Titel: Uitdagingen en ontwikkelingen in het Secundair Beroepsonderwijs (SBO) op Curaçao



Vergelijkbare documenten
Kennismiddag 22 juni 2017

Executive Summary. Monitoring Onderwijs en Jongeren Samenwerkingsprogramma (OJSP) Curaçao scan 3: schooljaar 2009/2010

Inleiding. Bijlage 2: Meetlat Toetscyclus

ARUBA. Onderwijsinstelling Opleiding Niveau

nieuwsbrief juni 2011

Jaarplan De Zwaneridder

Model van Sociale Innovatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan van onze Stichting Proo.

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER

BIJLAGE 1 INDICATOREN EN STREEFWAARDEN OJSP CURAÇAO

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK JOODSE BASISSCHOOL ROSJ PINA

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE NEW CAIRO BRITISH INTERNATIONAL SCHOOL, CAIRO, EGYPTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac Lyceum Den Haag afdelingen havo en vwo

Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO. Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM

ATLEC. Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum. State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting

INFOBOEKJE KLAS

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK CBS DE HOEKSTIEN

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Zelfstandig werkend kok 95420

Onderwijs- en examenregeling

VERDERE VERSTERKING. toetsen & examineren. 8 oktober Martine Pol m.pol@owinsp.nl

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. Datum 9 november 2018 Toekomst van rekenen in het vo en mbo

Opbrengstgericht werken moet je doen! 3 e jaarcongres VMBO: Praktisch VMBO De Reehorst Ede, 24 januari 2012

Jaarplan afdeling Ommen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

De nieuwe naam voor ZML Noordoost Brabant

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Amsterdam afdelingen havo en vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Roncalli Afdeling vwo

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken

TOA: Toolkit én schatkist

REGIONAAL OPLEIDINGENCENTRUM KOP VAN NOORD-HOLLAND

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Rekenen en gecijferdheid in het MBO

PROTOCOL DYSLEXIE Colofon

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK PCB PRINSES JULIANA

Welzijn Breed (Onderwijsassistent)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Breda afdelingen havo en vwo

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Ouderavond Handel en administratie

Medewerker human resource management (HRM)

VOORLICHTINGSAVOND 4 MAVO

Flexibel onderwijs in het Hoornbeeck College

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Organisatie van CGO. Follow up MT Groen Proeven. Ede Cees de Jong

Referentieniveaus Nederlandse taal

Ontheffingsregeling Moderne Vreemde Talen (MVT) CSG Reggesteyn. Inleiding

Notitie afspraken op- en afstroom binnen VMBO bovenbouw

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE MULDERSHOF

De respons is met 72,1% (2345 leerlingen) goed te noemen. Landelijk gezien staan we daarmee op de elfde plaats van 68 mbo-instellingen.

Leergang Allround Leiderschap

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE GOUDEN GRIFFEL. : De Gouden Griffel : Berkel en Rodenrijs BRIN-nummer : 28CE Onderzoeksnummer : 92705

Keuzeavond Mavo 3 3 maart Door Anita Schutte Decaan Mavo/Havo

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS

Pilot afstuderen in de praktijk September 2014

Kiezen in mavo 2. Cohort Park Lyceum Almere

Onderwijs en zorg op maat. VMBO Basis & Kader met LWOO

Avans visie Onderwijs & ICT

Manager Retail BOL. TOELATING Wettelijke toelatingseisen

PAKKETKEUZE EN LOOPBAAN ORIËNTATIE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE NOTENKRAKER

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Beukenrode Onderwijs

Doorstromen naar 4 havo met een mavodiploma

Kleine school, grote toekomst!

