Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van drie varkensbedrijven tot 6272 varkens te Merksplas

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Richtlijnen milieueffectrapportage

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 5280 varkens te Stekene

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand veeteeltbedrijf te Lochristi

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 7241 andere varkens te Wuustwezel

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van de varkenshouderij PPS bvba tot varkens te Hoogstraten

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveehouderij te Wuustwezel

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hervergunning van Borealis te Kallo

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hervergunning van een veeteeltbedrijf tot slachtkuikens

Richtlijnen voor het Project-MER Windpark Nieuwpoort-Middelkerke

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van de vergunning voor een varkensbedrijf: Desmedt Wim te Hooglede

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveebedrijf te Wuustwezel

Scopingsadvies Project-MER Galloo Uitbreiding opslag schroot

Richtlijnen milieueffectrapportage. Verbindingsweg Brussels Expo en de heraanleg en uitbreiding van het Verregatpark

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Rijkevorsel. (De Kroon Destrooper N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Ontwikkeling regionaal bedrijventerrein Siezegemkouter Aalst

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER. Doortocht Brugge - Vernieuwing Steenbruggebrug

Richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER voor Noordoostelijke omleidingsweg Tongeren

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Richtlijnen voor het Project-MER Tankenpark E-F Douglas Terminals NV

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Kantoorgebouw Culliganlaan Diegem te Machelen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen voor het Project-MER Luchthaventram

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van een bestaand slachthuis te Ruiselede

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van het grond- en slibverwerkingscentrum Rodenhuize te Gent

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

The Brussels Airport Company Pier A-West

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Ontwikkeling van de site Loghidden City in de Waaslandhaven.

Richtlijnen voor het Project-MER Leemontginning te Schendelbeke (Geraardsbergen)

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Richtlijnen milieueffectrapportage. Opwaardering van het Kanaal naar Charleroi

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Uitbreiding slachtkuikenbedrijf Van Bijsterveldt tot slachtkuikens te Ravels. Initiatiefnemer: 24/01/2019

Richtlijnen voor het Project-MER Monument Chemical BVBA Uitbreiding en hervergunning

27 september 2011 PRMER-0589-RL

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

Renogen biomassa-wkk te Ham

Van Wonterghem Eddy Uitbreiding bestaand varkensbedrijf tot varkens

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 8470 varkens te Pepingen

Richtlijnen voor het Project-MER Woon- en retailcomplex Akzo te Vilvoorde

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot 4286 varkens te Knesselare

Project-MER-Verslag. Project: MER N42-N42b: Vak Zottegem-Geraardsbergen. Initiatiefnemer:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Transcriptie:

Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van drie varkensbedrijven tot 6272 varkens te Merksplas Initiatiefnemer: Den Tweesprong Hoekeinde 65, Hoekeinde 61 en Hooghoekeinde 1 2330 Merksplas 15 mei 2017 PRMER-2464-RL

