De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:



Vergelijkbare documenten
De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Per fax van 18 augustus 2010 heeft de gemachtigde van klager een aanvulling op haar klaagschrift aan de commissie toegezonden.

Verloopvandeprocedure

De klacht is op 9 november 2012 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Geachte heer Von den Hoff,

Beoordeling. h2>klacht

Verloopvandeprocedure

De klacht is op 16 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 7 april 2017 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 29 augustus 2011 (ontvangen op 30 augustus 2011).

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

De klacht is op 23 juli 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 31 oktober 2014 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Op 6 augustus 2012 (ontvangen op 7 augustus 2012) heeft beklaagde een verweerschrift bij de commissie ingediend, voorzien van diverse bijlagen.

De klacht is op 4 april 2014 samen met de klachten en behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 9 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 2 december 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Beklaagde heeft per van 26 juni 2017 een verweerschrift ingediend. Beklaagde werd bijgestaan door mr. (-), advocaat te Breda.

Beklaagde heeft op 19 september 2016 per een verweerschrift ingediend.

Raad voor Rechtsbijstand

De commissie heeft kennis genomen van de stukken van de klachtprocedure en overweegt als volgt.

De klacht is op 2 december 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Geachte heer van Lint,

Op 17 oktober 2012 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend, ontvangen op d.d. 22 oktober 2012.

Beklaagde heeft op 28 april 2016 per post een verweerschrift ingediend.

Beklaagde heeft op 17 maart 2014 per post een verweerschrift ingediend.

LEI Plagiaat ongegrond

De klacht is op 2 april 2010 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

De klacht is op 15 maart 2013 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Een voormalig docent van de school klaagt over de wijze waarop het schoolbestuur een tegen hem ingediende klacht heeft afgehandeld.

De klacht is op 23 mei 2014 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Klager heeft op 1 juni 2010 per aangegeven wel gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord.

Zowel door klagers als door beklaagde zijn na het indienen van de klachten nog diverse nagezonden.

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Klachtenreglement AZOMA (Ambulante Zorg Op Maat Amsterdam)

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

Klager heeft bij brief van 20 oktober 2017 aanvullende stukken ingediend.

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

Raad voor Rechtsbij stand

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

Klachtenregeling gemeentelijke ombudsman

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Klachtenreglement CIZ. Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

Klachtenreglement cliënten

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers

Klachtenregeling NPO. conform Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

vast te stellen de Interne klachtenregeling gemeente het Bildt:

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft.

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

Klachten Procedure en Reglement

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

Klachtenprocedure Malva Opleiding

KLACHTENREGELING. 3. het bevorderen van de kwaliteit van het opleidingsinstituut, de docenten en de medewerkers.

Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 22 april 2011 (ontvangen op 27 april 2011).

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

Beklaagde heeft op respectievelijk 22 juni 2015, en 2 juli 2015 per post een verweerschrift en aanvulling daarop ingediend.

I. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

f. Klachtencoördinator: de klachtencoördinator als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

Beklaagde heeft op 25 maart 2015 zowel per post als per een verweerschrift ingediend.

Klachtenreglement van de opleiding Parind kinder-therapie

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

16.029Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

Ik heb een klacht. Alescon T.a.v. de Klachtencoördinator Postbus AZ Assen

Regeling klachten studenten HOOFSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

De klacht is op 23 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

veranderjewereld Klachtenregeling NOBCO Leonie Linssen

Panta Rhei Zorg BV & Panta Rhei Beheer en Bewind BV, gevestigd in Emmeloord. Hierna te noemen Panta Rhei.

