DOELGERICHT UITVOEREN

Vergelijkbare documenten
DOELGERICHT UITVOEREN!

Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nieuwe Hollandse Waterlinie. Streekcommissie Rivierengebied West. Bas Nijenhuis, 13 jan 2011, KvK, Tiel. Wat was de Nieuwe Hollandse Waterlinie?

Benutten en beschermen van een uniek historisch landschap

AMBITIES PROJECTENVELOPPEN DIEFDIJK EN LOEVESTEIN

CONCEPT. Uitvoeringsprogramma 2007 t/m 2013 Jaarschijf Projectenveloppe Vechtstreek-Zuid

Datum : 26 april 2005 Nummer PS 2005ZCW04 Dienst/sector : R&G/RLU Commissie ZCW. Bijlage(n): diversen (zie blz. 7)

Benutten en beschermen van een uniek historisch landschap

Gemeenteraad Culemborg College van Burgemeester en Wethouders

INTENTIEOVEREENKOMST LINGEKWARTIER. t.b.v. stuurgroep Lingekwartier (versie 12 november 2007) Het te tekenen exemplaar wordt u ter plaatse voorgelegd

Verder met de Vesting Muiden. Thema-uur 1 juni 2016

VOORBLAD STEUNBETUIGING. De tekst van de steunbetuiging bestaat uit:

Waterlinie in Utrecht Programmamanager Maryann Glorie

Nieuwsbrief Diefdijklinie

Stelling van Amsterdam en Nieuwe Hollandse Waterlinie samen sterker!

De Peel-Raamstelling in stelling

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Analyse van het land van Heusden en Altena met de daaruit voorvloeiende scenarios en toekomst verwachtingen.

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Nationaal project. Nieuwe Hollandse Waterlinie

erklaring van Altena

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Codenaam: Operatie MiEr

BIJLAGE 3: Toetsingskader

Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie

Staatsbosbeheer, gemeente Lingewaard, Beheerstichting en vrijwilligers, samen voor het fort

1. Nieuwe Hollandse Waterlinie

2005: De handen ineen en bouwen!

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Discussie Doelgroepen

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

STARTPAKKET RURAAL ERFGOED

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

Gedeputeerde Staten HR Haarlem. Betreft: Samenwerkingsovereenkomsten Afsluitdijk. Geachte leden,

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

*Z089685A57C* Gemeente Goeree-Overflakkee namens de Dorpsraad Oude- Tonge Naam contactpersoon Ada Overwater (penvoerder) Adres Koningin Julianaweg 45

IJsseldelta- Zuid. Nota Ruimte budget 22,4 miljoen euro. Planoppervlak 650 hectare

Bureauonderzoek Landschap & Cultuurhistorie en Recreatie & Infrastructuur regionale waterkering Westknollendam

Rondje Plofsluis. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Ruimtelijke kwaliteit van het Suikerunieterrein en omgeving

1. Streekplan Brabant in balans

Structuurvisie Eiland van Schalkwijk + beoordelingskader en -protocol

Nieuwe Hollandse Waterlinie. Panorama Krayenhoff. Linieperspectief. Samenvatting

De gemeente formuleert de volgende uitgangspunten voor de deelname aan het project in de Boterhuispolder:

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

Sterk en Toekomstbestendig bestuur Regio Gelderland

Te koop wegens vrede

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden

ADVIES OUDE HOLLANDSE WATERLINIE Unie van Vestingsteden van de OHWL

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein WG Tiel Telefoon startnotitie: Mobiliteit

Hatertse en Overasseltse Vennen

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

Dijkversterking en ruimtelijke ontwikkelingen slim combineren: het kán! Samenvatting van de Perspectievennota Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

PROVINCIAAL BLAD. Uitvoeringsverordening subsidie Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam provincie Utrecht

CONCEPT IN ÉÉN OOGOPSLAG INTEGRALE GEBIEDSONTWIKKELING NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE - LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA

Rondje Loevestein. Waterschap Rivierenland

Fortengordels rond Antwerpen

NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

Rondje Loevestein. Waterschap Rivierenland

Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie

Deel IV. LOP Midden-Delfland 2025: Uitvoeringsstrategie

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief

Verbetering stationsomgeving Wezep

Gebiedsontwikkeling De Logt / Landgoed Rozephoeve Raadsvergadering Oirschot 24 januari Arend Dijkstra, rentmeester Landgoed Rozephoeve

Projectplan Slikken van Flakkee Ontwerpfase quick wins Projectnummer: 16508

Onderzoeken oeververbinding Ochten - Veerdam Druten. onderzoeken mogelijkheid Uitkijkpunt, versterken relatie Dijk - Waal

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting

Indieningsvereisten projectplannen De Alblasserpoort

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aantal bijlagen: 2 Agendapunt: 11

gebiedsvisie oudenbosch Een gefaseerde herontwikkeling van een dorp

Collegevoorstel. Zaaknummer: OORJV09. Elshoutse Zeedijk, stand van zaken

Concept begroting 2009

Collegevoorstel. Zaaknummer Ondertekening intentieovereenkomst Zuiderwaterlinie

Waterlinie van wereldklasse

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Eén Linie, samen sterk in de uitvoering

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

F. Buijserd Burgemeester

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Waterdunen. Nota Ruimte budget 18 miljoen euro. Planoppervlak 350 hectare

t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug

Ruimte voor de beek. Ervaring bij Waterschap Limburg. project Loobeekdal, periode Frans Verdonschot Martijn Schraven

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

Verkoopplan. Gorsselse Heide ONTWIKKELING MILITAIRE TERREINEN

Convenant De Blauwe As. Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren

Westelijke Veenweiden

SAMENVATTING KWALITEITSHANDBOEK WERVEN AAN DE GRACHT

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

Advies van de Stuurgroep Centrumgebied Groene Peelvallei voor de op te stellen structuurvisie

Park Vliegbasis Soesterberg

Transcriptie:

DOELGERICHT UITVOEREN PROGRAMMAPLAN NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE DIEFDIJK/LOEVESTEIN Foto: Kogelvanger bij Het Werk aan t Spoel te Culemborg Pact van Loevestein [vastgesteld oktober 2006]

