Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Embedded Systems Engineering Variant: HBO-bachelor voltijd



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Informatie werkplekleren

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Technische Bedrijfskunde, bachelor Locatie: Arnhem Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Utrecht Postbus AN UTRECHT

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Christelijke Hogeschool Windesheim

AVANS Hogeschool, Tilburg

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

De NVAO heeft op 11 april 2005 een gesprek gevoerd met de LOI om over een aantal aspecten van de opleiding een nadere toelichting te krijgen.

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Protocol PDG en educatieve minor

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Bedrijfskunde van de Stichting Hogeschool NHA

Christelijke Hogeschool Windesheim

MINOR SOFTWARE KWALITEIT EN TESTEN. 15 mei 2019 Maurice van Haperen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

: 120 : niet van toepassing : 13 oktober : 5 februari 2016 : 30 maart 2016

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van Hogeschool Inholland

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. 20 mei juli 2016

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

15 november januari Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

ICLON Powerpoint sjabloon

: 120 : 25 april 2016 : 2 mei : 13 mei 2016 : 28 mei 2016

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz.

Informatica. Ontwikkelgesprek. Bert Dekker, 12 april Ontwikkelgesprek Informatica Pagina 1 van 6

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Fontys Hogescholen, Eindhoven

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master SZ van de Capabel Hogeschool

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Besluit. Aan het bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen b.v. (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuw Associatedegreeprogramma

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Hanzehogeschool, Groningen

Transcriptie:

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Embedded Systems Engineering Variant: HBO-bachelor voltijd Visitatiedatum: 24 april 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli 2006

2 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

Inhoud Inhoud... 3 Deel A: Onderwerpen... 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 11 1.7 Totaaloordeel 11 Deel B: Facetten... 13 Onderwerp 2 Programma 17 Onderwerp 3 Inzet van Personeel 23 Onderwerp 4 Voorzieningen 25 Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 26 Onderwerp 6 Condities voor continuïteit 28 Deel C: Bijlagen... 31 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 32 Bijlage 2: Deskundigheden panel TNO Embedded Systems Engineering HAN 37 Bijlage 3: Bezoekprogramma 41 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 42 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 3

4 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 5

6 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Embedded Systems Engineering van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen heeft onderzocht in het kader van een Toets Nieuwe Opleiding. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek is feitelijk gestart in februari 2006, het moment waarop de opleiding haar aanvraagdossier bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 24 april 2006. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: De heer Dr. Ing. M. Timmerman (voorzitter); De heer Ir. J.H.W. Spitshuis (domeinpanellid); De heer drs. Ing. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005) en de NVAO heeft ingestemd met de samenstelling van het panel. Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid, zowel wat betreft de meest recente ontwikkelingen, als wat betreft lesgeven en beoordeling op het betreffende onderwijsniveau en de orientatie-, onderwijs- en visitatiedeskundigheid en studentgebonden deskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van een tweepuntsschaal (onvoldoende, voldoende) zoals die door de NVAO is voorgeschreven bij een toets nieuwe opleiding. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) heeft ruim 21.000 studenten. De hogeschool is in 1996 ontstaan na een fusie van de HEAO Arnhem, Hogeschool Gelderland en Hogeschool Nijmegen. De beoogde bacheloropleiding Embedded Systems Engineering zal (na goedkeuring door NVAO en een positief resultaat van de macrodoelmatigheidstoets door het Ministerie van OC&W) worden aangeboden bij de faculteit Techniek, Instituut Engineering in Arnhem. Binnen de faculteit studeren ruim 3.300 studenten. De faculteit verzorgt 12 hbo-opleidingen, waaronder autotechniek, bouwkunde, elektrotechniek en informatica. NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 7