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Klachten RvA

PROTOCOL KLACHTBEHANDELING

De klacht is op 28 februari 2018 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld:

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Klachtenregeling Jeugdwet

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage

KLACHTEN REGLEMENT STICHTING NOBCO

Volgschema klachtenprocedure Gemeente Peel en Maas

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

Transcriptie:

Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) u over een klacht die is ingediend tegen mw. xxx. Verloop van de procedure Op 19 juni 2009 is door de heer mr. xxx, advocaat te Nieuwegein, een klacht ingediend namens mw. xxx en dhr. xxx (hierna: klagers), over gedragingen van mw. xxx (hierna: beklaagde), tolk Nederlands Farsi, tijdens de nadere gehoren van de IND op 10 december 2008 te Zwolle. Het klaagschrift is op 19 juni 2009 door de commissie ontvangen. Bij brief van 25 juni 2009 zijn klagers en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht. De commissie heeft beide partijen uitgenodigd om in het kader van een hoorzitting te worden gehoord. Beklaagde heeft aangegeven dat zij tot en met november 2009 in Spanje verblijft en derhalve niet in staat is tijdig op een hoorzitting van de commissie te verschijnen. Zij heeft ingestemd met een schriftelijke afdoening van de klacht. Door de commissie is daarom - met instemming van klagers - besloten af te zien van een hoorzitting. Partijen zijn door de commissie in staat gesteld over en weer schriftelijk te reageren op de aan de commissie toegezonden stukken. Namens beklaagde heeft mr. xxx, advocaat te Eindhoven, per brief van 17 augustus 2009 op de klacht gereageerd. Hierop heeft mr. xxx per brief van 25 augustus 2009 een reactie gegeven. Mr. xxx heeft op 27 augustus 2009 op de brief van mr. xxx gereageerd. Voorts heeft de commissie op 29 juli 2009 een e-mail van de betrokken contactambtenaar van de IND, dhr. xxx, in ontvangst genomen. In dit bericht zet dhr. xxx zijn ervaringen tijdens het nader gehoor van 10 december 2008 uiteen. De klacht is behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: dhr. mr. R.G.A. Beaujean dhr. mr. R.T.J. van Dartel mw. drs. N. Groenendijk-Feenstra mw. F. Timmer voorzitter, lid, lid, lid. De commissie heeft zich bij de behandeling van de klacht doen bijstaan door dhr. J.J.L. Link, secretaris van de commissie, en mw. M. van Lierop, notulist. De commissie heeft kennis genomen van de stukken van de klachtprocedure. De commissie overweegt naar aanleiding daarvan als volgt. Ontvankelijkheid De commissie stelt voorop dat de beklaagde niet is ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv). De klacht wordt derhalve niet aangemerkt als een klacht inzake artikel 16 van de Wet beëdigde tolken en vertalers, maar als een klacht die ingevolge de Regeling van 4 juni 2009, houdende verlening mandaat inzake de behandeling van klachten over tolken ingezet door de IND betreffende de klachtencommissie zoals bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Wet beëdigde tolken en vertalers 1 aan de commissie is voorgelegd. Voor zover de klacht inhoudelijk wordt beoordeeld, vindt die beoordeling plaats op grond van de Gedragscode tolken en vertalers IND (versie september 2002). Het advies wordt door de commissie uitgebracht aan de hoofddirecteur van de IND. 1 Staatscourant 22 juni 2009, nr. 112.

