Samenvatting principeakkoord pensioenstelsel

Vergelijkbare documenten
Pensioenakkoord. Samenvatting kabinetsbrief en SER-advies

Naar een nieuw pensioencontract

Centraal Beheer APF. voorgesorteerd op het nieuwe pensioenstelsel

Naar een nieuw pensioencontract

Hoofdlijnen PrincipePensioenakkoord 2019 En enkele eerste aandachtspunten voor aan de bestuurstafel

Hoofdlijnen PrincipePensioenakkoord 2019 En enkele eerste aandachtspunten voor de werkgever

Pensioenakkoord gooit pensioenstelsel op zijn kop! Wie gaat dat betalen?

Naar een nieuw pensioenstelsel

Nederlandse Pensioenakkoord

Quickscan Principeakkoord Pensioenstelsel

1. Uitwerking wetgeving voor de afschaffing van de doorsneesystematiek

Afschaffing van de doorsneesystematiek en betekenis van maatwerk

Principe akkoord Pensioen. Bijeenkomst door de politiebonden

UITLEG PRINCIPEAKKOORD PENSIOEN

Het 2020-plan van Klijnsma in vogelvlucht

Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Principeakkoord pensioen: nog veel werk te doen!

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek

Toekomst Pensioenstelsel

PGGM Institutional Business. Quickscan Principeakkoord. Het principeakkoord op hoofdlijnen

NVOG Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden. Stand van Zaken Pensioenen Jos Berkemeijer 5 juni 2019

14 december Pensioenen in Vandena van der Meer

Nieuw pensioencontract Wat is de huidige stand van zaken?

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bij de opstelling van de notitie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de positie van de VCP, waarbij ANBO is aangesloten.

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

10 puntenplan minister Koolmees vergeleken met toetsingscriteria

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015

26 september Pensioenen in Hans Kennis

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012

Pensioenactualiteiten. Gerry Dietvorst en Michael Visser 23 mei 2019

Presentatie voor de PVGE Veldhoven Roel Fonville Eindhoven, 24 november 2017

Informatiebijeenkomst over voorwaardelijke toeslagverlening en de toekomst van het gesepareerd beleggingsdepot

PENSIOEN. Alex Ter Horst Ruud Derksen. 2 april Advocaten pensioenrecht

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

IVP OPF seminar Jeroen Koopmans, 10 oktober 2017 Actuariële redenen voor een grondige stelselherziening

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Pensioenscenario s in het licht van de komende verkiezingen. Emile Soetendal 10 januari 2017

Wijziging CDC-regeling TBI

PNO DC LIFE CYCLE INFORMATIE VOOR WERKGEVERS VOOR IEDEREEN IN DE CREATIEVE SECTOR

Naar een nieuw pensioenstelsel

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen?

Uw pensioen in onzekere tijden

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Pensioenactualiteiten

Stelseldiscussie Stand van zaken

Duidelijkheid over pensioenen

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Terugblik op Wie zijn wij? Margreet Verhoef. Rita van Ewijk. Fred Steenwinkel. Sinds 2010 bestuurslid

Welkom bij de informatiemiddag van PGB

Quiz. Heeft u een telefoon met internet? Ga naar kahoot.it en doe mee

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld?

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

Doorwerken na pensioendatum eenvoudiger

Herstelplan ultimo 2016

Sociale Partners en Pensioen

De doorsneepremie ZO DENKEN WIJ ER OVER. De doorsneepremie. De doorsneepremie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Stichting Pensioenfonds RBS Nederland

Beleggen voor een goed pensioenresultaat. Oskar Poiesz Robeco Investment Solutions 10 mei 2016

Eén nieuw pensioen voor de Techniek

GOED PENSIOEN: KWESTIE VAN FATSOEN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tentamen Pensioenactuariaat 1,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

Deel 1: Afschaffing doorsneepremie fundamentele wijziging in pensioenstelsel

(070) Kern van de afspraken: De pensioenrichtleeftijd stijgt naar 67 jaar Het opbouwpercentage daalt met 0,1% De pensioenpremie gaat omlaag

Op koers blijven voor een goed pensioen: een update van het bestuur

Ontwikkelingen in pensioenland

Netto pensioenregeling De netto pensioenregeling voor het pensioengevende salaris boven

Een nieuwe pensioenregeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Martin Gast. Edmond Halley BV Increase PensioenKnowHow BV. Increase Pensioen KnowHow

Toekomst van het Pensioenstelsel

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten

Voorlichtingsbijeenkomsten pensioen

Actuele ontwikkelingen en trends rond pensioenen in Nederland keynotespeech Mariëtte Hamer Den Haag, 4 oktober 2016

Fiscale kader aanvullende pensioenen minder beperkt

Frank van Alphen FD Pensioen Pensioen moet beter bij arbeidsmarkt aansluiten

PENSIOEN Gemakkelijker kunnen we het...