INHOUDSOPGAVE FIGUREN, TABELLEN EN KAARTEN...4 VOORWOORD..5 1 INLEIDING...7 2 DE PROGRAMMADEFINITIE...11 2.1 DE UITDAGING...11 2.2 MISSIE, DOELEN EN RESULTATEN...14 2.3 AFBAKENING...21 2.4 EFFECTEN...23 2.5 RANDVOORWAARDEN...23 2.6 BETROKKEN ACTOREN...24 2.7 SAMENHANG MET ANDERE PROGRAMMA S EN PROJECTEN...25 3 FASERING VAN HET PROGRAMMA...27 3.1 INLEIDING...27 3.2 DE PROJECTEN...28 3.3 CLUSTERS VAN NIET-PROJECTMATIGE WERKZAAMHEDEN...33 4 GELDBEHEERSING...35 5 KWALITEITSBEHEERSING...39 6 ORGANISATIE...41 6.1 DE PROGRAMMAORGANISATIE...41 6.2 ROLLEN BINNEN HET PROGRAMMA...42 6.3 DE OVERLEGSTRUCTUREN...43 7 INFORMATIEBEHEERSING...45 8 COMMUNICATIE...47 9 RISICOANALYSE...49 Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 3 van 60

FIGUREN, TABELLEN EN KAARTEN Figuren Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Overzicht doelen Fasegewijze uitvoering Beslisboom Programmaorganisatie Tabellen Tabel 1 Belangrijkste autonome ontwikkelingen Tabel 2 Kansrijke projecten, uitvoering 1 e fase in eigen beheer Tabel 3 Projecten die projectleider behoeven, doorlooptijd en aantal uren projectleiding Tabel 4 Geschatte doorlooptijd van niet projectmatige activiteiten Tabel 5 Kosten uitvoeringsorganisatie Tabel 6 Kosten programmaorganisatie Tabel 7 Kostenverdeling 2006 en 2007 Tabel 8 Kwaliteitseisen Tabel 9 Overlegstructuren Tabel 10 Risicoanalyse Kaarten Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3 Kaart 4 Kaart 5 Kaart 6 Begrenzing Nieuwe Hollandse Waterlinie Overzicht Diefdijk en Loevestein Open inundatiegebieden en schootsvelden Elementen behouden en ontwikkeld Hoofdverdedigingslijn zichtbaar Geografische begrenzing enveloppen Diefdijk en Loevestein Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Doelenboom Voorbeeld uitwerking autonome ontwikkelingen projectenveloppe Diefdijk Prioritering projecten en meetbare doelen Onderbouwing kosten uitvoeringsorganisatie Leden Pact van Loevestein Colofon Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 4 van 60

VOORWOORD Voor u ligt het definitieve programmaplan Doelgericht Uitvoeren voor het zuidelijk deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, dat 20 april 2006 door het Pact van Loevestein vastgesteld is. Hiermee is een belangrijke stap gezet in het proces om de projectenveloppen Diefdijk en Loevestein tot uitvoering te brengen. Ik vind het uniek dat we met zoveel verschillende partijen; drie provincies, 11 gemeenten, het Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer, alle verenigd in het Pact van Loevestein, overeen-stem ming hebben bereikt over een uitvoeringsplan dat geheel past binnen het Panorama Krayenhoff. Naar mijn mening, een memorabel moment! Dit programmaplan is met voortvarendheid in alle afzonderlijke colleges besproken en geaccordeerd en voor definitieve vaststelling in oktober 2006 aan de Liniecommissie aangeboden. Nu kunnen we doelgericht gaan uitvoeren, zodat de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor velen weer zichtbaar en beleefbaar wordt. Theo Peters, voorzitter Pact van Loevestein en Gelders gedeputeerde Cultuurhistorie Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 5 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 6 van 60

1 INLEIDING Van planvorming naar uitvoering Ruim vijf jaar is er inmiddels gesproken, geschreven en geschetst over het Nationaal Project de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). Op hoofdlijnen weten we wat we willen weten over de historie en het toekomstbeeld. Hierover bestaat overeenstemming, zowel bestuurlijk als maatschappelijk. Op nationaal niveau is Panorama Krayenhoff vastgesteld. Op regionaal niveau, het Waterliniegebied ten zuiden van de Lek, hebben de colleges van Gedeputeerde Staten van Gelderland, Zuid-Holland en Noord-Brabant het Pact van Loevestein ingesteld. Het Pact is een samenwerkingsverband waarin bestuurlijke vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten, het Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer een plaats innemen. Het Pact heeft onder meer de Gebiedsvisie Zuid ontwikkeld. Met de ondertekening van de Bestuursovereenkomst op 1 september 2005 door de betrokken provincies en ministeries hebben de genoemde partijen de intentie uitgesproken om de uitvoering van het Nationaal Project NHW ter hand te nemen. Op 29 september 2005 heeft het Pact van Loevestein de Ambities projectenveloppen Diefdijk en Loevestein vastgesteld. In de ambities wordt de identiteit van de gebieden Diefdijk en Loevestein beschreven. Vanuit deze identiteit is, op hoofdlijnen, een toekomstig beeld geschetst voor het gebied. Ook is er een eerste verkenning gemaakt van projecten die de komende jaren uitgevoerd moeten worden om de Waterlinie ter plaatse op het gewenste kwaliteitsniveau te brengen. Na het positieve besluit van de Liniecommissie op 27 oktober 2005 gelden de Ambities als opdracht van de Liniecommissie aan de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Zuid-Holland en Gelderland. De Ambities zijn ingebracht in het voorliggende programmaplan voor de enveloppen Diefdijk en Loevestein. Het programmaplan is geschreven in opdracht van het Pact van Loevestein. In het plan is inzichtelijk gemaakt welke projecten er, uitgaande van de geformuleerde ambities, op de korte termijn (2006/2007) en langere termijn (2008-2020) uitgevoerd moeten worden. Hiermee kan het plan worden ingezet om de benodigde financiële middelen te verkrijgen. Daarnaast worden met het programmaplan de richting en sturing van de uitvoering van het programma Diefdijk/Loevestein vormgegeven. De uitvoeringsfase van het programma NHW Diefdijk/Loevestein beslaat een lange periode; van 2006 tot 2020. Omdat het niet mogelijk is om de uitvoering voor deze hele periode vooraf te programmeren, is ervoor gekozen de uitvoering te faseren. Elke fase beslaat een periode van zeven jaar waarin geprogrammeerd wordt. Ten behoeve van de uitvoering wordt het programmaplan elk jaar geactualiseerd in de vorm van een faseplan, waarmee wordt aangesloten op de programmering van het ILG (2007-2013 en 2013 2020). Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 7 van 60