1. Inleiding Het voorliggende project heeft betrekking op drie varkensbedrijven gelegen langsheen Hoekeinde 61, Hoekeinde 65 en Hooghoekeinde 1 te Merksplas samen vergund voor het houden van 4742 varkens tot 2030 of 2027. Tevens worden er 1712 biggen gehuisvest. De dieren worden gehouden in vijf stallen (waarvan vier traditionele en 1 uitgerust met 2 chemische luchtwassystemen). In de toekomstige situatie wenst de initiatiefnemer tot 6272 varkens en 1984 biggen uit te breiden. Om deze uitbreiding en wijziging te kunnen realiseren worden er 2 stallen afgebroken en 3 nieuwe stallen gebouwd en 2 biobedden (voor de drie nieuwe stallen en de stal met chemische luchtwassystemen) geplaatst. Daarnaast wenst de exploitant ook een vroegtijdige hernieuwing van de vergunning en een aantal andere uitbreidingen en wijzigingen aan te vragen waaronder een uitbreiding van de mestopslag en de grondwaterwinning (tot 16 350 m³/jaar, 73 m³/dag). Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage I, rubriek 21 c) Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan 3000 plaatsen voor mestvarkens(van meer dan 20 kg). De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de kennisgeving voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-mer en beide gebundeld in te dienen als één document. De dienst Mer van de Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten verklaarde het kennisgevingsdossier volledig op 21/02/2017. De terinzagelegging in de gemeente Merksplas liep van 10/03/2017 tot en met 8/04/2017. Tegelijkertijd vroeg de dienst Mer adviezen bij de administraties en openbare besturen. De dienst Mer stelt deze bijzondere richtlijnen (verder richtlijnen) op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houden rekening met principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2, de ontvangen inspraakreacties en de ontvangen adviezen (zie bijlage). Deze richtlijnen hebben betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld is in de kennisgeving en aangevuld/aangepast worden met de specifieke vereisten die in deze richtlijnen geformuleerd zijn. Waar de kennisgeving en de richtlijnen van elkaar zouden afwijken, moet voorrang gegeven worden aan de richtlijnen. 2. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Het project heeft tot doel de uitbreiding van de varkensbedrijven Den Tweesprong te Merksplas. Het MER dient bij de omgevingsvergunningsaanvraag gevoegd te worden. Het MER zal een overzicht bevatten van de bestaande en aan te vragen vergunningstoestand (zowel stedenbouwkundige handelingen als ingedeelde handelingen). Aanvullend verduidelijken of de vergunningen voor de 3 bedrijven samengevoegd zullen worden in kader van deze nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag en de vroegtijdig hernieuwing waarvan sprake van toepassing is voor de 3 varkensbedrijven. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk gewijzigd (DABM). Dienst Mer Richtlijnen PR02464 2

Relevante vorige bijzondere vergunningsvoorwaarden zullen worden opgesomd en het MER zal aangeven hoe dit MER hierop een antwoord kan geven. Het MER moet relevante gegevens en conclusies uit voorgaande rapportages oplijsten (alle relevante milieustudies, ook andere dan m.e.r.-rapportages). Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het DABM moeten de conclusies ook doorwerken in de besluitvorming. Het MER moet hiermee rekening houden bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen. 3. Beschrijving project en alternatieven Aanvullend op de kennisgeving moeten de volgende punten ook beschreven worden: o Het verschil tussen de reële situatie en de vergunde situatie zal beschreven worden. Indien relevant moet hier rekening mee gehouden worden bij de effectbeoordeling. o Nagaan of het niet beter is om het begrip milieutechnische eenheid te vermijden? o Voor de vleesvarkens wordt vermeld dat deze worden afgemest tot slachtrijpe vleesvarkens van 110 kg, in een tweewekensysteem. In de gewenste situatie zal dit een vijfwekensysteem worden. De reden van deze omschakeling en de verschillen naar bedrijfsexploitatie en eventueel milieueffecten zullen geduid worden in het MER. o Een gedetailleerde berekening van de hemelwateropvang in functie van neerslag en toevoerende dakoppervlakte die rekening houdt met de variatie van het hemelwaterverbruik in de tijd (productierondes) en percentage leegstand ontbreekt en moet toegevoegd worden aan het MER. Dit om na te gaan of de voorziene hemelwateropvang werkelijk de waterbehoefte voor laagwaardige toepassingen dekt. o Ook op p. 49 van de kennisgeving het onderscheid maken tussen een ongekoelde kadaveropslag in de huidige situatie en een gekoelde kadaveropslag in de toekomstige situatie. Zoals in de kennisgeving vermeld wordt, bespreekt het MER kort volgende alternatieven: o Nulalternatief - In het MER moet gemotiveerd worden dat het nulalternatief overeenstemt met de referentiesituatie (cfr. Handleiding alternatieven). o Doelstellingsalternatieven o Locatiealternatieven o Uitvoeringsalternatieven. Inzake uitvoeringsalternatieven gaan de deskundigen na of er relevante BBT-studies of BREF-nota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. Bijkomend motiveren waarom voor twee nieuwe biobedden wordt gekozen. 4. Juridische en beleidsmatige context De kennisgeving bevat het juridische en beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is in de vorm van een duidelijke overzichtsmatrix. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een ruimtelijke component moeten cartografisch gepresenteerd worden. Dienst Mer Richtlijnen PR02464 3

