Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief



Vergelijkbare documenten
Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Apeldoornsestraat te Voorthuizen

Herinrichting De Boskamp te Epe

Rouveen-West fase IV

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

Ontwikkeling stadsvilla s op terrein Cellarius/de Hullu te Deventer-Colmschate

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Brede school. Didam. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2010 definitief

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Memo. Inleiding. Huidige situatie

De Marke II. Marienberg. Waterstructuurplan. SAB Arnhem/ Gemeente Hardenberg. mei 2010 definitief

Toetsing waterhuishouding

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

MEMO DHV B.V. Logo. : SAB Arnhem : Michiel Krutwagen. : St Elisabethgaarde Winterswijk : Watertoetsnotitie. Datum : 13 januari 2012

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Waterhuishoudingsplan

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

Betreft Effecten ontwikkeling Oosterdalfsen op grondwaterstanden en natuurwaarden EHS

Waterdocument Sulvada Loenen

Watertoetsen. Herinrichting N377. Watertoetsen. Provincie Overijssel. september 2013 definitief

Team stedelijk water B

Woningbouwlocatie Hoeve Oost te St. Isidorushoeve

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

De Rikker V en VI. Winterswijk. Geohydrologisch onderzoek SAB. juni 2009 concept

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

Notitie Tennispark Haelen Watertoets ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Waterparagraaf Rietdijk te Vorstenbosch

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Toelichting Watertoets

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

Waterparagraaf Heistraat Zoom

1 Inleiding en projectinformatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

In deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.

Waterhuishoudkundig plan

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

Bijlage B: Waterparagraaf Burgemeester Moonshof te Raamsdonk 8 december 2016

Geohydrologisch onderzoek

In deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Rapport Watertoets. Zandvoort 23 te Gendt. Uitvoeren watertoets tbv opstellen waterparagraaf R-MVV/83. De heer Huisman BD Doornenburg

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Bedrijventerrein Rollepaal Oost

Rapport Watertoets. Bestemmingsplanwijziging + bijbehorende onderzoeken. Opstellen watertoets Demmersdwarsweg 8 te Mariaparochie R-MVV/6

Dimence. Waterhuishouding Brinkgreven. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

HYDROLOGISCH ONDERZOEK T.B.V. BOUW BEDRIJFSRUIMTE TE OENE

Watertoets Dorpshart Mijnsheerenland

Notitie. 3 Planbeschrijving Het jongerenhuis Harreveld is gelegen ten noordwesten van de kern Harreveld, zie figuur 3.1.

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

Waterparagraaf Landgoed De Heihorsten te Someren

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Op figuur 1 is een op een luchtfoto de globale ligging van het plangebied weergegeven.

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Betreft Herbouw Lidl te Hoensbroek. Ons kenmerk HEE Datum 19 november Behandeld door Bert Hage

Van Hogendorpplein te Goirle

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

VOORZIENINGENCLUSTER BEEK, BEEK EN DONK NOTITIE WATERHUISHOUDING

E Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

BJZ.nu T.a.v. de heer N. Broekhuis Twentepoort Oost 16a 7609 RG ALMELO. Boxmeer, 11 september Oplegnotitie waterparagraaf Kerkstraat te Bergeijk

Waterparagraaf. Kenbelstraatje te St. Willebrord

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Notitie. Afstemming met Waterschap Groot Salland heeft plaatsgevonden tijdens een telefonisch overleg op 25 oktober Ligging locatie Kampmansweg

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober : Ir. L.J.A.M.

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Ten aanzien van deze watersaspecten is contact geweest, overlegd en advies gevraagd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Toelichting watertoets

Gemeente Deventer. Waterhuishouding Spijkvoorderenk. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

De heer J.M.J.M. van Abeelen Koestraat AR LIEMPDE

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Transcriptie:

Daalhuizerweg Velp Geohydrologisch advies en waterparagraaf SAB Arnhem december 2009 definitief

Daalhuizerweg Velp Geohydrologisch advies en waterparagraaf dossier : C4866.01.001 registratienummer : ON-D20090543 versie : 2 SAB Arnhem december 2009 definitief DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

