Vrijdagavondquiz NWD 2017

Vergelijkbare documenten
Vrijdagavondquiz NWD 2014

Vrijdagavondquiz NWD 2015

Vrijdagavondquiz NWD 2013

Vrijdagavondquiz NWD 2016

Vrijdagavondquiz NWD 2012

Vrijdagavondquiz NWD 2011

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Toelichting op de werkwijzer

Estafette. ABCD is een vierkant met zijden van lengte 1. Γ is de cirkel met straal 1 en middelpunt C. P is het snijpunt van lijnstuk AC met Γ. ?

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d

Eerste ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Vraag Antwoord Scores

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Vrijdagavondquiz NWD 2010

Antwoorden bij Rekenen met het hoofd

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Estafette. De langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 25 x.

wizprof Veel succes en vooral veel plezier.!! Stichting Wiskunde Kangoeroe WERELDWIJDE W4KANGOEROE WISKUNDE WEDSTRIJD

1. B De rode ballonnen worden geraakt, de groene niet:

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Niveau 1. Opgave 1. Als x 2 = x + 3, dan is x 3 gelijk aan. 1p. x x x x 2 + 3x + 3. x

13 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

Uitwerkingen wizprof D = = B 6 ronden duren 6 minuten en 66 seconden, dus 7 minuten en 6 seconden.

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Hoofdstuk 12A - Grafieken en vergelijkingen

wiskunde CSE GL en TL

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

SMART-finale 2017 Ronde 1: 5-keuzevragen

Vraag Antwoord Scores

Blok 1 - Vaardigheden

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

Rekentermen en tekens

wizsmart Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 50 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

1 Junior Wiskunde Olympiade: tweede ronde

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Tentamenset A. 2. Welke van de volgende beweringen is waar? c. N R N d. R Z R

KENMERKENDE CIJFERS EN BENADERINGSREGELS

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1.Tijdsduur. maanden:

2002 tijdvak 1 antwoorden Schaatsen voor water

Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2012, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Hoofdstuk 3 Antwoorden

wiskunde C pilot vwo 2017-I

Voorkennis : Breuken en letters

Noordhoff Uitgevers bv

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

5 keer beoordeeld 4 maart Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

- Printversie van het Grote Sinterkerst Dobbelspel - - Veel plezier! -

Aan alle Koala s en hun leerkrachten: veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! Koala Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Correctievoorschrift VMBO-KB

Voorkennis : Breuken en letters

groep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

OP WEG NAAR WISKUNDE. Plusboek uit de serie Het Grote Rekenboek Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad

ANTWOORDEN blz. 1. d = 1013; = ; = ; =

Kangoeroe. Koala de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd

12 Vlaamse Wiskunde Olympiade: eerste ronde

WISKUNDE-ESTAFETTE 2011 Uitwerkingen

wizsmart 2016 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 50 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Antwoorden probleem van de week. Antwoord week 1: Het volgende getal in de reeks is 289 Als je de oplossing van de bonusvraag hebt, mag je mailen.

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

9e editie. Moderne wiskunde. Uitwerkingen Op stap naar 4 havo. Dick Bos

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

jaar Wiskundetoernooi Estafette n = 2016

Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur

SMART-finale 2016 Ronde 1: 5-keuzevragen

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

o Geef bij de beantwoording van de vragen ALTIJD JE BEREKENINGEN. Als je alleen een antwoord geeft worden er GEEN PUNTEN toegekend!

Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur ( uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Toets gecijferdheid december 2004

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018

Transcriptie:

Vrijdagavondquiz NWD 2017 Stichting Nederlandse Wiskunde Olympiade vrijdag 3 februari 2017

Presentatie: Marjolein Kool Quintijn Puite Jury: Birgit van Dalen Melanie Steentjes Samenstelling: Birgit van Dalen Quintijn Puite

Spelregels Elke vraag is meerkeuze: A of B Elke vraag 20 seconden de tijd Bordje opsteken zodra de tijd om is Wie het fout heeft, legt stembordje onder stoel Wie het goed heeft, gaat door Ongeveer 8 finalisten

Vraag 0 Even inkomen

Vraag 0 Even inkomen De hoeveelste NWD is dit? A B de 22e de 23e

Uitwerking vraag 0 Het is de 23e NWD! Conclusie: B

Vraag 1 Tuintegels

Vraag 1 Tuintegels Wat is zwaarder: twee tuintegels van 60 60 of eentje van 80 80? (Ze zijn even dik.) A B twee van 60 60 eentje van 80 80