Op 6 januari 2009 heeft mr. xxx een klacht ingediend bij de IND. De klacht heeft betrekking op de nadere gehoren van de IND van 19 december 2008. Uiteindelijk is besloten om deze klacht voor te leggen aan de commissie. De commissie heeft de klacht op 19 juni 2009 ontvangen. Die datum wordt door de commissie beschouwd als de datum waarop de klacht bij de commissie is ingediend. De IND heeft de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers per 1 april 2009 het mandaat verleend om klachten tegen tolken die door de IND worden ingezet op dezelfde manier te behandelen als klachten over tolken uit het register beëdigde tolken en vertalers, zo ook de klacht van 19 juni 2009. De commissie is van oordeel dat zij bevoegd is klachten te behandelen over gedragingen van tolken (en vertalers) die hebben plaatsgevonden vóór 1 april 2009, mits de klacht is ingediend op of ná 1 april 2009 en binnen de termijn van een jaar nadat de feiten en omstandigheden die tot de klacht aanleiding hebben gegeven bekend zijn geworden bij de klagers. De klacht voldoet aan deze vereisten, zodat de commissie de klagers ontvankelijk verklaart in hun klacht. De gronden voor de klacht De klacht is naar het oordeel van de commissie onder te verdelen in de volgende onderdelen: a. beklaagde heeft klagers onheus bejegend tijdens de nadere gehoren van de IND van 10 december 2008 en heeft zich ook overigens onprofessioneel gedragen; b. beklaagde wordt verweten niet te hebben vertolkt hetgeen door klagers tijdens de nadere gehoren is verklaard. In ieder geval is de strekking van enkele van de vertalingen onjuist; c. beklaagde heeft onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en kon daardoor de gevoelens van de klagers onvoldoende onder woorden brengen; d. vanwege het ontbreken van audiovisuele opnamen van de IND-gehoren ontbreekt het klagers aan mogelijkheden voor bewijsvoering in dit soort zaken. Klachtonderdeel a Op 10 december 2008 heeft beklaagde te Zwolle als tolk opgetreden tijdens de nadere gehoren van klagers door de IND. Op 6 januari 2009 heeft mr. xxx namens zijn cliënten aan de IND beschouwingen van de rapporten van nader gehoor aan de IND doen toekomen. Per brief van 18 maart 2009 heeft mr. xxx een nadere uitwerking van het gesprek dat hij op 10 maart 2009 met zijn cliënten had aan de IND toegezonden. Uit deze brief volgt dat mw. xxx de tolk niet als aardig en vriendelijk ervaarde. Zij was afstandelijk en gedroeg zich alsof ze mw. xxx belachelijk wilde maken. Zij keek mw. xxx spottend aan en soms stelde zij zich aan door te doen alsof zij mw. xxx niet verstond, terwijl zij duidelijk Perzisch spreekt. Zij draaide dan haar gezicht van mw. xxx af en bracht haar hand naar haar oor, alsof zij haar niet verstond en het niet met haar eens was. Zij zei dan spottend: Wat zeg je? Uit de reactie van dhr. xxx volgt dat hij het gevoel had dat de tolk het niet leuk vond dat hij over Jezus Christus sprak. Telkens als hij het over de Messias had, keek zij hem niet in zijn ogen en bleef ze naar het plafond staren. Toen dhr. xxx het gehoor verliet, had hij een onaangenaam gevoel door de gedragingen van (de rapporteur en) de tolk. Op 12 mei 2009 heeft beklaagde telefonisch gereageerd op de klacht van mr. xxx. Tolkencoördinator xxx van de IND heeft de reactie van beklaagde als volgt genoteerd: De klacht is onzin. Alles is goed verlopen en zowel zij als de IND-er zijn professioneel geweest. Zij vraagt zich af wat de bedoeling van de gemachtigde is. Zij vindt de klachtinhoud beneden ieder peil, zeer onterecht en beschouwt deze als laster. Wat haar betreft wordt de klacht voortgezet. Per brief van 17 augustus 2009 heeft mr. xxx namens beklaagde op dit klachtonderdeel gereageerd. In de brief wordt aangegeven dat door de interviewer (de commissie begrijpt: de contactambtenaar van de IND) nergens in het rapport van het nader gehoor melding wordt gemaakt van vreemde gedragingen van de geïnterviewden, gezichtsuitdrukkingen etcetera, hetgeen wel het geval zou zijn indien er zich onvolkomenheden tijdens het gehoor hadden voorgedaan. Verwezen wordt naar het rapport van het nader gehoor van dhr. xxx. Uit dit rapport volgt dat door de contactambtenaar van de IND herhaaldelijk wordt geïnformeerd naar de gezondheidstoestand van dhr. xxx, nadat hij had aangegeven last van kiespijn en later ook van zijn oog te hebben. Mr. xxx vraagt zich af waarom de verwijten in de richting van beklaagde zijn - 2 -