Kaart 1 Begrenzing Nieuwe Hollandse Waterlinie Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 8 van 60

Leeswijzer Na de inleiding (hoofdstuk 1) wordt in hoofdstuk 2 de programmadefinitie gegeven; hierin worden de missie en de doelen van het programma toegelicht, het programma wordt afgebakend en de randvoorwaarden worden beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitvoering van het programma en geeft weer welke projecten en niet-projectmatige activiteiten moeten worden uitgevoerd. De beheersing van het programma wordt beschreven in de hoofdstukken 4 tot en met 9. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de financiering van de projecten en de projectorganisatie. De wijze waarop de belangrijkste kwaliteitsaspecten worden bewaakt wordt beschreven in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 wordt de programmaorganisatie beschreven en worden de rollen en taken binnen het programma beschreven. De informatiebeheersing wordt toegelicht in hoofdstuk 7 en de communicatie in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op de belangrijkste risico s voor het programma. In het programmaplan is een tweetal bijlagen van bijzonder belang. Het gaat om bijlage 1 De doelenboom, met alle projecten en om bijlage 3 een indicatieve overzichtstabel van alle projecten en de belangrijkste kenmerken ervan. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 9 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 10 van 60

2 DE PROGRAMMADEFINITIE De programmadefinitie vormt het kader waarbinnen het uitvoeringsdeel van het programma wordt uitgewerkt. Met de Ambities projectenveloppen Diefdijk en Loevestein is dit kader grotendeels bepaald. De belangrijkste aspecten van de Ambities zijn hierom in de programmadefinitie opgenomen en op een aantal onderdelen zoals missie, doelen en resultaten, afbakening en randvoorwaarden verder uitgewerkt. 2.1 DE UITDAGING De NHW was de meest uitgewerkte en daardoor meest indrukwekkende verdedigingslinie van ons land en functioneerde officieel van 1815 tot 1963. Na 1945 verloor het systeem geleidelijk zijn noodzaak, het onderhoud aan de bouwwerken kwam op een laag pitje te staan en de beperkingen die de Waterlinie stelde aan de landbouw en stadsuitbreiding kwamen te vervallen. Na 1963 verbrokkelde ook het beheer. De terreinen verloren steeds meer van hun historische sporen. In de Nota Belvedère uit 1999 heeft het Rijk 70 gebieden benoemd waaraan de cultuurhistorie van Nederland goed valt af te lezen. De NHW is één van de meest omvangrijke Belvedèregebieden. Vervolgens is de NHW in de Derde Architectuurnota (2000) aangewezen als één van de 10 Grote Projecten en is een proces in gang gezet dat moet leiden tot het beschermen en renoveren van dit belangrijke erfgoed. De (hernieuwde) aandacht voor de NHW heeft geleid tot tal van regionale en lokale initiatieven. Als belangrijke stap in het proces is in december 2003 het Linieperspectief Panorama Krayenhoff door de Ministerraad vastgesteld. Het Linieperspectief geldt als basis voor de ontwikkeling van de NHW. In het Linieperspectief wordt beschreven dat, hoewel de militaire noodzaak van de NHW is verdwenen, de Waterlinie nog wel degelijk van betekenis is. Het Linieperspectief kent drie ambities toe aan de NHW: o o o als deel van het nationale geheugen draagt de NHW bij aan het historische besef en de regionale identiteit; de NHW is de rustige en groene tegenhanger van het stedelijk netwerk; als hydrologische machinerie kan de NHW wezenlijk bijdragen aan het gemoderniseerde waterbeheer van de 21 ste eeuw. In de Bestuursovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie is de doelstelling voor het project geformuleerd. Deze luidt als volgt: Het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie stelt zich ten doel de Waterlinie als onderdeel van het Nederlands cultureel en landschappelijk erfgoed tot een herkenbare ruimtelijke eenheid te maken en deze duurzaam in stand te houden. Hiertoe zullen eigentijdse functies (zoals recreatie en toerisme, waterbeheer, landbouw, natuur, verkeer en vervoer) nader worden ingevuld c.q. aan de Linie worden toegevoegd, met als uitgangspunt de Belvedèregedachte: Behoud door Ontwikkeling De ambities voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie worden ook beschreven in het (concept) Liniebrede uitvoeringsprogramma. In dit programma zijn de ambities als volgt beschreven: o ambitie 1: Versterken van een herkenbaar Waterlinieprofiel (de fysieke ruimtelijke ontwikkeling); o ambitie 2: Ontwikkelen en profileren van de Waterlinie als een liefhebberslandschap (de hoofden en de harten); o ambitie 3: Realiseren van een economisch duurzaam gebruik in en voor de Waterlinie (economische duurzaamheid). Voor de projectenveloppen Diefdijk en Loevestein is in de Ambities projectenveloppen Diefdijk en Loevestein deze doelstelling aan de hand van de identiteit van de gebieden verder uitgewerkt tot een streefbeeld: Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 11 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 12 van 60

