20 jaar. 20 jaar ORTHOPEDISCHE IN DIT NUMMER O.A.: 20 JAAR!! ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK AGENDA EVENEMENTEN EN CONGRESSEN



Vergelijkbare documenten
Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Hans van Rooij VERSTAG

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Jan de Laat OVERSTAG

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Sterker met Stoma. door jouw ervaring te delen. Stomavereniging introduceert een nieuw motto en krijgt een nieuwe huisstijl!

Jaarverslag

ISPO Nederland. International Society for Prosthetics and Orthotics

User Centered Design. Personas ontwikkelen

Wat doet NVOS-Orthobanda voor u?

De laatste wens van Maarten Ouwehand

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Tineke Boudewijns VERSTAG

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Orthopedische voetbedden. Alles wat u wilt weten over orthopedische voetbedden

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Aldo en Giuliano Corradi, vader en zoon. Italianen in Amsterdam. Terrazzowerkers omdat het nu eenmaal zo is gelopen. En omdat terrazzo zo

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Uw keuken en interieur Alles naar wens, een ultieme beleving

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

klassieke muziek! Er gaat niets boven grootmoeders MIJN NAAM IS STILTON

Ik denk eigenlijk dat deze blessure niet slecht is geweest voor mijn carrière

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

narratieve zorg Elder empowering the elderly

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Betrokken begeleiding voor. Hersenletsel en hun omgeving.

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013

Dubbelspel. Alan Durant

Knabbel en Babbeltijd.

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Rapport. Datum: 15 juli Rapportnummer: 2013/087

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW

Post-mbo opleiding autisme

Betrokken begeleiding voor. Hersenletsel en hun omgeving.

Organiseren. werkt! Krijg meer overzicht,, structuur en (tijd) winst! Germo Bekendam Karlijn L Ortye

ALTIJD LEKKER LOPEN NAJAARSCOLLECTIE 2014 WINTERTRENDS MEIJERINK SCHOENEN: ER STAAT BIJ ONS ALTIJD EEN KOPJE KOFFIE KLAAR

Kraak de geest van de DJ

Reflectiegesprekken met kinderen

Enkele vragen aan Kristin Harmel

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Opvang na uw uitzending. Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk

ID 343 Studiefase op het moment dat je op Erasmus vertrok. Master eerste studiefase (hoofdinschrijving) Pedagogische Wetenschappen.

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Nieuwe Kadekwartier Arnhem TE KOOP. Nieuwe Kadekwartier Arnhem

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

HET VERHAAL VAN KATRIN

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Als u klachten heeft...


Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Direct MEER impact met je uitstraling. Marlie Franssen Color Connect 2015

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling.

Als u klachten heeft...

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

1 Ben of word jij weleens gepest?

Taalles werkt! Een fotoserie in het kader van de Week van de Alfabetisering 2013

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Hoofdlijnen Meerjarenplan OFOM

Voetbedden (inlays) Individuele voetbedden geven steun op maat

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Welke krachten en drempels ervaren deelnemers door de workshops van Artability in Thessaloniki?

1.Inleiding: De Plug & Play Business Formule

EVEN BIJPRATEN 9. MET ZIJN ALLEN DIGITAAL. Daar zijn we weer beste ouders en kinderen van De Arenberg.

Een goed leven voor.

STEUNZOLEN. Pruis. Orthopedische Schoentechniek

Vijf creatieve voorstellen om KLT onder de aandacht te brengen bij potentiële opdrachtgevers.

stop kinderarbeid award 2013 Juryrapport

SEMI-ORTHOPEDISCHE SCHOENEN. Pruis. Orthopedische Schoentechniek

Partner in kinderopvang. Klanttevredenheidsonderzoek

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Communicatie op de werkvloer

Transcriptie:

IN DIT NUMMER O.A.: 20 JAAR!! ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK AGENDA EVENEMENTEN EN CONGRESSEN OORSPRONG EN GESCHIEDENIS VAN HET VAKBLAD ORTHOPEDISCHE 20 jaar 20 jaar JAARGANG 20 AUGUSTUS 2000 NO 3

Groothandel in Orthopedische artikelen sinds 1893 Portsmuiden 17, 1046 AH Amsterdam b.v. AGENTUREN - IMPORT - EXPORT Telefoon 020-611 84 55* Telefax 020-611 53 88 Voorraadhoudend o.a.: Degussa: Degaplast schuim/gietharsen Noba Verbandmittel Danz: Elasta/Noba/Rurhstern Triumph gipszwachtels F.W. Kraemer: Steunzolen, s.o.s. schoenen, en toebehoren Caroli: Peroneusveren, pasdelen en orthesen Ipos: Kousmaterialen, ipocon hielkussens Centri: Handschoenen en vulhanden Vaupel: Metalen pasdelen Bissell: Aluminium Loophulpen Dimalo: Houten loop- en hulpmiddelen Langer: PPT plaatmaterialen Freudenberg: Luna plaatmaterialen Zotefoams: Plastazote en Evazote S.P.A.C.: Pulman schoeisel Sanova: Schoenen voor diabetici en reumapatiënten Molinari: S.O.S. Schoeisel Markell: Dennis Browne schoentjes Saba: Lijmen Diverse fabrikaten: Kurkplaten Diverse fabrikaten: Kunststofplaten Diverse fabrikaten: Thermoplastische plaatmaterialen Diverse fabrikaten: Stansmaterialen Diverse fabrikaten: RVS bandstaal en platen

, Een nieuw gezicht,, H ier voor u ligt het eerste nummer van ons vakblad Orthopedische Schoentechniek. De Nederlandse vereniging van Orthopedische Schoentechnici krijgt hiermede de gelegenheid naar buiten te brengen wat haar leden doen voor de individuele gehandicapte mens, die door vormverandering en functiestoornissen niet meer met normale confectie schoenen of zgn. gemaksschoeisel geholpen kunnen worden. De behoefte aan een eigen vakblad is al jaren een wens van de organisatie. Zeker toen de drie organisaties tot een vereniging hadden samengevoegd. Er waren echter teveel dringender zaken die moesten gebeuren. Na 10 jaar zijn we dan zover. 20 jaar Door nu met een eigen vakblad te komen willen we nog meer dan voorheen aan allen die werkzaam zijn in onze branche of daar direct bij betrokken zijn, laten zien wat een orthopedisch schoentechnicus anno 1981 betekent. Leden en andere belangstellenden nodig ik gaarne uit tot het inzenden van artikelen die van belang kunnen zijn voor al diegenen die iets met ons vak te maken hebben. Hierboven heeft u een samenvatting gelezen van het voorwoord van het eerste vakblad dat twintig jaar geleden voor het eerst werd uitgegeven. Dit vakblad staat dan ook volledig in het teken van het twintig jarig bestaan. Er zijn een aantal interviews gevoerd met de mensen van het eerste uur. Het is leuk om te zien hoe het vakblad met de tijd is meegegaan. Van bijna louter vakinhoudelijke artikelen naar een vakblad met niet alleen aandacht voor het vakinhoudelijke, wel het belangrijkst, maar ook voor bedrijfsmatige zaken. De oproep in het eerste vakblad om eenieder aan te sporen voor het schrijven van artikelen blijft na twintig jaar ook staan. Nu weer terug naar het heden. In mei en juni zijn er weer een aantal examens afgenomen en ik feliciteer eenieder die geslaagd is. De mensen die het helaas niet gehaald hebben, wens ik veel succes voor de volgende keer. En bedenk, Keulen en Aken zijn ook niet in een dag gebouwd. De erkenningsregeling blijft de gemoederen bezig houden binnen de branche, echter de proeftoetsingen laten zien dat het voor eenieder met enige inspanning weinig problemen moet opleveren. De samenwerking met Orthobanda en het oprichten van de federatie zijn inmiddels in een vergevorderd stadium. De secties van Orthobanda zijn inmiddels bezig met de verzelfstandiging en voor de federatie zijn offertes aangevraagd voor de secretariaatsvoering. De concept statuten voor de federatie zijn ook in de maak. Veel werk is dus verzet, tijdens de ledenvergadering van november zullen wij u volledig informeren. Het bestuur van de NVOS en de redactie commissie wenst u telkenmale veel genoegen met het lezen van ons vakblad en een fijne vakantie toe. Olav Toornend Voorzitter 4