INHOUD BLAD 1 DAALHUIZERWEG VELP 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Locatie 2 1.3 Ontwikkelingen 3 1.4 Veldwerk 3 2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE 4 2.1 Maaiveldhoogten en afwatering 4 2.2 Regionale bodemopbouw 4 2.3 Lokale bodemopbouw en doorlatendheden 4 2.4 Grondwaterstanden 5 2.4.1 Grondwatertrappen 5 2.4.2 TNO peilbuizen 5 2.4.3 Waargenomen grondwaterstanden 5 2.5 Conclusies 6 3 GEOHYDROLOGISCH ADVIES 7 3.1 Ontwateringseisen 7 3.2 Wensen en eisen gemeente en waterschap 7 3.3 Infiltratie van hemelwater 8 3.4 Omgang met hemelwater 8 4 WATERPARAGRAAF 10 5 COLOFON 11 BIJLAGEN 1 Locaties boringen 2 Boorprofielen 3 Afkoppelbeslisboom ON-D20090543-1 -

1 DAALHUIZERWEG VELP 1.1 Inleiding Woningstichting Vivare is voornemens om een bestaand woongebied aan de Daalhuizerweg in Velp te herontwikkelen. Voor deze ontwikkelingen is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Stedenbouwkundig bureau SAB is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de verschillende onderzoeken ten behoeve van de bestemmingsplanwijziging. SAB heeft DHV gevraagd om de onderzoeken voor de watertoets uit te voeren. In dit onderzoek wordt de huidige geohydrologische situatie omschreven, worden uitgangspunten aangereikt voor de uitwerking van de waterhuishouding en wordt een waterparagraaf opgesteld waarin afspraken ten aanzien van de waterhuishouding en het doorlopen proces worden samengevat. 1.2 Locatie Het plangebied is gelegen in het noordwesten van Velp en is ca. 2 ha groot. Het gebied wordt begrensd door de Daalhuizerweg, Ringallee, Bergweg en Van Pallandstraat. In het gebied bevinden zich momenteel 62 woningen. In onderstaande figuur is de ligging van het plangebied weergegeven. Figuur 1: locatie plangebied ON-D20090543-2 -

1.3 Ontwikkelingen In het gebied bevinden zich momenteel 62 woningen. In het stedenbouwkundig plan is ruimte opgenomen voor de realisatie van 60 eengezinswoningen (sociale huursector). In het midden van het plangebied is ruimte opgenomen voor groen met een semi-openbaar karakter en in totaal worden er 69 parkeerplaatsen gerealiseerd. Een tekening van het stedenbouwkundig plan staat weergegeven in figuur 2. Figuur 2: Stedenbouwkundig plan 1.4 Veldwerk Om inzicht te krijgen in de lokale bodemopbouw en grondwaterstanden is op 25 maart 2009 een geohydrologisch veldwerk uitgevoerd. Onderstaande werkzaamheden zijn uitgevoerd: - 3 boringen tot 4 m mv, inclusief geotechnische boorbeschrijving; - Inschatting van doorlatendheden per bodemlaag; - Inschatting van de gemiddeld hoogste (GHG) en laagste grondwaterstanden (GLG) op basis van hydromorfe kenmerken in de bodem; - Inmeten van de boorpunten in X,Y-richting en de hoogte ten opzichte van NAP. Tijdens het veldwerk zijn de uitkomende grondlagen beschreven conform NEN 5104. Tevens zijn de actuele grondwaterstanden waargenomen. In bijlage 1 zijn de locaties van de boringen weergegeven. In bijlage 2 zijn de boorstaten weergegeven. ON-D20090543-3 -

