2IV10 Oefentoets uitwerking



Vergelijkbare documenten
2IV10 Oefentoets 2010

Tentamen 2IV10 Computergrafiek

2IV10 Instructie 3: Transformaties en viewing

Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B

Tentamen 2IV10 Computergrafiek

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B havo 2015-II

Wiskunde D vwo Lineaire algebra. Presentatie Noordhoff wiskunde Tweede Fase congres 19 november 2015 Harm Houwing en John Romkes

Construeer telkens twee hoeken waarvan de cosinus of sinus gegeven is. Teken voor elke opgave een andere goniometrische cirkel.

Lijnen, vlakken, normaalvector, shading

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

(Assistenten zijn Sofie Burggraeve, Bart Jacobs, Annelies Jaspers, Nele Lejon, Daan Michiels, Michael Moreels, Berdien Peeters en Pieter Segaert).

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen 2IV10 Computergrafiek

Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011


Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

6. Goniometrische functies.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1.

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

Goniometrische functies

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Examen VWO. wiskunde B1

2 Inproduct. Verkennen. Uitleg

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Dossier 4 VECTOREN. Dr. Luc Gheysens. bouwstenen van de lineaire algebra

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

7.0 Voorkennis. tangens 1 3. Willem-Jan van der Zanden

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 Periode 8. M. van der Pijl. Transfer Database

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

Hoofdstuk 4: Meetkunde

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

Correctievoorschrift HAVO

Het gewicht van een paard

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

7 a. 8 a. de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE HAVO 1

Beoordelingscriteria tentamen G&O, 5 juli 2006

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

Examen VWO. wiskunde B1,2

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Vectoranalyse voor TG

More points, lines, and planes

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

Vectoranalyse voor TG

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Correctievoorschrift VWO

7 a. 8 a. de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE HAVO 1

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

HOOFDSTUK 2 TRANSFORMATIES

Creëer oppervlakken.

2012 I Onafhankelijk van a

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Math D2 Gauss (Wiskunde leerlijn TOM) Deelnemende Modules: /FMHT/ / A. Oefententamen #2 Uitwerking

Eindexamen wiskunde B vwo I

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Oefening 1. Welke van de volgende functies is injectief? (E) f : N N N : (n, m) 7 2m+n. m n. Oefening 2

Krommen in de ruimte

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vl. M. Nadruk verboden 1

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

werkschrift passen en meten

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2013: algemene feedback

Transcriptie:

2IV10 Oefentoets uitwerking Deze oefentoets bestaat uit drie opgaven, waarvoor twee uur beschikbaar is. Bij voldoende resultaat wordt een bonuspunt toegekend voor het tentamen. De opgaven betreffen een deel van de stof tot en met splines. In alle gevallen geldt: LICHT UW ANTWOORD TOE. Gebruik waar nodig schetsen om het antwoord te verhelderen. Als om een procedure wordt gevraagd, dan wordt een beschrijving in stappen of in pseudo-code verwacht, die zodanig helder is dat omzetten naar echte code triviaal is. 1. Gewenst is om een symbool (huisje) te tekenen, bestaande uit een vierkant met zijde α E A D P C h w B met lengte w, met daarop een driehoek. De totale hoogte van het symbool is h, en het symbool is geroteerd over een hoek α, zoals aangegeven in de figuur. Het midden van het vierkant bevindt zich op positie P. a. Geef een procedure TekenHuisje(P: Point2D; w, h, α: real) om dit symbool te tekenen. Neem aan dat de procedures MoveTo(P: Point2D) en LineTo(P: Point2D) beschikbaar zijn voor het besturen van een virtuele pen. Beide verplaatsen de virtuele pen naar het punt P; MoveTo met de pen omhoog, LineTo met de pen omlaag. Noem de punten van het symbool A t/m E, zoals aangegeven in de figuur. We bepalen een vector V van punt P naar C. We splitsen V op in twee vectoren: P en C, waarbij een punt halverwege D en C is. We krijgen dan: V = ( P) + (C ) = (sin α, cos α)w/2 + ( cos α, sin α)w/2 = (sin α cos α, sin α + cos α)w/2 Hiermee kunnen we de punten A, B, C en D eenvoudig bepalen, door V te roteren en te spiegelen, en op te tellen bij P. Punt E vinden we door bij P een vector in de richting (sin α, cos α) met lengte (h w/2) op te tellen. Dit geeft de ingredienten voor de gevraagde procedure: procedure TekenHuisje(P: Point2D; w, h, α: real) Vector2D V := ( sin(α) cos(α), sin(α)+cos(α))*w/2; MoveTo(P + V); // C LineTo(P + ( V.y, V.x)); // D LineTo(P V); // A 1