,INHOUD O RTHOPEDISCHE COLOFON Augustus 2000 Officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Orthopedisch Schoentechnici te Utrecht. Redactiecommissie: H.J.M. Diepstraten, Maarssen O.J.A. Toornend, Amsterdam P.J.A. ten Hengel, Baarn Leontien Braakman, Utrecht Correspondentie: Redactie Orthopedische Schoentechniek Postbus 3140 3502 GC Utrecht Tel.: 030-28.44.522 Abonnementsprijs: f 75, per jaar, excl. 6% BTW. Administratie: Orthopedische Schoentechniek, Postbus 3140, 3502 GC Utrecht Tel.: 030-28.44.522 Annulering van abonnementen dient schriftelijk drie maanden voor het eerstvolgende kalenderjaar te geschieden. Advertentie-verkoop: Wissenraet & van Spaendonck Hiske Broekhof Postbus 3140, 3502 GC Utrecht Tel.: 030-28.44.500 Telefax: 030-28.44.501 E-mail: h.broekhof@wispa.nl Uitgave: Stichting Voorlichting Orthopedische Schoentechniek te Utrecht. Vormgeving en druk: Karstens drukkers/designers Hooigracht 35, 2312 KN Leiden Postbus 164, 2300 AD Leiden Tel.: 071-514.32.44 Telefax: 071-514.35.49 Niets uit dit blad mag op welke wijze dan ook worden overgenomen dan met schriftelijke toestemming van de uitgeefster. Agenda evenementen en congressen 5 De mode in de Orthopedische Schoentechniek 6 20 jaar vakblad Orthopedische Schoentechniek 9 Oorsprong en geschiedenis van het vakblad 10 Orthopedische Schoentechniek 20 jaar! 12 Je moet over een drempel heen om comfortabel te kunnen lopen 14 Een tevreden terugblik op drie decennia samenwerking 18 Reactie op artikel Orthopedisch schoeisel, een product van samenwerking 20 Eerste diploma-uitreiking van dit millennium 24 OSLO wordt SVGB-OSLO 26 Open Dag O.S.C. 28,Agenda evenementen/ congressen Organisatie Naam datum plaats informatieadres REHAB 2000 Congres 6-15/9 2000 Nuernberg tel +49 231 6903564 IVO wereldcongres 15-17/9 2000 Friedrichshafen tel +49 7441 950693, info@ortho-suedwest.de Podology 26 meeting 23 24/9 2000 Straatsburg tel + 33 155766253 VRA Lustrumcongres 29/9 2000 Gouda Fuss 2000 Jaarvergadering voetverzorging Duitsland 30/9 1/10 2000 Kassel tel +49 6085 2950 Osteoarthritis 5th worldcongres 4-7/10 2000 Barcelona oarsi@dc.sba.com Paralympics 5th Scientific congress 11-13/10 2000 Sydney Paralympic 2000 Secr, Sydney, +61 29262 2277 REHAB 2000 Beurs 1-4/11 2000 Frankfurt tel +49 231 128010 Podologie 17e worldcongres 17 20/5 2001 Parijs tel + 33 140080458 ISPO 10th worldcongres 1-6/7 2001 Glasgow Meeting Markers tel +44 141 434 1500 fax +44 141 434 1519 ispo@meetingmakers.co.uk ISPRM 1st Worldcongres 7-13/7 2001 Amsterdam tel 020 6793411? Nederlandse Diabetesdagen 12 13/10 2001? tel 033 4805709 ISPO 11th worldcongres 2004 Hongkong 5

,De MODE in de ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK EEN TERUGBLIK OP DE AFGELOPEN 20 JAAR In een terugblik op het verschijnsel "mode" in de orthopedische schoentechniek kan ik slechts spreken over de periode 1987 tot op heden. Vanaf dat moment werd ik gevraagd zitting te nemen in de redactiecommissie door de toenmalige voorzitter van de redactie dhr. J. Wittekamp. Zijn verzoek aan mij was om iets in het vakblad te vertellen over patroonmaken en het modelleren van orthopedisch schoeisel. Dit in combinatie met het volgen van de ontwikkelingen in de modebranche naar de nieuwe modetrends, kleuren en schoenmodellen en kijken of hier een link te leggen is naar de orthopedische schoentechniek. Door: H.J.M. Diepstraten, orthopedisch schoentechnicus 6 Daar dit verzoek niet eenvoudig was, heb ik in de afgelopen periode de inspiratiebronnen opgezocht door Mode-Symposia te bezoeken en zoveel mogelijk de mode te volgen om informatie te verzamelen waaruit ideeën gevormd kunnen worden voor onze orthopedische schoenmodellen. Dat de mode ontwikkelingen niet op onze branche van toepassing zijn mag misschien waar zijn, maar het is wel zo dat de schoenmodellen, dus de orthopedische schoenen, van rond 1970 er totaal anders eruit zagen dan nu in 2000 (zie foto 1). Vele collega's hebben zich toegelegd op de uitvoeringen zoals die in de confectie getoond worden. Dan denk ik alleen al aan de diverse sportschoenen die we allemaal (na)gemaakt hebben (zie foto 3). De moeilijkheid is vaak de combinatie van het (mode-)model. Als er bijvoorbeeld gevraagd wordt "ik zou zo graag een zomermodel willen", is het wat erg goedkoop om in een eenvoudig model maar wat perforaties te slaan en te zeggen "het is een zomermodel". In 1960-1970 zou dat het geval zijn maar nu zal dat veel minder gebeuren. Dus er is meer inspiratie nodig om een variant te maken die toch modisch is! Vaak is de modetrend niet van toepassing om de gebruikelijke redenen, denk maar aan; - onze levertijd van de schoenen - de gebruiksperiode van de cliënt (zorgverzekeraar) - de leeftijd clientèle - de kleding clientèle Al met al liggen er toch nog mogelijkheden op diverse plaatsen en dan denk ik aan; - versieringen/fournituren - de kleurcombinaties - zool- en hakuitvoeringen (foto 5) - neusmodel van de leest - sluitingsmogelijkheden Zo mag gesteld worden dat de mode ons de laatste jaren aardig gezind is geweest, de snit van de schoenmodellen (vetermollières en laarsmodellen en de hakken) hebben ons ruimschoots de mogelijkheid gegeven het e.e.a. in "onze" modellen te verwerken. Modellen die ik in 1970 al tekende zijn nu weer actueel, echter dan middels een kleine variatie in de snitlijnen (zie foto 2). Grove sluitingen, evenals klittenbandsluitingen en veel vetersluitingen die in de confectie te zien zijn, maakt dat onze modellen ook sneller worden geaccepteerd (zie foto 4). De wintercollectie 2000/2001 geeft een beeld wat voor een aantal aspecten mogelijkheden biedt om dit te transformeren op onze schoenmodellen. Ik denk hierbij aan neusmodelleest en hak- en zoolconstructies. Er zijn best wel mogelijkheden, echter de beperking ligt waarschijnlijk in de leeftijd van onze clientèle en je moet het lef hebben om eens een model uit te proberen. Misschien is het van belang hoe je je onderscheid t.o.v. je collega? In een recentelijk telefoongesprek met een zorgverzekeraar werd mij verteld: "jullie zijn allemaal gelijk; zijn allemaal lid van de NVOS, voldoen allemaal aan dezelfde eisen, straks nog allemaal "erkent" ook, dus er is geen verschil tussen leverancier A en B! (een kind kan de was doen)". Momenteel zie ik ook weer veel handsteeknaden, in plateaus en die zijn veelal mogelijk doordat het betreffend confectie schoeisel vervaardigd wordt in de zgn. "lagelonenlanden". Hier is de arbeid goedkoop waardoor dit mogelijk is. Als wij dit op onze schoenen toepassen dan geeft dit al in het individueel patroon een arbeidsduur vermeerdering van ongeveer 2 uren per paar, en zo ook 2 uren in de productie. Hierbij komt nog het feit dat de techniek en de kennis niet overal bekend meer zijn.