De volgende randvoorwaarden moeten worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: o Sinds de omgevingsvergunning van kracht is, zijn er ook een aantal definities bijgekomen waaronder ook deze van gedekte jonge zeug. o gedekte jonge zeug: een gedekt vrouwelijk varken, ongeacht de leeftijd, tot het moment van de eerste worp. o zeug: een vrouwelijk varken dat na de eerste worp in productie wordt gehouden. Het MER moet hieraan aangepast worden door de jonge zeugen in rekening te brengen bij de zeugen in plaats van bij de andere varkens. Dit heeft ook gevolgen voor de effectbeoordeling gezien de verschillende emissiefactoren. 5. Algemene en Methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied zal voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit dient beschreven te worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen dan deze die momenteel gekend zijn, moeten deze toegevoegd worden aan het afwegingskader. Cumulatieve effecten moeten onderzocht worden. De methodologie voor de effectvoorspelling zal binnen elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens zal per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen zal aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling dient transparant te gebeuren en aan de hand van volgende terminologie: aanzienlijk negatief (-3), negatief (-2), beperkt negatief (-1) en verwaarloosbaar of geen effect (0). Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de kennisgeving, voldoende aandacht besteed worden aan het volgende: Met betrekking tot de discipline lucht: o In het MER wordt voor het biobed een geurreductie van 95 % aangenomen zonder motivatie. In de geactualiseerde lijst van emissiefactoren werd voorlopig geen cijfer hiervoor opgenomen. Bijgevolg moet in afwachting hiervan het gebruikte geurreductiepercentage onderbouwd worden om aan te tonen dat 95 % reductie technisch haalbaar is en kan gegarandeerd worden ifv handhaving. Dit kan ofwel op basis van gegevens van de producent ofwel op basis van voorwaarden uit literatuur om deze 95 % te garanderen. o In het dossier wordt vermeld dat concentraties op minder dan 100 m afstand van het bedrijf niet betrouwbaar zijn. Voor bedrijfsvreemde woningen gelegen op minder dan 100 m van de stallen moet de geurconcentratie bepaald worden voor een virtuele woning op een afstand van 100 m van de stallen, in dezelfde windrichting als de werkelijke woning. Dienst Mer Richtlijnen PR02464 4

