Jaarverslag 2010 Pensioenfonds ING



Vergelijkbare documenten
Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Najaarsbijeenkomst Vereniging Senioren ING Regio Rotterdam/Zeeland

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Jaarverslag 2009 Pensioenfonds ING

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Terugblik 2011 in cijfers

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds ING

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Communicatiekalender 2017 en 2018

Verkort jaarverslag 2013

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

stichting pensioenfonds wonen

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

Stichting Pensioenfonds SABIC

VOORGENOMEN LIQUIDATIE PENSIOENFONDS

Extra informatie pensioenverlaging

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

TRANSPARANTIEDOCUMENT

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds.

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Functieprofiel bestuurs- en commissielid namens pensioengerechtigden Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Code Rechtstreeks verzekerde regelingen

Nieuwsbrief van uw pensioenfonds

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Nieuwsbrief van uw pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

Communicatieplan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Nieuwsbrief van uw pensioenfonds

Verkort jaarverslag 2012

Informatiebijeenkomst deelnemers SPF april 2015

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Nieuwsbrief van uw pensioenfonds

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking

Stichting Norit Pensioenfonds

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen.

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Vraag-antwoord voor Pensioenfonds ANWB

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Deelnemersbijeenkomst

Communicatiestrategie en -beleid Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bewaar deze brief en de bijbehorende brochure zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Financieel crisisplan

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Hoe is uw pensioen geregeld?

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

Later AOW en pensioen

7 VERBOND VAN VERZEKERAARS

Verkort Jaarverslag 2014

Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 15 Oktober Stichting Pensioenfonds Invista

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Transcriptie:

Jaarverslag 2010 Pensioenfonds ING

Stichting Pensioenfonds ING Stichting Pensioenfonds ING Locatiecode HP B 03.028 Postbus 93077, 2509 AB Den Haag Telefoon: 070-513 75 43 Telefax: 070-513 09 84 Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41214453

2

Inhoud Pagina Profiel 2010 5 Kerncijfers 7 Voorwoord 9 1. Bestuursverslag 1.1 Bestuur 11 1.2 Het jaar 2010 in het kort 15 1.3 Verzekerden 16 1.4 Pensioenreglementen 22 1.5 Financiële positie 23 1.6 Beleggingen 26 1.7 Goed pensioenfondsbestuur 39 1.8 Risicomanagement 40 1.9 Gebeurtenissen na balansdatum 41 2. Jaarrekening 2010 2.1 Balans per 31 december 2010 44 2.2 Staat van baten en lasten 46 2.3 Kasstroomoverzicht 48 2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 49 2.5 Toelichting op de balans per 31 december 2010 54 2.6 Toelichting op de staat van baten en lasten per 31 december 2010 62 2.7 Actuariële analyse 67 2.8 Risicoparagraaf 68 3. Overige gegevens 3.1 Overeenkomsten 79 3.2 Bestemming Saldo van baten en lasten 79 3.3 Oordeel Verantwoordingsorgaan 80 Reactie Bestuur op oordeel Verantwoordingsorgaan 83 3.4 Actuariële verklaring 84 3.5 Controleverklaring 85 3.6 Personalia per 31 december 2010 86 Jaarverslag 2010 3

4

Profiel 2010 Stichting Pensioenfonds ING (het fonds) is op 1 januari 1995 opgericht en is statutair gevestigd te Amsterdam. De doelstelling van het fonds luidt als volgt: Het Pensioenfonds heeft ten doel Pensioenen en/of andere uitkeringen te verstrekken ter zake van ouderdom en arbeidsongeschikt heid en ter zake van overlijden van Deelnemers of Gewezen Deelnemers, overeenkomstig de bepalingen van de Pensioenreglementen. Gegeven deze doelstelling streeft het fonds naar het op lange termijn nakomen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten tegen een acceptabele premie. Het fonds voert negen pensioenregelingen uit die gelden voor de (oud) ING-medewerkers in Nederland. Daarvoor administreert het fonds de pensioenaanspraken, betaalt deze uit, belegt en beheert het fondsvermogen. Bestuur Het Bestuur van het fonds is verantwoordelijk voor het besturen van het fonds, het adequaat voorlichten van de verzekerden, het uitvoeren van de door de aangesloten ondernemingen aangegane pensioentoezeggingen, het voeren van het financiële beheer, het beheer van het vermogen en het beheersen van de risico s die het fonds loopt. Het Bestuur bestaat uit acht personen. ING Nederland (tevens: de Werkgever) benoemt vier bestuursleden; de Deelnemers in de Deelnemersraad benoemen drie bestuursleden en de Pensioengerechtigden kiezen één bestuurslid. Op 31 december 2010 kende het Bestuur de volgende commissies: Commissie Balansbeheer; Commissie Governance en Audit; Pensioencommissie; Geschillencommissie; en Commissie Splitsing (ad-hoc commissie, vanaf 16 april 2010). Deelnemersraad De Deelnemersraad behartigt de belangen van de Deelnemers, de Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden ten aanzien van de uitvoering door het fonds van de rechten die zij in Stichting Pensioenfonds ING opbouwen of hebben opgebouwd. De Deelnemersraad brengt gevraagd advies uit over aangelegenheden die het fonds betreffen, zoals advies over wijziging van de pensioenreglementen en over het vast stellen van het jaarverslag. Daarnaast kan de Deelnemersraad ook uit eigen beweging advies uitbrengen. De Deelnemersraad bestaat uit zestien leden. In januari 2010 is de zittingstermijn van vier jaar van de nieuwe Deelnemersraad begonnen. De Deelnemersraad bestaat uit elf leden gekozen door en uit de Deelnemers en vijf leden gekozen door en uit de Pensioengerechtigden. Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan oordeelt over het gevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Ook kijkt het Verantwoordingsorgaan of het Bestuur zich aan de Principes van goed pensioenfondsbestuur houdt en of het Bestuur bij het nemen van besluiten met alle belanghebbenden rekening houdt. Het Verantwoordingsorgaan brengt gevraagd advies uit over onder andere de vorm en inrichting van het interne toezicht en het communicatiebeleid. Daarnaast kan het Verantwoordingsorgaan ook uit eigen beweging advies uitbrengen. In het Verantwoordingsorgaan zijn alle bij het fonds betrokken geledingen vertegenwoordigd. Twee leden vertegenwoordigen de Deelnemers, twee leden vertegenwoordigen de Pensioengerechtigden en twee leden vertegenwoordigen de Werkgever. Jaarverslag 2010 5

