Biostatistiek en epidemiologie (4sp)

Vergelijkbare documenten
17/04/ Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/ me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Afbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit, adembescherming, retrospectief inschatten v

Overzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )?

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Inhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox

2016_1. Studie design - Patiënt-controle of cohort: wanneer doe ik wat, hoe kies ik en waar moet ik aan denken

WORKSHOP WETENSCHAP DIE WERKT VOOR DE BEDRIJFSARTS SGBO EN NSPOH, BG-DAGEN, 31 MEI 2018

Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving

TOETS OMB1 ONDERZOEKSMETHODOLOGIE I. december 2010

mlw stroom 2.2: Biostatistiek en Epidemiologie

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

CRITICALLY APPRAISED TOPIC

Volkert Siersma. Statistiek in de Deense gezondheidszorg

. Stiphout Training I n Praktijk

. S tiphout T raining I n P raktijk

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Hoe goed is een test?

i ltj i i ;t!t i t' Jiil!!1 l1 I!--

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland

Zwangerschap bij de psychiatrische patient. Cijfers telefoondienst TIS. TIS kenniscentrum. vragen/exposities SSRI s

Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist Hartcentrum OLVG

Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER

Evy Dhondt, Jessica Van Oosterwijck, Barbara Cagnie, Rahmat Adnan, Stijn Schouppe, Jens Van Akeleyen, Tine Logghe, Lieven Danneels

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ


Pagina 1 van 5. AJKersten_Paper3_Bijlage3. Groep: / Naam:.. Wat nu? Opdracht: 1. Lees onderstaande casus

Klinische epidemiologie en statistiek

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

Bij gebrek aan bewijs

Chapter 8. Samenvatting

Verbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Statistiek voor A.I. College 2. Donderdag 13 September 2012

INLEIDING EEN OVERZICHT VAN CORRECTIEMETHODEN

Stay in or drop out. 10 november Dit project wordt mogelijk gemaakt door:

Onderzoeksmethodologie 1.

9. Lineaire Regressie en Correlatie

Het suïcide preventie expert team. HetSET

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum

50MB1 onderzoeksmethodologie 1.. herhaaltoets - 03 apri uur

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

MLW -- Toets stroomblok 2.2: Epidemiologie en Biostatistiek

Marvaanse reminiscentie 3 medische besliskunde

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN

Survival Analyse. Help! Statistiek! Survival Analyse: Overzicht. Voorbeeld: Whiplash onderzoek. Voorbeeld: Intensive Care Unit data

Statistiek voor A.I. College 12. Dinsdag 23 Oktober

Cinacalcet versus parathyroidectomie voor phpt na niertransplantatie

De oudere patiënt met comorbiditeit

Nederlandse samenvatting

Samenvatting en conclusies

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

Examen Statistiek II: Project

Observationeel onderzoek. Mark Koelemay Frank Bloemers

Depressie bij ouderen Trends over de tijd

Blok 4 Onderzoeksmethodologie 1

Routinedata in de medische zorg in de avond, nacht en weekenden voor mensen met verstandelijke beperkingen

Summary & Samenvatting. Samenvatting

DIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum

Bloedtest voor amyloid Drs. Inge Verberk

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Margriet Moret - Hartman, methodoloog

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Langs de valkuilen: het dynamische proces van de bepaling van effectiviteit en veiligheid

STATISTIEK. Basiscursus Regelgeving en Organisatie Klinisch onderzoek. Dr. ir. Peter van de Ven Epidemiologie & Biostatistiek p.vandeven@vumc.

Wetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Plasma FVIII beter dan recombinant FVIII? Duiding SIPPET resultaten

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

CHAPTER 12. Samenvatting

Terugkeer naar werk 1 jaar na een totale heup of knie prothese

LDL-Cholesterol: Gemeten versus Berekende waarde

EEN KIND IS TE KLEIN

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Remimazolam. S.J.A. van Bilsen

Vraag 1: Voelt u zich thuis in de medische besliskunde of diagnostische logica? 1. Ja 2. Redelijk 3. Een beetje 4. Nee

50MB1 onderzoeksmethodologie 1 19 december uur

Familiaire Mediterrane Koorts

Goed dat u het vraagt!

MISSING DATA van gatenkaas naar valide uitkomsten

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 3: De patiënt met een vergrote prostaat. Medische besliskunde 3: De patiënt met een vergrote prostaat

Voorjaarsymposium KARVA

Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier.

