Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis 4. De tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Tijd van steden en staten

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane

H6 Middeleeuwse stad

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

6,3. Samenvatting door een scholier 2484 woorden 28 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 4 tijd van steden en staten

In de steden gingen meer mensen dood dan er werden geboren. Er kwamen nieuwe burgers van het platteland, waardoor de horigheid verdween.

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Kerk en staat hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Geschiedenis De late middeleeuwen

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4: tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

6,4. Werkstuk door N woorden 24 februari keer beoordeeld. Geschiedenis

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Een nieuwe manier van bouwen

Samenvatting Geschiedenis Late Middeleeuwen. Tijd van Steden en Staten ( )

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Kaart op het einde van het Romeinse Rijk

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Hoofdstuk 4 De tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

5.4. Boekverslag door Ilse 2747 woorden 23 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Geschiedenis hoofdstuk 3 en 4 Gemaakt door Ilse Hielkema

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 4, Tijd van Steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?


Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 t/m 6

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

Info plus Het leenstelsel

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Stedelijke burgerij hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4, 5, 6.1 en 6.2

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Antwoorden Geschiedenis Standensamenleving 1789 Frankrijk

5.5. Verschillen Romeinen en Germanen: Boekverslag door J woorden 16 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Verspreiding christendom vmbo12

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.2 Hofstelsel en horigen. ( )

Inleiding geschiedenis Griekenland

Afb Ingekleurde kaart van de zeven provinciën, naar een gravure van Jan Janssonius, Belgii Foederati nova descriptio (1658).

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 1 Ω Steden Ω Les 1: De middeleeuwse steden Naam:

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Samenvattingen Geloof ABC

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

Dagboek Sebastiaan Matte

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Romeinen, Het Romeinse Rijk

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Inleiding geschiedenis Griekenland

Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving.

Tijd van regenten en vorsten Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Tijdvak 1. Prehistorie

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Keizer Hendrik III: 28 oktober kasteel Bodfeld in de Harz, 5 oktober 1056

Kenmerkende aspecten: -De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 3325 woorden 12 juni 2009 7,3 22 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats HOOFDSTUK 4 TIJD VAN STEDEN EN STATEN De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. Het begin van staatsvorming en centralisatie. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke, dan weel de geestelijke macht het primaat moet hebben. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe. Ambacht Beroep waarbij met geschoold handwerk een product wordt gemaakt of bewerkt. Centralisatie Ontwikkeling waarbij een gebied steeds meer vanuit één punt, de hoofdstad wordt bestuurd. Expansie Uitbreiding. Vanaf de 11e eeuw veroverden de Europeanen nieuwe gebieden, onder meer via de kruistochten. Geestelijkheid Groep mensen met een leidende rol in de godsdienst. Ook wel clerus genaamd. Handel Het kopen en verkopen van producten. De handel was de drijvende kracht achter de opkomst van de stad vanaf het jaar 1000. Kruistochten Gewapende tochten van christelijke ridders die het heilige land (het huidige Israel/Palestina) en met name Jeruzalem wilde veroveren op de islam. Tussen 1096 en 1270 waren er acht kruistochten. De ridders veroverden Jeruzalem en stichtten vier christelijke rijkjes. In de loop van de 13e eeuw moesten ze alle veroverden gebieden weer prijsgeven. Staatsvorming De ontwikkeling waarbij een gebied steeds meer als eenheid wordt bestuurd, door één overheid, vanuit een hoofdstad. In de tijd van steden en staten begint deze ontwikkeling vooral in Frankrijk en Engeland, maar pas na deze periode ontstaan de echte staten. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 1 van 7