Uit: Jaarplan en Begroting 2014 Het Hogeland College Schoolbestuur Lauwers & Eems, Voortgezet Onderwijs

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Hoeksteen

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Informatieavond. Profiel en Pakket keuze voor leerjaar 3 GTL/3 KB

Onderwijs & ICT veelgestelde vragen over laptops (locaties Burgum, Raai en Waskemeer)

3e klas vmbo beroepsgericht (#2) 3e klas vmbo theoretische leerweg (#22) 4/5 havo (#50) 4/5/6 vwo (#62)

SCHOOLPLAN

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK : p.c.b.s. De Burcht

Vakkundig in Actief leren

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Bergen op Zoom afdelingen havo en vwo

Werkgroep resultaten en opbrengsten

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Smartphone of tablet? Open de browser en ga naar:

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE WITTE SCHOOL. : De Witte School : Noordwijk-Binnen BRIN-nummer : 09DT Onderzoeksnummer : 79688

Presentatie. Rico Vervoorn, MBO Raad Amieke de Rapper, Friesland College

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK C.B.S. DE WEL. : c.b.s. De Wel : Broeksterwoude BRIN-nummer : 06TC Onderzoeksnummer : 93403

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen

RESULTATEN KMPO VRAGENLIJST De KMPO is ingevuld door 50% van de ouders, 75% van het personeel en 100% door de lln (6,7,8,).

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Twents Carmel College

Jenaplan Christelijke Basisschool De Troubadour Elden

Sociaal-cultureel werker

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

Carbooncollege Rombouts, afdeling vwo en havo Brunssum

VOORLICHTING BB/KB EINDEXAMENJAAR

Transcriptie:

1 Presentatie drs. Lisette van Lamoen-Garmers, algemeen directeur RKCS, tijdens het internationale seminar van UDC op 21 april 2015 over de kwaliteit en het beleid van het Secundair Beroepsonderwijs (SBO) op Curaçao Titel: Uitdagingen en ontwikkelingen in het Secundair Beroepsonderwijs (SBO) op Curaçao Geachte aanwezigen, Op de eerste plaats willen we The College of the Dutch Caribbean (CDC) feliciteren met hun 20-jarig bestaan! In de afgelopen 20 jaar hebben we, ieder op zijn eigen manier, voor vele uitdagingen in het onderwijs gestaan. Altijd hebben we kunnen rekenen op een goede samenwerking met de CDC. Het is voor ons dan ook een waar genoegen om vandaag hier te mogen staan om dit heuglijk feit met u te vieren. Masha masha pabien i hopi ana mas! We zijn gevraagd om vandaag in te gaan op de uitdagingen en ontwikkelingen in het SBO op Curaçao. Dit zullen we doen aan de hand van de volgende 4 punten (sheet 2). Zoals u misschien al weet wordt er door verschillende instellingen secundair beroepsonderwijs aangeboden. Volgens de Inspectie zijn er in het schooljaar 2013-2014 totaal 11 instellingen die SBO aanbieden, te weten: CDC, FEFFIK, IFE, New Horizons, SIFMA, Nilda Pinto, OSBODeeltijdopleidingen (beiden van DOS), en onze vier scholen voor dagopleidingen, Frater Aurelio, Eligia Martir, MTS en Maris Stella SBO. In dat schooljaar hebben totaal 1655 studenten examen gedaan, waarvan ca. 54 % afkomstig is van deze vier scholen. Op dit moment bieden we onderwijs aan 2486 studenten, wat ongeveer 70% is van de studenten op de scholen die onder een schoolbestuur vallen. M.a.w. een redelijk grote groep jongeren volgt secundair beroepsonderwijs op een van onze scholen. Onze scholen bieden opleidingen op verschillende niveaus voor de volgende sectoren (sheet 3): Naam en adres school Sector Aantal studenten Frater Aurelio SBO, Kaya Zusternan di Schijndel Economie 834 (34%) Eligia Martir SBO, Oosterbeekstraat Gezondheidszorg, Zorg en 596 (24%) Welzijn RKMTS, Rigelweg Techniek 671 (27%) Maris Stella SBO, Grebbelinieweg Toerisme en Horeca 385 (15%) Uiterlijke Verzorging Totaal 2486 De meeste studenten volgen nu een opleiding in de economische sector. Vanaf het schooljaar 2010/2011 is het aantal studenten gestegen van 2189 naar 2486 in het schooljaar 2014/2015. (sheet 4) De toename is vooral op Frater Aurelio en Eligia Martir. Op Maris Stella is een kleine toename terwijl op de MTS een daling van het aantal leerlingen plaats vindt. We vermoeden dat het relatief kleine aantal op Maris Stella te wijten is aan de vroegere moeilijk bereikbare locatie van de school op Brakkeput. Vanaf het schooljaar 2012/2013 is de school verhuisd naar Grebbelinieweg en er is weer