Foto 2: sportschoenmodellen Foto 1: gedragen orthopedische schoeisel anno 1980!!! Foto 3: schoen van spijkerstof/jeans Foto 7: handsteeknaden oto 4: mode-schoeisel et klittenbandsluiting Foto 5: diverse hakvormen Foto 6: handsteeknaden Diepstraten ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK 7

De ontwikkeling in machinale schoenfabricage heeft hoog in het vaandel gestaan en de handmatige werkzaamheden zijn wat in de "vergeethoek" geplaatst (foto 6 en 7). Dit brengt me op het volgende traject, namelijk het "CAD/CAM gebeuren" welke zijn intrede heeft gedaan in de orthopedische schoentechniek. Toepassingsmogelijkheden van CAD/CAM technologieën bij de productie van orthopedisch schoeisel hebben we in 1988 onderzocht en hebben aangegeven dat er mogelijkheden aanwezig zijn. Met name in het modelleren waren er diverse softwareprogramma's vanuit de industrie voorhanden om deze op de wat minder afwijkende leestmodellen toe te passen. Vanuit een bibliotheek van schoenmodellen kan een bepaald gekozen model op de specifieke orthopedische leest getransformeerd worden (styletransfer). Dit kan weer worden opgeslagen in de computer en zo mogelijk is het weer van toepassing op een volgend c.q. ander paar. Ontwikkelingen hieromtrent zijn nog gaande. Wat mij nog wel interesseert is of bijvoorbeeld het ontwerp van (zoals hierboven reeds beschreven, zo'n handsteekpatroon t.b.v. een plateau op het voorblad) ook door de computer berekend kan worden (mode-item) of moet dit toch weer handmatig gebeuren? Misschien is het leuk om hierover een volgende keer terug te komen. Laten hen die zich aangesproken voelen de redactie informeren! Verder is er op dit moment een collega bezig zijn schoenmodellen middels een elektronisch modellenboek aan zijn clientèle te presenteren. Dit kan middels een laptop computer, echter dit is nog in ontwikkeling! Ook hierover misschien in een volgend blad meer! Het lijkt mij interessant om deze mogelijkheid toe te passen. Dus beste collega doe je best en laat het ons weten! Bronvermelding: Modecentrum voor de Schoen- en Lederbranche. Diepstraten ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK Ter versterking van ons bedrijf zijn wij op zoek naar een: MEDEWERKER ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK Wij zoeken iemand met een grote mate van zelfstandigheid, motivatie en flexibiliteit, die binnen een klein klantgericht bedrijf, met gevoel voor dienstverlening, wil meewerken aan een passende ondersteuning van onze klantenkring. Wij denken dan aan diegene die zich aangesproken voelt bij een allround-funktie in een klein bedrijf. Afhankelijk van uw klassificafie willen wij graag met U de uiteindelijke funktie bespreken. U kunt uw schriftelijke sollicitaties en C.V. richten aan: dhr. H.J.M. Diepstraten, Kennedylaan 21, 3601 VG te MAARSSEN. Telefoon: 0346-552879. 8

,20 JAAR!! VAKBLAD ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK Aan het verzoek van de redactiecommissie om als eerste voorzitter van de stichting Voorlichting Orthopedische Schoentechniek de hele ontwikkeling eens te belichten, voldoe ik gaarne. Binnen onze organisatie werd in 1978 al gedacht over een communicatiemiddel voor de leden en voor geïnteresseerden in de branche Orthopedie. In de eerste jaren kwam een samenwerking tot stand met het vakblad "Infortho" van de orthopedisch instrumentmakers en zoals het meestal gaat als men aansluit bij een reeds bestaand vakblad, het was niet wat men beoogde. Door: J.F.T. Bredie H et bestuur en het secretariaat zochten toen naar andere mogelijkheden. Zouden er financiële middelen genoeg geweest zijn, dan zou het geen probleem geweest zijn, maar dat was juist het punt waarop het vastliep. Bovendien wilden de bestuursleden van de stichting Voorlichting Orthopedische Schoentechniek niet, dat de NVOS risico zou lopen in het geval dat het mis zou gaan. De beste structuur was toen een aparte stichting oprichten en het bestuur daarvan bestond toen uit J. Bredie, voorzitter, J.v. Aalst en wijlen de heren H. Boermans en B. Huykman als leden. De heer J. Lazet werd secretaris. In de statuten van de stichting werden de verantwoordelijkheden vastgelegd. Er werd een redactiecommissie benoemd, die verantwoordelijk was voor de redactionele inhoud. Deze commissie bestond uit wijlen Jo Hansen, voorzitter, C. Veld, F. Wouda, W. Baeten en J. Lazet. De advertentiewerving en de administratie waren voor rekening van het secretariatenkantoor v. Aalst, later kantoor Lazet genaamd. De vormgeving en druk werden verzorgd door drukkerij Karstens uit Leiden en dat is heden nog zo. Omdat de oplage maar klein was, was ook de financiële basis smal. In februari 1981 kwam het eerste eigen vakblad uit. De NVOS vond, dat zij een financiële bijdrage moest geven, het vakblad werd dan ook gratis verstrekt aan haar leden. Om buitenstaanders te interesseren mocht de abonnementsprijs ook niet te hoog zijn voor de 4 maal per jaar uit te geven uitgave. Tegelijk werd de orthopedisch schoentechnicus via het vakblad geïnformeerd over de ontwikkelingen in de orthopedische schoentechniek. Dankzij de subsidie van de stichting OFOM kwam elke scholier van het Koning Willem I College gratis in het bezit van het vakblad als hij of zij de opleiding orthopedische schoentechniek volgde. Ook dat geldt heden nog steeds. De eerste jaren tot 1995 ging het financieel redelijk goed. De stichting Voorlichting kon van de inmiddels opgebouwde financiële reserve in 1986 zijn lezers een verzamelmap aanbieden voor de eerste 5 jaargangen van het Vakblad, die het naslaan van bepaalde artikelen vergemakkelijkte. Daarna ging het financieel wat moeilijker, mede door het wegvallen van de overschotten van het Vakantiezegelfonds, die voor de Voorlichting mochten worden gebruikt. De volgende vraag deed zich voor: gaan we wel of niet door met het uitgeven van ons Vakblad? Men was ervan overtuigd, dat het vakblad een uitstekende PR-functie had. Er werden dus acties gestart voor een betere financiële basis. Om het abonnementsbestand uit te breiden werd aan de leden gevraagd abonnementen te nemen voor artsen waarmee zij samenwerkten en om alle medewerkers in de orthopedisch schoentechnische bedrijven gratis van een vakblad te voorzien. Hiervoor werd subsidie gevraagd bij de Stichting OFOM, welke positief reageerde. Daarnaast gaf het secretariatenkantoor Lazet een bijdrage in de vorm van een lagere kostenberekening. Het bestuur van de NVOS verdubbelde ook haar bijdrage. Zo was het voortbestaan van het vakblad Orthopedische Schoentechniek redelijk verzekerd. Ik ben er nog steeds van overtuigd, dat de inhoud een wezenlijke invloed heeft op het niveau van de orthopedische schoentechniek. Naast deze doelstelling is het van belang te reageren op de artikelen die geplaatst zijn, hetgeen nog al te weinig voorkomt. Kortom, ons vakblad blijft informatie verschaffen ter profilering van de orthopedische schoentechniek. Ik wens de redactiecommissie voor de toekomst veel succes. 9