Uitwerking vraag 1 2 60 60 = 7200 en 80 80 = 6400. Dus die twee tegels van 60 60 wegen meer. Alternatief: vergelijk 60 60 met 40 80 = 60 2 20 2, dan zie je dat die tweede optie lichter is. Conclusie: A

Vraag 2 Breuken

Vraag 2 Breuken Welk getal ligt dichter bij 1? A 2016 2017 B 2017 2016

Uitwerking vraag 2 2016 2017 scheelt 1 en dat is meer. 2017 2017 met 1, terwijl 2016 juist 1 2016 scheelt met 1 Conclusie: A

Vraag 3 Remweg

Vraag 3 Remweg De remweg van een auto is evenredig met de snelheid van de auto in het kwadraat. Hoeveel procent langer wordt de remweg van een auto die 130 km/u rijdt in plaats van 100 km/u? A B 69% 90%

Uitwerking vraag 3 De snelheid is 1,3 keer zo groot, dus de remweg is 1,3 2 = 1,69 keer zo lang. Dus 69% langer. Conclusie: A

Vraag 4 Appelsap

Vraag 4 Appelsap Quintijn heeft appelsap over zijn toetsenbord gegooid en daardoor werken de toetsen L en P niet meer goed. Voor elk van die toetsen geldt: als je hem indrukt, werkt hij om en om wel en niet. Hoe vaak moet Quintijn maximaal een toets indrukken om het woord appelsap te typen? A B 11 12

Uitwerking vraag 4 Als je pech hebt, doen de P en L het de eerste keer al niet. Dan moet je die toets dus twee keer indrukken voordat de letter er is. Bij de volgende P doet de toets het dan weer niet en moet je twee keer de toets indrukken. En bij de derde P ook. Dus je moet vier extra toetsen indrukken; totaal dus 12. Conclusie: B

Vraag 5 Onder- en bovenbouw

Vraag 5 Onder- en bovenbouw Op de NWD geeft 2 7 deel van de docenten voornamelijk les in de onderbouw en geeft 5 7 deel voornamelijk les in de bovenbouw. De bovenbouwdocenten zijn met 210 mensen meer. Hoeveel docenten zijn er in totaal op de NWD? A B 480 490

Uitwerking vraag 5 Het verschil tussen het aantal bovenbouw- en het aantal onderbouwdocenten is 3 7 deel van het totaal. Dus 3 7 deel komt overeen met 210 docenten. Dus 1 7 deel komt overeen met 70 docenten. Er zijn dan in totaal 7 70 = 490 docenten. Conclusie: B

Vraag 6 Schaduw

Vraag 6 Schaduw Boven een vierkante tafel hangt een lampje. De lamp hangt niet recht boven de tafel. Is de schaduw van de tafel op de grond een vierkant? A B Ja Nee

Uitwerking vraag 6 De lengte van de tafel vermenigvuldigd met h d geeft de lengte van de zijde van de schaduw. Dit is onafhankelijk van de plek van de lamp boven de tafel, dus de vier zijden van de schaduw zijn allemaal even lang. Verder zijn de zijden van de schaduw evenwijdig aan de zijden van de tafel. Dus de schaduw is een vierkant. Conclusie: A

Vraag 7 Afronden

Vraag 7 Afronden Definitie: x is x naar beneden afgerond op een geheel getal; x is x naar boven afgerond op een geheel getal. Voor elk positief geheel getal n is n 7 gelijk aan: A n + 6 B n + 7 7 7

Uitwerking vraag 7 n 7 = n+7 7 is niet juist als n deelbaar door 7 is. n 7 = n+6 7 klopt wel: Als n 7 = m, dan is n gelijk aan een getal uit 7m, 7m 1,..., 7m 6. Dus is n + 6 gelijk aan een getal uit 7m + 6, 7m + 5,..., 7m en dat is na deling door 7 afgerond naar beneden inderdaad m. Conclusie: A

Finale Finale

Finale www.wiskundeolympiade.nl/vrienden

Finale Spelregels Zeskeuzevragen Antwoord weergeven met dobbelsteen Beschikbare tijd iets langer dan bij voorronde; het muziekje gaat pas later aan Aantal punten variabel per vraag Totaal 95 punten

Finale Vraag 1 Broers en zussen 16 punten

Finale Vraag 1 Broers en zussen Marjolein heeft evenveel broers als zussen. Elk van haar broers heeft anderhalf keer zoveel zussen als broers. Hoeveel kinderen zijn er in totaal in dit gezin? 3 9 5 11 7 13