LineTo((P + ( V.y, V.x)); // D LineTo((P +V); // C LineTo((P + (h w/2)*( sin(α), cos(α)); LineTo((P + ( V.y, V.x)); // D again // E Natuurlijk kan dit op op andere manieren worden afgeleid en in een procedure worden omgezet, bijvoorbeeld met behulp van transformatiematrices. b. Als volgende stap is gewenst om het symbool in een 3D wereld te kunnen plaatsen en af te beelden. Vanuit het oogpunt wordt langs de positieve z-as gekeken naar een vierkante viewport in het vlak z = d. Voor de viewport geldt s x,y s, en vanuit het oogpunt gezien wijst de positieve x-as naar rechts en de positieve y-as naar boven. Het te tekenen symbool ligt in het vlak z = r. Geef een procedure TekenHuisje3D(P: Point2D; w, h, α, r: real), waarin gebruik wordt gemaakt van de procedure uit opgave 1a. d y r y Bij projectie op het vlak z=d zullen de positie P en de afmetingen w en h veranderen. We bekijken wat er bijvoorbeeld met de y-coordinaat gebeurt. In dit geval geldt dat y/r = y /d (zie figuur: tangens van de aangegeven hoek kan op twee manieren worden bepaald), ofwel: y = (d/r)y. De schaalfactor d/r werkt op dezelfde manier op de x-coordinaat en op w en h. De gevraagde procedure is dus: procedure TekenHuisje3D(P: Point2D; w, h, α, r: real) real f := d/r; TekenHuisje2D((P.x*f, P.y*f), w*f, h*f, α) De viewport speelt hier alleen een rol als er geclipt moet worden, hier wordt aangenomen dat dit door de basistekenroutines wordt verzorgd. 2. Gegeven een vierhoek met hoekpunten P 0, P 1, P 2 en P 3. Gegeven is verder dat geen van deze punten samenvallen, en dat geen drie punten op een rechte lijn liggen. Maar verder kan de positie willekeurig zijn. normaal delta vlinder 2

a. Geef een procedure om te bepalen in welke categorie: normaal, delta of vlinder; de vierhoek valt. We kunnen dit bepalen door secuur te kijken naar de hoeken van de vierhoek. We definieren hiertoe een hulp-functie: function CP(P,, R: Point2D): real; U := -P; V := R-; CP := (U.y*V.z U.z*V.y) P α R Gegeven drie opvolgende punten P, en R, dan geeft CP de waarde van P R R sin α terug, waarbij α de hoek is tussen P en R. Als het punt R (zoals in de figuur) links van de lijn ligt door P, gezien vanuit P, dan is CP > 0, als hij er rechts van ligt geldt CP < 0. We tellen nu het aantal malen dat CP > 0 is voor alle hoeken: n := 0; for i := 0 to 3 do if CP(P[i], P[(i+1) mod 4], P[(i+2) mod 4]) > 0 then n := n +1; Bij een normale vierhoek geldt dat alle hoeken hetzelfde teken voor CP hebben, bij de delta wijkt één hoek af, en bij de vlieger is het twee-om-twee. Ofwel: case n: 0, 4 : t := normaal ; 1, 3 : t := delta ; 2 : t := vlinder b. Geef een procedure om de oriëntatie van de rand van de vierhoek te bepalen, gegeven de volgorde van de punten: met de klok mee, tegen de klok in of onbepaald. Met behulp van de zojuist uitgerekende waarde van n kunnen we deze vraag eenvoudig beantwoorden. Een hoge waarde van n geeft aan dat de punten allemaal linksom georienteerd zijn. case n: 3, 4 : o := tegen ; 0, 1 : o := met ; 2 : o := onbepaald 3. Gewenst is een procedure om een soort van generieke piramides te tekenen. Het ondervlak (z=0) wordt gespecificeerd door een polygoon, met N hoekpunten P i, met i = 0,..., N 1, en coördinaten (P ix, P iy, 0). Verder is het toppunt = ( x, y, z ) gegeven. Het is gewenst dat de polygoon wordt afgerond. 3