neergelegd in de klacht en niet door mw. xxx - die de Nederlandse taal begrijpt - al tijdens het gehoor kenbaar zijn gemaakt aan de contactambtenaar van de IND. In ieder geval hebben zowel dhr. als mw. xxx zich blijkens het rapport van het gehoor tevreden uitgelaten over het gesprek en hebben zij aangegeven de tolk goed te kunnen begrijpen. In zijn brief van 25 augustus 2009 merkt mr. xxx op dat door de contactambtenaar weliswaar is gevraagd naar de gezondheid van dhr. xxx en dat een en ander door de contactambtenaar in het rapport van het nader gehoor is aangetekend, maar dat de vileine opmerkingen van de beklaagde niet zijn vertolkt en mitsdien niet in dat rapport zijn opgenomen. Dergelijke onderonsjes tussen de tolk en de gehoorde zullen door de contactambtenaar niet worden opgemerkt, laat staan dat zij worden opgetekend in het rapport van het gehoor. Per brief van 27 augustus 2009 geeft mr. xxx aan dat het naar het oordeel van cliënte blijft bij verdachtmakingen. Er zijn geen objectieve aanwijzingen voor de gegrondheid van de klacht naar voren gebracht. De bij het nader gehoor betroken contactambtenaar van de IND, de heer xxx, geeft in een e- mail van 29 juli 2009 aan dat hij geen concrete aanwijzingen heeft te vermoeden dat er tijdens het nader gehoor sprake is geweest van ongeregeldheden. Hij schrijft: De sfeer tijdens deze gehoren heb ik als goed ervaren. Er heeft zich tijdens de gehoren niets voorgedaan waarvan ik denk dat betrokkenen daardoor zijn belemmerd in het doen van hun asielrelaas. Ik heb dan ook geen aanleiding gezien in te grijpen, hetgeen ik zeker gedaan zou hebben indien dat nodig was. Klachtonderdeel b Klagers geven in hun beschouwing van de rapporten van het nader gehoor aan dat de tolk niet heeft vertolkt hetgeen door de klagers bij gelegenheid van dat gehoor is verklaard. Enkele voorbeelden illustreren dit: - pagina 4, tweede alinea van het rapport (mw. xxx) Ik heb niet gezegd: Ik luister naar wat God had gezegd. Ik heb gezegd dat ik luister naar het woord van God. - pagina 7, zevende zin van het rapport (mw. xxx) Ik zei niet: Ik hoop dat hun hart verandert. Ik zei: Ik hoop dat hun hart open wordt. - pagina 7, vierde alinea van het rapport (mw. xxx) Het woord in het Perzisch, Besharat, bleek voor mw. xxx niet te vertalen. Zij begreep het niet. Het betekend evangeliseren. Vertaald is: overtuiging tot bekering. - pagina 4, achtste alinea (dhr. xxx) Ik heb niet gezegd: Dat is voor de opbouw van de leerlingen. Het woord opbouw is geen Nederlands. Het gaat hier om de vorming van leerlingen. In een reactie op het klaagschrift overweegt mr. xxx namens beklaagde als volgt: Wat de taalvaardigheid betreft, vertaalt zij (de commissie begrijpt: beklaagde) woordelijk de gesproken tekst. Indien de persoon dan ook onduidelijk is in zijn formuleringen, vindt dat natuurlijk zijn weergave in de vertaling. Klachtonderdeel c Beklaagde heeft onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en kon de gevoelens van de klagers onvoldoende onder woorden brengen. Klagers schrijven hierover in hun beschouwingen van het gehoor als volgt: Mw. xxx: De tolk beheerste de Nederlandse taal niet goed genoeg. Zij moest nadenken en zichzelf corrigeren. Ik kon wel Nederlands verstaan, maar mijn Nederlands is niet perfect en ik vertrouwde op de tolk. Toen zij aan het vertalen van mijn gezegden was, bad ik en probeerde me op mijn antwoorden te concentreren, niet op haar Nederlands. Toen ik het rapport van het gehoor las, zag ik dat niet al mijn woorden getypt/vertaald zijn. Het kan zijn dat de rapporteur de tolk niet goed heeft begrepen. Het vraagt een uitstekende - 3 -

