RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PRINS WILLEM-ALEXANDERSCHOOL SO/VSO ZMLK EN MG

Vergelijkbare documenten
DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ HET MOZAIEK SO ALMELO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LATASTESCHOOL, SCHOOL VOOR SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PROF. DR. LEO KANNERSCHOOL. Educatieve School- en Beroepstoeleiding CURIUM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ TALITA KOEMI VSO-ZMLK EN VSO-MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ A.J. SCHREUDERSCHOOL SO CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE KORENAER LOCATIE KAREL DE GROTELAAN VSO-ZMOK

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BOSLUST, SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE BASCULE/AMC (AFDELING PSYCHIATRIE), VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KORENAER, LOCATIE DEURNE VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KLIMOPSCHOOL

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZONNEHOF VOOR SO/VSO-MG/ZMLK

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LEEUWERIK EN DE TRIVIANT SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VSO LEEUWARDEN - CLUSTER 4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE AMBELT SO REGIO ZWOLLE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE SONNEWIJSER LOCATIES OSS EN TIEL

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KOP VAN DEELEN (HOENDERLOO COLLEGE) CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE BERNADETTESCHOOL SO/VSO-ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SO DE STERRENKIJKER LOCATIES OSS EN UDEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ IT TWALUK SO/VSO ZMLK/MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZWENGEL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ KORCZAKSCHOOL, LOCATIE ODYZEECOLLEGE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE CALEIDOSCOOP SO-CLUSTER 4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE AMBELT REGIO APELDOORN, LOCATIE VSO NUNSPEET CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE JAN BAPTISTSCHOOL, AFDELING VSO CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE SO DE DIJK

Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE XAVERIUSSCHOOL SO-AFDELING CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WITAKKER, SO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Koninklijke Visio, Instituut tot onderwijs van Slechtzienden en Blinden

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VSO Hengelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE ZAANSTREEK, VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET POORTJE SCHOOL VOOR SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET VSO PELSCOLLEGE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE PAPERCLIP

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE NEVENVESTIGING VAN DE OBADJASCHOOL CLUSTER 4 VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ANTOON VAN DIJKSCHOOL SO EN MG-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE TOEKOMST VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WINGERD. (v)so zmlk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL SO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ E.J. VAN DETSCHOOL CLUSTER 4 (PI)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET EDUCATIEF CENTRUM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE OPTIMIST, SO, CLUSTER-4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SPINAKER, LOCATIE HOORN CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE THERMIEK SO-LG/MG EN LZ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie De Dijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ LICHTENBEEK SO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DR. A. VAN VOORTHUIJSENSCHOOL SO-ZML/MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE LEIDSE BUITENSCHOOL CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE VAN HEEMSKERCKSCHOOL VSO CLUSTER 4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KONINGIN BEATRIXSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ MYTYLSCHOOL DE TRAPPENBERG

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK CLUSTER 2 ALEXANDER ROOZENDAALSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE CATHARINASCHOOL SO/VSO-ZMLK, AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PIRAMIDE AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ T IEMENSCHOER EN T KORHOEN VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE WIDDONCKSCHOOL LOCATIE WEERT SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ SO/VSO DE RIETLANDEN, LOCATIE HERMAN BROEREN SCHOOL CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ C.B.S. DE WINGERD

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ LSG-RENTRAY ONDERWIJS DEVENTER VSO ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) SO-AFDELING

De Willem Teellinckschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. ARIANE de Ranitz SO/VSO-LG/LZ (inclusief De Hoogstraat)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE ERASMUSSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ O.B.S. DE LYTSE TERP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE MEERPAAL SO ZMLK LINIE COLLEGE VSO ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie Heer Bokel College

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ PRISMA VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE VSO HET TIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ PORTALIS VSO ZMOK VERBONDEN AAN HET POORTJE JEUGDINRICHTINGEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ VSO PARCOURS LOCATIES GENERAAL SMUTSLAAN EN PASTORIESTRAAT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ. Mytylschool Tilburg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SCHOLENGEMEENSCHAP DE KEYZER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ SBO DE HAAGSE BEEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie De Gaard

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE KAPSTOK

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

OPBRENGSTEN LEERLINGENZORG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PARKSCHOOL VSO-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. CANISIUS COLLEGE, LOCATIE DE GOFFERT afdeling vmbo-tl