Naast de faculteit Techniek kent de HAN drie andere faculteiten en een academie: Economie & Management / Educatie / Gezondheid, Gedrag & Maatschappij en de academie Informatica Communicatie Academie. De opleiding Embedded Systems Engineering in Arnhem is voortgekomen uit een variant op de opleiding Technische Informatica. Deze variant paste niet meer binnen het profiel van Technische Informatica en vanuit het bedrijfsleven is een grote belangstelling ontstaan voor studenten met deze afstudeervariant. De HAN heeft daarop besloten de variant voort te zetten als volledig eigenstandige opleiding. De HAN wil in september 2007 van start gaan met deze voltijdse opleiding. Het vakgebied van embedded systemen houdt zich bezig met het inbouwen van digitale intelligentie in apparaten, machines en instrumenten. De embedded systems engineer houdt zich bezig met embedded systems ontwikkelen, soft- en hardware ontwerpen en testen. De HAN is in 2003 een grootschalige onderwijsvernieuwing gestart onder de naam HAN Onderwijsflexibilisering, het HOF-project. Met de onderwijsvernieuwing wil de HAN tegemoet komen aan de veranderende maatschappelijke vraag. De kenmerken van het HOF project zijn: het onderwijs wordt vraaggestuurd ingericht en moet daardoor flexibel kunnen inspelen op de leerbehoeften van de student, de student wordt meer verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, het onderwijs wordt competentiegericht ingericht en leersituaties worden zo veel mogelijk ontleend aan de werkelijke beroepspraktijk. Met het HOF-project wordt invulling gegeven aan de BaMa-structuur. Daarnaast realiseert het HOF-project een basisindeling van de opleiding volgens de major-minor structuur. De doelen van het HOF-project zijn mede het vertrekpunt geweest bij het ontwerpen van de bacheloropleiding Embedded Systems Engineering. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het aanvraagdossier Toets Nieuwe Opleiding gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het dossier met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding besproken welke facetten of welke thema s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding (de agenderende audit). Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. 8 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

In diezelfde periode (maart 2006) bereidden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek (april 2006). Zij bestudeerden het aanvraagdossier (en bijlagen). Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De panelleden formuleerden voorlopige oordelen en vraagpunten. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. De opleiding heeft in haar aanvraagdossier kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke (landelijke) beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, ontwikkelteam (docenten) en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie voor een nieuwe opleiding aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in mei 2006 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in mei 2006 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in juni 2006. Het visitatierapport is uiteindelijk in juli 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 9

In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding Embedded Systems Engineering derhalve positief. 1.5.2 Programma Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding Embedded Systems Engineering derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding Embedded Systems Engineering derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen Beide facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding Embedded Systems Engineering derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Beide facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding Embedded Systems Engineering derhalve positief. 1.5.6 Condities voor continuïteit Alle facetten zijn met een voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding Embedded Systems Engineering derhalve positief. 10 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Embedded Systems Engineering Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende 1.2 Niveau bachelor Voldoende 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen hbo Voldoende 3.2 Kwantiteit personeel Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 5.1 Systematische aanpak Voldoende 5.2 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het Voldoende beroepenveld Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Condities voor continuïteit 6.1 Afstudeergarantie Voldoende 6.2 Investeringen Voldoende 6.3 Financiële voorzieningen Voldoende Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes onderwerpen voldoende scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 11

12 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 13

14 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De hogeschool heeft een vacatureonderzoek uitgevoerd. Daaruit blijkt, aldus de hogeschool, dat er vraag is naar embedded systems engineers. Het panel bevestigt dat er in het werkveld een sterke behoefte is aan personeel dat specifiek is opgeleid op het gebied van embedded systems engineering. Bestaande opleidingen zijn of te veel gericht op de software of te veel gericht op de hardware. Een opleiding met een evenwichtige gerichtheid op software- en hardwaretoepassingen ontbreekt. Het vacatureonderzoek heeft mede geleid tot het opstellen van een overzicht van jobomschrijvingen en gevraagde competenties voor de functie. Deze lijst heeft de opleiding mede gebruikt voor het ontwikkelen van eindkwalificaties voor Embedded Systems Engineering (ESE). De opleiding heeft de eindkwalificaties van de nieuwe opleiding ontwikkeld en besproken met veertien bedrijven die actief zijn op het terrein van embedded systems. Ruim de helft is afkomstig uit het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Het panel stelt vast dat in de lijst van geconsulteerde bedrijven toonaangevende grote bedrijven uit de medische en telecom sector ontbreken. Deze bedrijven ontwikkelen of maken gebruik van grote complexe besturingssystemen, waarin veel embedded systemen zijn verwerkt. Uit gesprekken met het management van de opleiding blijkt dat de opleiding wel grote bedrijven heeft benaderd. Daarvan hebben onder andere één groot bedrijf uit de kopieeren printsector (Océ) en Philips Semiconductors en Philips Applied Technologies positief gereageerd. Uit gesprekken met het werkveld blijkt dat grote systemen wel van belang zijn, maar dat startende engineers beginnen met het ontwikkelen en testen van kleine, minder complexe embedded systemen en vervolgens, na gebleken geschiktheid doorgroeien naar het ontwikkelen en testen van meer grote complexe systemen. Het panel onderschrijft dit. De eindkwalificaties van de nieuwe opleiding zijn beschreven in termen van competenties en onderverdeeld in beroepsspecifieke en algemene eindkwalificaties (de tien major competenties). De eindkwalificaties zijn onderschreven door vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, die door de opleiding zijn geconsulteerd. De opleiding baseert de eindkwalificaties mede op de tien domeincompetenties van Engineering. De domeincompetenties Engineering zijn het resultaat van een landelijk project van de HBO-raad en zijn vastgesteld door het onderwijsveld en ter instemming voorgelegd aan vertegenwoordigers van het domein Engineering. NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 15