,OORSPRONG EN GESCHIEDENIS VAN HET VAKBLAD In 1981 verscheen de eerste jaargang van het vakblad. Bij de start van het nieuwe millennium zijn we dus aangeland bij het vierde lustrum van de redactiecommissie en van het bestaan van het verenigingsorgaan. Hoe waren de beginjaren? Heeft het vakblad hetzelfde gezicht gehouden? Eén van de redactieleden van het eerste uur was Cees Veld. Hij dook voor ons in zijn archieven en wat bleek? Echt antieke items toverde hij tevoorschijn, daterend uit 1896. Kennelijk is informatieuitwisseling binnen de vereniging niet ruim 20, maar ruim 100 jaar oud! Door: Leontien Braakman 10 Behoefte aan vakontwikkeling is bepaald geen nieuw verschijnsel, zo blijkt als Cees Veld begint te vertellen. Veld was één van de redactieleden die betrokken was bij de oprichting van het vakblad in 1981. Destijds had J. Lazet een voortrekkersrol. Hij nam de coördinatie voor zijn rekening en verzorgde ook de eindredactie en de advertentieverkoop. Verder prijken de namen J. Hanssen, J. Wittekamp en F. Wouda in het colofon. Eveneens redactieleden van het eerste uur. VAKONTWIKKELING "Jo Hanssen was het eerste jaar voorzitter. Het is zijn hand en de voet van één van zijn dochters die de eerste jaren op de omslag van het vakblad stond. Die prachtige foto van een hand die een voet ondersteunt, werd een aantal jaren later gestyleerd en in die vorm is het beeldmerk van het blad nog steeds te herkennen", zo vertelt Veld. Na het verschijnen van de eerste jaargang van het verenigingsorgaan nam hij de voorzittershamer van Hanssen over en hanteerde deze 8 jaar. "Het was met name de enorme behoefte aan vakontwikkeling, die de plannen om een eigen blad uit te geven stimuleerde. Initiator van de oprichting was de verenigingsman Bredie, destijds voorzitter van het bestuur van de NVOS", herinnert Veld zich. "Ja, je komt overal en vaak dezelfde namen tegen. Daarin is onze vereniging niet afwijkend van andere, hoor. Elke club draait in eerste instantie op een aantal fanatieke leden die de kar willen en kunnen trekken. Ze zijn bereid er energie in te steken. Zo ook bij het vakblad." Het eerste nummer (jaargang 1, nummer 1) verscheen in het voorjaar van 1981. De redactie had voor ogen het vak aan een breder publiek kenbaar te maken. Verder moest het de orthopedisch schoentechnicus op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen, en actuele zaken aan de orde stellen. De studiegroep vakontwikkeling speelde een belangrijke rol bij het invullen van de inhoud. De verschenen artikelen waren in het begin dan ook behoorlijk vaktechnisch en bevatten veel foto s van schoeisel en voetafwijkingen. VORMGEVING Uiterlijk onderging het vakblad heel wat veranderingen. Zo vierde de redactiecommissie bestaande uit H. Diepstraten, F. Wouda en J. Wittekamp het tweede jubileum met de introductie van een nieuwe omslag in de elfde jaargang. De foto van de hand van Hanssen die zijn dochters voet ondersteunt maakt plaats voor een gestileerde versie in opvallende kleuren. Jaargang 15, het jaar waarin de vereniging 25 jaar bestaat, krijgt wederom een gewijzigd gezicht. De cover verraadt nu alvast de belangwekkendste artikelen die zijn opgenomen en de kleurstelling is zachter: de huidige kleuren grijs en geel. Een modernere vormgeving, het logo op elke pagina, een nieuw lettertype en de tweekleurige druk geven het vakblad het uiterlijk dat nog steeds het gezicht bepaalt. Een grote rol bij de vormgeving van dit orgaan speelt Karstens drukkers/ designers. Dit familiebedrijf draait al vanaf de beginperiode op volle toeren mee en verzorgt niet alleen de druk maar ook de lay-out. PAPIER Het vakblad vormt als orgaan van de NVOS een samenbindende structuur tussen de leden. Zij lezen wat er zoal speelt en houden zo indirect contact met de branche en met vakgenoten. "Mensen moeten absoluut reageren op de inhoud van het blad, of spontaan met eigen bijdragen komen", vervolgt Veld met vuur. "Voor de lezers is het zeker interessant om van collega s verhalen te lezen over bijzondere ervaringen, de stand van

zaken en bezoeken in het buitenland, andere technieken of discussie-onderwerpen. Maar ingezonden brieven, die komen eigenlijk niet of nauwelijks, al vanaf de beginperiode niet. Ik moet eerlijk zeggen dat het er bij mijzelf ook meestal bij inschiet om eens wat op papier te zetten." Zo besloot de redactiecommissie eens om een Open podium te beginnen. Het moest een rubriek worden van leden voor leden. Maar het bleek niet te werken. "Het verwoorden van wat je wilt vertellen is lastig, dat vind ik ook", bekent Veld eerlijk. "Orthopedisch schoentechnici zijn echte handwerkers. We zijn minder sterk op papier." GESCHIEDENIS Echter, dat orthopedisch schoentechnici geen waarde hechten aan woorden klopt ook weer niet. Uit het archief van Cees Veld komt een schat aan informatie naar boven waaruit het tegendeel blijkt. Het archief doet denken aan een museum. Er is zelfs een jaarverslag uit 1896 met de titel: Eerste jaarverslag der s-gravenhaagse Vereeniging voor vakopleiding in het schoenmaken. Het jaarverslag werd uitgebracht in hare ledenvergadering van 4 maart 1896. De hoeken van het verslag zijn wat vergeeld en gerafeld, maar verder is het nog prima intact. In het hoofdstuk over de beschrijving van de vier jaar durende opleiding staat een passage over vergoedingen aan leerlingen. Destijds ontving een leerling per week in het eerste leerjaar ƒ 0,50. Het bedrag liep op tot ƒ2,50 in het laatste jaar, hem te betalen door zijn leermeester. Even later toont Veld een nieuwe vondst: De Schoenmakers-courant. Het is de derde jaargang, die dateert van 18 april 1917. Te lezen valt dat dit Officieel orgaan van den Ned. Bond van Schoenmakerspatroons-Vereenigingen (NBvSPV) tegen betaling van ƒ1,= een jaar lang elke twee weken bij abonnees in de bus viel. De krant bevat een brief van H.J. Tuinder aan het bestuur van de vereniging. Zijn schrijven bevat een verzoek tot het vormen van een groep Luxe en Orthopaedische Schoenmakers. De krant en de brief hebben wellicht aan de wieg gestaan van de hedendaagse NVOS en haar vakblad. In ongeveer diezelfde periode was de heer A. Huijkman, Voetkundig Schoen- en Leestenmaker, zijn tijd ver vooruit. Hij publiceerde een soort folder, waarin hij korte verklaringen opnam van zeer tevreden cliënten. Zo staat op pagina 10: Gaarne verklaar ik hierbij, dat het schoeisel van den heer A. Huijkman, mij zeer goed voldoet; A.F. Graaf van Rechteren Limpurg te Almelo. Het boekwerkje dateert uit 1913 en werd in die tijd huis aan huis verspreid door de in Haarlem gevestigde vakman, die kennelijk eveneens een zeer slim zakenman was. VERANDERING De hierboven genoemde publicaties tonen aan dat Cees Veld gelijk heeft als hij zegt dat de behoefte aan vakontwikkeling en informatie-uitwisseling niet nieuw was ten tijde van het verschijnen van het kersverse vakblad. De behoefte het vak uit te dragen is al meer dan een eeuw oud en de trots op het vak van orthopedisch schoentechnicus zal hierin zeker een rol spelen. Veld: "We zijn een kleine beroepsgroep van zo n 130 bedrijven, die toch een eigen blad heeft.dat geeft een gevoel van trots. Eigenlijk hoort iedere zichzelf respecterende vereniging een lijfblad te hebben." Wat is er onveranderd gebleven in de afgelopen jaren? "Dat een beperkte groep mensen de inhoud van het blad verzorgt, is vanaf de beginperiode zo geweest. Verder hadden we in die tijd een chronisch tekort aan kopij (dat is overigens wel veranderd, red.). Het blad is nog steeds een podium voor belangrijke gebeurtenissen in de vereniging, zoals diplomeringen, cursussen en activiteiten en mededelingen van het bestuur. En het voorwoord van de voorzitter van de NVOS in elke uitgave is een continue factor geweest. Tenslotte is de financiering door het OFOM en de SVOS nog hetzelfde geregeld als in 1981." "Wat ik geleidelijk heb zien veranderen is de inhoud. Het blad stelde in toenemende mate zaken aan de orde voor de zelfstandig ondernemer, over bedrijfsvoering. Door het cursusprogramma is dat echter minder nodig. Nu komt een veel breder spectrum van onderwerpen aan de orde, van het verhaal van een vakgenoot tot een bezoek aan het buitenland of discussies en veranderingen op politiek niveau. VAKIDIOTEN "Eén ding weet ik zeker: het blad wordt goed gelezen, het wordt niet zomaar weggelegd. Een goede zaak, want vakontwikkeling begint bij op de hoogte blijven. Het werkt aanstekelijk en activeert tot nadenken. Zo houden we een levendige vereniging. En dat is cruciaal", meent Veld "want stilstand is achteruitgang. Zo ver zal het niet komen, want orthopedisch schoentechnici zijn allemaal oplossingsgericht. We denken gewoon in schoenen. Op straat loop ik te observeren, oh je moest eens weten. Pure beroepsdeformatie: ik móét die schoenenzaken binnen, ik kan het niet laten die boeken te kopen, als het maar om schoenen en voeten gaat." Het vakblad sluit perfect aan bij die behoefte en is daarom als het ware de olie die de radertjes van de vereniging gesmeerd laat lopen. Zeker als inderdaad alle lezers zulke vakidioten zijn als Cees Veld. Cees Veld 11