2 een geleidelijk groei te zien. De school start komend schooljaar bovendien met de opleiding Uiterlijke Verzorging, Niveau 2 Kapper, Niveau 3 Allround Kapper, Schoonheidsspecialist en Voetverzorger. De volgende opleidingen worden aangeboden: zie handout/sheet 12 15. Om u een beter beeld te geven van onze scholen en opleidingen hebben we onze studenten gevraagd om zelf een video te maken van hun school, die we u nu graag laten zien. Video-presentatie (FA= 3 min;mss=5 min;mts=7 min; EM= ) U hebt met deze video een indruk kunnen krijgen van het onderwijs binnen onze scholen. De scholen hebben allemaal een eigen website waar er meer informatie te vinden is over de verschillende opleidingen. Ontwikkelingen (sheet 6). Als bevoegd gezag zijn we wettelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze opleidingen. Maar wat is kwaliteit van onderwijs eigenlijk? Er zijn verschillende omschrijvingen en benaderingen voor dit begrip. Sheet 7: Voor ons is kwaliteit van het onderwijs de mate waarin wij en onze scholen erin slagen de afgesproken doelen en normen te behalen naar tevredenheid van onszelf, de overheid (inspectie), de ouders en de studenten. De leerresultaten en de examenresultaten ( de opbrengsten) zijn daarbij voor ons belangrijke indicatoren om de kwaliteit te meten. De examenresultaten (sheet 8) van onze SBO-scholen schommelen in de afgelopen 3 jaar rond 68%, wat op zich geen slechte resultaat is als we bv. vergelijken met Nederland, waar tot vorig jaar nog het aantal geslaagden gemiddeld rond 65% lag en de ambitie voor 2015 daardoor gesteld is op 70% voor alle niveaus (bron: Monitor Trends in Beeld, Min. OCW). De examenresultaten liggen echter nog steeds niet op het niveau dat we ons zelf als norm hebben gesteld, namelijk 90% in het schooljaar 2012/2013 ( streefwaarden Onderwijs en Jeugd Samenwerkingsprogramma 2008-2012/OJSP). Een diepere analyse van de oorzaken van het lagere percentage SBO geslaagden (door de overheid?) is nodig om een stappenplan te kunnen ontwikkelen om dit percentage te verhogen. Totaal aantal geslaagden SBO -RKCS Schooljaar Percentage geslaagden 2010/2011 71.0% 2011/2012 68.7% 2012/2013 67.6% 2013/2014 70% Een ander aspect waaraan we de kwaliteit van het onderwijs in onze scholen meten zijn de taalresultaten. Volgens de monitor van het OJSP 2008-2012 zijn de examenresultaten voor het vak Nederlands van het SBO positief en in lijn met de afgesproken streefwaarde in 2012. Volgens de monitor (scan 6) rondt 89.8% van de studenten hun studie af met een positieve score ( 5.5) voor Nederlands, 93.9% voor Papiaments en 91.6% voor Engels. Hoewel de streefwaarde voor Nederlands (95%) nog niet is bereikt, is er een stijgende lijn te zien in het aantal studenten van onze scholen dat hun studie afrondt met een positieve score voor Nederlands, van 81% bij scan 4, naar 83% bij scan 5 en 89.8% bij scan 6.