2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE 2.1 Maaiveldhoogten en afwatering Het huidige maaiveld helt af in zuidelijke richting. In het zuidelijk deel ligt de maaiveldhoogte rond 31 m +NAP en in het noordelijk deel ligt de maaiveldhoogte rond 35 m +NAP. In de directe omgeving van het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater. 2.2 Regionale bodemopbouw Uit de TNO- grondwaterkaart van Nederland kan worden opgemaakt dat het plangebied gelegen is op de flank van een stuwwal. Het watervoerend pakket bestaat hoofdzakelijk uit goed doorlatende grove zanden (Formatie van Enschede en Harderwijk). Ter plaatse van het plangebied komen geen scheidende lagen voor. De grondwaterstroming is vanaf de stuwwal in zuidelijke richting. Een overzicht van de regionale bodemopbouw staat weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 1: Regionale bodemopbouw Karakterisering Diepte (m) Samenstelling Doorlatendheid Deklaag 0 Niet aanwezig n.v.t 1 e watervoerend pakket 0-124 Matig grof zand goed doorlatend De bodemkaart van Nederland geeft geen informatie over de bodem in stedelijk gebied. Volgens de bodemkaart van Nederland komen in de omgeving van het plangebied podzolgronden voor. Deze gronden bestaan hoofdzakelijk uit grof zand. 2.3 Lokale bodemopbouw en doorlatendheden Uit het veldwerk dat is uitgevoerd voor het verkennend bodemonderzoek en het veldwerk dat is uitgevoerd op 25 maart 2009, is tot de verkende diepte een lokale ondiepe bodemopbouw gebleken van matig fijn, tot matig grof, zwak siltig zand. In onderstaande tabel staat globaal de lokale bodemopbouw weergegeven. Tabel 2: Lokale bodemopbouw Diepte (m) Samenstelling Doorlatendheid (m/d) Opmerkingen 0 0,5/ 1,0 Matig grof, zwak tot matig 0,6 2 siltig, matig humeus zand 0,5/ 1,0-4 Matig fijn tot zeer grof, matig siltig zand 4-26 Plaatselijk grindig zand Tijdens het veldwerk zijn de doorlatendheden per bodemlaag ingeschat. Hieruit blijkt dat de toplaag matig tot goed doorlatend is met k-waarden van 0,6 tot 2 m/d. Hieronder bevinden zich goed doorlatende zandgronden met k-waarden die variëren van 4 tot 26 m/d. In onderstaande tabel staan de doorlatenheden op een diepte van 1-2 m-mv weergegeven. De doorlatendheid van deze laag heeft invloed op de mogelijkheden voor infiltratie. ON-D20090543-4 -

Tabel 3: Doorlatendheden op een diepte van 1-2 m-mv Boring/ peilbuis Diepte [m mv] Veldschatting (m/d) B01 1-2 0,6 26 B02 1-2 6-26 B03 1-2 4 2.4 Grondwaterstanden Voor de toekomstige maaiveldhoogte is het met name van belang inzicht te krijgen in de maximale grondwaterstanden. Inzicht in minimale grondwaterstanden kan van belang zijn voor het risico van zettingen. Zettingen kunnen plaatsvinden als het grondwater wordt verlaagd (bijvoorbeeld ten behoeve van een bouwkuip) onder de gemiddeld laagste grondwaterstand. Daarnaast kan het van belang zijn bij de aanleg van een vijver die, ten allen tijden watervoerend moet zijn. Er zijn verschillende bronnen geraadpleegd om inzicht te krijgen in de grondwaterstanden ter plaatse van het plangebied. 2.4.1 Grondwatertrappen De grondwatertrappen zijn gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en gemiddeld laagste (GLG) grondwaterstand en geven de diepte beneden maaiveld tot waar onder gemiddelde weersomstandigheden de grondwaterstand in de winter stijgt en in de zomer daalt. Op de Bodemkaart van Nederland (schaal 1: 50.000) is de grondwatertrappenindeling weergegeven. Ter indicatie zijn in onderstaande tabel voor de 7 grondwatertrappen de grondwaterstanden in centimeter ten opzichte van maaiveld weergegeven. Tabel 4: grondwatertrappen Grondwatertrap I II III IV V VI VII GHG in cm beneden maaiveld (<0,20) (<40) <40 >40 <40 40-80 >80 GLG in cm beneden maaiveld <50 50-80 80-120 80-120 >120 >120 (>160) Zoals eerder aangegeven wordt op de Bodemkaart van Nederland geen informatie gegeven over de bodem in stedelijk gebied. Dit geldt ook voor de bijbehorende grondwatertrappen. In de omgeving van Velp komt grondwatertrap VII voor. 2.4.2 TNO peilbuizen Binnen een straal van 500 meter staan 4 peilbuizen met een meetreeks van meerdere jaren welke zijn opgenomen in het TNO-NITG DINO grondwaterarchief. Uit de meest representatieve peilbuis (B40B0436) blijkt dat de gemiddelde grondwaterstand rond de 26 m +NAP ligt. 2.4.3 Waargenomen grondwaterstanden Tijdens het veldwerk op 25 maart 2009 september 2007 zijn in de boorgaten geen grondwaterstanden waargenomen. Het grondwater bevond zich dieper dan 4 m-mv (de maximale boordiepte). Ook tijdens het veldwerk dat voor het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd zijn tot op een diepte van 5 m-mv geen grondwaterstanden waargenomen. ON-D20090543-5 -