,Orthopedische SchoenTECHNIEK 20 JAAR In 1978 was mijn eerste kennismaking met de orthopedische schoentechniek. Een ambachtelijk beroep, zo werd mij verteld, waar technische kennis en vaardigheden zeer belangrijk waren om een zo goed mogelijk functioneel product voor de cliënt te kunnen maken. De orthopedisch schoentechnicus moest namelijk van de verwijzende medicus een compensatie produceren voor een functionele handicap van de cliënt. Door: F. Lefeber, TNO Industrie 12 De Nederlandse wereld van orthopedische schoentechniek bestond, 20 jaar geleden, uit zo n honderd aparte bedrijven, de een wat groter dan de ander. Gezamenlijk waren ze georganiseerd in een branche vereniging de Nederlandse Vereniging van Orthopedisch Schoentechnici (NVOS). In elk bedrijf was er, in de paskamer, een orthopedisch schoentechnicus die de klanten onderzocht, maat nam, een beschoeiingsplan formuleerde en de gegevens vanuit de paskamer naar de werkplaats stuurde alwaar de schoenen werden gemaakt. Tevens was de orthopedisch schoentechnicus betrokken bij het daadwerkelijk maken van de schoenen. In de paskamer was nog geen computer te bekennen. In de werkplaats werd praktisch elke machine door mensenhanden bediend. Eind jaren zeventig werd de noodklok geluid, het beroep dreigde te vergrijzen, het imago van de orthopedisch schoentechnicus was niet goed en sprak niet tot de verbeelding van jongeren, waardoor de continuïteit van deze dienstverlening in gevaar kwam. De branchevereniging reageerde, er werden studiegroepen ingesteld om op specifieke terreinen zaken te onderzoeken, een professionele wetenschappelijke organisatie ging structurele ondersteuning verlenen, er werd een aanzet gegeven om het onderwijs structureel en inhoudelijk te veranderen. De orthopedische schoentechniek moest een werkgebied worden, waar ontwikkelingen op het gebied van nieuwe materiaaltoepassingen, verwerkings- en productietechnieken en informatisering ingepast waren, om zo naast meer kwaliteit, een dynamische, moderne en meer professionele uitstraling te krijgen. Wanneer we nu de balans opmaken van de ontwikkelingen binnen de orthopedische schoentechniek is van een gebrek aan dynamiek binnen deze wereld geen sprake meer. Moderne maatneem technieken zijn niet meer weg te denken uit de paskamer van de orthopedisch schoentechnicus met als meest moderne wel 3-Dimensionaal scannen en een stapje verder aan de horizon, alvast voorzichtig onze kant op kijkend, 3-D Holografie. Ontwerpen via de computer (CAD) van individuele leesten en schachten wordt toegepast. Het produceren van op maat gemaakte (kunststof) leesten en schachten met behulp van de computer (CAM) is reeds geïmplementeerd. Voor de orthopedische schoentechniek nieuwe materiaaltoepassingen, zoals glasvezel- en koolstofversterkte kunststoffen doen steeds meer hun intrede, met de daarbij behorende verwerkingstechnieken. Deze technieken, van maatnemen tot en met produceren moeten uiteraard met elkaar kunnen communiceren, hetgeen nogal wat betekent in de richting van informatisering. De computer is de orthopedisch schoentechnicus beste vriend aan het worden, gebruik van internet zal nog een enorme vlucht nemen. Daarnaast groeit de behoefte bij orthopedisch schoentechnici, mede onder druk van zorgverzekeraars en klanten om het beoogde effect van hun product te kunnen bewijzen. Het uit Amerika overgewaaide Evidence Based Practice heeft zich ook in Nederland genesteld. Dit betekent dat steeds meer, bijvoorbeeld door het meten van drukken tussen de voet en de voorziening en tussen de voorziening en de ondergrond, producten kunnen worden geëvalueerd. We zien een verschuiving in de richting van minder orthopedisch denken, in de zin dat eerst de mogelijkheid moet worden onderzocht om geselecteerd confectie schoeisel te kunnen leveren in plaats van het direct denken in Orthopedisch

A schoeisel. Om cliënten snel en efficiënt hierbij van dienst te kunnen zijn, is ondersteuning van Adviessystemen gewenst. De ontwikkeling van het NVOS Schoen adviessysteem (een software pakket) om dit te realiseren is in gang gezet. Om bovenstaande zaken het hoofd te kunnen bieden heeft een aantal veranderingen plaatsgevonden in de branche, zoals specialisatie in vaardigheden binnen bedrijven, om zo de moderne technieken te kunnen toepassen. Ook worden steeds meer specialismen ingekocht, zoals specialismen in de ICT en managers. Orthopedisch schoentechnici van met name grotere bedrijven laten zich, in de regel, steeds minder in de werkplaats zien, maar vervullen meer de rol van manager. Fusering en clustering van bedrijven in verschillende samenwerkingsverbanden is onder andere te verklaren daar alleen zó deze innovatieve ontwikkelingen kunnen worden gevolgd en toegepast, met alle voordelen van dien. Daarbij is de aanwezigheid van een krachtige branche vereniging, naast deze federatieve samenwerkingsverbanden, zeer belangrijk om als totale branche nog sterker te komen staan. Een andere, maar zeer belangrijke factor, welke bepalend is voor de huidige en toekomstige technische ontwikkelingen, is de klant van de orthopedisch schoentechnicus. Kort door de bocht was het vroeger zo dat de voorschrijvende medicus en daarmee de zorgverzekeraar tevreden moest zijn en dan was het goed. Nu blijkt dat het belangrijker wordt om de klanten en daarmee tevens de zorgverzekeraars en de medici tevreden te stellen en pas dan is het goed. Begrippen als comfort en pasvorm hebben functionaliteit schijnbaar verdrongen. Het laat zich aanzien dat een positieve productbeleving bij de klant essentieel is voor de productwaardering en daarmee het vermarkten van het product. Het zal een hele uitdaging zijn om het technisch mogelijk te maken voorspellend te kunnen werken met betrekking tot consumentenbeleving en comfort in (orthopedische) schoenontwerpen. Ondanks alle technische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden, is de uitdaging voor de toekomst niet minder groot om de snelheid van toekomstige ontwikkelingen het hoofd te kunnen blijven bieden. En uit ontwikkelingen de juiste ingrediënten te selecteren die voor de orthopedische schoentechniek van dienst kunnen zijn. Daarnaast is er nog veel werk te doen om er zorg voor te dragen dat de mogelijkheden die de techniek ons nu biedt (Scannen, CAD, CAM) volledig toe te passen in de praktijk van de orthopedische schoentechicus. Ik hoop dat het bestuur van de NVOS, met haar al dan niet in verschillende samenwerkingsverbanden georganiseerde leden, de toekomst vanuit een positieve innovatieve houding benaderen. Dan is de eerste stap gezet om de toekomst comfortabel te kunnen beleven. maat- en orthopedisch Schoenatelier sinds 1827 bij koninklijke beschikking hofleverancier Linneweever B.V. heeft door drie eeuwen heen, veel ervaring met een breed pakket aan voetvoorzieningen. Door uitbreiding van spreekuren, groei van het klantenbestand en ontwikkelingen in de branche, zijn wij op zoek naar creatieve medewerkers die zich willen bekwamen in meerdere facetten van het vak. Wij zoeken ter versterking van ons team gemotiveerde kandidaten voor de functies van: assistent orthopedisch schoentechnicus patronen-/schachtenmaker allround schoenmedewerker Wilt u werken in een orthopedisch schoentechnisch bedrijf waar alle onderdelen in eigen beheer worden vervaardigd, schrijf dan een brief met uw C.V. of bel voor meer informatie naar: Maat- & Orthopedisch Schoenatelier Linneweever B.V. de heer S. van der Zwaag, Plesmanstraat 14, 2722 NV Zoetermeer Telefoon: 079-331 77 00 13