Uitvoeringsorganisaties Het Bestuur heeft de uitvoering van het vermogensbeheer, de pensioenadministratie en de financiële administratie uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties, die moeten voldoen aan hoge eisen van deskundigheid, integriteit en risicobeheersing. Vermogensbeheer ING Asset Management B.V., ING Real Estate Investment Management Ltd, Russell Investments Ltd, FRM Investment Management Ltd, AZL Vermogensbeheer B.V., Cardano Risk Management B.V., Cardano Structuring B.V. en Sail Advisors Ltd voeren het vermogensbeheer uit. Actuaris Mercer Certificering B.V. is belast met de actuariële certificering en brengt rapport uit aan het Bestuur over de controle van de berekeningen van de pensioenverplichtingen, de actuariële analyse van de resultaten en de beoordeling van de financiële positie van het fonds. Aon Hewitt draagt zorg voor het actuariële advies. Adviseurs Externe adviseurs staan de Commissie Balansbeheer en de Pensioencommissie bij. Pensioenadministratie en financiële administratie AZL N.V. voert de pensioenadministratie en de financiële administratie uit. Bestuursbureau Het Bestuursbureau, onder leiding van de Directeur, ondersteunt het Bestuur bij de uitoefening van zijn taken. Het Bestuursbureau is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en een aantal uitvoerende taken op de gebieden governance en organisatie, pensioenreglementen, risicomanagement, vermogensbeheer, control en externe verantwoording. Daarnaast ondersteunt het Bestuursbureau de verschillende organen van het fonds. Tevens houdt het Bestuursbureau toezicht op de werkzaamheden die zijn uitbesteed aan de diverse uitvoeringsorganisaties. Compliance Officer Het Nederlands Compliance Instituut voert de controle op de naleving van de wet- en regelgeving en de Gedragscode uit. Accountant Ernst & Young Accountants LLP fungeert als externe accountant en geeft in die hoedanigheid de controleverklaring af bij de gepubliceerde jaarrekening. De accountant voert hiertoe de noodzakelijk geachte controles uit en rapporteert zijn bevindingen aan het Bestuur. 6

Kerncijfers 2010 2009 2008 2007 2006 Voorzieningen en reserves (in miljoenen euro) Voorziening pensioenverplichtingen 1) 11.527 10.267 10.154 7.655 7.665 Reserves 2.176 1.715 689 3.239 2.595 Totale beleggingen 2) 13.664 11.881 9.958 10.455 10.325 Dekkingsgraad (%) 3) 118,9 116,7 106,8 142,0 135,6 Baten en lasten (in miljoenen euro) Bijdragen 4) 344 490 1.651 928 505 Beleggingsresultaten 1.731 962-1.375-125 486 Pensioenuitkeringen 336 318 290 259 235 Resultaat 460 1.026-2.550 321 595 Rendement op Beleggingen (%) Totale portefeuille 11,3 15,2-12,2-1,1 5,3 Benchmark 10,9 15,2-8,1-1,3 4,2 Marktrente verplichtingen 3,5 3,9 3,5 4,8 4,0 Aantal verzekerden einde boekjaar Deelnemers 29.084 30.711 31.941 33.141 36.192 Gewezen Deelnemers 29.788 28.017 27.005 26.489 23.392 Totaal Pensioengerechtigden, waarvan: 16.118 15.364 14.369 14.887 14.189 Ouderdomspenioen 11.638 11.005 10.134 9.671 9.052 Nabestaandenpensioen 4.480 4.359 4.235 4.112 3.968 Arbeidsongeschiktheidspensioen 5) 1.104 1.169 Dubbeltelling gerechtigden op arbeidsongeschikt- Totaal verzekerden 74.990 74.092 73.315 74.517 73.773 heidspensioen 1.104 1.169 Totaal verzekerden (exclusief dubbeltellingen) 74.990 74.092 73.315 73.413 72.604 1) De Voorzieningen ultimo 2010, 2009, 2008 en 2007 zijn berekend tegen de marktrente volgens de rentetermijnstructuur. De Voorziening ultimo 2006 is berekend tegen 4%. 2) De bedragen zijn inclusief derivaten (2010: 425 miljoen negatief ). 3) De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het fonds (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen). 4) De Kostendekkende premie voor 2010 bedraagt 316 miljoen (2009: 482 miljoen). 5) Met ingang van 2008 zijn de Pensioengerechtigden met een arbeidsongeschiktheidspensioen begrepen in de andere categorieën. Hierdoor is er geen sprake meer van een dubbeltelling. Jaarverslag 2010 7

8

Voorwoord 2010 was een druk en enerverend jaar voor de pensioenfondsen. De kredietcrisis, die in 2008 een aanvang nam, heeft de aanzet gegeven tot een discussie over de toekomstbestendigheid van het Nederlandse aanvullende pensioenstelsel. Het kabinet Balkenende gaf in 2009 het startsein voor deze discussie door de instelling van de commissies Don, Frijns en Goudswaard, die begin 2010 hun rapporten hebben uitgebracht. Door het voortijdig aftreden van het kabinet Balkenende bleef politieke menings- en besluitvorming echter achterwege. Sociale partners in de Stichting van de Arbeid (STAR) gingen evenwel door met de discussie over het pensioenstelsel. Dit mondde uit in het Pensioenakkoord van 4 juni 2010. De aanbevelingen uit de rapporten geschreven door de commissies Don, Frijns en Goudswaard zijn ook van belang voor Pensioenfonds ING. De aanbevelingen van de commissie Don zijn in het Besluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen verwerkt en gelden vanaf 2012. De aanbevelingen van de commissies Frijns en Goudswaard zijn in het Bestuur behandeld en daar waar het fonds extra maatregelen diende te nemen, zijn deze door het Bestuur geïmplementeerd. De aanbevelingen zijn gedurende het jaar meermaals in bestuursvergaderingen en commissies aan de orde geweest. Het Pensioenakkoord en de daarop volgende ontwikkelingen zijn door het Bestuur gevolgd. Ook is aan het Pensioenakkoord een beleidsmiddag gewijd. De dekkingsgraden van de Nederlandse pensioenfondsen stonden in 2010 onder druk vanwege de verder dalende lange rente, de dalende aandelenkoersen en de stijgende levensverwachtingen. De dekkingsgraad van Pensioenfonds ING is in 2010 licht gestegen van 116,7% naar 118,9%. Het fonds heeft in 2010 1,5% aan de Voorziening pensioen verplichtingen toegevoegd naar aanleiding van de gewijzigde Sterftetafels van het Actuarieel Genootschap, de AG-tafel 2010-2060. Het fonds had in 2009 reeds 4% aan de Voorziening pensioenverplichtingen toegevoegd. De maatregelen die het Bestuur in 2009 heeft ingevoerd, te weten de afdekking van het renterisico en een belangrijk deel van het aandelen risico, zorgen ervoor dat de dekkingsgraad van het fonds een relatief stabiele ontwikkeling heeft vertoond. Een belangrijke ontwikkeling in 2010 was de voorbereiding van ING op een mogelijke splitsing van de bank- en ver zekeringsactiviteiten per 1 januari 2011. Ter voorbereiding op de splitsing zijn de dienstverbanden van de medewerkers van ING gewijzigd. Deze wijziging heeft gevolgen gehad voor de Uitvoeringsovereenkomst tussen ING en het fonds, maar ook andere fondsdocumenten moesten aan deze nieuwe situatie worden aangepast. Materiële wijzigingen hebben zich niet voorgedaan. Het Bestuur heeft een commissie ingericht om het Bestuur bij te staan bij de voorbereiding op de mogelijke gevolgen van de feitelijke splitsing voor het fonds. In september 2010 heeft het Bestuur het project om de pensioenadministratie op orde te brengen afgerond. Na afronding van het project heeft een externe accountant de pensioenadministratie gecontroleerd. De accountant heeft hierbij geen structurele fouten in de pensioenadministratie aangetroffen. Op 7 oktober 2010 kwam het fonds in het nieuws door een publicatie in het Financieele Dagblad. Aanleiding was het bekend worden van de voorlopige bevindingen van het onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) naar het beleggingsbeleid en de organisatie van het vermogensbeheer van het fonds. Het fonds heeft de voorlopige bevindingen met DNB besproken, waarna DNB de bevindingen definitief heeft gemaakt. Het Bestuur heeft in het eerste kwartaal van 2011 aan DNB laten weten welke maatregelen het heeft genomen om de bevindingen te adresseren. Jaarverslag 2010 9

