van kan nemen. Bijvoorbeeld krant, tv en Internet. Persoonlijke communicatie: Hierbij wordt elke potentiële koper afzonderlijk van informatie voorzien. Aan vertegenwoordigers kunnen de volgende taken worden opgedragen: - onderhouden contacten met afnemers en sluiten van orders. - verstrekken van informatie en winnen van nieuwe klanten. - verlenen van service aan de afnemers. - informatie inwinnen voor het eigen bedrijf. Voordelen persoonlijke verkoop: Pagina 9 van 12

- onderneming kan persoonlijk inspelen op wensen van iedere klant. - veel betere discussie mogelijk over eigenschappen product. - kan veel beter worden teruggekoppeld van de klant naar de onderneming ten aanzien van de wensen van de klanten. Voordelen massacommunicatie: - Massacommunicatie is per bereikte afnemer veel goedkoper dan persoonlijke verkoop. - De onderneming kan een groter aantal personen in één keer bereiken. - Massacommunicatie gaat veel sneller. Reclame: Is een middel om het grote publiek vertrouwd te maken met een bepaald product. Productreclame: Deze reclame speelt in onze samenleving een grote rol. Individuele reclame: Hierbij maakt een fabrikant reclame voor het product dat hij voortbrengt. Collectieve reclame: Wordt reclame gemaakt door de fabrikant van een bepaalde productsoort. Thema reclame: Gaat het de onderneming erom merkbekendheid te kweken en te onderouden. Actiereclame: Onderneemt de onderneming een speciale actie om op korte termijn de verkoop van een bepaald product te stimuleren. Sampling: Een bekende manier om de consument kennis te laten maken met een nieuw product is het verspreiden van monsters (samplers). Stakeholders: Zijn alle belanghebbende met wie de onderneming rekening moet houden zoals, overheid, leveranciers, detaillisten en consumenten. Om reclame te maken staan de volgende media ter beschikking: - Dag- en weekbladen -Radio- en tvbladen en familietijdschriften - radio en TV - Sponsoring - brieven - Internet - vakbladen en hobbytijdschriften Public relations: Het doel van PR is niet het aanprijzen van het product bij de consument of detaillist, maar het beïnvloeden van personen van wei de mening over de onderneming van belang kan zijn. Hoofdstuk 27 Plaatsbeleid: Wordt min of meer het distributiebeleid genoemd. Groothandel: Pagina 10 van 12

Het verschil is dat groothandel niet en kleinhandel wel aan consumenten levert. Totale groothandel: Vervult belangrijke rol voor detailhandel: - Groothandel zorgt ervoor altijd genoeg producten in huis te hebben die door kleinhandel kunnen worden afgenomen. - Doordat groothandel groot inkoopt kan het kortingen bedingen. Een deel wordt doorgegeven aan de kleinhandel. - Daarnaast zorgt groothandel ervoor dat de detaillist op de hoogte wordt gebracht van nieuwe producten. - De groothandel levert over het algemeen op rekening waardoor een deel van de voorraad van de kleinhandel door de groothandel wordt gefinancierd. Kleinhandel: Levert producten aan de consument Distribuerende functie: Bij distributie gaat het dus om de verspreiding van de producten over de afnemers. Collecterende functie: De collecteren functie is het inkopen door de kleinhandel van zijn assortiment bij verschillende groothandelaren en producenten. Het beleid van de kleinhandel spitst zich toe op de volgende onderdelen: A: Samenstelling van het assortiment -> Voor een deel afhankelijk van de plaats waar de winkel is gevestigd. Volksbuurt is anders dan villawijk. Artikel dat wordt gevraagd door consument daar kan detaillist niet omheen. B: De serviceverlening-> Kan heel uitvoerig zijn. Bij goede service verlening mag klant product teruggeven als het niet bevalt. Ook worden er kredieten en garanties verstrekt. Als je zo alles overziet kun je snappen dat er kosten aan zitten. C: Prijs -> Bij het vaststellen van de prijs heeft de detaillist rekening gehouden met 3 factoren: kosten van het product, de vraag ernaar en de concurrentie. D: Vestigingsplaatsfactoren -> Als een onderneming ergens zich vestigt, kost dit veel geld. Het gevolg is dat de onderneming er normaal vele jaren blijft zitten. Directe distributie:wanneer de goederen rechtstreeks van de producent naar de afnemer gaan. Producent -> consument Indirecte distributie: Bij indirecte distributie zitten er tussen de producent en de afnemer één of meer tussenschakels. Korte indirecte kanaal Producent -> detaillist -> consument Lange indirecte kanaal Producent -> groothandel -> detaillist -> consument Pagina 11 van 12

Bij import van goederen zien we vaak volgende keten: Producent -> exporteur -> importeur -> groothandel -> detaillist -> consument Concurrentiestrijd: Als wapens in deze concurrentiestrijd zijn de volgende mogelijkheden aanwezig: - kredietverlening - bijzondere aanbiedingen - geven van cadeaus - hoge rabatten (kortingen) - snelle levering (ook in kleine hoeveelheden) - het maken van reclame Pushdistributie: Stelt de producent alles in het werk om zijn producten door de detaillist in diens assortiment te laten opnemen. Pulldistributie: De producent bewerkt de consument over de hoofden van de detaillisten heen. Door reclame of acties. Daardoor vraagt de consument bij de detaillist zodat deze het noodgedwongen in zijn assortiment op moet nemen. Pagina 12 van 12