Het panel concludeert dat de opleiding in samenspraak met het werkveld relevante eindkwalificaties heeft geformuleerd. Het panel is van mening dat de eindkwalificaties ook in internationaal perspectief relevant zijn. Zij baseert dat op de eigen kennis van internationale ontwikkelingen in het werkveld. Facet 1.2 Niveau bachelor Voldoende Criteria - De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft de eindkwalificaties van de bachelor ESE vergeleken met de tien domeincompetenties van Engineering, de Dublin-descriptoren en de generieke kwalificaties van de hbo-bachelor. Het panel stelt vast dat de opleiding op overtuigende wijze heeft aangetoond dat de beschrijving van de competenties aansluit bij de domeinspecifieke competenties van Engineering en bij de Dublin-descriptoren voor het bachelorniveau. Zij heeft dit vastgelegd in het document De relatie van de beoogde eindkwalificaties en competenties met de Dublin descriptoren en generieke kwalificaties, februari 2006). Voorbeelden daarvan zijn: o de ingenieur moet beschikken over actuele en multidisciplinaire kennis op het gebied van elektrotechniek en informatica. o Hij moet een programma van eisen kunnen opstellen, embedded systemen ontwerpen en daarover kunnen communiceren met opdrachtgevers en adviezen geven. o Hij moet projectmatig kunnen werken, plannen, bijstellen op basis van evaluaties en rapporteren over de voortgang. o Hij kan in teamverband werken in multidisciplinaire settings. In het Opleidingsplan (hoofdstuk 5, 7 en 8) is dit, naar het oordeel van het panel adequaat geoperationaliseerd in criteria en niveau-indicaties. Zie ook facet 2.2 het aspect toetsing en beoordeling. Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Voldoende Criteria De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor: - mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties - een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. 16 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Er is geen landelijk vastgesteld beroepsprofiel voor de Embedded Systems-engineer. De opleiding heeft de eindkwalificaties opgesteld op basis van de beroepstaken van de ESengineer. Deze beroepstaken zijn ontleend aan een analyse van functie-eisen zoals beschreven in zestig vacatures waarin sprake is van ESE. De opleiding heeft het onderzoek beschreven in het document Vacatureonderzoek. Het panel heeft het onderzoek ingezien en stelt vast dat de competenties in overeenstemming zijn met de beschrijving van de taken. Voorbeelden van genoemde beroepscompetenties zijn het testen van complexe telecomsystemen, opstellen van functionele en technische specificaties, object oriented software ontwikkeling, programmeren tegen de hardware aan, projectmatig en klantgericht werken, real-time machinebesturing De opleiding is in het voorjaar van 2006 overleg gestart met de masteropleiding Embedded Systems van de TU Eindhoven en met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden om gezamenlijk en in overleg met bedrijven een beroepsprofiel Embedded Systems Engineer te ontwikkelen. In de eindkwalificaties wordt expliciet genoemd dat studenten in een multidisciplinaire en internationale setting moeten kunnen werken. Het door de opleiding geraadpleegde werkveld stemt in met de eindkwalificaties. Dat blijkt uit brieven van de bedrijven die het panel heeft ingezien. Het panel vindt dat het proces van consultering van het bedrijfsleven goed is opgezet en dat op de drie bedrijvendagen die de opleiding heeft georganiseerd goede en inhoudelijke discussies zijn gevoerd over de formulering van de eindkwalificaties (Samenvatting en conclusies bedrijvenconsultaties door de opleiding ESE). In facet 2.2 komt het panel terug op dit punt. Het panel maakt een onderscheid tussen instemming met de doelstellingen en instemming met de uitwerking daarvan in het beoogde programma van de opleiding. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel heeft de literatuurlijst, boeken en lesmateriaal (propedeuse) ingezien. Het panel stelt vast dat de literatuur relevant is en van voldoende hbo-niveau. NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 17