Het fonds heeft in 2010 voor het eerst een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Het Bestuur gaat de uitkomsten van dit onderzoek gebruiken voor het ver beteren van de communicatie met de verzekerden van het fonds. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat de onderzochten het fonds gemiddeld met een 7,6 waardeerden. In 2011 zal het fonds wederom een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Het Bestuur bouwt met vertrouwen verder aan het realiseren van de doelstelling van het fonds: het streven naar het op lange termijn nakomen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten tegen een acceptabele premie. De verhogingen van het pensioen voor Pensioen - gerechtigden en Gewezen Deelnemers zijn voorwaardelijk. Het fonds kan de opgebouwde pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen alleen verhogen indien de Werkgever de daarvoor benodigde middelen ter beschikking stelt. De Pensioengerechtigden en de Gewezen Deelnemers, waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient, ontvingen in januari 2010 geen verhoging van hun ingegane pensioenen respectievelijk opgebouwde pensioenaanspraken. Ook in 2011 ontvingen de Pensioengerechtigden en de Gewezen Deelnemers, waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient geen verhoging van hun ingegane pensioenen respectievelijk opgebouwde pensioenaanspraken. Het fonds heeft in maart 2011 de Pensioengerechtigden hierover geïnformeerd. Het fonds heeft hiertoe moeten besluiten omdat de Werkgever de benodigde middelen voor verhoging van de pensioenen niet beschikbaar heeft gesteld. Het Bestuur is van mening dat de Werkgever deze middelen aan het fonds ter beschikking dient te stellen voor de toeslagen per 1 januari 2011. Dit verschil van inzicht zal aan drie kantonrechters in een procedure bij de kantonrechter ingevolge artikel 96 Rechtsvordering worden voorgelegd. De drie kantonrechters zullen dit verschil van inzicht bestuderen en een bindende uitspraak doen. Het Bestuur spreekt zijn dank uit aan al degenen die zich in het afgelopen jaar hebben ingezet voor het fonds. In het bijzonder dankt het Bestuur de leden van de Deelnemersraad die zich, in hun eerste zittingsjaar, onder andere met de advisering in het kader van de Uitvoeringsovereenkomst inzake de wijziging van het formeel werk geverschap hebben beziggehouden. 10

1. Bestuursverslag 1.1 Bestuur Het jaar 2010 stond voor pensioenfondsen in Nederland in het teken van de gevolgen van de kredietcrisis die in 2008 een aanvang nam en van de toekomstbestendigheid van de pensioentoezeggingen. De voorgenomen splitsing van het ING-concern was in 2010 een belangrijke ontwikkeling voor het fonds. Bestuurssamenstelling In 2010 heeft een aantal wijzigingen in de samenstelling van het Bestuur plaatsgevonden. De zittingstermijn van de heer J.T. Postmus (benoemd door de Werkgever) liep per 31 december 2009 af. Per 1 januari 2010 is de heer Postmus benoemd tot bestuurslid als vertegenwoordiger van de Deelnemers. De heer H.A. Koemans is per 18 mei 2010 benoemd als bestuurslid (benoemd door de Werkgever). De zittingstermijn van de heer P.C. de Bruijne (benoemd door de Werkgever) en de heer R. Oosterhout (benoemd door de Deelnemers in de Deelnemersraad) liep per 31 december 2010 af. Beiden zijn door de Werkgever respectievelijk de Deelnemersraad herbenoemd. Per 31 december 2010 heeft de heer J.L. van der Giessen (benoemd door de Werkgever) het Bestuur verlaten in verband met het aanvaarden van een nieuwe functie bij ING Investment Management. Het Bestuur dankt de heer Van der Giessen voor zijn inzet en betrokkenheid bij het fonds. De heer Van der Giessen heeft gedurende zijn zittingsperiode onder meer deelgenomen aan de Commissie Governance en Audit. Bestuursactiviteiten Het Bestuur draagt er zorg voor dat het fonds handelt ten behoeve van alle belanghebbenden bij het fonds en weegt bij zijn besluitvorming alle belangen op een zorgvuldige en evenwichtige wijze af. De belang hebbenden bij het fonds zijn de Deelnemers, de Gewezen Deelnemers, de Pensioengerechtigden en de Werkgever. Het Bestuur heeft in 2010 negen keer vergaderd. De verschillende commissies van het Bestuur zijn in 2010 regelmatig bijeengekomen om de adviezen aan het Bestuur voor te bereiden. Vaste agendapunten op de bestuursvergaderingen waren de externe ontwikkelingen, beleidszaken, monitoring, inrichten van de organisatie en aangelegenheden met betrekking tot de belanghebbenden en de toezichthouders. Onderwerpen die in 2010 bij deze agendapunten aan de orde kwamen zijn: de splitsing van het ING-concern; het risicomanagement en de financiële positie; de pensioenadministratie; het onderzoek van DNB naar het beleggingsbeleid van het fonds; de aanbevelingen van de Visitatiecommissie; de aanbevelingen van de Commissies Frijns en Goudswaard; en het Pensioenakkoord. Een toelichting op deze onderwerpen volgt hieronder. Voorbereiding op de splitsing van het ING-concern In 2009 kondigde de Werkgever aan een splitsing aan te brengen tussen de bank- en de verzekerings activiteiten. Het Bestuur heeft daarop een tweetal hoofdpunten geformuleerd die aandacht verdienen in het kader van de aangekondigde splitsing. Het betreft de onderwerpen toeslagverlening en bij- en terugstortingen. Het Bestuur is bereid om met de Werkgever nieuwe financierings afspraken te maken met betrekking tot de toeslag verlening met dien verstande dat het zekerheidsniveau voor de verzekerden gelijk blijft. Het Bestuur heeft deze hoofd punten onder de aandacht gebracht van de Deelnemersraad, de Vereniging Senioren ING (VSI), de vakbonden en de Werkgever. Een onderdeel van het ING-project inzake de splitsing is het wijzigen van het dienstverband van de medewerkers Jaarverslag 2010 11