Op basis van hydromorfe kenmerken (kleurverschillen in de bodem) kunnen de gemiddeld hoogste (GHG) en laagste (GLG) grondwaterstanden worden geschat. In het plangebied bleek het niet mogelijk om op basis van kleurverschillen de GHG en GLG te schatten. 2.5 Conclusies De resultaten uit het literatuuronderzoek, de TNO peilbuis in de omgeving en het uitgevoerde veldwerk geven een eenduidig beeld van de lokale geohydrologische situatie. Samengevat kan geconcludeerd worden dat: De maaiveldhoogte varieert van 31 m +NAP tot 35 m+nap; De bodem bestaat uit matig fijn tot matig grof, zwak siltig zand; De doorlatendheid van toplaag varieert van matig tot goed met doorlatendheden van 0,6 tot 2 m/d; De doorlatendheid onder de toplaag goed tot zeer goed is met k-waarden variërend van 4 tot 26 m/d; De GHG en GLG beneden de 4 m-mv liggen. ON-D20090543-6 -

3 GEOHYDROLOGISCH ADVIES 3.1 Ontwateringseisen Om problemen met draagkracht, opvriezen en natte kruipruimtes te voorkomen, moet de ontwateringsdiepte voldoende zijn. De ontwateringsdiepte is het verschil in hoogte tussen het maaiveld en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Afhankelijk van het gebruik moet er een minimale afstand zitten tussen het maaiveldniveau en de GHG. DHV adviseert om onderstaande ontwateringseisen te hanteren voor de verschillende gebruiksfuncties. Tabel 5: Ontwateringseisen gebruik Secundaire wegen Ontwateringsdiepte Ontwateringsdiepte van 0,7 m, waarbij een zandbed met minimale dikte 0,5 m aanwezig moet zijn. Voor primaire wegen wordt een ontwateringsdiepte van 1,0 m mv gehanteerd. Het wegpeil ligt minimaal 0,2 m lager dan het vloerpeil. bebouwing De ontwateringsdiepte onder en rondom bebouwing hangt af van het type gebouw. Voor woningen of gebouwen met een niet-waterdichte kruipruimte, die goed toegankelijk moet zijn, geldt een eis van 0,8 m minus maaiveldniveau. De ontwatering dient zodanig te zijn dat zich geen grondwater in de kruipruimte bevindt. Als norm wordt vaak gehanteerd dat het grondwater tenminste 0,2 m beneden de vloer van de kruipruimte moet staan. Uitgaande van een 0,6 m hoge kruipruimte en een vloerdikte (woonvloer) van 0,2 m betekent dit een afstand van 1,0 m tussen de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) en de bovenzijde van de vloer. groenzones Voor deze bestemming wordt een ontwateringdiepte van 0,5 m geadviseerd. Een langdurige te hoge grondwaterstand beïnvloedt de beworteling nadelig. Daarnaast dient het vochtgehalte in de bodem voldoende gewaarborgd te blijven om verdroging te voorkomen. Op basis van de ingeschatte en gemeten GHG s kan geconcludeerd worden dat met de huidige maaiveldhoogten voldaan wordt aan de gestelde ontwateringseisen voor bebouwing, wegen en groen. Het maaiveld hoeft niet opgehoogd te worden ten behoeve van de ontwateringsdiepte. 3.2 Wensen en eisen gemeente en waterschap De gemeente Rheden heeft aangegeven dat bij herontwikkeling 20 mm hemelwater geborgen en geïnfiltreerd moet worden binnen het plangebied. Daarnaast moeten infiltratievoorzieningen binnen 24 uur weer leeglopen. Waterschap Rijn en IJssel heeft de normen en uitgangspunten ten aanzien van de waterhuishouding omschreven in de notitie: Duurzaam en veilig water in de stad, Normen en uitgangspunten voor wateraspecten bij stedelijke ontwikkelingen. Voor de waterkwantiteit hanteert het waterschap de trits: Vasthouden - bergen afvoeren; Voor de waterkwaliteit hanteert het waterschap de trits: schoonhouden scheiden schoonmaken; ON-D20090543-7 -