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap

Ondervoeding in revalidatiecentra Resultaten, discussie en afspraken. Projectteam: Dorijn Hertroijs Coby Wijnen Hinke Kruizenga

Examen Data Analyse II - Deel 2

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Transcriptie:

Biostatistiek en epidemiologie (4sp) ECTS-fiche 13/1/2017 Statistiek 1. voorbeeldvraag van Statistiek over randomisatie a. 1:1 verdeling is meestal beste voor vergelijken b. 2:1 randomisatie is een vereiste (2x zoveel actief als placebo) c. Blindering is in strijd met equipoise d. Een fase 2 studie levert als enige klinisch bruikbare resultatenpr 2. zelfde voorbeeldvraag over randomisatie (maar ook andere antwoordmogelijkheden) a. 1:1 verdeling is meestal beste voor vergelijken b. 2:1 randomisatie is een vereiste (2x zoveel actief als placebo) c. Een fase 1 studie levert als enige klinisch bruikbare resultaten d. 3. een paar voorbeeldvragen van Molenberghs uit zijn ppt op het forum 4. 12 vragen van de werkzittingen over alle onderdelen van dit jaar van kaplan meier tot linear mixed model 5. Vraag Kaplan-meier: wat is de hazard ratio bij deze curves? HR (Behandeling A t.o.v. B) waarbij de curve een stap betekende als er iemand terug pijn kreeg, en enkele gecensureerde waardes vertoonde. Behandeling A had dezelfde vorm maar begon 2 weken later ongeveer met mensen die pijn kregen, daalde wel ongeveer even snel a. groter dan 1 b. kleiner dan 1 c. gelijk aan 1 d. we kunnen dit niet weten 6. Bij deze vraag 5 (deze curves) moest je ook nog zeggen welke stelling juist was a. Behandeling B is beter dan behandeling A b. Behandeling A heeft een mediaan die langer is dan die van mediaan B 7. Als we op een volledige studie (dus geen ontbrekende gegevens) toch koppig multiple imputation toepassen a. wordt het meer precies b. wordt minder precies c. verandert de precisie maar we weten niet naar waar d. verandert de precisie niet 8. Als we positieve correlatie hebben, wordt het verschil tussen 2 gemiddelden dan a. preciezer b. minder precies? waar staat dit c. Geen effect op verschil d. Je kan niet a priori weten of het preciezer of juist minder gaat zijn 9. Hoe verhoudt gewicht toegekend aan personen zich met de selectie kans? a. gelijk

b. omgekeerd evenredig c.... 10. Wat is juist bij deze tabel? (oefenzitting 2) a. De nulhypothese is een rico gelijk aan 1 b. DIt is sowieso een meervoudige logistische regressie-model c. Mensen van 50-59 jaar hebben 1,7 d. Mensen met een BMI van hoger dan 25 hebben 5 keer zoveel kans op ziekte dan mensen met een BMI van lager (fout want gaat over odds: verhouding ziek/niet ziek is 5 keer hoger, niet per se kans op ziek t.o.v. kans HUUH?? ik dacht da OR echt wel kans was ze?? hoe moet ge da dan interpreteren?? e. f. op ziek) 11. Wanneer is Proportie aangewezen: a) Nooit b) Altijd c) Bij vergelijkingen tussen groepen d) (vergeten) 12) Waarom zou je bij een regio-gestratifieerde studie bij elke regio initieel evenveel mensen/gezinnen ondervragen? a) Om de Precisie te verhogen b) om beter te kunnen vergelijken Epidemiologie 1. de kenmerken van distributie zijn a. wie b. waar c. wanneer d. alle 3 bovenstaande 2. Intego kan gebruik maken van a. retrospectieve dynamische cohort b. retrospectieve vaste cohort