Het programma zoals dat beschreven is in het Opleidingsplan Embedded Systems Engineering (februari 2006) laat zien dat er in het eerste jaar (propedeuse) en in de jaren daarna diverse studieonderdelen zijn opgenomen waarin de praktijk aan bod komt: workshops, stage (30 EC s), projecten in samenwerking met het bedrijfsleven (75 EC s) en een afstudeerproject (30 EC s). Afstuderen vindt plaats via opdrachten in het bedrijfsleven. Uit het programma blijkt dat er voldoende aandacht is voor het verwerven van beroepsvaardigheden (Engels, projectvaardigheden). De intensieve samenwerking met het bedrijfsleven zorgt er, naar het oordeel van het panel, voor dat de opleiding de actualiteit nauwlettend zal moeten volgen. Studenten worden betrokken bij projecten die in het bedrijfsleven worden uitgevoerd. Met een groot bedrijf (Océ) zijn hierover afspraken gemaakt. Daarnaast worden studenten ook betrokken bij projecten van de lectoraten Embedded Systems, Telecommunicatie, Applied Accoustics en Mobiliteitstechnologie. Hierdoor komen studenten in contact met toegepast onderzoek. Uit het gesprek met het management blijkt dat de opleiding met de TU Eindhoven afspraken maakt over het ontwikkelen van een overstapmodule van hbo-bachelor ESE naar wo-master ESE (30 EC s). Het Instituut Engineering heeft al samenwerkingsverbanden met de TU Eindehoven op het gebied van autotechniek/werktuigbouwkunde. De ontwikkeling van een overstapminor voor meerdere engineeringopleidingen is al in een vergevorderd stadium. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende Criteria - Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. - De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Opleidingsplan geeft de opleiding een totaaloverzicht van de opleiding: de beroepscontext en de eindkwalificaties, onderwijskundige en didactische keuzes, opzet programma, samenhang tussen de onderwijseenheden en niveau van beheersing van eindkwalificaties, werkvormen, beoordelingsprogramma en toetsing en de keuzeprogramma's (minors). ESE is doorontwikkeld vanuit de variant Technische Informatica / Computertechniek (TI/CP) van de opleiding Technische Informatica (TI). In het aanvraagdossier maakt de opleiding inzichtelijk waar de ESE opleiding afwijkt van bestaande opleidingen die verwant zijn aan ESE namelijk de TI en Elektrotechniek (E). De opleiding toont daarin, naar het oordeel van het panel overtuigend aan, dat ESE op essentiële onderdelen is aangepast en in aanzienlijke mate (> 55%) is vernieuwd ten opzichte van de opleidingen TI en E. het belangrijkste element is dat er aandacht is voor zowel software ontwikkeling als kennis over hardware. 18 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering

Het panel stelt vast dat in het programma de basis voor ESE gelegd wordt in de vorm van object oriented ontwerpen. Het panel heeft kritisch gekeken naar de balans in het curriculum tussen de drie kern beroepstaken: embedded systeem ontwikkeling, hardware ontwikkeling en software ontwikkeling. De volgende aspecten zijn daarbij in overweging genomen: o is de balans die in de opleiding aan deze onderwerpen wordt gegeven in overeenstemming met de behoefte in de beroepspraktijk van de embedded systems engineer o is het nog mogelijk om voldoende diepgang aan de deelgebieden te geven door de opleiding zo breed op te zetten. Uit de gesprekken met het werkveld kwam naar voren dat juist de breedte als zeer gewenst wordt gezien en alsmede een evenredige verdeling van de aandacht in het curriculum aan de drie kerntaken. De diepgang wordt zeker als voldoende ervaren voor de beroepstaken waarin de startende embeddded systems engineer wordt ingezet. Ook het ontwikkelteam heeft het panel kunnen overtuigen dat de balans goed is en de diepgang voldoende. In het Opleidingsplan wordt het didactisch concept beschreven. De opleiding wil het leren laten plaatsvinden in de context van het beroep en via vraagsturing door de student. De reeds aanwezige kennis en ervaring zijn vertrekpunt voor het leerproces van de student. Dat betekent dat het onderwijs flexibel moet worden ingericht. De opleiding gaat, net als alle andere Engineering opleidingen van de HAN, uit van competentiegericht onderwijs waarin het verwerven van kennis en vaardigheden op een geïntegreerde wijze plaatsvindt (via reële beroepssituaties). Het Opleidingsplan bevat een model dat in Engineering wordt gebruikt voor het ontwerpen, uitvoeren en beoordelen van het leerproces. Het panel stelt vast dat het materiaal dat zij heeft ingezien en dat voor de propedeuse ESE gebruikt gaat worden, volgens deze principes is ontwikkeld. Opdrachten (in het kader van een project) gaan steeds uit van situaties die aan de praktijk zijn ontleend. In het ontwerp van de opleiding wordt uitgegaan van omvangrijke projecten (15 EC s per project) en een ondersteunend aanbod van klassikaal theorieonderwijs en workshops in kleine groepen. In de loop van de opleiding wordt van de student verwacht dat hij steeds duidelijker zelf sturing geeft aan wat hij wil (en moet) leren. Dit komt in het programma terug door de student zelf een ontwikkelplan te laten opstellen. Het plan moet hij kunnen verantwoorden (studieloopbaanbegeleiding) in het kader van de ESE competenties. Het panel stelt vast de werkvormen die in de nieuwe opleiding gebruikt gaan worden passen bij het didactisch concept. Het Opleidingsplan beschrijft uitgangspunten voor toetsing en beoordeling in een competentiegericht curriculum. In hoofdstuk 5, 7 en 8 van het Opleidingsplan zijn de uitgangspunten nader uitgewerkt in criteria en niveau indicaties. Voor elke competenties zijn situaties beschreven waarin de student moet kunnen laten zien dat hij de competentie beheerst op een niveau die past bij de fase van de opleiding (beginnend, gevorderd en startbekwaam). Voor alle onderdelen van het programma is beschreven aan welke competenties de student werkt, welke indicator voor toetsing van toepassing is en welk beroepsproduct de student moet leveren (een prototype, een werkverslag, een presentatie, et cetera) als bewijs dat hij de competentie beheerst. Het panel stelt vast dat de beschrijving van indicatoren en niveaus voor alle fasen in de opleiding een goede NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering 19