Wereldlijk Alles wat buiten het geestelijke leven valt. Ook wel seculier genoemd. Ban Kerkelijke straf waarbij iemand uit de kerk wordt gezet (excommunicatie). De gestrafte kon niet in de hemel komen en werd op aarde als verschoppeling beschouwd. Soms kon de ban ook inhouden dat de gestrafte vogelvrij was. Ook een heel land of volk kon in de ban worden gedaan; dat heet interdict. Gilde Samenwerkingsverband van ambachtslieden, zoals bakkers, smeden en slagers. De organisatie van de stedelijke samenleving draaide voor een belangrijk deel op de gilden. Ze verzorgden de leden van de wieg tot het graf, controleerden de kwaliteit van de producten en beschermden de gevestigde producenten tegen nieuwkomers van buiten. Inquisitie Kerkelijke rechtbank die ketters onderzocht en bestrafte, ter bescherming van het christelijke geloof. Investituurstrijd De strijd over de vraag wie besliste over de benoeming van hoge geestelijken. Investituur is de aanbieding van symbolen van geestelijke macht (staf en ring) aan een nieuwbenoemde bisschop. De paus verzette zich tegen de lekeninvestituur, waarbij de investituur in handen was van leken als de Duitse keizer en de Franse koning. Ketterij Afwijking van de als rechtzinnig (orthodox) erkende geloofsleer. Vanaf de 12e eeuw begon de kerk gelovigen die afwijkende standpunten hadden of zich verzetten tegen bepaalde misstanden in de kerk, te vervolgen. Om de ketterij met wortel en tak uit te roeien, werden ketters verbrand. Leek Iemand die niet tot de geestelijkheid behoort. Meer in het algemeen: iemand die geen vakman of deskundige is. Middeleeuwen De periode van omstreeks 500 tot omstreeks 1500. De jaren 500-1000 worden de vroege middeleeuwen of tijd van monniken en ridders genoemd; de jaren 1000-1500 de tijd van steden en staten. De jaren 1000-1300 de hoge middeleeuwen, de jaren 1300-1500 de late middeleeuwen. Parlement Volksvertegenwoordiging. In de middeleeuwen was het parlement een vertegenwoordiging van drie standen: de Adel, de Geestelijkheid en de rijke burgers. Parlementen werden door een koning bijeengeroepen, vaak omdat die een bede wilde doen, een verzoek om een belasting in te voeren. Staten-Generaal Door de koning bijeen geroepen vergadering van de vertegenwoordigers van de drie standen (geestelijke, adel en burgerij). Er waren ook regionale standenvergaderingen; die werden staten genoemd. Tegenwoordig heet de Nederlandse volksvertegenwoordiging nog Staten-Generaal. Tijdlijn: 1000 1500 - Tijd van steden en staten 1066 - Slag bij Hastings 1075 1122 - Investituurstrijd 1095 1291 - Kruistochten https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 2 van 7