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ BASISSCHOOL HET RONDEEL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ G.B.S. DE DRIESPRONG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN DE YULIUSSCHOOL, LOCATIE ILEX COLLEGE CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SPINAKER, LOCATIE DEN HELDER CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. School Lievenshove, locatie vso

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MICHAËLSCHOOL, LOCATIE HET DOK VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN SENSIS ONDERWIJS, LOCATIE BREDA

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ SCHOOL LYNDENSTEYN SO/VSO LG EN MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN DE REGENBOOG/DE WINGERD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING OP DE YULIUSSCHOOL, LOCATIE DE DRECHTSTER SO/VSO CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) VSO-AFDELING

Transcriptie:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PRINS WILLEM-ALEXANDERSCHOOL SO/VSO ZMLK EN MG Plaats: Veldhoven BRIN-nummer: 00LH Onderzoek uitgevoerd op: 17 en 18 maart 2010 Conceptrapport verzonden op: 23 april 2010 Rapport vastgesteld te Eindhoven op: 24 juni 2010 HB2742988/12 Documentnummer: H2927463

Pagina 2 van 13

1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 17 en 18 maart 2010 een onderzoek uitgevoerd op de Prins Willem-Alexanderschool (so/vso zmlk en mg) te Veldhoven om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en in de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De inspectie heeft voor de Prins Willem-Alexanderschool een jaarlijkse risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam niet naar voren dat er risico s en tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van wet- en regelgeving, die voor de inspectie directe aanleiding zijn het toezicht te intensiveren. De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de school onderneemt voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie heeft daarom in overleg met het bevoegd gezag besloten om in het kader van de vierjarencyclus van het inspectietoezicht het kwaliteitsbeeld van de Prins Willem-Alexanderschool in 2010 aan de hand van een kwaliteitsonderzoek te actualiseren. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: - Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die al bij de inspectie aanwezig waren, waaronder het koersplan 2006/2010, het schoolplan 2008/2012, de schoolgids 2009/2010 en het onderwijs- en schoolconcept van maart 2008. - Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het onderzoek aan de inspectie heeft aangereikt, waaronder een analyse van een ouderenquête van maart 2008, een audit door BMC van april 2009. - Onderzoek op locatie, waarbij: documenten zijn ingezien die betrekking hebben op de leerlingenzorg, de kwaliteitszorg en specifieke onderwerpen als veiligheid en stage; kennis is genomen van het implementatieproces van het ontwikkelingsvolgmodel (ovm); leerlingdossiers en handelingsplannen zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken zijn gevoerd met de directie, de commissie voor de begeleiding, ouders en leraren. Uit het waarderingskader is de basisset van indicatoren onderzocht. De indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' heeft de inspectie aan het onderzoek toegevoegd. Voor deze uitbreiding is gekozen om het belang van de kwaliteitszorg te benadrukken, met name in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit. Pagina 3 van 13

Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarop volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en waar mogelijk in samenhang de schoolontwikkeling beschrijft. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 4 van 13

2. BEVINDINGEN Prins Willem-Alexanderschool 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Pagina 5 van 13

Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. (Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Pagina 6 van 13

Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (artikel 27 van de WEC). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (artikel 27 van de WEC). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (artikel 11 van de WEC). ja nee Pagina 7 van 13