a. De afgeronde polygoon die het grondvlak vormt, kunnen we beschrijven als een curve R(u), waarbij u een parameter langs de curve is. We gebruiken hiervoor een reeks van N segmenten, elk bestaande uit een kwadratische Bézier curve: X(t) = (1 t) 2 A 1 + 2(1 t) ta 2 + t 2 A 3. Geef R(u). Om de hoeken af te ronden gebruiken we één segment per hoek. Een kwadratische Bézier curve wordt bepaald door drie stuurpunten. Voor het middelste punt kiezen we het hoekpunt, en voor de buitenpunten de middenpunten van de kanten. Zodoende zijn we verzekerd dat de segmenten op elkaar aansluiten, want ze gebruiken hetzelfde gedeelde stuurpunt. Verder verkrijgen we zo een gladde aansluiting, want de drie relevante punten (hoekpunt, middenpunt, hoekpunt) liggen op een lijn. De parameter van een Bézier curve loopt van 0 naar 1. Om een globale parametrisering te krijgen, verschuiven we de parameter u per segment. Ofwel: R(u) = B(u mod 1, ( k + k+1 )/2, k+1, ( k+1 + k+2 )/2) met k = P k mod N ; k = trunc(u) ; B(t, A, B, C) = (1 t) 2 A + 2(1 t) tb + t 2 C; en 0 u < N. b. Geef een beschrijving van de mantel van de piramide in de vorm S(u, v), waarbij u en v het oppervlak parametriseren. De mantel wordt gevormd door lijnen vanuit punten R(u) op de curve naar. Parameter v gebruiken we om een punt op zo n lijn te selecteren. Met de standaardparametrisatie van een lijn geeft dit S(u, v) = (1 v) R(u) + v, met 0 u < N en 0 u 1. c. Geef voor een willekeurig punt S(u, v) de normaal N(u, v). We berekenen de partiële afgeleiden van S(u, v). Dit geeft ons twee raakvectoren aan het oppervlak: d S(u, v) / dv = R(u) en d S(u, v) / du = (1 v) R (u) met R (u) = B (u mod 1, k, k+1, k+2 ) en B (t, A, B, C) = 2(1 t)a + ( 2t + 2(1 t)) B + 2t C = 2((1 t )(B A) + t(c B)). N(u, v) kan nu worden bepaald door het uitproduct van deze twee raakvectoren te nemen: N(u, v) = ((1 v) R (u)) ( R(u)). Netter is natuurlijk om deze meteen te normaliseren. De term (1 v) kan worden weggelaten (waarom?): N(u, v) = R (u) ( R(u)) / R (u) ( R(u)). Verdere uitwerking levert niet echt iets spannends op. 4

d. Geef een procedure voor het tekenen van de piramide. Aangenomen mag worden dat een procedure TekenDriehoek(P,, R: Point3D) beschikbaar is. Maak de nauwkeurigheid instelbaar. P i We gebruiken een parameter M voor het aantal punten per segment. Een eenvoudige versie is dan: TekenPiramide(P: array[0..n 1] of Point; : Point; M: integer); Point B := S(0.0, 0.0, P, ); // S: Uit de voorgaande subvraag for I := 0 to N*M do Point A := B; B := S(i/M, 0.0, P, ); TekenDriehoek(A, B ) end Is het nodig om de driehoeken in de v-richting verder op te delen? Dat hangt vooral van de belichting af. Als we geen sterk perspectief hebben en de lichtbron is ver weg, dan is de variatie van het licht over het oppervlak niet groot. Nogmaals, in alle gevallen geldt: LICHT UW ANTWOORD TOE. Gebruik waar nodig schetsen om het antwoord te verhelderen. 5