c. prospectieve dynamische cohort d. prospectieve vaste cohort 3. vraag over berekenen van incidentie rate en uitdrukken in 100 000 persoonsjaren 4. wat is beste design voor lange termijn effect van zeldzame blootstelling? a. retrospectieve cohort b. case-control c. prospectieve cohort Moet dit niet case control zijn? Neen, ze bekijken een blootstelling, niet een outcome 5. verschil tussen retrospectieve cohort en case-control studie 6. iets over case-control en dat de onderzoeker de controles zelf selecteert 7. Incidentie rate: Welk effect heeft het verlagen van de criteria om tot de diagnose van autisme te komen op de incidentie rate? a. verhoogd b. verlaagd c. kunnen we niet weten d. blijft gelijk 8. Als men de cut-off waardes verlaagt, dan zal a. de sensiviteit en specificiteit dalen b. de PPW en NPW stijgen c. geen van bovenstaande d. alle van bovenstaande 9. 10. 11. wat is juist a. Als je cumulatieve prevalentie over gans leven beschouwt, is dit gelijk aan lifetime risk b. bij incidentie rate staat tijd in de noemer c. bij cumulatieve incidentie staat tijd in de noemer 12. een vraag met veel uitleg en je moest weten wat een prevalentie onderzoek is 13. wat draagt niet bij tot bias bij Intego? a. completeness b. versleuteling ( is volgens Soubry hetzelfde als vastzetten ) c. codering d. correctness 14. Welke Hill criterium zie je hier in: (ongeveer) dit molecuul lijkt hard op een ander molecuul die ook trage celdeling zorgt

a. analogie b. biologische verklaarbaarheid c. coherentie ofzo? d. Geen van allen 15. wat is fout a. intermediaire factor kan een confounder zijn b. Zwarte piet is een racistische uiting van de blanke kapitalisten en helemaal niet doordat hij door de schoorsteen kruipt 16. verhaaltje dat ik probeer te reconstrueren: er zijn 2 gemeenten. In elke gemeente selecteren ze 200 patiënten die ooit een hartaanval hebben gehad. Ze gaan in 1 gemeente die patiënten testen bij de huisarts op een bepaalde parameter in hun bloed. Als de waarde van die parameter gestegen, is kunnen ze de medicatie aanpassen zodat ze minder hartaanvallen zouden krijgen en zo minder naar het ziekenhuis moeten gaan.. (omdat de medicatie dan beter afgesteld is) In de andere gemeente worden de waardes niet gemeten en wordt er niets aangepast. Ze gaan dan meten hoeveel patiënten er binnenkomen in het ziekenhuis in de 2 gemeenten. Ze willen nagaan of er een verschil is tussen de groep die aangepaste medicatie krijgt en de groep die geen aanpassingen krijgt. Ze worden 5 jaar gevolgd. Dit is een voorbeeld van een a. observationele en individuele studie b. observationele en community based studie c. experimentele en individuele studie d. experimentele en communitiy based studie 17. vervolg vraag 16: als je bij de patiënten een hogere dosis ACE-inhibitoren geeft (hoger dan nu voorgeschreven dosis) en je wilt meten wat het verschil is (ongeveer ) wat kan vertekend beeld geven? a. randomisatie b. response non-compliance c. allebei d. geen van beide 18. vervolg vraag 16: in een van de gemeente is er veel vrij stof, wat misschien ook tot een hartaanval kan lijden. Wat is fijn stof in deze situatie? a. confounder b. selectiebias c.... 19. nog veel vragen wat is juist wat is fout met stellingen 20. Welke stelling is juist? a. William Farr likes to be called daddy (vader van de epidemiologie) (nee tis jon snow, the king in the north.) b. Bij elke epidemiologische studie is de populatie goed gedefinieerd 21. Vraag over equipoise. a. als dokter mag je een middel klinische testen als je overtuigd bent van zijn superioriteit

b. als dokter mag je een middel klinisch testen samen met je collega s als jullie overtuigd zijn van de superioriteit c. je mag het testen als je onzeker bent over de superioriteit of inferioriteit. 22. Grafiek met x as: periodes (bv. 1996-1998, 1999-2001...), y as: percentage jongeren met allergie. Wat kan hieruit gehaald worden (andere vraagstelling). a. prevalentie b. incidentie rate c. beiden d. geen van bovenstaande 23. Er is een studie waarbij er dropout is. De dropout heeft niks te maken met de ziektestatus of de behandeling. ( Dus dropout is gelijk bij de 2 onderzochte groepen). a) Er is geen selectiebias want er vallen er evenveel weg bij beide groepen b) Er is geen selectiebias want c) Er is wel selectiebias want er is loss to follow up d) Er is wel selectiebias want de case groep verkleint (weet de antwoorden niet precies meer, dus ook het juiste kan hier eventueel ontbreken :p)