Karakteristiek enveloppe Diefdijk De identiteit van de enveloppe Diefdijk bestaat uit drie elementen: o o o de Nieuwe Hollandse Waterlinie manifesteert zich hier als een systeem: de Linie is een samenhangend geheel van landschappelijke onderdelen en specifieke militaire elementen; de hoofdverdedigingslijn is heel manifest aanwezig. De 15 km lange, boven het maaiveld liggende, continue lijn van Diefdijk, Meerdijk en Nieuwe Zuiderlingedijk, met sluizen, forten, kazematten en groepsschuilplaatsen vormt een zeer markante cultuurhistorische gradiënt. De hoofdverdedigingslijn is in geen enkele andere enveloppe zo prominent aanwezig. Deze lijn, samen met de aansluitende Goilberdingerdijk op de zuidelijke Lekoever, is dan ook het verbindend element voor de uit te voeren projecten; de relatieve afwezigheid van bebouwing, de openheid, is karakteristiek voor dit gebied. Deze openheid is zowel aanleiding voor, als gevolg van de militaire functie als schootsveld en inundatiegebied. Streefbeeld enveloppe Diefdijk Bovenstaande identiteit is leidraad geweest voor de formulering van doelen, die samenvattend uitmonden in vier streefbeelden: o o o o duurzame veiligstelling van de forten met hun schootsvelden en inundatiegebieden en de daarbij behorende waterhuishoudkundige werken; toevoeging van economische en publieke functies; beleefbaar maken van de samenhang tussen alle Linie-elementen door openbare toegankelijkheid en uitbreiding van recreatieve netwerken; versterking van de openheid door onder meer natuurontwikkeling en vernatting als bijdrage aan de robuuste ecologische verbinding en aan de regionale waterberging en landbouw. Karakteristiek enveloppe Loevestein o o In het gebied van de enveloppe Loevestein wordt de Linie doorsneden door grote rivieren. Waal en Maas voegen zich hier samen tot de Boven Merwede. Daardoor is er sprake van een zeer grote verscheidenheid aan Linie-elementen. Alles is op korte afstand van elkaar aanwezig: vestingsteden, een vesting met kasteel, forten, dijken, inlaatsluizen, inundatiegebieden, waar de openheid nog sterk aanwezig is en noem maar op. De grote rivieren, die elkaar bij Loevestein ontmoeten, geven een continue dynamiek aan het gebied door hun stroming, de scheepvaart, maar ook door van tijd tot tijd buiten hun oevers te treden. De oplossing van de veiligheidsproblematiek, die daarmee samenhangt, is een belangrijke factor in de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Van Noord naar Zuid loopt tegelijkertijd de Waterlinie in al haar historische rust, die voor een groot deel samenvalt met een robuuste ecologische verbindingszone. Groen en blauw ontmoeten elkaar hier dus in een historische contet! Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 13 van 60

o Waar alle lijnen elkaar kruisen ligt de Vestingdriehoek, eigenlijk de vestingruit Gorinchem Woudrichem Loevestein - Vuren. Vooral in toeristisch-recreatief opzicht is de vestingdriehoek het centrum van het enveloppegebied. De rivieren vormen de bindende kracht binnen de driehoek. De landschappelijke en recreatieve verbinding van de Vestingdriehoek met de ten noorden van de A15 gelegen enveloppe Diefdijk en de zuidelijk gelegen forten Altena en Bakkerskil (en daarmee met de Biesbosch) zijn echter zeer zwak. Dat wordt vooral veroorzaakt doordat de hoofdverdedigingslijn, uitgezonderd tussen Brakel en Poederooijen, vrijwel niet zichtbaar is in dit gebied. Streefbeeld enveloppe Loevestein Van Driehoek naar Ster De merknaam Vestingdriehoek blijft letterlijk en figuurlijk centraal staan in het gebied. De recreatieve en landschappelijke verbinding van de Vestingdriehoek met de noordelijk gelegen Zuiderlingedijk en de Diefdijk en de zuidelijk gelegen entree naar de Biesbosch (Altena en Bakkerskil) dient echter versterkt te worden. Kwaliteit voor de Linie, de Linie voor Kwaliteit Stedelijke ontwikkelingen en de aanleginfrastructuur moeten benut worden voor versterking van de Linie. Andersom moet de Linie benut worden voor het toevoegen van kwaliteit aan de leefomgeving (woningbouw en bedrijventerrein Dalem, uitbreidingswijk Passewaaij en ontwikkeling Waalfront Tiel, herontwikkeling bedrijventerrein Woudrichem, A15, Betuwelijn etc.). Groen voor verbinding en contrast De Robuuste Ecologische Verbindings Zone (REVZ) die diagonaal door het gebied loopt moet ingezet worden om de landschappelijke relaties, zowel binnen de Linie als met de Biesbosch, te versterken. Nieuwe landgoederen in het gebied moeten bijdragen aan landschappelijke contrasten (openheid verdichting) om het Liniebeeld te versterken. Ruimte voor water in de Linie Het is zaak aan te haken bij de dynamiek in het gebied in het kader van Ruimte voor de Rivier. Daarnaast kan waterberging bijdragen aan een duurzaam open (en nat) beeld van de inundatiegebieden. De Linie hersteld Een groot deel van de Linie-elementen dient gerestaureerd te worden en indien van toepassing (o.a. forten) voorzien te worden van een duurzame eploitatie. Het is voor ons de uitdaging om, met deze beelden voor ogen en het Linieperspectief als leidraad, de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de projectenveloppen Diefdijk en Loevestein in haar nieuwe vorm uiterlijk 2020 te realiseren. 2.2 MISSIE, DOELEN EN RESULTATEN Een programma laat zich kenmerken door een reeks van samenhangende doelen die uiteindelijk bijdragen aan het realiseren van de missie van het programma. De missie van de NHW is gebaseerd op de Ambities projectenveloppen Diefdijk en Loevestein en luidt: Waterlinie als een samenhangend systeem, beleefd in een duurzame omgeving. Deze missie is uitgewerkt tot een doelenboom waarin de hoofddoelen en subdoelen, die bijdragen aan het realiseren van de missie, worden weergegeven. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 14 van 60

Het ILG De verschillende potjes die het Rijk nu heeft voor het landelijk gebied worden vanaf 1 januari 2007 bij elkaar gevoegd in één budget; het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Er zijn straks geen afzonderlijke subsidieregelingen meer voor het landelijk gebied en dus ook geen afzonderlijke subsidieregels. Over de inzet van het geld maakt elke provincie afzonderlijk afspraken met het Rijk, voor een zevenjarige periode. Rijk en provincies spreken doelen af, die de provincies samen met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties proberen te bereiken. Het Rijk bemoeit zich niet met de uitvoering van de plannen. Daarmee is het ILG niet alleen een nieuw financieringssysteem, maar ook beoogd als nieuwe werkwijze én een verandering in bestuurlijke verhoudingen. Figuur 1 Overzicht doelen Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 15 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 16 van 60