Stand van zaken in het debat over de toekomst van de pensioenen

Presentatie met uitleg per slide

Regeerakkoord en nieuw pensioencontract. Theo Langejan 15 november 2017

PensioenNieuws van Pensioenfonds TenCate

Uitgangspunten. Nettopensioenregeling

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013

Pensioengrens / opbouw 1,75% Aardverschuiving op komst. Amsterdam, 20 juni 2013

De politieke plannen op een rijtje

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

Transcriptie:

Pagina 1 van 5 Samenvatting principeakkoord pensioenstelsel Op 5 juni 2019 is door het kabinet, de werkgevers en de vakbonden een principeakkoord gepresenteerd over de hervorming van ons pensioenstelsel. Een aantal details van het principeakkoord zijn bekend, andere details zullen de komende tijd uitgewerkt worden. In dit artikel bespreken we achtereenvolgens de belangrijkste punten met betrekking tot de AOW-leeftijd, het werknemerspensioen en overige maatregelen. 1. AOW De AOW-leeftijd blijft in 2020 en 2021 op 66 jaar en 4 maanden en stijgt vervolgens in twee stappen naar leeftijd 67 in 2024. Daarna stijgt de AOW-leeftijd met twee maanden voor iedere driemaands stijging van de levensverwachting. Over de aanpassing van de AOW-leeftijd schreven wij al een separaat artikel. 2. Werknemerspensioen 2.1. Afschaffing doorsneepremie Tot nu toe is in iedere pensioenregeling sprake van tijdsevenredige pensioenopbouw. Voor ouderen is meer premie nodig dan voor jongeren voor dezelfde pensioenopbouw. Bij verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen, waar een doorsneepremie verplicht is, wordt voor een jongere medewerker te veel betaald en voor een oudere medewerker juist te weinig. Deze systematiek wordt afgeschaft. In het nieuwe pensioenstelsel zal sprake zijn van een leeftijdsonafhankelijke premie, waardoor niet iedereen dezelfde jaarlijkse pensioenopbouw zal hebben. De impact hiervan is groot. In ons eerdere artikel over de afschaffing van de doorsneesystematiek schreven we hier al uitgebreid over. 2.2. Fiscaal maximum premiepercentage Er zal een uniforme leeftijdsonafhankelijke premiegrens gaan gelden, die afhankelijk zal zijn van de marktrente en de levensverwachting. Frequente aanpassing van deze premiegrens is echter niet gewenst. De premiegrens zal voor alle contracten gebaseerd worden op een pensioenambitie van 75% van het gemiddeld loon in 40 jaar (opbouw ouderdomspensioen 1,875% per jaar). 2.3. Compensatie gemiste pensioenopbouw Overgang naar een leeftijdsonafhankelijke premie betekent dat bestaande deelnemers gecompenseerd moeten worden. Hiervoor worden in het principeakkoord drie mogelijke financieringsbronnen genoemd die volgens ons niet echt realistisch zijn. Zie hiervoor ons commentaar onderaan bij dit artikel.