3 Ook de schooluitval is een graadmeter voor de kwaliteit van het onderwijs. De schooluitval in onze SBO-scholen schommelt van 2,4% in schooljaar 2010/2011, naar 5,5% in schooljaar 2011/2012 en 4,9% in schooljaar 2012/2013 volgens de monitor van het OJSP 2008-2012, dus onder de gestelde streefwaarde van 6%. (Ter vergelijking Nederland: In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) wil de Rijksoverheid de schooluitval verminderen tot 5% in 2016. In het schooljaar 2013-2014 is de schooluitval al gedaald naar 5,2%. Maar bij sommige mbo-scholen was dit aandeel in 2013-2014 nog 7% of hoger/bron: rijksoverheid.nl).) Het is echter niet zeker dat alle drop-outs op eenzelfde wijze worden geregistreerd. Terecht concludeert de monitor dat het dringend nodig is om samen met de verantwoordelijke instanties te komen tot een andere uniforme manier om de jaarlijkse schooluitval te registreren zodat hierop op een juiste en effectieve wijze gemonitord kan worden en er beleid kan worden gemaakt op reële cijfers. Om schooluitval te voorkomen hebben de scholen in de afgelopen jaren verschillende acties ondernomen en de leerlingenzorg verder opgezet. De functies van mentor, decaan, remedial teacher, interne begeleider zijn ingericht. De zorgstructuur is vastgesteld in afspraken en procedures voor het inzetten van interne en externe zorg. Docenten hebben verschillende trainingen gevolgd en aan de hand van het stappenplan in de beleidnota Elke leerling telt uit 2004, is per school gewerkt aan de verschillende aspecten van de leerlingenzorg zoals het formuleren van een visie op de leerlingenzorg binnen de school, het beschrijven van het model, de taakverdeling en het benoemen van de verschillende functies en de organisatie van de leerlingenzorg. De afspraken zijn samengebundeld in een leerlingenzorgplan. In het SBO zien we ook een toename in het aantal studenten dat door de interne zorg geholpen wordt wat betekent dat de zorg functioneert (sheet 9). Tegelijkertijd wijst dit echter ook op een toename van het aantal studenten dat zorg nodig heeft. De oprichting van het SMAT door de overheid lijkt ons een goede aanvulling op de ontwikkelingen binnen onze scholen. Zorg is nu eenmaal niet de primaire taak van de school. Naast de versterking van de leerlingenzorg hebben wij in de afgelopen jaren op verschillende andere fronten gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen onze SBO-scholen, merendeel met behulp van de Usona-middelen. Taalbeleid We hebben een bovenschools taalbeleid geformuleerd op basis waarvan de scholen een eigen taalbeleidsplan hebben gemaakt voor hun eigen school. Daarbij zijn minimumniveaus afgesproken voor alle vier talen (ned/pap/en/sp) voor elke opleiding en niveau. De docenten hebben ook verschillende trainingen gevolgd en hebben een implementatieplan opgesteld dat nu wordt uitgevoerd. Continuous School Improvement Plan (C-SIP) Om te zorgen dat er continue gewerkt wordt aan de verbetering van het onderwijs binnen de scholen, zijn, onder begeleiding van een externe deskundige, Professional Learning Teams(expertgroepen) van docenten opgezet die werken aan o.a. taalbeleid, leerlingenzorg en het schoolontwikkelingsplan (Continuous School Improvement Plan (C-SIP/schoolverbeteringsplan). Op deze manier is getracht de kennis binnen de school zo effectief mogelijk in te zetten opdat de school een lerende organisatie wordt en continu werkt aan verbetering van het onderwijs. Alle scholen beschikken vanaf vorig