die onder de ING-CAO vallen. Vrijwel al deze medewerkers hadden tot 1 januari 2011 een dienstverband met ING Personeel VOF. Als voorbereiding op de splitsing van het ING-concern zijn deze medewerkers per 1 januari 2011 in dienst getreden van de volgende vennootschappen: ING Bank Personeel B.V. WestlandUtrecht Personeel B.V. ING Verzekeringen Personeel B.V. ING Investment Management Personeel B.V. Omdat het fonds een Uitvoeringsovereenkomst had met onder andere ING Personeel VOF en niet met de vier hierboven genoemde vennootschappen moesten de nieuwe vennootschappen tot de Uitvoeringsovereenkomst toetreden. Om het Bestuur hierover te kunnen adviseren en bij te staan bij de voorbereiding op de mogelijke gevolgen van de splitsing voor het fonds is een ad-hoc commissie in het leven geroepen onder de naam Commissie Splitsing. Centrale Ondernemingsraad, de vakbonden, de Werkgever en DNB. Risicomanagement en financiële positie Het fonds heeft het renterisico en een belangrijk deel van het aandelenrisico afgedekt. Deze beschermingsmaatregelen hebben ertoe bijgedragen dat de dekkingsgraad in 2010 relatief stabiel is gebleven. Ultimo 2010 bedroeg de dekkingsgraad van het fonds 118,9% ten opzichte van een dekkingsgraad van 116,7% ultimo 2009. Door de beschermings maatregelen profiteert het fonds minder van een stijging van de rente of aandelenmarkt. Echter in dalende markten heeft het fonds profijt van deze beschermings maatregelen en daalt de dekkingsgraad minder hard dan het geval zou zijn geweest als het fonds deze maatregelen niet had getroffen. De Commissie Splitsing heeft zich allereerst gebogen over de vraag wat de wijziging van het formeel werkgeverschap per 1 januari 2011 betekent voor de Uitvoeringsovereenkomst. Uitgangspunt van de Werkgever bij de wijziging van het formeel werkgeverschap was dat de werknemers hiervan geen gevolgen zullen onder vinden en dat ook voor het fonds geen materiële wijzigingen zullen optreden. De vier nieuwe Personeels BV s zijn per 1 januari 2011 tot de Uitvoeringsovereenkomst toegetreden. Tevens is een artikel opgenomen, waarin is bepaald welke aangesloten onderneming(en) welke verplichtingen moet(en) nakomen. De wijziging van formeel werkgeverschap heeft eveneens geleid tot wijziging van de statuten, de pensioen reglementen en de actuariële en bedrijfs technische nota. Deze fonds documenten zijn, na advies van de Deelnemersraad, eind 2010 vastgesteld. Naast het aanpassen van de fondsdocumenten heeft de Commissie Splitsing zich in 2010 verdiept in de juridische, financiële, communicatieve, administratieve en governance aspecten die aan de orde kunnen zijn voor het fonds bij een splitsing van het ING-concern. Het Bestuur is zich er van bewust dat de initiatieven van de Werkgever op het vlak van een splitsing een grondige en tijdige voorbereiding door het fonds noodzakelijk maken. In dit verband heeft deze commissie in 2010 meerdere keren overleg gevoerd met externe adviseurs, de Deelnemersraad, de VSI, de 12

Figuur 1. De dekkingsgraad van Pensioenfonds ING ten opzichte van de gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen in Nederland (kwartaalultimocijfers) 125 120 115 110 105 100 95 90 Q4 2008 Q1 2009 Q2 2009 Q3 2009 Q4 2009 Q1 2010 Q2 2010 Q3 2010 Q4 2010 Gemiddelde dekkingsgraad pensioenfondsen (bron: DNB) Dekkingsgraad Pensioenfonds ING Pensioenadministratie Bij de overgang van de pensioenadministratie van ING Pension Services B.V. naar AZL N.V. bleek dat de pensioen administratie onvolkomenheden bevatte met betrekking tot de juistheid en volledigheid van de in de pensioen administratie opgenomen verzekerden en de aan hen toegezegde rechten. In 2009 is het Project Podia gestart om deze onvolkomenheden op te lossen, zodat de toegezegde rechten van de verzekerden juist worden geadministreerd en het fonds de verzekerden tijdig en juist kan informeren. Het Bestuur heeft in 2010 drie keer met de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB overleg gevoerd over de voortgang van het project. goede pensioenadministratie is een onmisbare basis voor het informeren van onze verzekerden. Daarom zal het fonds blijvend werken aan een correcte en actuele administratie. Onderzoek DNB In de maanden april, mei en juni 2010 heeft DNB onderzoek gedaan naar het beleggingsbeleid en de organisatie van het vermogensbeheer van het fonds. Op 7 oktober 2010 kwam het fonds in het nieuws door een publicatie in het Financieele Dagblad. Aanleiding was het bekend worden van de voorlopige bevindingen van het DNB-onderzoek. Het Bestuur betreurt het feit dat de voorlopige bevindingen op deze manier zijn geopenbaard. In september 2010 is het Project Podia afgerond. Daarvoor zijn circa 13.000 dossiers van verzekerden gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd dan wel aangevuld. Na afronding van het Project Podia is de pensioenadministratie door een externe accountant gecontroleerd. De accountant heeft de bestanden uit de pensioenadministratie geanalyseerd en onderzocht in hoeverre de aanspraken juist worden geregistreerd. De externe accountant heeft hierbij geen structurele fouten in de pensioen administratie aangetroffen. Daarnaast heeft de accountant vastgesteld dat de opschoningswerkzaamheden op een goede manier zijn uitgevoerd. Een kwalitatief Het Bestuur heeft de voorlopige bevindingen bestudeerd en in november met DNB besproken. Het fonds heeft het definitieve rapport in december 2010 ontvangen. DNB heeft gesteld dat het fonds voor 1 maart 2011 een aantal in het rapport beschreven bevindingen dient te adresseren. Het Bestuur streeft er steeds naar het vermogensbeheer en het risicobeheer naar de hoogste standaarden in te richten. Het fonds heeft in december een project ingericht om de bevindingen van DNB tijdig te adresseren. Het Bestuur heeft in het eerste kwartaal van 2011 aan DNB laten weten welke maatregelen het heeft genomen. Jaarverslag 2010 13