, JE MOET OVER EEN DREMPEL HEEN OM COMFORTABEL TE KUNNEN LOPEN Het duurde jaren, voordat de heer Chris van Basten en ook mevrouw Joke Koolen-Jeuster zich over hun eerste twijfels heen zetten en naar een orthopedisch schoentechnicus stapten. Hun eerdere ervaring en het beeld van die lelijke zwarte kistjes die je dan moet gaan dragen, weerhielden hen ervan. Maar beiden hebben ze spijt niet eerder naar een vakman te zijn gegaan Door: L. Braakman 14 Chris van Basten is 54 jaar en loopt vief van de voordeur naar de huiskamer. Dat had zijn orthopedisch arts niet voorspeld, bijna tien jaar geleden. Met de afwijking die Van Basten heeft, zou hij zeker in een rolstoel belanden, zo luidde de onheilspellende toekomst volgens de medicus. VOETBALLEN Als vijfjarig jongetje werd Van Basten geopereerd aan de holvoeten die hij al Als de voorspellingen van de artsen waren uitgekomen, had ik nu in een rolstoel gezeten. Mijnheer Van Basten ging als jong knaapje gaan voetballen om zijn voeten sterk te maken, op aanraden van zijn arts. bij zijn geboorte had. Een aantal pezen werd doorgesneden, maar het mocht niet baten, de operatie liep niet uit op een succes. Het was een ramp, zo herinnert hij zich. Ik liep met beugels, speciale zolen en ja, ook orthopedische schoenen. Maar ze deden vreselijk veel pijn. Zo veel pijn, dat Van Basten er niet op kon lopen en de schoenen na een half jaar in de hoek belandden. Het staat hem niet meer helemaal voor de geest, het is tenslotte al bijna 50 jaar geleden, maar dat de aangemeten schoenen niet mooi waren, weet hij nog goed. Er werd niet veel met de cliënt gecommuniceerd in die tijd. Er werd niet gevraagd wat je wilde of verwachtte, er werd minder uitgewisseld. Ik geloof ook niet dat er keuze was in soorten schoenen. Ik vond het afschuwelijk. Als kind wil je niet op lelijke schoenen door het leven gaan, uiterlijk is op jonge leeftijd veel te belangrijk. Ook heel anders dan nu was het aanmeten. Het vond plaats in het ziekenhuis. De schoenen werden afgezworen en zijn orthopeed gaf de vijfjarige Chris de opdracht te gaan voetballen om zijn spieren te trainen en zijn voeten sterker te maken. (Je zou bijna denken dat dat met zijn naam te maken had!). Het bleef niet bij voetballen. Ik heb getennist, badminton gespeeld, was erg sportief. Ik droeg gewoon schoeisel en dat ging goed. Maar tien jaar geleden kreeg hij last en dat werd

Mevrouw Koolen- Jeuster: "Ik had veel eerder orthopedisch schoeisel moeten gaan dragen." Mevrouw Koolen-Jeuster is 75 jaar en beweegt zich weer veel soepeler door het leven dan voorheen. Ze heeft jarenlang getobd. Als zevenjarig meisje kreeg zij een heupontsteking en ze was elf toen ze uit het ziekenhuis ontslagen werd met een stijve heup. Ongeveer 25 jaar geleden brak ze het gewricht ook nog eens. Het resultaat: een fixatie. Een verhoging van zes centimeter is nodig onder haar rechter voet, die bovendien wel twee maten kleiner is dan haar gezonde linker. "Het was knudde hoor! Ik was elf jaar, slecht ter been en op zoek naar de meest charmante oplossing voor mijn loopprobleem. Op die leeftijd is uiterlijk belangrijk, dus ook wat je draagt. Ik wilde dan ook absoluut geen orthopedisch schoeisel hebben, die lelijke dingen, dacht ik." "Jarenlang was geschikt schoeisel vinden een enorme klus. Ik zocht en zocht in de betere schoenenzaken. Vanwege het maatverschil tussen mijn beide voeten koos ik meestal een model met open neuzen. Dan was er wat meer speling. Ik kocht vaak op hetzelfde adres, waar de oude eigenaar mij wel twee schoenen in verschillende maten wilde verkopen. Met die aankoop onder de arm snelde ik naar mijn schoenmaker. Die had een dochter met moeilijke voeten waar hij ook altijd schoeisel voor aanpaste, dus daar had ik vertrouwen in. Hij verbouwde mijn paar. Maar het zat nog steeds niet. Niet echt." Dat weet mevrouw Koolen nú, dat het anders kan. "Toen de zoon van mijn schoenleverancier in de zaak kwam, veranderde er veel. Hij accepteerde niet dat ik een oneven paar kocht. Dan koop je beide paren maar, zei hij. Bij Van Doorn in Overvecht kon ik wel slagen. Mijn schoenmaker in Tuindorp paste de confectieschoenen aan." Vers van de pers (rechts) en een eerste paar, nu tien jaar oud. steeds erger. Zo erg, dat een operatie niet uit kon blijven. Er had zich vocht opgehoopt en losse brokjes bot werden verwijderd. Met een pin fixeerde de chirurg één van zijn enkels gedeeltelijk. OPENBARING Ik moest orthopedisch schoeisel gaan dragen, maar voelde daar niets voor, gezien mijn vroegere ervaringen en het beeld dat ik had van orthopedische schoenen. Ik stelde me van die vreselijke zwarte kistjes voor en had het idee dat het standaard schoenen waren. Een tante van mijn echtgenote bracht me op andere gedachten. Zij had met haar slechte voeten jaren gedokterd, had al van alles geprobeerd en was nu eindelijk goed geholpen met de schoenen die ze droeg. Ze stuurde me naar Harry Diepstraten in Maarssen. Het bleek een openbaring. Eigenlijk was alles anders dan in mijn herinnering. Men bood me de keus uit moderne modellen en vele kleuren en soorten leer. Toen ik als klein kereltje schoenen liet aanmeten in het ziekenhuis, maakten ze een gipsafdruk. Nu gebruiken ze grappige plastic schoentjes om drukpunten te kunnen zien. Omdat ik zelf in het academisch ziekenhuis werk als manager kwaliteitszorg, kom ik mijn arts regelmatig tegen, ik ken hem goed. Hij vindt het even bijzonder als ik dat ik nog steeds zo goed ter been ben. Daaraan droeg mijn sportiviteit bij, maar ook het schoeisel en de stand der techniek in de branche", laat Van Basten lachend weten. 16 KNUDDE ONVERMIJDELIJK Haar echtgenoot probeerde mevrouw Koolen over te halen naar een orthopedisch schoentechnicus te gaan. Maar ze was eigenwijs en ging niet. "Eenmaal heb ik me laten overhalen. Diep in mijn hart wilde ik geen speciaal voor mij gemaakte schoenen. Ik had nog steeds dat beeld in mijn hoofd van die bepaald niet charmante grijze en zwarte schoenen. Ik zwichtte echter voor het aandringen van mijn man en bezocht een orthopedisch schoenmaker in Groenekan - oh dat is al járen geleden, misschien wel 35 jaar - die de maten opnam. Het ging er heel anders aan toe dan tegenwoordig, hoewel ik het me niet helemaal meer voor de geest kan halen. Destijds werd er een soort blauwdruk van mijn voeten gemaakt." Een beetje beschaamd vertelt mevrouw Koolen dat zij nooit meer naar die zaak is teruggegaan. "Ik had een enorme weerstand tegen orthopedisch schoeisel en na die ene keer heb ik me gewoon bedacht. Dat heb ik telefonisch doorgegeven en de schoenmaker was daarover natuurlijk nogal verbolgen", herinnert ze zich. Had er dan nooit een arts tegen haar gezegd dat dat niet alleen goed zou zijn voor haar mobiliteit, maar dat het ook gezonder zou zijn? "Oh maar artsen kunnen zeggen wat ze willen, als een patiënt besluit die adviezen niet op te volgen, gebeurt het ook niet", zegt ze heel beslist. Ten lange leste waren de mogelijkheden uitgeput om met confectieschoenen en kleine aanpassingen de loopproblemen op te lossen: het dragen van orthopedische schoenen werd onvermijdelijk. Een advertentie in het Stadblad van Utrecht zette haar op het spoor van Diepstraten. Haar schoenleverancier Van Doorn bevestigde dat het een goed adres was. COMFORTABEL Inmiddels kan de dame niet meer zonder de speciaal voor haar door een echte vakman gemaakte schoenen. "Het eerste paar orthopedische schoenen dat Diepstraten voor me maakte, was voor mij om het uit te