Het hemelwater afkomstig van de toename van het verharde oppervlak moet bij een bui van T=100+10% binnen het plangebied geborgen worden; Afkoppeling wordt getoetst aan de afkoppelbeslisboom (bijlage 3); Niet meer dan de landelijke afvoernorm mag worden afgevoerd richting het bestaande watersysteem. Aangezien er geen hemelwater wordt geloosd op oppervlaktewater dat in het beheer is van het waterschap worden de uitgangspunten van de gemeente Rheden gehanteerd voor de berekening van de benodigde berging. 3.3 Infiltratie van hemelwater De doorlatendheid van de bodem bepaalt in belangrijke mate in hoeverre infiltratie mogelijk is. Om hemelwater te infiltreren is een minimale doorlaatfactor nodig van 0,5 m/d. Uit hoofdstuk 2 blijkt dat de bodem is opgebouwd uit overwegend goed doorlatende zandlagen met een doorlatendheid die voldoende is om hemelwater te laten infiltreren. Het gebied is daarom uitermate geschikt voor de toepassing van bovengrondse- of ondergrondse infiltratievoorzieningen. 3.4 Omgang met hemelwater Afvoer van hemelwater Doordat het noordelijk deel van het plangebied aanzienlijk hoger ligt dan het zuidelijk deel, kan hemelwater niet worden afgevoerd in noordelijke richting. Daarnaast moet hemelwater van de voorzijde van de woningen naar de achterzijde van de woningen worden geleid. Vanaf de achterzijde van woningen kan het hemelwater zowel boven- als ondergronds worden afgevoerd richting bergings- en infiltratievoorzieningen. De gemeente Rheden heeft aangegeven dat binnen het plangebied 20 mm hemelwater geborgen moet worden en hemelwater van parkeerplaatsen alleen mag afvoeren via zuiverende voorzieningen. Uit het stedenbouwkundig ontwerp is gebleken dat het verhard oppervlak toeneemt tot 7550 m 2 (4000 m 2 dakoppervlak en 3550 m 2 terreinverharding). Dit betekent dat er bij de berging van 20 mm hemelwater, 151 m 3 geborgen moet worden in het plangebied. Bij buien groter dan 20 mm mogen de voorzieningen overstorten op het gemengde rioolstelsel. In een rioleringsplan moet worden uitgewerkt middels welke voorzieningen de waterberging gerealiseerd wordt en hoe water wordt afgevoerd richting deze voorzieningen. Voor de berging en infiltratie van hemelwater zijn er de volgende mogelijkheden in het plangebied: wadi s In de groenzone is ruimte voor de toepassing van een wadi. Een wadi is een laagte waarin regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. Het regenwater dat op het verharde oppervlak valt wordt via een regenwaterriolering of bovengronds afgevoerd richting wadi s. Het grootste gedeelte van de tijd staan wadi s droog, bij neerslag vullen de wadi s zich tijdelijk met water. ON-D20090543-8 -