Aanbevelingen Visitatiecommissie In 2009 heeft het fonds een visitatie laten uitvoeren. Het oordeel van de Visitatiecommissie is in het jaarverslag 2009 opgenomen. Naast een oordeel heeft de Visitatiecommissie haar bevindingen in een rapport verwerkt. Dit rapport heeft de Visitatiecommissie begin 2010 aan het Bestuur verstrekt. Het Bestuur heeft de bevindingen van de Visitatiecommissie besproken en de aanbevelingen zijn door de daarvoor verantwoordelijke bestuurs commissies opgepakt. Aanbevelingen Commissie Frijns en Commissie Goudswaard In het kader van de discussie over de toekomstbestendigheid van het Nederlandse pensioenstelsel zijn in opdracht van de regering door twee commissies onderzoeken verricht. Begin 2010 zijn de rapporten van deze commissies verschenen, te weten de Commissie Frijns en de Commissie Goudswaard. De Commissie Frijns heeft gekeken naar de wijze waarop het beleggingsbeleid, risicobeheer, de uitvoering en governance van pensioenfondsen zich sinds 1990 hebben ontwikkeld. De Commissie Goudswaard heeft gekeken naar structurele ontwikkelingen, zoals de ver grijzing en de consequenties hiervan op het pensioenstelsel. In de rapporten van de Commissie Frijns en de Commissie Goudswaard zijn aanbevelingen aan pensioenfondsen gedaan. Deze aanbevelingen zijn in de Commissie Balansbeheer en de Commissie Governance en Audit behandeld. Vastgesteld is welke aanbevelingen op het fonds van toepassing zijn. Het Bestuur heeft ver volgens de twee commissies verzocht zorg te dragen voor de implementatie van eventuele extra maatregelen die het fonds dient te nemen. Het Bestuur is in 2010 regelmatig over de voortgang geïnformeerd. Pensioenakkoord Op 4 juni 2010 hebben de sociale partners in de Stichting van de Arbeid een Pensioenakkoord gesloten ter waarborging van een toekomstbestendig pensioenstelsel. De sociale partners stelden in het Pensioenakkoord voor om naast het, op de huidige Pensioenwet gebaseerde, nominale kader een zogenaamd reëel kader te ontwikkelen, waarbinnen de pensioentoezegging afhankelijk wordt gemaakt van de stijging van de levensverwachting en de ontwikkelingen op de financiële markten. Ook hebben de sociale partners afgesproken de pensioenkosten te stabiliseren. Hiertoe moeten de pensioencontracten worden aangepast voor de effecten van de stijgende levensverwachting en schokbestendig worden gemaakt. Ook het regeerakkoord van het kabinet Rutte onderschrijft het belang van een toekomstbestendig pensioenstelsel. De regering gaat, in overleg met de sociale partners en de toezichthouders, na welke aanpassingen in de pensioenwetgeving en in het bijzonder in het Financieel Toetsingskader nodig zijn om pensioencontracten met voorwaardelijke aanspraken mogelijk te maken en welke communicatievoorschriften nodig zijn. De overgangsproblematiek is daarbij een belangrijk aandachtspunt. De regering heeft aangegeven dat de te maken afspraken deel kunnen uitmaken van de afspraken tussen het kabinet en de sociale partners in het kader van een in 2011 te sluiten sociaal akkoord. Het Pensioenakkoord zal naar verwachting leiden tot nieuwe pensioenregelingen en een verschuiving van risico s van de werkgevers naar de verzekerden van de pensioenfondsen. Overleg met Werkgever en organen van het fonds Het Bestuur heeft in 2010 twee keer met de Werkgever overlegd, twee keer met de Deelnemersraad en twee keer met het Verantwoordingsorgaan. Daarnaast heeft een delegatie van het Bestuur, op uitnodiging van de Deelnemersraad, een beleidsdag van de Deelnemersraad bijgewoond. Het Verantwoordingsorgaan was hierbij eveneens vertegenwoordigd. Tijdens deze beleidsdag is onder andere gesproken over de pensioenadministratie, de stand van zaken van het DNB-onderzoek, de toeslagverlening en de voorbereiding op de splitsing van het ING-concern. Deskundigheid Het Bestuur heeft in 2010 invulling gegeven aan de uitgangspunten van het deskundigheidsplan, dat in 2009 is opgesteld. In 2010 heeft het Bestuur drie beleidsdagen georganiseerd. De beleidsdagen stonden in het teken van: de juridische aspecten van de splitsing van een pensioenfonds; het pensioenakkoord; en het beheren van marktrisico s van een pensioenfonds. 14

Daarnaast hebben leden van het Bestuur deelgenomen aan themadagen op het gebied van governance, risicomanagement en beleggen. Ook zijn individuele sessies voor leden van het Bestuur georganiseerd op het gebied van pensioenreglementen en pensioensoorten. heeft het Pensioenloket 35.068 vragen (41.701 in 2009) over deze en andere pensioengerelateerde onderwerpen beantwoord. De Pensioenplanner is in 2010 met een aantal functionaliteiten uitgebreid. Een toelichting op deze onderwerpen staat in paragraaf 1.3. In juni 2010 heeft het Bestuur een extern bureau de deskundigheid van het Bestuur laten toetsen en heeft een evaluatie van het functioneren en van de competenties van de bestuursleden plaatsgevonden. De uitkomsten van de deskundigheidstoetsing laten zien dat voor ieder wettelijk gedefinieerd aandachtsgebied meer dan twee bestuursleden beschikken over de benodigde deskundigheid. Daarmee voldoet het Bestuur aan de in de Pensioenwet gestelde deskundigheidseisen. 1.2 Het jaar 2010 in het kort In het jaar 2010 was wederom de ontwikkeling van de dekkingsgraad bij pensioenfondsen één van de centrale thema s. De ontwikkelingen op de financiële markten maakten dat de groei van de beleggingen de groei van de pensioenverplichtingen niet kon bijhouden, met als gevolg dalende dekkingsgraden bij pensioenfondsen in de eerste drie kwartalen van 2010. Door de eerder genomen beschermingsmaatregelen kon die teruggang voor het fonds beperkt blijven. In het vierde kwartaal herstelden de markten zich enigszins. Uiteindelijk is de dekkingsgraad van het fonds in 2010 gestegen tot 118,9% op 31 december 2010 (was 116,7 op 31 december 2009). De ontwikkeling van het aantal verzekerden laat een geringe stijging zien. Het aantal Pensioengerechtigden is in 2010 met 6% toegenomen; het aantal Deelnemers is net als in 2009 gedaald met 5%. In 2010 is het project om de pensioenadministratie op orde te brengen met succes afgerond. In het kader van de dialoog met de verzekerden heeft het fonds in 2010 één deelnemers panel georganiseerd en een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Het fonds heeft de verzekerden in 2010 geïnformeerd over de toeslagverlening, het Toeslagenlabel, waardeoverdrachten en over life-events (belangrijke gebeurtenissen in het leven met pensioengevolgen). De Deelnemers van het fonds hebben in 2010 een Uniform Pensioen Overzicht ontvangen en de Pensioengerechtigden een pensioenoverzicht. In 2010 Het Bestuur heeft de negen pensioenregelingen, die het fonds uitvoert, aangepast aan de situatie dat er per 1 januari 2011 vier nieuwe vennootschappen als Werkgever tot de Uitvoeringsovereenkomst toetraden. In 2009 heeft de Werkgever plannen bekend gemaakt om een nieuwe pensioenregeling in te voeren. Het hiervoor opgestarte traject is na het eerste kwartaal in 2010 niet voortgezet. Deelnemers van het fonds konden in 2010 wederom advies vragen over hun persoonlijk pensioen bij RVS Levensverzekeringen N.V. en ING Assurantiekantoren Nederland B.V. Acht verzekerden hebben een geschil aan het Bestuur voorgelegd omdat zij van mening zijn dat zij bij de toepassing van de pensioenreglementen in hun rechten jegens het fonds zijn geschaad. Een toelichting op deze onderwerpen staat in paragraaf 1.4 (pensioenreglementen). De turbulente ontwikkelingen op de financiële markten en de ontwikkeling van de lange rente in het bijzonder maakten dat ook in 2010 de financiële positie van het fonds centraal stond voor het Bestuur. Het Bestuur heeft een Asset Liability Management-studie (ALM-studie) laten uitvoeren en heeft op grond hiervan besloten om de ALMassetmix op hoofdcategorieën en de overige strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid niet te wijzigen. De pensioenverplichtingen nemen toe doordat Nederlanders gemiddeld langer leven. In de dekkingsgraad van het fonds is de verwachte stijging van de pensioenverplichtingen met in totaal 5,5% verwerkt. Van die 5,5% was 4% al in de verplichtingen ultimo 2009 verwerkt. Paragraaf 1.5 beschrijft de financiële positie van het fonds en geeft een toelichting op de ontwikkeling van de dekkingsgraad en de verschillende elementen die hierop van invloed zijn. Het Bestuur stelt aan de hand van het financiële beleid een strategisch beleggingsbeleid op dat op hoofdlijnen de inrichting van de strategische portefeuille voor de langere termijn bepaalt. Paragraaf 1.6 over beleggingen Jaarverslag 2010 15