proberen. Ik heb er op proef ruim een maand op gelopen en ze zaten voortreffelijk. Ik moet eerlijk zeggen dat ik véél eerder de overstap naar orthopedische schoenen had moeten maken. Maar ja, ik wist echt niet dat ook in aangepast schoeisel zo veel modellen te bedenken waren. Natuurlijk zijn er ook mensen waarvoor dat niet geldt. Soms zit ik te wachten bij de schoenmaker en dan zie ik cliënten die echt zware afwijkingen hebben en dus ook zwaar orthopedisch schoeisel dragen. Van het soort dat mij ervan weerhield aangepaste schoenen te nemen. Dat mevrouw Koolen haar eerste echte paar orthopedische schoenen ging ophalen, is alweer tien jaar geleden. Maar ze draagt haar oudste paar nog steeds, als een soort huisschoenen of pantoffels, omdat ze er geen afstand van kan doen. En omdat ze zo vreselijk comfortabel zitten. "Moet ik ze echt laten zien? Ik vind dat niet erg, maar ze zien er eigenlijk niet meer uit. Door mijn heupafwijking moet ik altijd op een bepaalde manier gaan zitten en daar slijten mijn schoenen extra hard van. Vooruit, ik haal ze even, voor de foto." DREMPEL "Ik moest over een enorme drempel heen om naar een orthopedisch schoenmaker te stappen, maar nu weet ik dat ik dat veel eerder had moeten doen." Van Basten deelt de mening van mevrouw Koolen. Deze beide mondige cliënten met veel twijfels hebben dezelfde redenen waarom zij zich nu wel prettig voelen op het schoeisel en bij de maker. "Het zijn heel prettige mensen en de schoenen worden helemaal naar jouw wensen gemaakt en er is een grote keus in modellen en materialen. Je kunt ook zelf voorbeelden meenemen van schoenen", zegt mevrouw. Meneer Van Basten: "Het gevoel dat ik met alles en elke vraag terecht kan bij mijn schoenmaker, vind ik geruststellend. De sfeer in het kleine bedrijf is vriendelijk, ik word altijd door dezelfde persoon geholpen en als ik bel, weten ze meteen wie ik ben. De vrouw van Harry ( we noemen elkaar gewoon bij de voornaam ) werkt ook in de zaak. Dat persoonlijke en de service maken dat je er graag komt." Wat dat betreft is er wel het een en ander veranderd, te oordelen naar de verhalen van beide cliënten. Beiden voelen zich veel serieuzer genomen. Er wordt naar hen geluisterd en hun schoeisel is letterlijk en figuurlijk op maat gemaakt: het past bij de afwijking aan hun voeten en bij hen als persoon. Dat nam voor hen de drempel weg. In een bedrijf met ruim 100 jaar ervaring in maat-en orthopedisch schoeisel, draagt een jong en gemotiveerd team zorg voor het produceren en afleveren van hoogwaardige schoentechnische producten. Om een blijvende kwaliteit en service te kunnen garanderen zijn wij op zoek naar een enthousiaste: ASSISTENT ORTHOPEDISCH SCHOENTECHNICUS { OF DAARVOOR IN OPLEIDING } Om met gevoel voor dienstverlening mee te werken aan een passende ondersteuning voor onze productie en klantenkring. Wij bieden: - Alle mogelijkheden en begeleiding om Uw opleiding te voltooien - Prettige werksfeer in een vlakke organisatie - Salaris in overeenstemming met de zwaarte van de functie Schriftelijke reacties aan: George In der Maur Orthopedische Schoentechniek t.a.v. J.W. van Vulpen, Gerbrandystraat 1, 3515 GX Utrecht 030-2730324 17

,EEN TEVREDEN TERUGBLIK OP DRIE DECENNIA SAMENWERKING Prof. dr. Gerrit Zilvold was de afgelopen dertig jaar één van de pioniers in de wereld van de orthopedische schoen. Zijn samenwerking met Jan Toornend heeft vele nieuwe ontwikkelingen in gang gezet, waardoor het vak van orthopedisch schoentechnicus sterk veranderd is. Een terugblik op de afgelopen drie decennia. Door: Cindy Kamstra 18 H et is 1971. Op de VU, in Amsterdam, vindt een ontmoeting plaats tussen twee mannen. De één orthopedisch schoentechnicus, de ander revalidatiearts. Hun namen: Jan Toornend en Gerrit Zilvold. De laatste is nu, 29 jaar later, hoogleraar revalidatietechnologie aan de Universiteit Twente. Hij vertelt: "In die tijd was er nog geen samenwerking tussen revalidatieartsen en schoentechnici. De schoentechnici waren toen namelijk nog heel ambachtelijk. Ze wisten niet precies wat er aan de hand was met de voet van een patiënt. Als er iemand naar hen doorverwezen werd, gingen schoenmakers wisten toen niet precies wat er aan de hand was met de voet van een patiënt ze direct aan de slag met gips en maakten zonder meer een schoen voor die patiënt. Of dat type schoen ook bij het medische probleem van de patiënt paste, daar keken ze niet naar." Zilvold en Toornend besloten samen een schoenenspreekuur op te zetten. In die jaren was er echter een probleem. Er was niemand meer die schoentechnicus wilde worden. De reden daarvan was, dat het vak te weinig bekendheid had. Bovendien was er geen opleiding voor. Om het beroep meer bekendheid te geven, werd een optreden van Zilvold en Toornend geregeld in Tros Aktua. In een dertig minuten durend item werd het probleem uitgebreid besproken. Ook kwam er een patiënt aan het woord, een Amerikaans meisje dat haar hele leven met beenbeugels had gelopen en dat nu orthopedische schoenen aangemeten had gekregen. Naar aanleiding van het tv-programma stroomden de reacties binnen. Niet veel later kreeg de opleiding een nieuw opleidingsinstituut in Den Bosch. En direct kwamen er zeventig mensen vragen of zij ook schoentechnicus konden worden. DE MEDISCHE KANT VAN DE VOETPROBLEMEN De opleiding tot orthopedisch schoentechnicus was heel ambachtelijk, vertelt Zilvold. En dat gold ook voor het examen dat de leerlingen moesten afleggen. Er werd volgens hem te weinig aandacht besteed aan de medische kant van de voetproblemen. Het enige criterium om te slagen was, dat je een goede schoen moest kunnen maken. En dat terwijl Zilvold en Toornend de boodschap uitdroegen dat een goede schoentechnicus ook precies weet wat er met een patiënt aan de hand is, zodat de schoenen daaraan kunnen worden aangepast. "We hebben jarenlang gevochten om dat examen zo te veranderen dat ook de medische aspecten aan bod zouden komen, want dat is het geheim van onze samenwerking: dat de schoentechnicus ook met suggesties kan komen ter oplossing van een voetprobleem. Maar dat kan alleen als hij ook weet waar hij over praat." En zo begon het vak van orthopedisch schoentechnicus langzaam maar zeker te veranderen. Zilvold is heel positief over deze verandering. "Het beroep is veranderd van een ambachtelijk vak naar een heel modern beroep. Er is nu meer differentiatie in de branche, wat positief is, net als het feit dat er nu minstens vier afspraken worden gemaakt met de patiënt in plaats van slechts één." Zilvold voelt zich een pionier, zegt hij. Hij was degene die middels een tevredenheidsonderzoek ontdekte dat er een markt was voor een gezamenlijk spreekuur van arts en schoentechni-