2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de Prins Willem-Alexanderschool met een voldoende. Zij baseert haar oordeel op het aspect systeem van leerlingenzorg, waarop zij de beslisregel toepast. Van de vier normindicatoren die tot dit aspect behoren, waardeert de inspectie er drie met een voldoende. De kwaliteit en functionaliteit van de handelingsplannen en de controle op de uitvoering ervan moeten daarentegen verbeterd worden. Wat betreft de andere aspecten van het kwaliteitskader oordeelt de inspectie eveneens overwegend positief, maar ook hier benoemt zij enkele tekortkomingen en aandachtspunten. Verbeterpunten zijn onder andere de kwaliteit van de zelfevaluatie in het kader van kwaliteitszorg en het stimuleren van denken en zelfverantwoordelijk leren in het onderwijsleerproces. Een oordeel over de kwaliteit van de opbrengsten kan de inspectie op dit moment nog niet geven. Wel merkt zij op dat de school een begin gemaakt heeft met het formuleren van ontwikkelingsperspectieven gekoppeld aan leerroutes. De inspectie heeft bij dit onderzoek enkele tekortkomingen vastgesteld op het gebied van naleving van door de wet gestelde deugdelijkheidseisen. De tekortkomingen hebben betrekking op de onderwijstijd en op de termijn waarbinnen het handelingsplan voor nieuwe leerlingen tot stand komt. Toelichting Cyclisch proces kwaliteitszorg Vanaf schooljaar 2005-2006 heeft de school ontwikkelingen in gang gezet om het onderwijs beter af te stemmen op de ontwikkelingsbehoeften en mogelijkheden van een gevarieerde populatie. Aan de basis van dit verandertraject staat een nieuw onderwijsconcept dat stoelt op de principes van ontwikkelingsgericht onderwijs. In de praktijk heeft dit geleid tot een omschakeling van leergroepen naar leerzones, waarin de gezamenlijke verantwoordelijkheid van teamleden en de leerbehoeften van leerlingen centraal staan. Het verandertraject is een intensief proces, dat een cultuuromslag vraagt en tijd en gewenning kost. De school heeft het nieuwe concept vastgelegd in de vorm van een visie met algemene uitgangspunten. Zij heeft dit echter slechts in beperkte mate vertaald naar strategische doelstellingen voor de verschillende aspecten van het onderwijs. Daardoor ontbreekt een belangrijke voorwaarde voor zelfevaluatie. De school is op deze wijze immers onvoldoende in staat resultaat en verwachting objectief met elkaar te vergelijken. Dit geldt met name voor de aspecten opbrengsten en leerlingenzorg, maar ook voor bepaalde facetten van de onderwijspraktijk, zoals het onderwijsaanbod en de onderwijstijd. Ook om andere redenen zijn de activiteiten van zelfevaluatie op dit moment te weinig effectief. Ten eerste gebruikt de school voor het aspect leren en onderwijzen weliswaar diverse eigen en bovenschoolse evaluatie-instrumenten, maar zet zij deze nog onvoldoende cyclisch en in samenhang in. Ten tweede kent zij met betrekking tot opbrengsten en leerlingenzorg nauwelijks de gewoonte de gegevens van individuele leerlingen te bundelen om conclusies te kunnen trekken op groepsof schoolniveau. Ten derde is de school nog zoekende naar een manier om ook de leerlingen bij de evaluatie te betrekken. Pagina 8 van 13

Naast tekortkomingen benoemt de inspectie nog enkele aandachtspunten: De school heeft een actueel schoolplan met een globaal meerjarenplan. Uit verschillende documenten blijkt dat de school met beleid verbetertrajecten doorvoert, maar smart uitgewerkte plannen ontbreken. In de schoolgids informeert de school de ouders over de effecten van de verbeteractiviteiten. Hoewel de school ervan overtuigd is, dat zij met het nieuwe concept méér uit de leerlingen haalt, onderbouwt zij deze overtuiging nauwelijks met informatie over hun door-, uitstroom en eventueel ook stageresultaten. Systeem van leerlingenzorg en functionaliteit handelingsplanning Bij het jaarlijks onderzoek naar leerlingenzorg in 2006 beoordeelde de inspectie indicator 3.1 met een onvoldoende. De inspectie stelt vast dat de school inmiddels beschikt over een overzicht met relevante gegevens dat een relatie legt met de handelingsplannen. Punt van aandacht blijft de handzaamheid. Het overzicht is behoorlijk omvangrijk en zou daardoor belemmerend kunnen werken. Alle leerlingen beschikken over een handelingsplan, dat in overeenstemming met ouders tot stand komt. De ouders met wie de inspectie gesproken heeft, geven aan dat de communicatie over de doelen niet altijd gemakkelijk verloopt. De school verwacht op dit punt verbetering, nu zij begonnen is de begrippen stroom en ontwikkelingsperspectief te introduceren. Wanneer de school aan ouders duidelijk maakt wat zij met deze begrippen beoogt en welke consequenties dit heeft voor de onderwijspraktijk in de verschillende zones, zou zij beter in staat moeten zijn om de doelen uit de handelingsplannen te verantwoorden. Ook het ontwikkelingsvolgmodel (ovm), dat de school bezig is in te voeren, zou het planmatig en doelgericht handelen moeten bevorderen en tevens inzichtelijker moeten maken. Om een aantal redenen beoordeelt de inspectie de evaluatie van de uitvoering van het handelingsplan (indicator 3.8) met een onvoldoende. Ten eerste zijn de doelen in de plannen soms niet concreet genoeg of sluiten ze onvoldoende aan bij de methodes en methodieken. Daardoor is het soms moeilijk na te gaan of en in welke mate iets bereikt is. Ten tweede zijn de doelen niet altijd adequaat afgestemd op een beoogd perspectief. Ten derde ontbreekt bij de evaluatie een analyse van belemmerende en bevorderende factoren die aan het al of niet bereiken van de doelen hebben bijgedragen. Zo n analyse is van belang om tot de goede nieuwe doelen te komen. Ook de functionaliteit van de plannen schiet te kort (indicator 4.1). Vaak bevat het handelingsplan alleen de startsituatie, waar leraren vervolgens meer volgend dan plannend op voortborduren. Dit sluit overigens ook onvoldoende aan bij het uitgangspunt van de zone van naaste ontwikkeling, dat de school met nadruk wil hanteren. Om de ontwikkeling te stimuleren is het immers nodig dat leraren bewust en planmatig nieuwe stappen aanbieden. De handelingsplannen geven in dit opzicht onvoldoende sturing. Het nieuwe leerlingvolgsysteem (het ovm) zal volgens de school op dit punt verbetering brengen. Onderwijspraktijk Met de implementatie van het ontwikkelingsvolgmodel moet de school een nieuwe koppeling maken tussen doelen en aanbod in relatie tot een beoogd door- en uitstroomperspectief. In de vso-afdeling richt de school zich bovendien op een verdere uitbreiding van het traject arbeidstoeleiding. Redenen waarom indicator 5.4 vooralsnog onvoldoende is. Pagina 9 van 13