beschrijft de algemene economische ontwikkelingen, (1.6.1), de ontwikkelingen per beleggingscategorie (1.6.2), het strategisch beleggingsbeleid (1.6.3) en de ontwikkeling van het beleggingsrendement ten opzichte van de vastgestelde benchmarks (1.6.4). Het gemiddelde rendement van de portefeuille over 2010 bedroeg 11,3% (benchmark: 10,9%). Vooral de assetcategorieën aandelen en alternatieve beleggingen hebben hier positief aan bijgedragen. Het fonds heeft het renterisico en een belangrijk deel van het aandelenrisico afgedekt via een overlay-portefeuille, waardoor het fondsrendement met 2,7% toenam. Het Bestuur heeft in 2010 een aantal, gevraagde en ongevraagde adviezen van de Deelnemersraad ontvangen. Het Bestuur heeft in 2010 één gevraagd advies van het Verantwoordingsorgaan ontvangen. Daarnaast heeft het Verantwoordingsorgaan haar oordeel gegeven over het gevoerde beleid in het jaarverslag 2009. In 2010 heeft geen visitatie van het fonds plaatsgevonden. In 2011 zal een volgende visitatie plaatsvinden. Een toelichting op deze onderwerpen staat in paragraaf 1.7 (goed pensioenfondsbestuur). In 2010 is risicomanagement wederom een belangrijk aandachtsgebied voor het Bestuur geweest. De risico s die het fonds loopt zijn geactualiseerd en aan de hand van een risico-assessment is een aangepast risicoprofiel opgesteld. Paragraaf 1.8 beschrijft dit proces. De toelichting bij de jaarrekening beschrijft de geïnventariseerde risico s en de getroffen maatregelen (paragraaf 2.8). 1.3 Verzekerden De verzekerden van het fonds zijn de Deelnemers, de Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden. Het fonds behartigt de belangen van al deze verzekerden. Ontwikkeling aantal verzekerden Het totale aantal verzekerden is, net als verleden jaar, licht toegenomen (2010: 1,2% en 2009: 1,0%.) Net als in de voorgaande jaren heeft zich in 2010 een daling van het aantal Deelnemers voorgedaan (van 30.711 ultimo 2009 tot 29.084 ultimo 2010) en nam het aantal Gewezen Deelnemers met 1.771 toe. Het aantal Pensioengerechtigden is met 4,9% gestegen (15.364 ultimo 2009 tegenover 16.118 ultimo 2010). Als gevolg hiervan daalde in 2010 het aandeel van de Deelnemers in het totaal van de verzekerden tot 39% (2009: 41%). De uitsplitsing van de verzekerden naar mannen en vrouwen in 2010 laat het onderstaande beeld zien. Tabel 1. Samenstelling verzekerden Mannen Vrouwen Totaal 2010 Totaal 2009 Deelnemers 17.824 11.260 29.084 30.711 Gewezen Deelnemers 16.008 13.780 29.788 28.017 Pensioengerechtigden, waaronder 8.850 6.916 16.118 15.364 Ouderdomspensioen 8.516 3.122 11.638 11.005 Partnerpensioen 334 3.794 4.128 4.014 Wezenpensioen 352 345 Totaal verzekerden 74.990 74.092 16

Figuuur 2 toont de ontwikkeling van het aantal Deelnemers, Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden. Uit de figuur blijkt dat het aantal Gewezen Deelnemers voor het eerst boven het aantal Deelnemers ligt. Figuur 3 toont de ontwikkeling van het aantal Deelnemers ten opzichte van het aantal verzekerden. Figuur 2. Ontwikkeling aantallen verzekerden (gesplitst naar groep) 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Deelnemers Gewezen Deelnemers Pensioengerechtigden Figuur 3. Aandeel Deelnemers t.o.v. aantal Verzekerden (in % van totaal) 60% 55% 50% 45% 40% 35% 30% 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Jaarverslag 2010 17

Communicatie met verzekerden In de afgelopen jaren stond de verzekerdencommunicatie vooral in het teken van informeren en het vergroten van de toegankelijkheid van informatie. In 2010 heeft het fonds de dialoog met de verzekerden gevoerd in de vorm van een deelnemerspanel. Daarnaast heeft het fonds een klant tevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Hierdoor heeft het fonds meer inzicht gekregen in de beleving van de verzekerden als het om pensioenen gaat, zodat het fonds beter kan inspelen op de informatie behoefte van de verzekerden. De communicatie met de verzekerden geschiedt verder via nieuwsberichten op de website van het fonds, het magazine Pensioen, het Pensioenloket en via gerichte correspondentie. In 2010 heeft het fonds de verzekerden geïnformeerd over onder andere: het besluit van de Werkgever om geen middelen ter beschikking te stellen voor de verhoging van de ingegane pensioenen en pensioenaanspraken in september 2009 en januari 2010 (toeslagverlening); het gebruik van het Toeslagenlabel; het niet kunnen meewerken aan waardeoverdracht ingeval een ontvangend pensioenfonds een dekkingstekort heeft; het Uniform Pensioen Overzicht (UPO); en de financiële positie van het fonds (zie paragraaf 1.5). Hieronder volgt een nadere toelichting op de uitkomsten van het deelnemerspanel en het klanttevredenheidsonderzoek. Tevens volgt een toelichting op de hierboven genoemde onderwerpen waarover het fonds de verzekerden heeft geïnformeerd. wordt ervaren. Het fonds zal in 2011 de dialoog met de verzekerden op deze manier voortzetten. Klanttevredenheidsonderzoek In september 2010 heeft het fonds een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren waaraan 1.207 Deelnemers en Pensioengerechtigden medewerking hebben verleend. De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat een meerderheid van de Deelnemers en Pensioengerechtigden een positief beeld heeft van het fonds. Uitgedrukt in een waarderingscijfer hebben de ondervraagden het fonds een 7,6 gegeven. Driekwart van de ondervraagden ervaart het fonds als professioneel en vindt dat zij voldoende en begrijpelijke informatie ontvangen. Iets minder dan 50% van de ondervraagden vindt dat het fonds een menselijk imago heeft. 92% van de ondervraagden heeft het magazine Pen sioen helemaal of gedeeltelijk gelezen. 45% van de ondervraagden vindt de geboden informatie relevant voor zijn/haar persoonlijke situatie. Het onderzoek toont ook aan waar het fonds nog kan verbeteren in de communicatie met de Deelnemers en Pensioengerechtigden. Verbeterpunten zijn: de invoering van een digitale nieuwsbrief en het organiseren van informatiebijeenkomsten. Het Bestuur zal de uitkomsten van het onderzoek gebruiken voor het verder verbeteren van het communicatiebeleid in 2011. Het is de eerste keer dat het fonds een dergelijk onderzoek heeft laten uitvoeren. Het fonds is voornemens om op jaarbasis een klanttevredenheidsonderzoek te laten uitvoeren. Deelnemerspanel Het fonds heeft in april 2010 met een deelnemerspanel diverse onderwerpen besproken. Het deelnemerspanel bestond uit tien Deelnemers en Pensioengerechtigden. De onderwerpen die aan de orde zijn gekomen betroffen onder andere de toeslagverlening, de kwaliteit van de informatie, maatschappelijk verantwoord beleggen en kennis over de Deelnemersraad. Eén van de conclusies is het grote belang van begrijpelijke informatie voor de verzekerden, niet alleen omdat in de publieke discussie pensioen een steeds belangrijker onderwerp is geworden, maar ook omdat pensioen als een complex onderwerp 18