Finale Uitwerking vraag 1 Stel Marjolein heeft n broers en n zussen. Dan heeft elk van haar broers n + 1 zussen en n 1 broers. Dus n+1 n 1 moet een breuk gelijk aan 3 2 zijn, maar met verschil 2 tussen teller en noemer. Dat is dus 6 4. Samen met die ene broer zijn dat dus 11 kinderen. Conclusie: 11

Finale Vraag 2 Dobbelspel 18 punten Extra tijd

Finale Vraag 2 Dobbelspel Jaap en Klaas doen een gokspelletje. Ze gooien elk met één gewone dobbelsteen. Als Jaap lager gooit dan Klaas, moet Jaap het verschil in ogen aan Klaas betalen (in euro s). Als Jaap en Klaas even hoog gooien, moet Klaas juist in de buidel tasten en 6 euro aan Jaap geven. Als Jaap hoger gooit dan Klaas, hoeft niemand iets te betalen. Wie gaat dit spelletje op den duur winnen? Jaap Klaas Spelen quitte

Finale Uitwerking vraag 2 We maken een tabel met hoeveel Jaap aan Klaas betaalt afhankelijk van de gegooide ogen: K \ J 1 2 3 4 5 6 1 6 0 0 0 0 0 2 1 6 0 0 0 0 3 2 1 6 0 0 0 4 3 2 1 6 0 0 5 4 3 2 1 6 0 6 5 4 3 2 1 6 In totaal moet Jaap naar verwachting in 36 potjes 1 + 3 + 6 + 10 + 15 = 35 euro betalen en ontvangt hij 6 6 = 36 euro. Dus per 36 potjes verwacht Jaap een euro winst te maken. Conclusie: Jaap

Finale Vraag 3 Juwelier 25 punten

Finale Vraag 3 Juwelier Bij een juwelier krijg je bij een bedrag boven de 100 euro 10% korting op het deel van 100 t/m 200 euro (dus op een bedrag van 180 euro krijg je 8 euro korting). Op het deel van 200 t/m 300 euro krijg je zelfs 20% korting, enzovoorts, en op het deel boven de 900 euro krijg je 90% korting. Voor welk bedrag moet je iets kopen om op het totaal 25% korting te krijgen? 250 500 350 600 420 1000

Finale Uitwerking vraag 3 Op 500 euro krijg je 10 + 20 + 30 + 40 = 100 euro korting, dat is pas 20%, dus moet je nog hoger. Op 600 euro krijg je nog eens 50 euro korting, dus 150 van de 600 en dat is 25%. Conclusie: 600

Finale Vraag 4 Leugenaars 15 punten

Finale Vraag 4 Leugenaars Er zitten 30 leerlingen in een kring. Elke leerling spreekt of altijd de waarheid, of liegt altijd. Elke leerling doet de uitspraak: allebei mijn buren zijn leugenaars. Wat is het grootst mogelijke aantal leugenaars? 10 20 15 24 18 30

Finale Uitwerking vraag 4 Er kunnen nooit drie leugenaars naast elkaar zitten, want dan zou de middelste de waarheid spreken. Dus van elke drie leerlingen spreekt er minstens één de waarheid. Er zijn dus hooguit 2 3 30 = 20 leugenaars. Als de leerlingen als volgt zitten:... LLWLLW..., dan klopt het precies met de uitspraken die de leerlingen doen. En dan zijn er 20 leugenaars. Conclusie: 20

Finale Vraag 5 Vliegtuig 21 punten Extra tijd

Finale Vraag 5 Vliegtuig Een vliegtuig vliegt op 10 km hoogte. Hij heeft een zogenaamde ground speed van 960 km/u; dat is de snelheid van zijn projectie (schaduw) op het aardoppervlak. Hoe hard vliegt het vliegtuig ongeveer in werkelijkheid? (De omtrek van de aarde is ongeveer 40.000 km.) 960,2 km/u 966,7 km/u 961,5 km/u 975,0 km/u 963,3 km/u 976,7 km/u

Finale Uitwerking vraag 5 De straal van de aarde is 40.000 2π 40.000 6 6666 km. De straal van de cirkel die het vliegtuig beschrijft is dus een factor 10 6666 hoger. Nu is 10 op de 6666 hetzelfde als 1 op de 666 en dat is 1,5 op de 999. Er komt dus bij 960 km/u ca. 1,5 km/u bij: 961,5 km/u. Conclusie: 961,5 km/u

Finale Einde