Pagina 2 van 5 2.4. Opname bedrag ineens Het wordt mogelijk om 10% van het individuele pensioenvermogen op de pensioendatum op te nemen. De bestedingsdoeleinden voor dit bedrag lijken niet gelimiteerd door wetgeving. 2.5. Kortingsregels pensioenfondsen Er is afgesproken dat de huidige regels inzake het verlagen van pensioenen ( korten ) bij een te lage dekkingsgraad tijdelijk worden aangepast. Op basis van het principeakkoord hoeft er niet gekort te worden indien de actuele dekkingsgraad of de beleidsdekkingsgraad na vijf jaar onderdekking boven de 100% ligt. Als de dekkingsgraad onder de 100% ligt, hoeft er slechts gekort te worden tot een actuele dekkingsgraad van 100% in plaats van 104% à 105%, waardoor de korting in deze situatie lager uitvalt. In het nieuwe contract zal sneller gekort en geïndexeerd kunnen worden. 2.6. Twee soorten contracten bij pensioenfondsen De bestaande premieovereenkomst met opbouw van persoonlijk pensioenvermogen in de opbouwfase en collectieve risicodeling in de uitkeringsfase zal toegankelijker worden gemaakt voor pensioenfondsen. In het principeakkoord wordt verder een nieuw type contract geïntroduceerd. In dit contract zijn de pensioenaanspraken meer voorwaardelijk en wordt er minder gestuurd op nominale zekerheid. Er hoeven geen buffers meer gevormd te worden (zodat gestreefd wordt naar een dekkingsgraad van 100%) en er zal dus eerder sprake zijn van verhoging of verlaging van pensioenen. In het principeakkoord wordt aangestuurd op het collectief invaren van bestaande pensioenaanspraken in dit nieuwe contract. Daarnaast zal gelden dat nieuwe pensioenopbouw bij pensioenfondsen tegen de geldende marktrente worden ingekocht. Een gedempte kostendekkende premie (op basis van verwacht beleggingsrendement of historische rentemiddeling) zal dus niet meer mogelijk zijn. 2.7. Beleggen volgens lifecycle systematiek In alle pensioencontracten zal moeten gelden dat belegd gaat worden volgens het lifecycle principe, wat inhoudt dat beleggingsrisico s moeten afnemen naarmate de pensioendatum nadert. Concreet betekent dit ook dat de jaarlijkse beleggingsrendementen per leeftijd zullen variëren. Dit kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Pensioenfondsen kunnen bijvoorbeeld nog steeds uniform beleggen, maar de rendementen zullen vervolgens leeftijdsafhankelijk kunnen worden toegerekend.

Pagina 3 van 5 2.8. Verbeteringen nabestaandenpensioen De Stichting van de Arbeid zal in het najaar met een advies komen om het nabestaandenpensioen beter vorm te geven. Niet alleen de definitie van het partnerbegrip wordt onder de loep genomen, maar ook de gewenste dekking (zowel qua hoogte als financiering). 3. Overige maatregelen 3.1. ZZP ers ZZP ers worden verplicht om het arbeidsongeschiktheidsrisico af te dekken. Een pensioenplicht voor deze groep werkenden komt er niet. Wel wordt gekeken of ZZP ers eenvoudiger kunnen aansluiten bij een pensioenfonds waar ze al dan niet in het verleden ook al pensioen hebben opgebouwd. 3.2. Vervroegd pensioen (zware beroepen) Om bepaalde groepen werknemers in staat te stellen om eerder te stoppen met werken, zullen de regels rondom de boete bij vroegpensioen (RVU-heffing) in de periode 2021-2025 worden versoepeld. Als de vervroegde uittreding maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd plaatsvindt, hoeft een werkgever tot een bedrag van circa 19.000 bruto per jaar (de ongehuwden-aow) geen extra belastingheffing te betalen. Ook wordt het mogelijk om fiscaal gefacilieerd maximaal 100 weken (nu: 50 weken) verlof te sparen om op die manier vervroegd uit te treden. Ten slotte wordt onderzocht of pensioenopbouw over salaristoeslagen (onregelmatigheid, overwerk) ook specifiek ingezet kan worden om eerder te stoppen met werken. 3.3. Oudedagsvoorziening via lijfrente Het fiscale kader voor de 2 e en 3 e pijler wordt gelijk getrokken. Dit houdt onder andere in dat de uniforme fiscale premiegrens ook zal gaan gelden voor lijfrenten. 4. Vervolgstappen De leden van de vakbonden zullen op korte termijn hun oordeel vellen over het principeakkoord. Indien zij instemmen, zal spoedig wetgeving worden opgesteld die toeziet op het bevriezen van de AOW-leeftijd en het voorkomen van kortingen in 2020. Voor de detailuitwerking van het principeakkoord zal vervolgens de tijd genomen worden, waarbij de wetgeving in 2022 gereed moet zijn. Er zal door het kabinet een stuurgroep worden ingesteld die de nadere invulling van het nieuwe pensioenstelsel en het transitiekader moet gaan uitwerken.