Toelichting hoofddoelen en subdoelen: Duurzaam open inundatiegebieden en schootsvelden De inundatiegebieden en schootsvelden, die aan de oostzijde van de hoofdverdedigingslinie zijn gesitueerd, waren vanaf het begin van de Waterlinie open van karakter. Dit was belangrijk om de gebieden onder water te kunnen zetten en om het uitzicht op de aanvallers te behouden. Het open karakter van de inundatiegebieden en schootsvelden is door de eeuwen heen ter plaatse van de enveloppen Diefdijk en Loevestein grotendeels behouden gebleven en bepaalt voor een belangrijk deel het karakter van de NHW. Het doel van het programma is de openheid van de inundatiegebieden en schootsvelden te behouden dan wel te herstellen. Onder openheid wordt hier verstaan de relatieve afwezigheid van bebouwing. Deze doelstelling komt goed overeen met de kernkwaliteiten van het Nationale Landschap: een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen; een groen en overwegend rustig karakter en openheid. De doelstelling kan op verschillende manieren gerealiseerd worden, zoals verwoord in de subdoelen. o Open functie versterken De openheid van de inundatiegebieden en schootsvelden kan worden behouden en versterkt door er functies met een open karakter aan toe te kennen, zoals (duurzame) landbouw, in dit geval de grondgebonden melkveehouderij en (open) natuur. Voor Diefdijk en Loevestein zijn de inundatiegebieden en schootsvelden op dit moment grotendeels open. Lopende en nieuwe ontwikkelingen kunnen deze openheid verder versterken of verminderen. Wanneer aanpassingen in het landschap aan de orde zijn, bijvoorbeeld het ontwikkelen van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS), moeten deze ontwikkelingen het open karakter verder versterken. Dit doel sluit aan bij het ILG-doelen voor natuur en landbouw. o Natte functie toekennen Ook het toekennen van een natte functie kan de openheid en het natte karakter van de inundatiegebieden en schootsvelden versterken. Dit geldt bijvoorbeeld voor waterberging. Bovendien kan door het realiseren van waterbergingsopgave rond de Linie het natte karakter van de inundatiegebieden tot uitdrukking worden gebracht. Het is het doel van de NHW om zoveel mogelijk waterberging te realiseren in gebieden die vanuit historisch perspectief vanwege hun terreingesteldheid zijn bedoeld voor inundatie. Dit doel sluit aan bij het ILG-doel voor water. o Openheid forceren Op een beperkt aantal plaatsen is de openheid van de inundatiegebieden en schootsvelden verloren gegaan. Het doel is om daar waar kansen zich voordoen de openheid van het gebied te herstellen. Dit doel sluit aan bij het ILG-doel voor landschap. o Verdichting tegengaan De openheid van de inundatiegebieden en schootsvelden zal ook naar de toekomst gegarandeerd moeten blijven. Hierom is het belangrijk dat de duurzame open functie ook planologisch vastgelegd wordt. In het Streekplan Gelderland en Noord-Brabant zijn de open gebieden op dit moment (grotendeels) beschermd. Het is het doel dat de planologische bescherming van de open gebieden behouden blijft en daar waar nodig verder wordt uitgebreid. Bestemmingsplannen zullen waar nodig hierop worden aangepast. Dit doel sluit aan bij het ILG-doel voor landschap. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 17 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 18 van 60

Elementen behouden en ontwikkeld De NHW bestaat uit een grote verzameling artefacten zoals forten, kazematten, groepsschuilplaatsen, kanalen en sluizen. Hoewel een deel van deze elementen voorgoed zijn verdwenen, is er nog altijd een respectabel aantal elementen aanwezig. De staat waarin deze elementen verkeren, varieert van sterk vervallen tot goed geconserveerd. Ook is inmiddels een aantal elementen gerestaureerd. Het doel van de NHW is de nog bestaande elementen te behouden. Dat wil zeggen dat verder verval wordt tegengegaan en waar nodig restauraties worden uitgevoerd. Bij behoud en eventuele restauratie wordt uitgegaan van het principe Behoud door Ontwikkeling met andere woorden de geschiedenis bewaard, maar niet teruggebracht. Passende eigentijdse functies kunnen aan de NHW worden toegevoegd. De doelstelling sluit goed aan op de kernkwaliteit van het Nationaal Landschap: samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen. o Restaureren Het doel is om vervallen NHW-elementen te restaureren en te onderhouden. Dit heeft alleen zin als er zicht is op duurzame eploitatie. Dit doel sluit aan bij het ILG-doel voor landschap. o Duurzame functies toekennen De historische functie van de NHW-elementen zoals forten en kazematten is verdwenen. Door nieuwe functies aan deze elementen toe te kennen, kunnen deze elementen duurzaam behouden blijven. Het is het doel om nieuwe, passende functies toe kennen aan de NHW-elementen, die een nieuwe economische en sociale impuls aan de NHW en haar omgeving zullen geven. Dit sluit aan bij het ILG-doel voor sociaal-economische vitalisering. Hoofdverdedigingslijn zichtbaar De hoofdverdedigingslinie is globaal de oostgrens van het te verdedigen gebied. De grens wordt geaccentueerd door de elementen in het landschap zoals dijken, bijv. de Diefdijk. De grens wordt versterkt door de aanwezigheid van forten en reeksen van kazematten en groepsschuilplaatsen. De hoofdverdedigingslijn wordt verder versterkt door de openheid van de inundatiegebieden en schootsvelden aan de oostkant en de verdichting van het landschap in het te verdedigen gebied aan de westzijde. Hoewel de elementen van de NHW vooral verscholen liggen, is de hoofdverdedigingslijn duidelijk zichtbaar in het landschap. Het behoud van de hoofdverdedigingslijn en versterking ervan in het landschap is het doel van de NHW. Dit doel sluit goed aan op de kernkwaliteit van het Nationaal Landschap: samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen. o Lijn zichtbaar maken Het is het doel om het samenstel van de lijnen dijken, forten, kazematten en groepsschuilplaatsen zichtbaar te maken, zodat de zichtbaarheid van de hoofdverdedigingslijn versterkt wordt. Dit sluit aan bij het ILG-doel landschap. Linie beleefbaar De NHW is een cultureel erfgoed dat door ontwikkeling moet worden behouden. Dit betekent dat het een plaats krijgt in de omgeving als stukje historisch geheugen. Tegelijk moet het voor het publiek aantrekkelijk worden gemaakt om de NHW te bezoeken. Het publiek kan de historische waarde van de NHW beleven, genieten van de rust en ruimte die de NHW biedt en deelnemen aan activiteiten die worden georganiseerd. Voor het verblijf van het publiek in het gebied moeten voldoende faciliteiten beschikbaar zijn, zoals eet-, drink- en overnachtingsmogelijkheden. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 19 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 20 van 60