4 schooljaar over een nieuwe Continuous School Improvement Plan dat in meer of mindere mate in de uitvoering is. Toetsing ( zie handout sheet 6) In samenwerking met ETE is voor elke school een vaststellingscommissie opgesteld belast met het construeren en vaststellen van toetsen en examens in de school. Docenten hebben verschillende trainingen gevolgd en er is gewerkt aan het structureren van de organisatie rondom toetsing en examinering binnen de scholen. Op dit moment zijn we nog bezig met het opstellen van een bovenschools toetsbeleidsplan, waarmee we ernaar streven enkele afspraken vast te leggen t.a.v. toetsen en examens om het niveau en de kwaliteit van toetsen en schoolexamens te verhogen en te borgen. Het betreft afspraken over kwaliteitseisen, definities, regelingen en procedures en de deskundigheid van docenten op dit gebied. ICT Scholen hebben digitale borden ontvangen en maken zoveel mogelijk gebruik hiervan bij het lesgeven. Dat is bv. goed te zien in de video (Frater Aurelio). Er zijn open leercentra (Frater Aurelio is in gebruik, MTS wordt eind dit schooljaar nog officieel geopend en in gebruik genomen, Eligia Martir is in gebruik maar nog niet optimaal en Maris Stella moet worden gebouwd) opgezet waar studenten zelfstandig kunnen leren en talenpractica ( Maris Stella in de video) waar studenten zelfstandig de verschillende talen kunnen oefenen. FabLab Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is de inrichting van een Fablab (Fabrication Laboratory) op de MTS in samenwerking met Stimuli-IT /Curaçao Innovation & Technology Institute, bedoeld voor gebruik door zowel de vsbo-scholen als de andere sbo-scholen. Wij hebben gemeend onze leerlingen en studenten in ieder geval bekend te maken met het FabLab-concept. Een FabLab is eigenlijk een werkplaats met een aantal computergestuurde machines waarmee gebruikers ideeën kunnen omzetten naar een tastbaar prototype of naar een concreet product. De 3 machines die elk FabLab heeft zijn een lasercutter, een 3D-printer en een freesmachine. Een student leert dus 3D printen, 3D scannen, laserprinten en frezen. Het meest belangrijke van een FabLab is niet het 3D printen maar eigenlijk het delen van ideeën en kennis en het persoonlijk produceren. Elke ervaring van wat een gebruiker doet en alles wat hij/zij maakt, moet namelijk worden gedocumenteerd opdat anderen van die inspanningen kunnen leren. De bedoeling is dat alles men in de ene FabLab maakt waar dan ook ter wereld in andere FabLabs kan worden gemaakt. Zo worden plannen de wereld rondgestuurd en kan iedereen deze maken als ze dit willen en helpen verbeteren. Onze FabLab is nog niet helemaal klaar maar zal waarschijnlijk voor het eind dit schooljaar nog officieel worden geopend zodat studenten vanaf komend schooljaar lessen kunnen volgen. De docenten hebben vorig jaar al de nodige trainingen gekregen van Stimuli-IT. ( ter info: Neil Gershenfeld, Hoewel nog weinig mensen het zich realiseren, zijn we bezig met de volgende digitale revolutie, die van Personal Fabrication. ) Schoolinfrastructuur Twee van onze scholen zijn in de afgelopen drie jaar verhuisd naar een ander bestaand schoolgebouw om meer ruimte en capaciteit te kunnen bieden aan onze studenten. Maris Stella hebben we al