Infiltratiekratten Onder de parkeerplaatsen of in de groenzone kunnen Infiltratiekratten worden toegepast. Infiltratiekratten zijn sterk waterdoorlatende boxen waarin regenwater geborgen kan worden en na verloop van tijd kan infiltreren. Water passeerbare verharding Water passeerbare verharding is verharding die doordringbaar is voor water. Hierdoor kan water dat op het wegdek valt infiltreren in de bodem. Doorlatende verharding kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door gebruik te maken van doorlatende klinkers of door gebruik te maken van grastegels. Door onder de verharding een lavapakket toe te passen kan er water geborgen worden onder de verharding. ON-D20090543-9 -

4 WATERPARAGRAAF Aan de Daalhuizerweg te Velp wordt een bestaand woongebied herontwikkeld. De bestaande woningen in het plangebied worden gesloopt. Hier worden 60 woningen voor teruggebouwd. Door de ontwikkelingen zal het verhard oppervlak toenemen tot 7550 m 2. Uit geohydrologisch onderzoek blijkt dat de bodem bestaat uit matig fijn tot matig grof, zwak siltig zand. De doorlatendheid van de bodem varieert van 4 tot 26 m/dag. De GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) ligt beneden de 4 m-mv. Hiermee is de huidige ontwatering voldoende voor de te realiseren ontwikkelingen. De doorlatendheid van de bodem is voldoende om hemelwater te kunnen infiltreren. Er wordt voor dit plangebied geadviseerd om hemelwater van daken en terreinverharding binnen het plangebied te bergen middels boven- of ondergrondse infiltratievoorzieningen. Doordat het noordelijk deel van het plangebied aanzienlijk hoger ligt dan het zuidelijk deel, kan hemelwater niet worden afgevoerd in noordelijke richting. Daarnaast moet hemelwater van de voorzijde van de woningen naar de achterzijde van de woningen worden geleid. Vanaf de achterzijde van woningen kan het hemelwater zowel boven- als ondergronds worden afgevoerd richting bergings- en infiltratievoorzieningen. De gemeente Rheden heeft aangegeven dat binnen het plangebied 20 mm hemelwater geborgen moet worden en hemelwater van parkeerplaatsen alleen mag afvoeren via zuiverende voorzieningen. Daarnaast moeten de infiltratievoorzieningen binnen 24 uur weer leeglopen. Uit het stedenbouwkundig ontwerp is gebleken dat het verhard oppervlak toeneemt tot 7550 m 2 (4000 m 2 dakoppervlak en 3550 m 2 terreinverharding). Dit betekent dat er bij de berging van 20 mm hemelwater, 151 m 3 geborgen moet worden in het plangebied. Bij buien groter dan 20 mm mogen de voorzieningen overstorten op het gemengde rioolstelsel. In een rioleringsplan moet worden uitgewerkt middels welke voorzieningen de waterberging gerealiseerd wordt en hoe water wordt afgevoerd richting deze voorzieningen. ON-D20090543-10 -

5 COLOFON SAB Arnhem/Daalhuizerweg ON-D20090543 Opdrachtgever : SAB Arnhem Project : Daalhuizerweg Dossier : C4866.01.001 Omvang rapport : 11 pagina's Auteur : Rinus Hoogeslag Interne controle : Evert de Lange Projectleider : Evert de Lange Projectmanager : Stephan Jansen Datum : 15 december 2009 Naam/Paraaf : ON-D20090543-11 -

Ruimte en Mobiliteit Verlengde Kazernestraat 7 7417 ZA Deventer Postbus 927 7400 AX Deventer T (0570) 63 93 00 F (0570) 63 93 01 E deventer@dhv.nl www.dhv.nl

BIJLAGE 1 Locaties boringen SAB Arnhem/Daalhuizerweg bijlage 1 ON-D20090543-1 -

1 2 3 SAB Arnhem/Daalhuizerweg bijlage 1 ON-D20090543-2 -

BIJLAGE 2 Boorprofielen SAB Arnhem/Daalhuizerweg bijlage 2 ON-D20090543-1 -

SAB Arnhem/Daalhuizerweg bijlage 2 ON-D20090543-2 -

BIJLAGE 3 Afkoppelbeslisboom SAB Arnhem/Daalhuizerweg bijlage 3 ON-D20090543-1 -

SAB Arnhem/Daalhuizerweg bijlage 3 ON-D20090543-2 -