Figuur 4. Resultaten tevredenheidsonderzoek (waarderingscijfer 1-10) 100% 90% 13 12 15 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 47 47 28 28 47 26 10% 0% 7 7 8 5 6 4 Totaal Deelnemers Pensioengerechtigden Waardering 1 t/m 5 Waardering 6 Waardering 7 Waardering 8 Waardering 9 en 10 Toeslagverlening Voor alle Pensioengerechtigden en Gewezen Deelnemers van het fonds geldt dat verhogingen van het pensioen voorwaardelijk zijn. Het fonds kan de opgebouwde pensioenaanspraken van de Gewezen Deelnemers en de ingegane pensioenen van de Pensioengerechtigden alleen verhogen indien de Werkgever de daarvoor benodigde middelen aan het fonds ter beschikking stelt. De pensioenen van de Pensioengerechtigden en de Gewezen Deelnemers zijn in januari 2010 niet verhoogd. Het fonds heeft hiertoe moeten besluiten omdat de Werkgever de benodigde middelen hiervoor niet beschikbaar heeft gesteld. Door het niet ter beschikking stellen van de benodigde middelen door de Werkgever heeft het fonds de volgende verhogingen voor de Pensioengerechtigden en Gewezen Deelnemers niet kunnen toekennen: waarvoor de looninflatie als maatstaf dient: 1% per 1 januari 2010 en waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient: 0,41% per 1 januari 2010. De pensioenen van de Pensioengerechtigden en de Gewezen Deelnemers zijn in januari 2011 opnieuw niet verhoogd, omdat de Werkgever de middelen hiervoor niet beschikbaar heeft gesteld. Het betreft de verhoging van de pensioenen van de Pensioengerechtigden en Gewezen Deelnemers waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient (1,38% per 1 januari 2011). De Werkgever kan alleen afzien van het ter beschikking stellen van middelen voor toeslagverlening indien er zwaarwegende redenen zijn. Het Bestuur is van mening dat de door de Werkgever aangevoerde argumenten om geen middelen ter beschikking te stellen voor toeslagverlening, niet kwalificeren als zwaarwegende redenen. Het fonds heeft besloten dit verschil van inzicht aan kantonrechters voor te leggen. Toeslagenlabel Het fonds maakt vanaf april 2010 in de relevante communicatie-uitingen gebruik van het Toeslagenlabel. Het Toeslagenlabel is door de overheid ingevoerd om de verzekerden meer inzicht te geven in de mate waarin hun pensioen in de komende 15 jaar waarschijnlijk meegroeit met de stijging van de prijzen en/of lonen. Het fonds kent meerdere toeslagenlabels in verband met het uitvoeren van de diverse regelingen. Dat komt doordat er voor verschillende groepen verzekerden verschillende regels gelden voor de verhoging van het pensioen. Daarnaast is de verhoging van het pensioen afhankelijk van de financiering van een verhoging door de Werkgever. Het Jaarverslag 2010 19

Bestuur heeft de Werkgever dan ook naar de verwachtingen gevraagd rond de financiering van de verhoging van de pensioenen in de toekomst. De Werkgever heeft aangegeven voor de toekomst geen uitspraken te kunnen doen over het gebruik van haar bevoegdheid om die toeslagen niet te financieren. De Werkgever heeft daarbij te kennen gegeven dat zij op zorgvuldige wijze met deze bevoegdheid zal omgaan. Het fonds heeft bij het bepalen van de mate waarin het pensioen meegroeit met de stijging van de prijzen en/of lonen alle beschikbare informatie gebruikt om te komen tot het thans gehanteerde Toeslagenlabel. In februari 2011 heeft de Werkgever het fonds geïnformeerd over toekomstige besluiten van de Werkgever over de toeslagen. Dit wordt in paragraaf 1.9 nader toegelicht. Waardeoverdracht Bij verandering van werkgever kan een werknemer de waarde van de elders opgebouwde pensioenrechten meenemen en inbrengen in de regeling van de nieuwe werkgever. In 2010 heeft het fonds in totaal 1.274 (488 uitgaande en 786 inkomende) waarde overdrachten afgehandeld. Een complicerende factor in 2010 was dat waarde overdrachten niet in alle gevallen konden worden uitgevoerd omdat een pensioenfonds met een dekkingsgraad lager dan 100% niet mag meewerken aan individuele waardeoverdrachten. Indien een waardeoverdracht niet heeft kunnen plaatsvinden, heeft het fonds de betrokkenen hierover geïnformeerd. Uniform Pensioen Overzicht (UPO) en pensioenoverzicht Ook in 2010 heeft het fonds het UPO, met daarin de stand van zaken per 1 januari 2010, gestuurd aan de Deelnemers. In het UPO staat onder andere informatie over reeds verworven en de te bereiken pensioenaanspraken en de toeslagverlening. De Pensioengerechtigden ontvingen in 2010 het pensioenoverzicht. In het pensioenoverzicht staat onder andere een opgave van de pensioenrechten van de Pensioengerechtigden, een opgave van de opgebouwde aanspraken op partnerpensioen en informatie over toeslagverlening. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat acht van de tien Pensioengerechtigden en Deelnemers het pensioenoverzicht respectievelijk het UPO lezen. Figuur 5. Resultaten UPO (in procenten) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 5 4 7 14 18 9 17 46 40% 30% 81 78 84 20% 10% 0% Totaal fonds Deelnemers fonds Pensioengerechtigden fonds 37 Pensioenmonitor Werknemers 2009 Nederland ik lees deze door ik bekijk het vluchtig ik bewaar deze maar lees het niet 20

Pensioenloket Het Pensioenloket is ingericht om pensioenvragen van verzekerden te beantwoorden, bijvoorbeeld over pensioenopbouw of over de consequenties van ver anderingen in de persoonlijke omstandigheden. Ook in 2010 hebben de medewerkers van het Pensioenloket veel verzekerden geholpen. In totaal zijn 13.069 (2009: 15.169) telefonische vragen en 21.998 (2009: 26.533) vragen per e-mail of post ontvangen en beantwoord. Ten opzichte van 2009 (41.701) is er in 2010 sprake van een daling van het aantal vragen (35.068) dat aan het Pensioenloket is gesteld. Deze daling is onder ander te verklaren doordat in 2010 het UPO tijdig werd verstuurd en er geen verkiezingen van de Deelnemersraad plaatsvonden. Tabel 2. Pensioenvragen verzekerden Onderwerp Telefonisch E-mail Post UPO 3.331 1.621 72 Jaaropgave 510 102 18 Waardeoverdracht 1.168 681 5.852 Toeslagverlening 56 22 0 Pensioenregelingen 1.898 837 115 Pensioenplanner 346 2.018 0 Klachten 7 61 49 Pensioeningang 777 238 2.305 Overig 4.976 3.192 4.815 Totaal 2010 13.069 8.772 13.226 Totaal 2009 15.168 11.684 14.849 Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat de ondervraagden over alle belangrijke kenmerken van het telefonische contact tevreden zijn (vriendelijkheid, bereikbaarheid, snelheid). Eén punt van aandacht is de deskundigheid van medewerkers van het Pensioenloket met betrekking tot vragen van de Deelnemers. Om de deskundigheid te verhogen hebben de medewerkers van het Pensioenloket in december 2010 een inhoudelijke training gevolgd. Het fonds gebruikt de vragen die bij het Pensioenloket binnenkomen voor de ontwikkeling van de communicatie via de website en het magazine Pensioen. Pensioenplanner persoonlijke keuzes invullen. De Pensioenplanner rekent vervolgens uit welke invloed de keuze heeft op de hoogte van het pensioen. In 2010 is de Pensioenplanner vernieuwd. De nieuwe versie van de Pensioenplanner biedt de Deelnemers meer mogelijkheden. In deze versie kunnen Deelnemers nu ook: de netto pensioenbedragen zien; zien wat de partner aan partnerpensioen ontvangt in geval van overlijden van de werknemer; en een vergelijking zien van de keuzes die worden gemaakt en het pensioen dat zou worden ontvangen als deze keuzes niet worden gemaakt. In 2010 is de Pensioenplanner 20.725 keer geraadpleegd. Pensioenplanner Met de Pensioenplanner, die te vinden is op de website van het fonds, kunnen Deelnemers in een paar stappen het opgebouwde pensioen op een overzichtelijke wijze in beeld krijgen. Ook kan een Deelnemer in de Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt een hoge tevredenheid van de Deelnemers over de Pensioenplanner en het gebruiksgemak daarvan. Jaarverslag 2010 21