1215 - Magna Carta 1271 - Marco Polo naar China 1275 - Amsterdam krijgt tolprivilege 1337 1453 - Honderdjarige oorlog 1347 - Begin grote pestepidemie 1453 - Osmanen veroveren Contantinopel 1464 - Eerste Staten-Generaal in de Nederlanden 1492 - Reconquista voltooid 4.1 de opkomst van steden Nadat de invallen van de Hunnen, Vikingen en Hongaren stopten kwam er rust. Na 3 eeuwen was de bevolking verdubbeld naar 75 miljoen mensen. De economie groeiden en opkwamen de steden op. Landbouw werd uitgebreid en verbeterd. Weidegrond werd akkerland en de akkers werden beter gebruikt. Boeren specialiseerden zich in bijv. wij of vlees. Dat verkochten ze op markten die ontstonden op plaatsen waar (water)wegen elkaar kruisten of bij kloosters en kastelen. Op deze marktplaatsen groeiden ook weer steden. De middeleeuwse steden leken met hun wirwar aan straten niet op de ordelijke Romeinse steden. Er ontstond opnieuw een agrarisch-urbane samenleving door de opkomst van de steden. Steden waren door de slechte wegen afhankelijk van de boeren in de omgeving. Alleen steden in de buurt van waterwegen konden hun voedsel en grondstoffen van ver halen. Stad en handel horen bij elkaar. Kooplieden vormden de kern van de eerste stadsgemeenschappen. Daar kwamen al gauw specialistische producenten bij. Zij voorzagen in de groeiende behoeftes van de stad en maakten producten die kooplieden verhandelden. Hun beroepen noemen we ambachten. In Noord - Italië werden steden zoals Venetië en Milaan zo rijk dat ze staten op zich werden: stadsstaten. 4.2 De stedelijke burgerij Op 11 juli 1302 werd bij Kortrijk een leger van Franse ridders in de pan gehakt door een Vlaamse legermacht van burgers en boeren, aangevoerd door de leden va de ambachten. Het was de eerste keer dat een groot ridderleger verloor van burgers uit de nieuwe steden. De eerste stadsbewoners hadden een unieke vrijheid. De oude feodale heerser had niets meer over hen te zeggen. Ze hadden van de graaf of hertog toestemming gekregen om een aparte gemeenschap te vormen., met een eigen bestuur en eigen rechtspraak. In ruil betaalde ze belasting. Wel hield een schout of baljuw toezicht in de stad. Doordat de steden steeds zelfstandiger werden nam de macht van de adel af. In steden gingen door slechte hygiëne meer mensen dood dan dat er geboren werden. Er waren dodelijke ziektes, grote branden en er dreigde nogal eens honger. Daarom moest de stadsbevolking voortdurend aangevuld worden met nieuwe burgers van het platteland. Dat was geen probleem want velen wilde de vrijheid van de stad, dan de onvrijheid aan het hof van de ridder. Ook deze afhankelijkheid verdween snel. De horigheid verdween geleidelijk. De heren hielden wel meer zeggenschap over de boeren dan over de burgers. Burgerschap was iets om trots op te zijn en dat lieten ze zien door onder meer stadsmuren te bouwen. Stad leek door de muur een kasteel, maar dan groter. Het was ook noodzaak om aanvallen van vijandelijke heren en steden tegen te gaan. In de middeleeuwse steden ontstonden samenwerkingsverbanden. Ambachtslieden vormden per https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 3 van 7

beroepsgroep een gilde. Gildes namen een belangrijke plaats in binnen de stad. Binnen een gilde waren de meesters de baas. Als een leerling zijn opleiding had voltooid dan werd hij gezel. De meeste bleven dat levenslang. Door het maken van een meesterstuk konden ze bewijzen dat ze goed genoeg waren om meester te worden, maar dat konden vaak alleen de zonen van de gevestigde meesters. Een eigen werkplaats kosten veel geld en een neiuwe meester moest vaak veel betalen om lid te worden van het gilde. In veel steden vielen inwoners pas onder het recht van de stad als ze een jaar en een dag binnen de stadsmuren woonden. Dan mochten ze zich burger noemen en hadden ze burgerrechten. De kooplieden waren het rijkst en het machtigst. Zij zaten in het stadsbestuur en de rechtbank en bepaalde wat er gebeurde. Ze werden net als de Romeinse stadselite patriciërs genoemd. Tussen deze families was vaak rivaliteit, die de stad kon verdelen in vijandige clans van rijke families en van hen afhankelijke burgers. Dit veranderde pas toen de gilden een deel van de macht gingen op eisen. De patriciers gingen toen meer letten op het algemeen belang. In een aantal steden kwamen gildemeesters in het stadsbestuur en de rechtbank, maar dat waren uitzonderingen. Eind van de middeleeuwen macht in handen van de handelsfamilies. 4.3 Staatsvorming en centralisatie De vorming van staten in Europa ging met vallen en opstaan. Het vorstenhof Koningen trokken voortduren van hof naar hof om hun macht te bevestigen. Daar kwam verandering in toen vorsten een stad kozen als centrale plaats, en probeerden van daaruit steeds meer macht te krijgen in hun koninkrijk: centralisatie. Door de opkomst van het geld werd het makkelijker voor de koning om op afstand macht uit te oefenen. Eerst konden alleen geestelijken ambtenaar worden, maar later kon dat ook als burger. Koning maakten samen met zijn ambtenaren regels voor alle inwoners van zijn rijk, en ook traden zij op als hoogste rechter: begin staatsvorming (ontwikkeling waarbij een gebied steeds meer wordt bestuurd, door één overheid, vanuit en hoofdstad). Duitsland Duitsland was de eerste die zijn macht wou centraliseren. De hertogen hadden recht om een koning te kiezen. Deze koning probeerde gezag te vergroten door zich te laten kronen als keizer. Maar alleen de sterkste keizers konden de macht van de hertogen beperken. Omdat een hertogstitel erfelijk was, waren ze niet afhankelijk van de koning. Daarom benoemde de keizers bisschoppen als hertog of graaf. Die mocht geen kinderen krijgen, dus dan kon de keizer gewoon een nieuwe bisschop benoemen. Dat ging ook niet altijd goed, en daarom is het Duitsland niet gelukt om tot een Duitse staat te komen. Engeland en Frankrijk In 1066 stad de Normandische hertog Willem de Veroveraar het Kanaal over en versloeg de Angelsaksen in de Slag bij Hastings. Engeland had een stevig bestuurssysteem, en als koning van Engeland hield hij die stand. Zijn Normandische volgelingen kregen hoge posities, en hij voorkwam dat de lenen van vader op zoon overgingen. Hij stelde sheriffs in loondienst aan om recht te spreken en belasting te heffen. Eerst hadden de Franse koningen alleen maar iets te zeggen over de omgeving bij Parijs, maar door huwelijken, erfenissen en veroveringen breidden zij hun gebied uit. In 1200 versloeg de Franse koning Filips Augustus zijn omliggende leenmannen in een oorlog. Hij plaatste vertrouwelingen op hoge betaalde functies in zijn nieuwe gebeden. Zo kon de lenen niet meer van vader op zoon gaan. Parlementen https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 4 van 7