de schoentechnicus kan ook met suggesties komen ter oplossing van een voetprobleem cus. Samen met Toornend ontwikkelde hij bovendien vele nieuwe modellen en materialen. Mede dankzij dit illustere tweetal is de orthopedische schoen van twintig jaar geleden nu nauwelijks meer te herkennen. Als Zilvold op de afgelopen decennia terugkijkt, is hij heel tevreden. Schoenen zijn al jaren een hobby van hem en hij heeft dan ook erg veel plezier in zijn samenwerking met Jan Toornend. "Er is maar één ding dat ik misschien zou veranderen als ik het over mocht doen: ik zou dan waarschijnlijk schoenmaker zijn geworden." Foto Rob Nelisse Prof. dr. Gerrit Zilvold in gesprek met Jan Toornend Buchrnhornen Orthopedische Schoentechniek Buchrnhornen is een vooraanstaand bedrijf in de orthopedische schoentechniek. Vanuit 3 vestigingen en meerdere aanmeetpunten hebben zij als werkgebied Zuid-Nederland met als kern Oost-Brabant. Karakteristieken van het bedrijf zijn: actief, innovatief en servicegericht. Er zijn 46 mensen werkzaam. Naast orthopedische schoentechniek is er een afdeling voor podotherapie. Buchrnhornen is lid van de stichting federatie PAS. Voor de afdeling orthopedische schoentechniek zijn wij op zoek naar: orthopedische schoentechnicus aspirant orthopedisch schoentechnicus Met betrekking tot de functie orthopedisch schoentechnicus zijn wij op zoek naar: een all-rounder, de orthopedisch schoentechnicus die meedenkt, die voetproblemen kan vertalen naar een passend schoenrecept, de schakel vormt tussen verwijzer, gebruiker en de productieafdeling. De functie van aspirant biedt mogelijkheden om naast meewerken in de productie bovengenoemde vaardigheden onder de knie te krijgen. Buchrnhornen biedt een fijne werkkring, enthousiaste collega s en prima salaris- en arbeidsvoorwaarden. federatie Schriftelijke sollicitaties en informatie richten aan de heer F. Buchrnhornen. Dr. Cuyperslaan 86, 5623 BB Eindhoven, tel. 040 293 92 78 19

Capelle a/d IJssel 29-05-2000. Geachte Redactie, Hierbij ga ik in op uw uitnodiging om te reageren op het artikel van Dr. G.J. Onvlee en Dr. R.M. Bloem in het vakblad van mei 2000. De stelling dat in de gezondheidszorg niemand meer solitair kan werken onderschrijf ik volledig. Dat neemt niet weg dat ik bij het artikel toch nog wel wat kanttekeningen wil plaatsen. Natuurlijk is het zo dat de voorschrijver een zo gedetailleerd mogelijk voorschrift bij de fabrikant moet neerleggen. Toch wil ik er voor pleiten dat de technische uitvoering en de verantwoordelijkheid hiervoor volledig bij de orthopedisch schoentechnicus wordt gelegd. Het is onmogelijk om binnen je bedrijf rekening te houden met de specifieke wensen van de voorschrijver. De één wil bijvoorbeeld een voorvoet steun zo groot als een kippenei en de ander vindt een duivenei al meer dan voldoende. De voorbeelden van het uitproberen van 3 mm hoger, vervolgens 3 mm lager zijn bij ons allen bekend. De fabrikant is dan degene die de diverse wijzigingen, welke door de voorschrijver moeten worden aangebracht, iedere keer voor eigen rekening moet aanpassen. Wij werken niet met een budget zoals vele van deze voorschrijvers in bijvoorbeeld academische ziekenhuizen. Mocht er een probleem zijn bij het benoemen van het gewenste, dan ligt hier een taak voor de opleidingen van voorschrijvers en orthopedisch schoentechnici. Ik ben tegen een te nauwe samenwerking tussen voorschrijver en fabrikant. Het gevaar schuilt, dat als gevolg hiervan een bepaalde fabrikant het exclusieve recht krijgt om voor een voorschrijver te werken. Dit komt de onafhankelijke besluitvorming niet ten goede. In het artikel wordt als ideaal gezien een situatie waarin voorschrijver en fabrikant een gezamenlijk spreekuur hebben. Het gevolg hiervan is dat de patiënt als onmondig of niet handelingsbevoegd wordt gezien. De patiënt verliest de mogelijkheid om zelf op zoek te gaan naar een fabrikant die het best bij hem/haar past. Bij menigeen ontstaat zo het vermoeden van belangenverstrengeling. Ik wil er ook op wijzen dat voor het afkeuren van een paar schoenen wij niet afhankelijk dienen te zijn van het oordeel van de voorschrijver. Het is ook nog niet geaccepteerd dat orthopedisch schoentechnici, artsen advies geven over een te volgen revalidatieprogramma of een nog uit te voeren operatie. Het gezegde "hij die betaald, die bepaald" is hier van toepassing. De vergoedende instantie is de aangewezene om de schoenen af te keuren. Zij zijn namelijk volledig onafhankelijk en daarnaast heeft onze branche nog zijn eigen klachtenregeling. Het spreekt voor mij natuurlijk vanzelf dat de fabrikant dermate kritisch en integer dient te zijn dat hij het zover niet laat komen maar zelf al een eventuele klacht heeft opgelost. Ik maak in de praktijk regelmatig mee dat mondige patiënten, die toch bij mijn bedrijf hun schoenen willen laten fabriceren, door diverse voorschrijvers worden tegengewerkt. Het krijgen van een doktersbriefje duurt plotseling veel langer. Of er wordt, overigens zonder enige vorm van het alom gevraagde overleg, laatdunkend gesproken over prestaties van het bedrijf, waar de patiënt naar toe wil. Ik heb dit zelf menigmaal ondervonden. Ik heb nog nooit een voorschrijver de moeite zien nemen om zich, voordat hij een waardeoordeel heeft over mijn bedrijf, bij mij persoonlijk te laten informeren. De beste samenwerking die ik heb met artsen zijn deze die geen spreekuur hebben en zich binnen hun regio hebben geïnformeerd over de specifieke kwaliteiten van de diverse bedrijven. Zij adviseren hun patiënten in overeenstemming van hun bevindingen. Tot slot wil ik nog opmerken dat het dragen van "lelijke" schoenen voor iedere patiënt een persoonlijk drama is. Maakt men een paar schoenen die volgens alle voorschriften en specifieke wensen zijn gefabriceerd maar als te "lelijk" worden gekwalificeerd, dan zullen deze schoenen op termijn onder in de kast verdwijnen en niet worden gedragen. In vele gevallen is het zoeken naar de gulden middenweg voor de patiënt een oplossing die hem/haar meer tot tevredenheid stemt. Het kan niet de bedoeling zijn dat onze klanten voortaan, in plaats van pijn aan de voeten, met pijn aan de ogen door het leven moeten. Met vriendelijke groet, Guus Linneweever 20