Het is het doel van de NHW een aantrekkelijk aanbod te doen aan het publiek, zodat het de NHW zal bezoeken. Dit doel sluit goed aan op de kernkwaliteit van het Nationaal Landschap: een groen en overwegend rustig karakter. o Toegankelijkheid vergroten De toegankelijkheid van het samenhangende systeem de Waterlinie moeten worden vergroot voor het publiek. Dit betekent dat de forten zoveel mogelijk worden opengesteld en het gebied wordt ontsloten met wandel- en fietsroutes. Het doel hiervan is dat het publiek de Waterlinie als geheel kan bezichtigen en kennis kan nemen van het militaire systeem. Dit sluit aan bij het ILG-doel voor recreatie. o Bekend en beleefbaar maken De Waterlinie is nu nog niet bekend bij het grote publiek. Zelfs wanneer een onderdeel van de Waterlinie wordt bezocht, wordt dit niet gezien als onderdeel van het grotere systeem. Het doel is dat er een brede bekendheid van de Waterlinie als systeem ontstaat bij het publiek. Bovendien moet er bij een bezoek aan de Waterlinie voldoende te beleven en te doen zijn, zodat het publiek de Waterlinie blijft bezoeken. Dit doel sluit aan bij het ILG-doel voor recreatie. Projecten Ook alle projecten zijn aan de doelenboom toegevoegd. Alle projecten in het programma moeten een bijdrage leveren aan het bereiken van één of meer doelen; projecten die niet bijdragen aan een doel horen niet in de doelenboom en dus ook niet in het programma thuis. In bijlage 3 staan ook de afgevallen projecten vermeld. In de doelenboom zijn alle overgebleven projecten uit de enveloppen Diefdijk en Loevestein ondergebracht, zodat een totaal overzicht is ontstaan van de NHW Diefdijk/Loevestein. (zie bijlage 1: Doelenboom). Alle projecten die in de doelenboom zijn opgenomen moeten in beginsel worden uitgevoerd om de beschreven doelen te realiseren. Echter, in de loop van de tijd kan blijken, dat er nog nieuwe projecten moeten worden toegevoegd. Door veranderingen in omstandigheden kunnen er ook projecten afvallen. De samenstelling van de projecten in de doelenboom is in die zin dynamisch. De beschreven doelen zijn statisch; die veranderen niet meer. De doelenboom vormt de ruggengraat van het programmaplan. Met de beschrijving van de doelen in de doelenboom wordt richting gegeven aan uitvoeringsactiviteiten (projecten) van het plan. Daarnaast biedt de doelenboom een basis voor de sturing van het programma. 2.3 AFBAKENING Het Nationaal Project de Nieuwe Hollandse Waterlinie bevat zeven enveloppen. Het voorliggende programma bevat de twee enveloppen, Diefdijk en Loevestein, die het zuidelijk deel van de NHW beslaan. Het programma NHW Diefdijk/Loevestein is daarmee een deel van het Nationaal Project. Voor de andere enveloppen worden aparte programma s opgesteld. Voor het nationaal project wordt één allesomvattend programma opgesteld door het Landelijk Projectbureau NHW. Het geografische gebied van de enveloppen Diefdijk en Loevestein is beschreven in Panorama Krayenhoff. Voor de Gelderse situatie is deze begrenzing overgenomen in het Streekplan en geldt ook als de begrenzing van het Nationaal Landschap de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Omdat de eclave fort Pannerden niet was opgenomen in de begrenzing van Krayenhoff is fort Pannerden opgenomen in het Nationaal Landschap De Gelderse Poort. Fort Pannerden is ook opgenomen als onderdeel van de NHW in het programmaplan Diefdijk/Loevestein. De begrenzing van de NHW in Noord-Brabant is enigszins aangepast ten opzichte van Krayenhoff. Kaart 6 geeft de geografische begrenzing aan van de NHW, zoals deze geldt voor het programmaplan Diefdijk/Loevestein. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 21 van 60

Kaart 6 Geografische begrenzing enveloppen Diefdijk en Loevestein Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 22 van 60