De adel kreeg minder macht, maar omdat de koning geld nodig had was hij naast de steden ook afhankelijk van de adel. Om daarover afspraken te maken, ontstond de parlementen of Staten-Generaal. Parlement is een volksvertegenwoordiging van de drie standen: adel, geestelijkheid, burgers. Staten- Generaal is een door de koning opgeroepen vergadering met de drie standen. Er waren natuurlijk ook nog stadsstaten en landen die zich nergens iets van aantrokken. De Magna Carta van 1215 De Engelse Koning Jan zonder Land (1199-1216) kreeg het na een mislukte expeditie in Frankrijk aan de stok met de Hoge adel. Hun waren de expedities van Jan meer dan zat. Ze veroverde Londen en lieten hem de Magna Carta ondertekenen waar in stond dat hij eerst toestemming moest vragen als hij de Belasting verhoogde en hij moest zich aan de wet houden net als iedereen. Dit werd ook wel het begin van de Engelse democratie genoemd. 4.4 Kerk en staat In 1303 werd paus Bonifatius VIII in zijn vakantieoord overmeesterd door een commando-eenheid van de Franse koning. Bonifatius werd na een dag bevrijd, maar hij was zo geschrokken dat hij even later overleed. Het was niet de eerste keer dat een conflict tussen kerk en staat helemaal uit de hand liep. Paus of keizer? De Duitse keizer en de paus zagen zichzelf als de opvolgers van de Romeinse keizers. Paus Gregorius VII vond dat de paus het laatste woord had, en als hij vond dat vorsten tegen Gods wil ingingen, mocht hij hen afzetten. En dat vorsten zich niet met de kerk moeten bemoeien. Een leken is iemand die niet tot de geestelijkheid behoort (algemeen=geen vakman/deskundige). Hendrik IV en de andere wereldlijke meesters waren het er mee oneens, omdat de koning de bisschoppen bij hun benoeming een staf en een ring gaf. Dat was een teken van geestelijke macht, waardoor hij hen in feite in handen had. De hertogen waren steunpilaren van zijn macht. Investituurstrijd Wereldlijk is alles wat buiten het geestelijk leven valt (ook wel seculier genoemd). In 1075 kiest Hendrik een eigen aartsbisschop voor Milaan, terwijl de kerk een ander had gekozen. Gregorius eist dat Hendrik zijn ongelijk moet erkennen, dat doet Hendrik niet dus doet Gregorius hem in de ban (het verbannen van iemand uit de kerk). De vorsten van het Duitse rijk vonden dat Hendrik de paus om vergeving moet vragen, want anders kiezen ze een andere keizer. Dat doet hij door in hartje winter naar de burcht van de paus te gaan in Cannosa. De paus liet hem na drie dagen wachten binnen, en hief de ban op. Maar wanneer Hendrik weer in Duitsland was wat het gedaan met de gehoorzaamheid, daarom benoemd Gregorius een tegenkoning, waarop Hendrik een tegenpaus aanstelt. Investituurstrijd is de strijd over de vraag wie mag beslissen over de benoeming van hoge geestelijken. Investituur is het aanbieden van symbolen van geestelijke macht (staf/ring) aan een nieuwbenoemde bisschop. De paus verzette zich tegen deze lekeninvestituur. In 1122 bereikten de opvolgers van Hendrik en Gregorius een compromis; Bisschoppen worden door de priesters van hun bisdom gekozen, maar de keizer mag wel bisschoppen aanstellen als graaf of hertog. De macht van Rome De paus bouwde een machtige organisatie op en kreeg zo de kerk steeds meer in zijn greep. Vanaf de 12e eeuw was het college van kardinalen in Rome het hoogste orgaan binnen de geestelijkheid. De paus stuurde zijn kardinalen regelmatig naar buitenlandse hoven en liet zo zijn gezag in heel Europa gelden. De kerk slaagde er steeds beter in om in heel Europa belastingen te heffen en het geld naar Rome te sluizen. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 5 van 7