o o o De berekening van de waarderingspunten is niet correct gebeurd. Hiervoor wordt afstemming met het Departement Omgeving, Milieuvergunningen Antwerpen aangeraden. p. 68: terminologie inzake beoordelingskader nog afstemmen met deze uit het richtlijnenboek algemene methodologie. Voor biobedden zijn geen stofreductiepercentages beschikbaar. In het MER wordt gebruik gemaakt van deze voor biologische wassers. Er moet gemotiveerd worden dat beide systemen vergelijkbaar zijn om deze aanname te verantwoorden. Met betrekking tot de discipline water: o Geef de afstanden tussen de verschillende boorputten (eventueel op een schets of kaart). Bespreek of er interferentie is tussen de boorputten. Bij het analyseren van de wederzijdse beïnvloeding van grondwaterwinningen, dient een analyse van de overlappende verlagingskegels te worden uitgevoerd of een worst case inschatting. Een uitspraak over de aanzienlijkheid van elkaar beïnvloedende bemalingen, moet steeds gebaseerd zijn op de specifieke omstandigheden, eigen aan het project. o p. 94: hier wordt foutief vermeld dat in de gewenste situatie ook het reinigen van de stallen met grondwater zal gebeuren. Elders is sprake dat hiervoor in de gewenste situatie hemelwater zal gebruikt worden. o Den Tweesprong is gelegen in een collectief te optimaliseren buitengebied maar ook in een speerpuntgebied waarbinnen versneld ingezet wordt op het bereiken van de goede toestand op het vlak van waterkwaliteit (tegen 2021). Dit zal ook vermeld worden in het MER. o Uit het advies van de VMM, AOW volgt dat op basis van het gewenste debiet het effect van de winning op het aspect grondwaterkwantiteit ingeschat wordt als beperkt en als niet strijdig met het grondwaterbeleid zoals opgenomen in de Stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021. o Bij de projectgeïntegreerde maatregelen kunnen ter volledigheid de noodzakelijke peilputten bij de toekomstige situatie vermeld worden. Met betrekking tot de discipline geluid & trillingen: o Voor stal 4 wordt het geluidsvermogenniveau ingeschat aan de hand van het geluidsvermogenniveau van vergelijkbare ventilatoren. Er moet verder gemotiveerd worden in hoeverre deze ventilatoren vergelijkbaar zijn vb. aan de hand van de diameter en frequentie. o Er wordt vanuit gegaan dat het geluidsvermogenniveau van de ventilatoren voor de biobedden niet relevant zullen zijn. Het biobed heeft namelijk een dempende werking. Er moet verder gemotiveerd worden of deze aanname correct is, of de ventilatoren volledig zijn afgesloten van de omgeving en geen relevante geluidsbron zijn. o De afstand tot de dichtstbijzijnde woning specifiëren. o Er dienen meer milderende maatregelen te worden onderzocht/voorgesteld wat betreft geluid om gedurende de nacht aan de grenswaarde voor continue bronnen ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning te kunnen voldoen. Met betrekking tot de discipline biodiversiteit: o Doorheen heel het MER: niet meer spreken over de discipline fauna en flora maar wel over de discipline biodiversiteit. o Het MER geeft aan wat de mogelijke beïnvloeding is van het project op kwetsbare natuurgebieden (niet alleen Vogel- en Habitatgebieden), zowel vanwege bijvoorbeeld ammoniak en vermestende depositie als vanwege grondwateronttrekking en rustverstoring. Bij betekenisvolle effecten op SBZ moet een passende beoordeling toegevoegd worden aan het MER. Het bedrijf ligt op 750 m van een Habitatrichtlijngebied. Het MER bevat geen expliciet passende beoordeling maar alle elementen om de impact te Dienst Mer Richtlijnen PR02464 5

beoordelen zijn wel aanwezig. Het ANB stelt vast dat het project geen betekenisvolle aantasting veroorzaakt aan de instandhoudingsdoelstellingen van de SBZ-zone. Het ANB verklaart zich akkoord met de conclusies van de passende beoordeling. Met betrekking tot de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: o Het huidig aanwezig groenscherm en de aanwezigheid van het bedrijf in het landschap moet beoordeeld worden. Indien noodzakelijk dienen de bijkomende stappen nodig voor de landschappelijke integratie van het bedrijf in zijn omgeving beschreven te worden. Er moet concreter aangegeven worden hoe de beplanting moet uitgebreid worden ifv de nieuwe stallen en biobedden (p. 127). o Er is slechts een oppervlakkige screening gebeurd van het gekende archeologisch erfgoed. Er ontbreekt een overzicht van de CAI-locaties in de omgeving. Er is sprake van archeologisch erfgoed uit de brons- en ijzertijd en de middeleeuwen, maar er wordt geen melding gemaakt van de steentijdvondsten die in de directe nabijheid zijn gevonden. Dit moet aangevuld worden en mee rekening gehouden worden bij de effectbeoordeling. o Het MER meldt dat bij de aanvraag van de vergunning de aanvrager zelf moet nagaan of een bekrachtigede archeologienota vereist is voor dit project. Er wordt aangeraden om de noodzaak hiervan reeds in het MER te bevestigen. Indien noodzakelijk kunnen de aspecten met betrekking tot het bureauonderzoek nl. afgestemd worden met het MER. Met betrekking tot de discipline mens o De discipline mens-gezondheid werd niet uitgewerkt volgens het nieuwe richtlijnenboek Mens-gezondheid (2016). Dit moet aangepast worden. Onder andere volgende stappen moeten toegevoegd worden (stap 1: beschrijving ruimtegebruik en betrokken populatie; stap 2: identificatie van potentiële relevante milieustressoren). o In het advies van het Agentschap Zorg en Gezondheid wordt opgemerkt dat in het MER enkel aan de wettelijke richtwaarden wordt getoetst voor geluid. Volgens het nieuwe richtlijnenboek men-gezondheid moet ook een gezondheidskundige beoordeling gebeuren (aantal ernstig gehinderden en slaapverstoorden) voor geluidshinder. Er dient nagegaan te worden of deze toetsing kan opgenomen worden in het MER. 6. Leemten in de kennis Het MER zal opgave doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze zijn opgedeeld naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid gemaakt wordt tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. Het MER zal ook aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 7. Monitoring en evaluatie Het MER zal per discipline/thema eventueel opvolgingsmaatregelen voorstellen, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemte(n) in de kennis. 8. Integratie en eindsynthese Het MER zal in een afzonderlijk deel een discipline overschrijdende, samenvatting bevatten over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze Dienst Mer Richtlijnen PR02464 6

kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld worden vanuit verschillende disciplines zullen discipline-overschrijdend t.a.v. elkaar afgewogen worden. Bij de milderende maatregelen zal in de mate van het mogelijke aangegeven worden waar deze zullen/kunnen doorwerken. Deze synthese zal aangeven of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 9. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen In dit hoofdstuk zal het rapport aangeven welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. In dit hoofdstuk zal tevens worden aangegeven welke materialen (aard en hoeveelheid) er voor dit project zullen worden gebruikt, indien dit nog niet beschreven werd bij de projectbeschrijving. 10. Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting zal een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport vormen, dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren of kaarten moeten ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting opgenomen zijn. Bij het schrijven van de niet-technische samenvatting kan gebruik gemaakt worden van de handleiding niet-technische samenvatting zoals gepubliceerd op www.mervlaanderen.be. Deze niet-technische samenvatting zal in het project-mer als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen ofwel als afzonderlijk document opgesteld worden. De dienst Mer vraagt ook om op het voorblad van de niet-technische samenvatting de handtekeningen van alle deskundigen op te nemen. 11. Vorm van het MER Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer: - recent kaartmateriaal te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk moeten de grenzen van het terrein duidelijk aangegeven zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de omringende activiteiten/bedrijven zijn; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - na te gaan of de in de kennisgeving vermelde gegevensbronnen, die bij de realisatie van het MER zullen worden gebruikt, nog steeds de meest actuele zijn; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; - te waken over de afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting; - de ingediende eindversies van het rapport en de niet-technische samenvatting door de initiatiefnemer, de coördinator en alle deskundigen te laten ondertekenen; - Het definitieve project-mer evenals de niet technische samenvatting digitaal aan de dienst Mer te bezorgen. 12. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Dienst Mer Richtlijnen PR02464 7

Zoals voorgesteld in de volledig verklaarde kennisgeving worden volgende disciplines in het project-mer opgesteld door een erkend MER-deskundige: lucht, grondwater, bodem en biodiversiteit. De disciplines oppervlakte- en afvalwater, geluid en trillingen, mens-gezondheid, mens-ruimtelijke aspecten, mobiliteit en landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zullen door de coördinator van het MER opgesteld worden. Het in de volledig verklaarde kennisgeving voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het MER contact te houden met de dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking van hun adviezen in het MER. Digitaal getekend door Tom De Saegher Afdelingshoofd Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Dienst Mer Richtlijnen PR02464 8

Bijlage Aantal inspraakreacties die tijdens de terinzagelegging ingediend werden bij: - Gemeente Merskplas: geen - Dienst Mer: geen Lijst met de instanties die gereageerd hebben: - VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer voorwaardelijk gunstig - Departement Landbouw en Visserij geen opmerkingen - Agentschap Natuur & Bos - gunstig - Agentschap Onroerend Erfgoed geen bezwaar mits inachtneming van bemerkingen - Agentschap Zorg en Gezondheid - Gemeente Merksplas geen opmerkingen - Departement Omgeving, Milieuvergunningen Antwerpen Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: - Fluxys - VLM, regio Oost (Leuven) - Provinciebestuur Antwerpen Dienst Mer Richtlijnen PR02464 9