Alleen projecten die bijdragen aan genoemde doelen (zie paragraaf 2.2) worden opgenomen in het programma. Projecten die niet passen in de doelenboom vallen dus niet onder het programma. Het programma maakt zoveel mogelijk gebruik van ontwikkelingen in het veld. Daar waar mogelijk wordt met initiatieven in het veld mee gekoppeld. Dit betekent dat waar autonome ontwikkelingen zijn of worden verwacht vanuit het programma geen initiatieven worden genomen om activiteiten op te zetten. De ontwikkelingen worden wel gevolgd en daar waar nodig beïnvloed om de bijdrage ervan aan de doelstelling van het programma zo groot mogelijk te maken. 2.4 EFFECTEN Het fasegewijs uitvoeren van het programma zal tot 2020 duren. Dit betekent dat de gestelde doelen stukje bij beetje worden gerealiseerd. De Waterlinie zal als samenhangend systeem steeds nadrukkelijker aanwezig zijn en beleefd worden. De belangstelling voor de NHW is op dit moment al vrij groot en zal door het uitvoeren van de projecten nog verder toenemen. De blijvende aandacht voor de NHW is van cruciaal belang voor het realiseren van de gestelde doelen. De voortgang van de uitvoering is namelijk afhankelijk van initiatieven van derden en financiële middelen die de overheid beschikbaar stelt. Deze middelen worden alleen beschikbaar gesteld als de (politieke) belangstelling voldoende is. Tijd 2.5 RANDVOORWAARDEN Het programma NHW Diefdijk/Loevestein moet uiterlijk 2020 worden afgerond. Zoals eerder beschreven, is er sprake van een fasegewijze aanpak, waarin het programmaplan elk jaar door middel van een faseplan wordt geactualiseerd. De uitvoering is bovendien gekoppeld aan de uitvoering van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Het ILG kent een cyclus van steeds zeven jaar, te beginnen in 2007. Geld Voor het programma is geen programmabudget beschikbaar, waarmee de uitvoering van de projecten wordt gefinancierd. Voor het uitvoeren van de projecten is het programma afhankelijk van middelen uit bestaande en nieuwe subsidieregelingen, bijdragen van overheden en bijdragen van derden. In hoofdstuk 4 wordt de financiering van de projecten nader toegelicht. Kwaliteit Voor het programma Diefdijk/Loevestein gelden zowel procesmatige als inhoudelijk kwaliteitseisen. De belangrijkste procesmatige kwaliteitseisen zijn: o o er moet worden voldaan aan de uitgangspunten en afspraken uit de Bestuursovereenkomst van 1 september 2005 (zie Inleiding); het draagvlak van betrokken partners moet worden behouden en waar mogelijk vergroot. De belangrijkste inhoudelijke kwaliteitseisen zijn: o er moet worden aangesloten op Panorama Krayenhoff en de Ambities projectenveloppen Diefdijk en Loevestein o de geformuleerde kwaliteitseisen van het kwaliteitsteam moeten worden overgenomen. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 23 van 60

Deze kwaliteitscriteria zijn: eenheid (in de Linie) en verscheidenheid (in lokale uitwerking) sfeer is ruw, robuust, grootschalig, geheimzinnig en verhalend de hoofdverdedigingslijn is een ruggengraat landschappelijk en functioneel contrast oost en west alle (groepen) van objecten doen mee (in relatie tot elkaar en omgeving) sociaal maatschappelijke betrokkenheid (toegankelijk, initiatiefrijk, economisch duurzame activiteiten gekoppeld aan NHW). Bij het uitvoeren van het programma zal kwaliteit als voornaamste uitgangspunt gelden. Er is aldus sprake van een kwaliteit gestuurd programma. 2.6 BETROKKEN ACTOREN Bij het programma is een zeer groot aantal actoren betrokken, waardoor het niet mogelijk is ze allemaal te noemen. Hier wordt volstaan met het noemen van de belangrijkste: De Liniecommissie De Liniecommissie is opdrachtgever voor het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie en heeft de opdracht voor het uitvoeren van de projectenveloppen gegeven aan de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. De provincies zijn opdrachtnemer en daarmee verantwoordelijk voor het uitvoeren van het programma. Gemeenten; alle NHW-gerelateerde Gelderse, Utrechtse, Noord-Brabantse en Zuid- Hollandse gemeenten De gemeenten hebben een belangrijke rol bij het uitvoeren van de het programma. Alle gemeenten zijn bestuurlijk vertegenwoordigd in het Pact van Loevestein en ambtelijk in de Klankbordgroep (zie paragraaf 6.3). Eigenaren van terreinen en objecten De belangrijkste eigenaren van terreinen en forten in de enveloppen Diefdijk en Loevestein zijn Staatsbosbeheer en het Brabants Landschap. Deze eigenaren zijn een belangrijke partner bij het uitvoeren van de projecten. Staatsbosbeheer en het Brabants Landschap zijn net als de gemeenten vertegenwoordigd in het Pact van Loevestein en de Klankbordgroep. Waterschap Rivierenland Het waterschap is een belangrijke partner bij het uitvoeren van de natte projecten, met name daar waar het gaat om het (vergroten) van de waterbergingcapaciteit en het beheren van de waterkwaliteit; voorts is het waterschap beheerder van waterkeringen en wegen. Het waterschap is ook vertegenwoordigd in het Pact van Loevestein en in de Klankbordgroep. Het Nationaal Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie Het Nationaal Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, tevens secretariaat van de Liniecommissie, was in de initiatieffase trekker van het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de uitvoeringsfase blijft het projectbureau bestaan, maar krijgt het een andere rol. In deze fase zal het projectbureau de uitvoering faciliteren met het leveren van kennis en deskundigheid, het verzorgen van Liniebrede PR, het coördineren van enveloppenoverstijgende thema s en door op Rijks- en Europees niveau te lobbyen voor financiële middelen voor de uitvoeringsprogramma s. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 24 van 60

Het Rijk De ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW), Verkeer en Waterstaat (V&W) en Defensie zijn verantwoordelijk voor de rijksmiddelen, die gekoppeld zijn aan de rijksdoelen in het Linieperspectief en zullen de doorwerking van het Linieperspectief in rijksuitvoeringsprogramma s bevorderen. Marktpartijen Verschillende marktpartijen, vooral in de toeristisch-recreatieve hoek zijn betrokken of zullen betrokken raken bij het uitvoeren van verschillende projecten. De rol van de partijen zal per project verschillen. 2.7 SAMENHANG MET ANDERE PROGRAMMA S EN PROJECTEN In het gebied van de enveloppen Diefdijk en Loevestein bestaan tal van andere initiatieven die het programma NHW beïnvloeden; de autonome ontwikkelingen. De beïnvloeding kan positief zijn. In dat geval is er sprake van meekoppelmogelijkheden. De NHW kan meeliften met activiteiten van derden, waardoor met geringe inspanningen een bijdrage wordt geleverd aan één of meer NHW-doelen. Ook kan er sprake zijn van negatieve beïnvloeding, het gaat dan om activiteiten die haaks staan op de doelen van de NHW. In het laatste geval is het belangrijk om actie te ondernemen om het risico voor de NHW weg te nemen of te verkleinen. In de doelenboom zijn de belangrijkste autonome ontwikkelingen ingetekend. Deze autonome ontwikkelingen worden toegelicht in tabel 1, zie ook bijlage 1 Tabel 1 Belangrijkste autonome ontwikkelingen Autonome ontwikkeling Ontwikkeling Gorinchem Oost REVZ Lek-Biesbosch Revitalisering Landelijk Gebied (gebiedsplan) Regionale waterberging Ruimte voor de Rivier Munnikenland, Lekdijk en Lek-uiterwaard Duurzame melkveehouderij Groene en blauwe diensten Stedelijke ontwikkeling Culemborg Toelichting Tussen Gorinchem en de Dalemse Zijving (hoofdverdedigingslijn) worden de komende jaar een woonwijk en een bedrijventerrein gerealiseerd. Dat biedt kansen voor de Linie, o.a. vernatting van het inundatiegebied en een verbinding voor langzaam verkeer over de A15. Ecologische, landschappelijke, recreatieve en culturele betekenis van NHW integreren tot hoogwaardige megasingel. In Noord-Brabant vormt het gebiedsplan het kader voor de toekomstige ontwikkeling van de landbouw. Landbouw is de belangrijkste functie om in het Liniegebied het open karakter te handhaven. Voor de berging van gebiedseigen water, laag gelegen terreinen met een cultuurhistorische betekenis benutten. De oplossing van de hoogwaterproblematiek is een belangrijke factor in de toekomstige ontwikkeling van het Liniegebied. Daar waar de grote rivieren de Linie kruisen (Lek, Merwede en Maas) biedt dat grote kansen. Ontwikkelingen in de grondgebonden melkveehouderij erop richten, dat deze landbouwtak bij uitstek de beheerder van de open ruimte blijft. Doelen voor natuur en landschap verwezenlijken door agrariërs een passende vergoeding te geven voor beheer dat op deze doelen is gericht De nu geaccordeerde westelijke bebouwingsgrens aanhouden om resterende inundatiegebieden voor de toekomst veilig te stellen. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 25 van 60