Dhr. xxx: beheersing van zowel de Nederlandse als Perzische taal om gevoelsmatige kwesties goed te kunnen vertalen. Ik wilde zeggen dat ik mijn hart niet kon bewijzen. Het is voor mij zelfs moeilijk en zelfs onmogelijk om in mijn moedertaal geschikte woorden te vinden, laat staan in een vreemde taal. De tolk vertaalde mijn woorden: Ik ga mijn hart voor u opengooien. Het is wel gecorrigeerd door de tolk, maar het is toch niet de vertaling en correcte uitdrukking van mijn gevoelens en gezegden. Mijn Nederlands is niet perfect. Ik kon haar niet helpen. Het is de verantwoordelijkheid van de IND om een goede bekwame tolk in dienst te nemen. De tolk was onprofessioneel. Ze moest namelijk steeds nadenken om een geschikt woord te vinden. Haar Nederlands was niet vloeiend. Daardoor kon zij mijn gevoelens niet goed aan de rapporteur doorgeven. Klachtonderdeel d In zijn aanvulling op het klaagschrift van 25 augustus 2009 wordt door mr. xxx gesteld dat de mogelijkheden voor bewijsvoering in dit soort zaken, vanwege het ontbreken van audiovisuele registratie, onvoldoende zijn, waardoor de klager altijd aan het kortste eind trekt. Beoordeling van de klachtonderdelen en advies Klachtonderdeel a De commissie onthoudt zich ten aanzien van dit klachtonderdeel van een oordeel en een advies. Aan de hand van de aan de commissie ter beschikking gestelde stukken - en in het bijzonder aan de hand van de rapporten van het nader gehoor - kan niet worden vastgesteld dat beklaagde zich tijdens de IND-gehoren jegens klagers onprofessioneel heeft gedragen. De commissie is evenmin op andere wijze gevoed met informatie die steun biedt aan dit klachtonderdeel. De commissie is daardoor niet in staat te beoordelen of en in hoeverre door de beklaagde tijdens het nader gehoor toevoegingen op dat gehoor naar voren zijn gebracht en of zij de klagers daarbij onheus heeft bejegend. De dienstdoende contactambtenaar is daarvan - blijkens zijn reactie op de klacht - in ieder geval niets gebleken. Ten overvloede merkt de commissie op dat van een tolk verwacht mag worden dat hij zich te allen tijden professioneel gedraagt en dat hij zich bij de uitoefening van zijn werkzaamheden slechts opstelt als intermediair. Tolken die voor de IND werkzaam zijn, hebben zich verbonden aan de Gedragscode tolken en vertalers IND. Deze Gedragscode bevatte ten tijde van de beweerde gedragingen onder meer de volgende voorschriften: 2. 2 Gedragscode tolken en vertalers IND, versie september 2002. - 4 -