5 genoemd (voormalig gebouw Mgr. Zwijsencollege aan de Grebbelinieweg). De andere school is Eligia Martier aan de Oosterbeekstraat, voormalige basisscholen St. Rosa de Lima en Richardus College. We zijn nog niet klaar met alle verbouwingen en aanpassingen op deze scholen en er wordt nog steeds hard aan gewerkt. Een woord van dank gaat hierbij uit naar Usona en Refineria Isla die dit allemaal mogelijk hebben gemaakt. Toezichtkaders en opbrengstkaarten van de Inspectie van Onderwijs Een andere positieve ontwikkeling voor wat betreft de kwaliteit van het onderwijs is de invoering van toezichtkaders en opbrengstkaarten van de Inspectie van Onderwijs in 2014, die mevrouw Bitorina daarnet uitgebreid heeft besproken. Onze scholen moeten de kwaliteit gaan verantwoorden aan de hand van een kwaliteitsverslag en moeten bij inspectieonderzoek inzicht in hun kwaliteit(szorg) geven door een zelfevaluatie of een ander instellingsdocument, dat inzicht geeft in de PDCA-cyclus (Plan-docheck-act). Om zelf de kwaliteit binnen onze scholen te kunnen blijven monitoren hebben we een eigen kwaliteitsmonitor opgesteld. De vragenlijsten zijn voor de eerste keer afgenomen en we zijn nog bezig met de verwerking van de gegevens. Het is de bedoeling jaarlijks de vragenlijsten af te nemen en de resultaten te verwerken in ons jaarverslag. Het nieuwe toezichtkader van de Inspectie vergt ook van de andere partijen om hun verantwoordelijk beter te dragen, zoals de ROA (Raad Onderwijs Advies), SBE-Raad en de UOW (Uitvoerende Dienst Onderwijs & Wetenschappen) Immers, zij moeten de instellingen ondersteunen door de ontwikkeling van standaarden, kennisdeling en service-documenten. Een belangrijke taak van deze instanties is volgens ons ook het monitoren van lokale en internationale trends in de economische wereld, de technologie en het onderwijs om te zorgen voor de tijdige adviezen voor de overheid en de schoolbesturen. We horen al te vaak de klacht dat wij, het onderwijs dus, niet flexibel is en niet snel genoeg reageert op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. We weten echter allemaal dat het aanpassen van een curriculum of een examenprogramma, eventueel wetgeving, en het opzetten van nieuwe opleidingen gewoonlijk enkele jaren in beslag nemen. Het is meestal een heel bureaucratische proces waarbij allerlei documenten opgesteld en ingeleverd moeten worden ter goedkeuring. De eindtermen van het huidig SBO zijn bv. nog steeds niet formeel vastgesteld. Als schoolbestuur zijn we gebonden aan regels en procedures van de overheid, juist om de zo gewenste kwaliteit van het onderwijs te kunnen waarborgen. Ook voor het inzetten van ons personeel zijn we gebonden aan regels. We kunnen bijvoorbeeld geen docent verplichten om stagiaires te begeleiden in vakantieperioden, in de avonduren of in de weekenden omdat dit buiten de school- en lestijden valt. De rechtspositie van onderwijzend personeel bepaald door de overheid laat dat gewoon niet toe. De primaire taak van de docent is immers het lesgeven binnen de door de overheid vastgestelde lestijden en aantal uren per schooljaar. M.a.w. willen we rekening kunnen houden met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, dan moeten scholen vandaag weten wat studenten over 5 jaar moeten kunnen. Terecht dat de inspectie indicatoren wil ontwikkelen voor de mate waarin instellingen voorzien in voldoende kwalitatief aanbod voor de landelijke arbeidsmarkt. Maar om hieraan te kunnen voldoen moeten scholen en schoolbesturen wel op tijd de nodige arbeidsmarktinformatie kunnen ontvangen en door de overheid ondersteund en gefaciliteerd worden om hieraan te werken.