basis biedt voor het ontwerpen van adequate toetsen. Mede ook door de onderverdeling in drie niveaus van beheersing van de competenties. Voor de opbouw van het programma betekent dit een ontwikkeling van kleine naar grote opdrachten, van duidelijk omschreven opdrachten naar open opdrachten, van intensieve begeleiding in de propedeuse naar begeleiding op afstand in de latere jaren. Uit het overzicht blijkt dat de eindkwalificaties en het programma goed met elkaar sporen. Het panel heeft een goed beeld gekregen van de opbouw van het programma: waar in het programma wordt gewerkt aan welke competenties en op welk niveau. Het panel stelt vast dat het proces van consultering van het bedrijfsleven met betrekking tot instemming met het programma serieus is gedaan. Uit het opleidingsplan dat het panel heeft beoordeeld, blijkt dat opmerkingen vanuit het werkveld over het belang van kennis van actuatoren en sensoren en kennis van wis- en natuurkunde in beperkte mate zijn verwerkt. Uit gesprekken met het opleidingsmanagement en docenten blijkt dat de opleiding overweegt de module Databases en automatisering (gepland in het vierde jaar) te laten vervallen (of onder te brengen in een minor) ten gunste van aandacht voor actuatoren en sensoren. Het discussiepunt database versus actuatoren en sensoren is voor het werkveld (en ook voor het panel) geen principiële kwestie. Op dit moment heeft kennis van databases (als extra aandachtspunt) geen prioriteit bij het ESE werkveld. Door de snelle ontwikkelingen in het veld zou extra aandacht voor databases over vier jaar echter wel prioriteit kunnen hebben, aldus het panel. Het panel en vertegenwoordigers van het werkveld met wie het panel sprak, benadrukken het belang van het hebben van voldoende basiskennis van de wis- en natuurkunde. Het panel constateert dat in het programma wiskunde wel en natuurkunde niet expliciet wordt benoemd. Studenten zullen de basiskennis van natuurkunde via zelfstudie moeten verwerven. Als studenten daar behoefte aan hebben, kunnen ze extra instructie krijgen van vakdocenten (zie ook facet 2.4). De opleiding besteedt in het programma bewust weinig aandacht aan de domeincompetenties van Engineering 'Beheren en onderhouden' en Inrichten en optimaliseren. Dit is volgens de opleiding in overeenstemming met de functie-inhoud van de ES-engineer, die niet gericht is op beheren en onderhouden van systemen en het inrichten en optimaliseren van bedrijfsprocessen. Het panel onderschrijft dit. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende Criteria - Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Opleidingsplan geeft de opleiding haar visie op de samenhang tussen de onderwijseenheden van het programma ESE en het niveau waarop de eindkwalificaties beheerst dienen te worden (beginnend niveau, gevorderd niveau en startbekwaam). In een overzicht is weergegeven hoe en waar in het vierjarig programma gewerkt wordt aan 20 NQA - visitatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - TNO, opleiding Embedded Systems Engineering