Hoewel het beleid met betrekking tot afstemming van leertijd onvoldoende vastligt, heeft de inspectie in de praktijk op dit punt goede voorbeelden waargenomen. Zo kent de school trajecten die op de individuele leerling zijn afgestemd en zijn incidentele afwijkingen van het rooster mogelijk. De leerzones ondersteunen deze mogelijkheden. Incidenteel stelt de school vast dat afwijking van het verplichte minimum aantal uren onderwijs op jaarbasis noodzakelijk is. Deze beslissing en de consequenties ervan voor onder andere onderwijstijd en aanbod zijn echter onvoldoende traceerbaar in de handelingsplannen van de betreffende leerlingen. Bovendien verzuimt de school voor deze leerlingen ontheffing aan te vragen. Een andere tekortkoming in het kader van onderwijstijd betreft het vak bevordering gezond gedrag. Het is onduidelijk welke onderwijsdoelen aan dit vak ten grondslag liggen. Dit gaat ten koste van de effectieve leertijd, waardoor de geplande en de daadwerkelijk gerealiseerde onderwijstijd niet met elkaar overeenkomen. Het didactisch handelen van de leraren is in de basis van voldoende niveau. De instructiemomenten, die de inspectie heeft waargenomen, zijn van goede kwaliteit. Dit neemt niet weg, dat de school zich op dit punt verder kan verbeteren, bijvoorbeeld door het activeren van voorkennis en het samenvatten van het bereikte lesdoel. Ook is er niet altijd sprake van een betekenisvolle context. Indicator 8.4 beoordeelt de inspectie met een onvoldoende, omdat leraren de leerlingen onvoldoende expliciet vragen stellen die hen stimuleren om stil te staan bij denkhandelingen die tot oplossingen leiden. De differentiatie in instructie en verwerking wordt binnen de zones in voldoende mate toegepast. De inspectie mist echter zaken als een transparante opbouw van de inzet van pictogrammen en het doelmatig aanbieden van keuze- en reflectiemomenten. Zij trekt hieruit de conclusie dat de school de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen sterker kan bevorderen (indicator 9.3). Daarbij is het van belang dat leraren waar mogelijk aanbieden in plaats van afwachten. De teamleden realiseren een overwegend aangenaam pedagogisch klimaat. In het verlengde hiervan is ook het schoolklimaat ruim voldoende. De school heeft sinds enkele jaren een nevenlocatie die hier positief aan bijdraagt: meer ruimte en mogelijkheden zijn ontstaan om af te stemmen op leeftijd en specifieke kenmerken van leerlingen. Nog beter zal de situatie zijn, wanneer het verwachte nieuwe schoolgebouw een feit is. Teamleden en ouders met wie de inspectie gesproken heeft, bevestigen het beeld van een veilige school. Wel zijn de ouders bezorgd over de impact van leerlingen met gedragsproblemen op andere leerlingen. Hoewel de inspectie geen signalen ontvangen heeft die wijzen op een onveilig schoolklimaat, kan zij geen conclusies trekken op basis van een recente peiling van de veiligheidsbeleving bij leerlingen en personeel. Met alle veranderingen in populatie, onderwijsconcept en cultuur is het extra van belang dat de school regelmatig, objectief zicht houdt op het welbevinden bij leerlingen en personeel (indicator 10.1). Opbrengsten De inspectie kan niet beoordelen of de leerlingen zich aan het einde van de schoolperiode naar verwachting ontwikkeld hebben. Hiervoor is nodig dat de school voor elke leerling een toekomstperspectief formuleert, waaraan zij de handelingsplanning en het systeem van leerlingenzorg relateert. Daar komt bij dat noch bij de school noch bij de inspectie normen beschikbaar zijn om de eindresultaten van leerlingen te wegen en er een oordeel aan te verbinden. Pagina 10 van 13