6 Uitdagingen (sheet 10) Nieuwe technologieën. Een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren is immers de opkomst van nieuwe technologieën. De in hoog tempo innoverende informatietechnologie heeft impact op de manier waarop met informatie en kennisontwikkeling wordt omgegaan, en ook op de manier waarop mensen communiceren en samenwerken. De grote uitdaging voor het onderwijs is hierbij om de kerntaken opnieuw te doordenken en vorm te geven, zodat ze goed aansluiten op verwachtingen en behoeftes van studenten, ouders en de wereld buiten het onderwijs. Scholen moeten steeds meer gaan nadenken over de vraag waar technologische mogelijkheden kunnen worden ingezet, zodat studenten zo goed mogelijk kunnen leren, de docent zich kan focussen op de essentie van onderwijs (en niet op tijdrovende zaken als bv. administratie van aantal leerlingen, verzuim en resultaten) en de schoolorganisatie soepel en efficiënt kan draaien. Een duidelijk beleid van de overheid met de noodzakelijke investeringen in het onderwijs is hierbij een voorwaarde. Cloudcomputing Cloudcomputing bijvoorbeeld kan (beheer)tijd besparen die kan worden besteed aan functionele taken die directer ten dienste staan van goed onderwijs. Als toepassingen en digitale leermiddelen 7x24 uur beschikbaar zijn via internet, dan is het schoolgebouw slechts één van de mogelijke locaties waar met de toepassingen gewerkt en geleerd kan worden. Dit biedt student en docent flexibiliteit terwijl binnen de school geen servers of toepassingen meer aanwezig zijn; dit vereenvoudigt gebouwbeheer en verlaagt kosten. We hebben een eerste stap in deze richting gedaan samen met CTEX. Een probleem bij cloudcomputing is dat scholen wettelijke taken en plichten hebben, ook wat betreft de omgang met (student)- gegevens. Bij het gebruik van cloudtoepassingen moet daarom extra aandacht besteed worden aan het maken van goede afspraken over verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Cloudcomputing betekent ook dat instellingen (steeds) minder regie hebben op de gebruikte ict-toepassingen. Elk individu, elke student, elke docent of medewerker, kan onafhankelijk en zonder toestemming beslissen een cloudtoepassing in te zetten. Een belangrijke randvoorwaarde bij cloudcomputing is altijd een adequate internetverbinding dat tot nu toe helaas te vaak tekortschiet. Personaliseren van het onderwijs. Een andere grote uitdaging in het onderwijs in de naaste toekomst is het personaliseren van het onderwijs. Personaliseren is een ontwikkeling die wordt gekenmerkt door het meer centraal stellen van de student, het goed monitoren van leerresultaten en het daarop aanpassen van het onderwijsaanbod. Daarmee wordt de keuzevrijheid van docent en student vergroot en komen er meer mogelijkheden om het onderwijs te variëren. Alle aspecten van de persoonlijkheid en competenties van de student tellen mee om na te gaan op welke wijze hij of zij het beste tot een goed eindresultaat komt. Om het maximale uit elke student te halen, is het essentieel dat elke student onderwijs krijgt dat past bij zijn individuele talenten, leerkenmerken en mogelijkheden. Onvoldoende stageplekken (BVP/Beroepspraktijkvorming) Op korte termijn is de grootste uitdaging nog steeds het vinden van voldoende stageplekken voor onze studenten o.a. voor de opleidingen Commercieel medewerker Bank en Verzekeringswezen en Administratief Juridisch medewerker Openbaar bestuur /zakelijke dienstverlening (bron:

7 kwaliteitsmonitor RKCS). Ook het vinden van een baan na het afronden van de studie is een grote uitdaging. De meeste SBO studenten geven dan ook aan een vervolgopleiding te willen volgen, namelijk 72% (monitor OJSP). Dit percentage is de laatste jaren redelijk stabiel. De consequentie hiervan is dat het percentage doorstroom naar de arbeidsmarkt beneden de afgesproken streefwaarde van 50% blijft. Vergrijzing docentenkorps Een andere uitdaging op korte termijn is de vergrijzing van onze docentenkorps en het daarmee gepaard gaande docententekort. Het merendeel van onze docenten in het SBO zit bij de groep van 50 plussers (48%) en de groep tussen 40 en 50 jaar (31%). Slechts 18% is jonger dan 40 jaar, terwijl slechts 3% jonger is dan 30 jaar. Overal ter wereld, ook bij ons, verlaten jonge docenten te vaak vroegtijdig het onderwijs, meestal voor een beter betaalde baan in de private sector. Het wordt steeds belangrijker om enerzijds beginnende docenten effectief te begeleiden en anderzijds oudere docenten te ondersteunen om hun vitaliteit en betrokkenheid te kunnen behouden gedurende hun loopbaan. De kwaliteit van onderwijs wordt nu eenmaal voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de docent voor de klas. Het opzetten en uitvoeren van een adequate en moderne HRM beleid heeft de komende tijd dan ook al onze aandacht. Ter info: Aantal docenten Percentage ouder dan 50 jaar 70 48% tussen 40 en 50 jaar 46 31% tussen 30 en 40 jaar 27 18% jonger dan 30 jaar 4 3% Met deze laatste uitdaging willen we ons verhaal vandaag afsluiten. We hopen u een goed beeld te hebben kunnen geven van de ontwikkelingen en uitdagingen in het SBO waarmee niet alleen wij, maar iedereen die betrokken is bij het onderwijs of de toekomst van onze jeugd, geconfronteerd wordt en waarvoor wij slechts door met elkaar samen te werken tot goede oplossingen kunnen komen. Dank u voor uw aandacht.