Artikel 7 De tolk dient te allen tijde een professionele werkwijze te tonen. Dit betekent onder meer dat hij zijn werk objectief en zorgvuldig verricht in overeenstemming met de kwaliteitseisen van het Ministerie van Justitie en dat hij een correcte houding jegens de IND-medewerker(s), de vreemdeling(en) en overige aanwezigen heeft. Artikel 11 De tolk dient zich uitsluitend als intermediair op te stellen bij werkzaamheden die hij voor de IND uitvoert in het kader van het horen van een vreemdeling, niet zijnde een familielid van de tolk. Dit houdt in dat de tolk zich zal beperken tot het vertalen van datgene dat de IND-medewerker en de vreemdeling tegen elkaar zeggen. De tolk dient noch op eigen initiatief, noch desgevraagd andere informatie te verstrekken dan een vertaling. De tolk dient niet in discussie te gaan over de inhoud van een gehoor. De tolk dient alles te vertalen wat de vreemdeling tijdens het gesprek opmerkt, ook indien het geen reactie op een vraag van de IND-medewerker betreft, of indien de vreemdeling het woord rechtstreeks tot de tolk richt. Soortgelijke bepalingen zijn opgenomen in de huidige versie Gedragscode tolken en vertalers IND van mei 2009. De gedragingen, die door mr. xxx in het klaagschrift worden omschreven maar waarvan de commissie concludeert dat deze onvoldoende zijn komen vast te staan, zijn zonder meer in strijd met voornoemde gedragsregels. Klachtonderdeel b en c De commissie beschouwt de klachtonderdelen b en c als gegrond. De commissie is van oordeel dat uit de inhoud van de rapporten van het nader gehoor van dhr. en mw. xxx voldoende aannemelijk is geworden dat de vertaling, zoals die door de contactambtenaar is opgetekend, op verschillende onderdelen onjuist is. Er lijkt in de gegeven voorbeelden sprake te zijn van letterlijke vertalingen van bepaalde uitdrukkingen of gezegdes, waardoor de verklaring in het Nederlands een andere of onduidelijke strekking krijgt. In het verweerschrift wordt namens beklaagde betoogd dat beklaagde de gesproken tekst letterlijk vertaald. Een dergelijke wijze van vertalen stemt niet overeen met artikel 12 van de Gedragscode tolken en vertalers IND (versie september 2002): Artikel 12 Indien een uitspraak van een vreemdeling niet letterlijk in het Nederlands vertaald kan worden - zoals een uitdrukking of gezegde - dient deze nader omschreven te worden. De tolk meldt dan aan de IND-medewerker die het gesprek leidt, dat er geen sprake is van een letterlijke vertaling, maar van een omschrijving. Weliswaar heeft de contactambtenaar een zekere verantwoordelijkheid om de gehoorde bij verwarring over een bepaalde uitdrukking nader te bevragen (de tolk is immers slechts intermediair), maar dat neemt niet weg dat de tolk bij het overbrengen van het asielrelaas een spilfunctie vervult en waar nodig verduidelijking moet bieden. De aard en ernst van de onjuiste vertalingen zijn echter niet van dien aard dat de commissie daaraan verstrekkende gevolgen wenst te verbinden. De commissie heeft bij haar oordeel gelet op het feit dat haar geen eerdere klachten over beklaagde bekend zijn. De commissie heeft zich tot haar spijt geen oordeel kunnen vormen over de mate waarin beklaagde de Nederlandse taal beheerst. Beklaagde is immers niet in staat gebleken om door de commissie te worden gehoord. De commissie geeft de IND daarom in overweging te volstaan met een waarschuwing en - zo de IND dit nodig acht - de beklaagde een taaltest Nederlands te doen afnemen. Artikel 20 van de Gedragscode tolken en vertalers IND (versie mei 2009) biedt de IND die mogelijkheid. Klachtonderdeel d In de aanvulling op het klaagschrift van 25 augustus 2009 stelt mr. xxx dat de mogelijkheden voor bewijsvoering in de klachtprocedure, vanwege het ontbreken van een audiovisuele registratie van de IND-gehoren, onvoldoende zijn. Dit klachtonderdeel heeft geen betrekking op de wijze waarop de tolk zich in een bepaalde aangelegenheid jegens klagers heeft gedragen en kan derhalve niet door de commissie in behandeling worden genomen. De commissie onderschrijft echter de mening van mr. xxx dat de - 5 -

controle op het functioneren van een tolk ernstig wordt bemoeilijkt door het niet beschikbaar zijn van opnamen van het gehoor waarover wordt geklaagd. Tot slot Klagers, beklaagde en hun vertegenwoordigers zullen van de commissie een afschrift van dit advies ontvangen. De commissie stelt het op prijs te zijner tijd te vernemen op welke wijze de klacht door de IND is, dan wel wordt, afgehandeld en in hoeverre het advies door de IND wordt gevolgd. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de commissie, bereikbaar onder bovengenoemd telefoonnummer en e-mailadres. Hoogachtend, de Klachtencommissie Wbtv J.J.L. Link secretaris R.G.A. Beaujean voorzitter - 6 -