Figuur 6. Resultaten Pensioenplanner (in procenten) 100% 90% 6 13 19 80% 70% 60% 51 46 44 50% 40% 30% 20% 10% 43 41 37 0% Gebruiksgemak Duidelijkheid van de uitkomsten toekomst Relevantie van de rekenmogelijkheden voor uw persoonlijke situatie Zeer tevreden Tevreden Neutraal Mijnpensioenoverzicht.nl Mijnpensioenoverzicht.nl is een initiatief van de Stichting Pensioenregister en heeft een wettelijke grondslag. Het Pensioenregister heeft als doel om het voor iedere burger mogelijk te maken om via één digitale ingang (de website www.mijnpensioenoverzicht.nl) een totaaloverzicht te krijgen van alle opgebouwde pensioenaanspraken en toekomstige rechten én van de aanspraken in het kader van de Algemene Ouderdomswet. Het Pensioenregister laat bovendien zien waar het pensioen is opgebouwd en waar een burger dus terecht kan voor meer informatie. De opzet van de getoonde informatie is gebaseerd op het UPO. Het Pensioenregister is niet alleen bedoeld voor Deelnemers. Het gaat juist óók om de gegevens van Gewezen Deelnemers. In verband met de lancering van het Pensioenregister heeft het fonds de wettelijk vereiste gegevens voor deze website beschikbaar gesteld. 1.4 Pensioenreglementen Pensioenreglementen Het fonds voert thans negen pensioenregelingen uit. Tot één van de negen pensioenreglementen treden op dit moment nog Deelnemers toe. Dit betreft de Basisregeling Pensioen 65. De Basisregeling Pensioen 65 is een eindloonregeling voor het vaste inkomen tot een grensbedrag en een middelloonregeling voor diverse variabele beloningscomponenten. De overige reglementen betreffen gesloten regelingen, waar geen Deelnemers meer kunnen toetreden. Het betreft de regelingen: Overgangsregelingen 2006; Overgangsregelingen 2002; Basisregeling Pensioen 62; Basispensioenregeling; Pensioenregeling ING Groep; Pensioenregeling Westland/Utrecht Hypotheekbank; Pensioenregeling Nationale-Nederlanden; en Prepensioenregeling. Het Bestuur heeft de pensioenreglementen per 1 januari 2011 aangepast aan de situatie dat er per deze datum vier nieuwe vennootschappen als Werkgever 22

tot de Uitvoeringsovereenkomst van het fonds zijn toegetreden. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de reeds verworven en te verwerven pensioenaanspraken en pensioenrechten. De pensioenreglementen zijn te vinden op de website van het fonds (www.pensioenfondsing.nl). Pensioenadvies Deelnemers van het fonds kunnen onder andere advies vragen bij RVS Levensverzekeringen N.V. en ING Assurantiekantoren Nederland B.V. In 2010 hebben 46 Deelnemers gebruik gemaakt van deze service. Geschillen Indien een verzekerde van mening is dat hij bij de toe passing van de pensioenreglementen in zijn rechten jegens het fonds is geschaad, kan hij bezwaar maken tegen de genomen beslissing. In 2010 zijn acht geschillen ingediend bij de Geschillencommissie. Een drietal geschillen was ultimo 2010 in behandeling bij de Geschillencommissie. Het Bestuur heeft drie geschillen afgewezen en twee geschillen gedeeltelijk toegewezen. 1.5 Financiële positie Financieel beleid In het kader van het beheren en het beleggen van het fondsvermogen streeft het fonds ernaar om de kans (gemiddeld op 15 jaar) dat het fonds in een jaar (voor bijstorting door de Werkgever) in een situatie van een nominaal dekkingstekort komt te verkeren, te beperken tot maximaal 1%. Dit is de strategische risiconorm. Er is sprake van een dekkingstekort indien de dekkingsgraad lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105%, zoals het fonds die voor interne doeleinden hanteert. Het fonds wil het realiseren van deze doelstelling bereiken door middel van een evenwichtige assetallocatie. Asset Liability Management-studie (ALM-studie) ALM-studies geven inzicht in de financiële risico s die een pensioenfonds loopt of in de toekomst kan lopen. Deze risico s zijn nauw verbonden met de ontwikkelingen van de pensioenverplichtingen en de resultaten van het vermogensbeheer. Een ALM-studie helpt om deze risico s en de effectiviteit van de verschillende beleidsinstrumenten op een structurele wijze te evalueren. Het Bestuur heeft in 2010 een ALM-studie laten uitvoeren. Deze studie wordt gebaseerd op een breed scala van toekomstscenario s. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het al dan niet afdekken van financiële risico s en de invloed daarvan op de dekkingsgraad op de korte en lange termijn. Aan de hand van de uitkomsten van deze ALM-studie heeft het Bestuur besloten om: de huidige strategische risiconorm niet te wijzigen; de assetmix op hoofdcategorieën niet te wijzigen. Dit houdt in dat de ruimte die de strategische risiconorm biedt om extra risico te nemen, pas kan worden benut als de dekkingsgraad hoger is dan 120%; overige strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid niet te wijzigen; en de aandelenafdekking op tactisch niveau vooralsnog te handhaven. Vereisten aan de dekkingsgraad De dekkingsgraad van een pensioenfonds dient te voldoen aan de vereisten die zijn opgenomen in het Besluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen. De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het Pensioenfonds (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen). Vereiste dekkingsgraad Ultimo 2010 bedroeg de vereiste dekkingsgraad op basis van de wettelijke voorschriften 114,7%. Per eind 2010 lag de dekkingsgraad (118,9%) van het fonds boven de vereiste dekkingsgraad. Hiermee voldeed het fonds aan deze wettelijke eis. Ultimo 2009 bedroeg de vereiste dekkingsgraad 114,8%. Ten opzichte van 2009 heeft in 2010 een geringe aanpassing in de strategische assetmix plaatsgevonden. Minimaal vereiste dekkingsgraad De minimaal vereiste dekkingsgraad van het fonds bedroeg op basis van de wettelijke vereisten 104,2% per eind 2010 (2009: 104,2%). Het fonds hanteert voor interne doeleinden een minimaal vereiste dekkingsgraad van 105%. Reservetekort Er is sprake van een reservetekort indien een pensioenfonds een dekkingsgraad heeft die lager is dan de vereiste Jaarverslag 2010 23