Daardoor werd ze steenrijk. Na de 15de eeuw was de koning veel te machtig voor de paus om onderwerpt te worden. De strijd tussen pausen en koningen liep uit op een scheiding van kerkelijke en wereldlijke macht, van kerk en staat. Dit is een kenmerkende ontwikkeling van West-Europa. De kracht van het geloof Dat de paus zo machtig was, kwam ook door de overweldigende invloed van het christelijke geloof. In de jaren 1000-1500 waren de mensen voortdurend bezig met zielenheil, ze bouwden indrukwekkende kathedralen, alom Jezus moeder Maria en andere heiligen te vereren. Er ontstonden massale bewegingen die zich verzetten tegen misstanden in de kerk en tegen onderdelen van de kerkelijke leer. De kerk op haar beurt vervolgde de ketters (werden ter dood gebracht door de kerkelijke rechtbank, inquisitie, op de brandstapel). 4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld Op het concilie van Clermont in 1095 riep paus Urbanus II de christelijke wereld op om het onderlinge geweld te staken. Wijd je liever aan de bescherming van de geloofsgenoten in het Heilige land, in Palestina, zei Urbanus. Wie naar Jeruzalem ging, hoefde geen boete meer te doen voor zijn zonden. Het was het begin van de kruistochten. Heilige oorlog Toen paus Urbanus de christelijke ridders opriep naar Palestina te gaan, was het niet allen om bescherming te geven aan de geloofsgenoten in het Heilige land, in Palestina maar ook had het te maken met het sociaal economische situatie. Europa groeide. Er werd steeds meer land ontgonnen en de Europeanen begonnen over hun grenzen heen te kijken. Italiaanse handelaren handelden in hout en ijzer met het Midden-Oosten, en haalden er oosterse luxegoederen zoals zijde en specerijen vandaan. Vanaf de 11de eeuw beheersten de christelijke handelaren de zeevaart op de Middellandse Zee, dit was onder meer te danken omdat er onderlinge verdeeldheid was in het Midden-Oosten. Rond 1500 hadden Turkmenen gebieden ingenomen van het Byzantische Rijk, maar omdat deze Turkmenen niet goed konden besturen, werd er veel gevochten in de gebieden. De keizer van Byzantium vroeg paus Urbanus II om christelijke ridders te sturen. Deelnemers aan deze heilige oorlog tegen de islam, moesten een kruis dragen, en als ze zouden sneuvelen, zouden ze direct het paradijs ingaan. Kruistochten zijn gewapende tochten van christelijke ridders die het heilige land wil beschermen. Barbaarse plunderaars In 1096 trokken 100.000 kruisvaarders onder leiding van vooral Noord-Franse en Normandische ridders over land richting Palestina. Al plunderend bereikten ze het Midden-Oosten. In 1099 veroverde het kruisleger Jeruzalem en moordde een groot deel van de inwoners uit, zowel moslims als joden. Een deel van het leger had zich vooraf al ergens gevestigd in rijke steden zoals Edessa. Sommige ridders waren met dat doel vertrokken, omdat er in Europa niks is om te veroveren. Deze kruisvaarderstaten die werden gesticht, raakten later hun macht kwijt omdat de Turkmenen ook Egypte onderwierpen en de islamitische verdeeldheid beëindigden. In Spanje was al eeuwenlang een strijd aan de gang met de moslims. In de 12de en 13de eeuw werden er meerdere kruistochten opgezet, maar zonder succes. In 1291 viel Akko, de laatste christelijke stad in Palestina. Kolonisatie De christelijke herovering van het Iberische schiereiland, de reconquista, eindigde in 1492 met de https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 6 van 7