Pagina 4 van 5 Commentaar LCP Het principeakkoord biedt weinig nieuws ten opzichte van de Koolmeesbrief van 1 februari 2019. De eisen van de vakbonden zijn grotendeels ingewilligd (bevriezen en aanpassing AOW-leeftijd, voorkomen van (grote) kortingen en maatregelen voor vervroegde pensionering voor zware beroepen), terwijl de inhoudelijke uitwerking van de tweede pijler verder vooruit wordt geschoven. Wij vragen ons af wat er met de AOWleeftijd en de kortingsmaatregelen gaat gebeuren als in 2020 of 2021 blijkt dat de stuurgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van de sociale partners en het kabinet, er toch weer niet samen uitkomen. Naar onze mening leidt het principeakkoord in eerste instantie tot een subsidiëring van de jongere generatie naar de oudere generatie. Immers, doordat er minder of niet gekort hoeft te worden, wordt er in de komende jaren meer geld uitgekeerd dan volgens de huidige regels het geval zou zijn. Dit houdt automatisch in dat er minder geld voor latere generaties beschikbaar is. Door het vervallen van buffereisen zullen de jonge generaties ook niet meer kunnen profiteren van deze buffers. Het was juist de bedoeling van het pensioenakkoord om generatieconflicten te voorkomen. Op lange termijn zorgen de plannen hier inderdaad voor, maar dan wel pas nadat de bestaande generaties verdwenen zijn. De rekening hiervan lijkt met name bij de huidige 40- tot 60-jarigen te komen, zoals ook blijkt uit de doorrekeningen van het CPB. Compensatie voor het lagere pensioen en hogere risico lijkt op zijn plaats. Bij pensioenfondsen wordt voor compensatie onder andere de aanwezige buffers genoemd. Hierbij wordt met geen woord gerept over het feit dat deze buffers van zowel actieven als inactieven zijn, en dus niet zondermeer ingezet kunnen worden om een probleem van alleen de huidige en toekomstige actieven op te lossen. De premievrijval vanwege de verhoging van de fiscale pensioenrichtleeftijd van 67 naar 68 jaar wordt eveneens genoemd als mogelijke financieringsbron. Wij zijn van mening dat deze vermeende vrijval al eerder is ingezet, door bijvoorbeeld verhoging van de lage premiedekkingsgraad of door concrete verlaging van eigen bijdrage. Als derde bron wordt de premievrijval genoemd vanwege de langere beleggingshorizon. Het pensioenresultaat wordt hoofdzakelijk bepaald door de hoogte van de premie inleg en het gerealiseerde beleggingsrendement. Omdat de pensioenpremie eerder beschikbaar wordt gesteld, zal de beleggingscomponent in het totale pensioenresultaat belangrijker worden ten opzichte van de premiecomponent. De gedachte is dus dat met minder premie en meer beleggingsrisico een vergelijkbaar pensioen kan worden bereikt. Normaliter gaat het nemen van meer risico gepaard met een hoger verwacht rendement (en dus pensioen), maar die vlieger lijkt hier niet op te gaan. De compensatie moet dus deels door de deelnemers betaald worden in de vorm van meer risico. Dit is een sigaar uit eigen doos. Wij betreuren verder dat het principeakkoord met name geschreven is vanuit de pensioenfondsenwereld. Voor huidige beschikbare premieregelingen, met een premie die stijgt met de leeftijd, is de impact van de overgang naar een leeftijdsonafhankelijke premie groot. Voor verzekerde regelingen geldt hetzelfde. Deze impact is mogelijk nog

Pagina 5 van 5 groter dan bij pensioenfondsen, aangezien er minder financieringsbronnen zijn voor compensatie. Wij voorzien dan ook een forse pensioenkostenstijging voor werkgevers en we zijn benieuwd of het kabinet bereid is om aanvullende maatregelen te nemen om ondernemingen hierin tegemoet te komen. Ten slotte wordt gesteld dat men in overleg is met de Europese Commissie om meer duidelijkheid te krijgen over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van de verplichtstelling. Na afschaffing van zowel de doorsneepremie als de buffers blijven er naar onze mening weinig gronden over die de Nederlandse uitzonderingspositie kunnen onderbouwen.