Deugdelijkheidseisen De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld op het gebied van de naleving van wet- en regelgeving. Het betreft de onderwijstijd en de termijn waarbinnen een handelingsplan tot stand moet komen. De school heeft het wettelijk vereiste minimum aantal uren onderwijs ingepland. In het lesrooster heeft zij echter het vormingsgebied bevorderen gezond gedrag opgenomen, terwijl onvoldoende vast staat welke onderwijsdoelen de school daarmee beoogt. Zij realiseert hierdoor te weinig onderwijstijd en voldoet daarmee niet aan het gestelde in artikel 11, vierde lid van de WEC. Conform het gestelde in artikel 11, vierde lid van de WEC omvat het onderwijs een wettelijk verplicht minimum aantal onderwijsuren. De school wijkt voor enkele leerlingen af van dit wettelijk minimum zonder daarvoor conform artikel 12 van de WEC bij de inspectie ontheffing te hebben aangevraagd. Conform het gestelde in artikel 41a, eerste lid van de WEC wordt het handelingsplan voor startende leerlingen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk één maand na inschrijving opgesteld. De school gaat echter uit van een termijn van zes weken. Pagina 11 van 13

Pagina 12 van 13

3. TOEZICHTARRANGEMENT Geen belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Prins Willem-Alexanderschool te Veldhoven het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van een themaonderzoek. Tekortkomingen in de naleving De inspectie heeft tekortkomingen vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften, zoals beschreven in hoofdstuk 2, paragraaf 2.2, onder het kopje deugdelijkheidseisen. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen op te heffen. De inspectie geeft het bevoegd gezag in verband hiermee de volgende opdrachten: Het bevoegd gezag waarborgt dat de school voldoende onderwijstijd realiseert door te zorgen voor een planmatig aanbod voor bevordering gezond gedrag. De school kan dit aantonen aan de hand van concrete leerlijnen. Het bevoegd gezag ziet erop toe dat de school per omgaande bij de inspectie ontheffing aanvraagt voor leerlingen die minder dan het wettelijk vereiste aantal uren onderwijs ontvangen. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een motivatie door de commissie voor de begeleiding en een ingroeiplanning. Het bevoegd gezag ziet erop toe dat de school voor startende leerlingen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk één maand na inschrijving een handelingsplan opstelt. Bij een volgend gesprek of onderzoek zal de inspectie nagaan of het bevoegd gezag bovenstaande opdrachten heeft uitgevoerd. Op 19 mei 2010 heeft de inspectie van het managementteam van de school een reactie ontvangen op het concept rapport. Uit deze reactie blijkt dat de school met betrekking tot de twee laatste genoemde opdrachten in het kader van wet- en regelgeving aanpassingen heeft doorgevoerd en de protocollering heeft bijgesteld. Dit betekent concreet, dat: de ontheffing van onderwijstijd voor een beperkt aantal leerlingen onlangs gemotiveerd bij de inspectie is aangevraagd; alle startende leerlingen uiterlijk één maand na inschrijving een handelingsplan krijgen. Pagina 13 van 13