verdrijving van het laatste Arabische leger uit Granada. Ook Duitsland breidde zich nog naar het oosten, maar dat was voor een economisch doel, deze gebieden werden veroverd en omgevormd tot akkerland, en nieuwe steden. Vanaf de 12de eeuw werd de handel over zee intensievere en uitgestrekter. Rond de Noorden Oost zee ontstond een dicht netwerk van zelfstandige steden dat vanaf de 13de eeuw de Duitse Hanze heet: een verband met handelsposten (Zwolle, Kampen en Hasselt). In 1200 begon Venetië met het opzetten van kolonies op Kreta, waar slaven aan het werk werden gezet op suikerplantages. De haven van Hamburg was in de 14e en 15e eeuw een van de grootste handelscentra van Noordwest- Europa door hun goede ligging. Ze werden zo machtig dat geen koning nog iets over hen te zeggen had. Hamburg werd in de 12e eeuw een logische tussenstop in de Handels route. De schepen waren nog niet stegen genoeg om de tocht rondom het Deense schiereiland te kunnen maken. Daarom voerden de schepen uit Engeland,Vlaanderen en Frankrijk naar Hamburg waar de lading op karren werd gezet. De Hamburgers brachten de vracht over naar Lübeck aan de Duitse Oostzeekust, waar de goederen weer in een schip werden geladen. In de 13e eeuw kwam er een steviger schip: De Kogge. De Hamburgers maakte veel van deze schepen. en hielden een flink deel van de handel in handen. Ze haalde van alles overal vandaan. Ook het Hamburgse bier werd overal gedronken, het was het belangrijkste product dat de stad zelf maakte en uitvoerde. Officieel vielen de rijke handelssteden onder de koning. Maar daar hadden ze niet zo n goede relatie mee dus gingen ze samen werken. Halverwege de 14e eeuw ontstond de Duitse Hanze. Hamburg en Lübeck waren de belangrijkste steden. De Duitse Hanze beschermde de handelsbelangen van de leden, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat ze niet zoveel belasting hoeven te betalen. Ook zorgde de Duitse Hanze voor soldaten die de kostbare transporten begeleiden en dat was nodig want er waren veel piraten. De Hanze begon als een club maar werd uiteindelijk een verbond van steden. Het bestuur van die steden was in handen van de kooplui. De adel en de kerk hadden in die steden weinig meer voor het zeggen. De rijke burgers hadden het veel meer voor het zeggen en door de belastingen die op hun handel werd geheven kregen ook de koningen steeds meer macht. Het was de tijd van Steden en staten. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-4-34811 Pagina 7 van 7