Autonome ontwikkeling Kaderrichtlijn water Rijksinfrastructuur (relatie met Linie beleefbaar en toegankelijk) Planologisch regime Onderhoud Prorail Monumentenbeleid Eploitatie van forten en recreatie ondernemers Vesting 3-hoek Versterking Diefdijk Routes LAW, ANWB, LF, prov. Utrecht, & Route Veerponten Lingebos Baggerplan waterschap Landschapontwikkelingsplan Enveloppe Linieland Toelichting Het streven naar een goede waterkwaliteit combineren met versterking van de natte functie van de NHW. De Linie wordt gekruist door drie rijkswegen: de A2, de A15 en de A27. Dat biedt kansen voor het verhogen van de zichtbaarheid van de Linie (A2-Diefdijk en A27-Fort Altena), maar het kan ook een obstakel vormen voor langzaam verkeer (A15/Betuwelijn). In streekplannen, bestemmingsplannen en tegenwoordig ook landschapsontwikkelingsplannen (LOP s) worden de beperkingen en mogelijkheden aangegeven voor ontwikkelingen in het gebied. Vervanging brug bij Diefdijk in spoorlijn Geldermalsen Gorinchem via werk met werk maken benutten voor restauratie kraanbrug. Het restaureren van forten en andere werken is verreweg de grootste kostenpost in het programmaplan. Voor de uitvoering is daarom het monumentenbeleid van de drie provincies en het Rijk van groot belang. Een nieuwe toeristische impuls aan de regio geven door forten ondernemersrijp te maken en er een publieke en economische functie aan toe te kennen. De Vesting 3-hoek vormt de organisatorische schakel tussen Woudrichem, Gorinchem, Loevestein en Vuren. Het regelt de recreatieve verbindingen tussen de locaties (veren, watertai) en doet de marketing en promotie van toerisme in het gebied. Het waterschap gaat de Diefdijk versterken. Dat biedt kansen voor de verbetering van de verkeersveiligheid voor recreatief verkeer, maar ook voor de landschappelijke inpassing van de dijk. Uitbreiding en hertracering van wandel-, fiets- en kanoroutes aangrijpen om NHW-elementen in het toeristische netwerk op te nemen. Voor recreatie in de Vesting3hoek zijn de veerverbindingen (Woudrichem-Gorinchem-Sleeuwijk-Loevestein-Vuren) onmisbaar. Meer oostelijk is ook het veer Vuren-Brakel van belang. Het Lingebos, vlak ten noorden van de A15, draagt als zodanig niet bij aan de doelstellingen van Krayenhoff (bos vermindert de openheid van het inundatiegebeid). De verbeterplannen voor het bos en voor de aanleg van golfterreinen in de omgeving bieden echter wel kansen voor de versterking van de hoofdverdedigingslijn. Voor het baggeren van het inundatiekanaal Tiel en de grachten van de vesting Woudrichem is het noodzakelijk dat de werkzaamheden zijn opgenomen in het baggerplan van het waterschap. Vaststelling van de landschappelijke identiteit en verhoging van de beleefbaarheid van de NHW elkaar positief laten beïnvloeden. Aansluiting projecten rond het Lekacces bij de aangrenzende Noordelijke enveloppe. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 26 van 60

3 FASERING VAN HET PROGRAMMA 3.1 INLEIDING In paragraaf 2.2 zijn de doelen voor de NHW Diefdijk/Loevestein beschreven. Vervolgens zijn de projecten aan de doelenboom toegevoegd (zie bijlage 1 Doelenboom). Elk project levert een bijdrage aan het realiseren van het doel waar het aan gekoppeld is. Soms leveren projecten een bijdrage aan meerdere doelen, maar voor de overzichtelijkheid is dit niet in de figuur aangegeven. Om de doelen te realiseren, moeten de projecten uitgevoerd worden. Er is, nu al, sprake van een groot aantal projecten. Dit aantal kan in de loop van de tijd nog verder toenemen. Het is nu al duidelijk dat niet alle projecten in een korte periode kunnen worden uitgevoerd. Dat is ook niet nodig, het programma kent immers een looptijd tot 2020. Omdat niet alle projecten in een korte periode kunnen worden uitgevoerd, is het nodig om de projecten te prioriteren. Hoog geprioriteerde projecten worden direct, dat wil zeggen binnen een periode van ongeveer een jaar, uitgevoerd (eerste fase uitvoering). Na afloop van de eerste uitvoeringsfase wordt een nieuw faseplan opgesteld. In het faseplan wordt de afgelopen fase geëvalueerd en worden de projecten voor de tweede fase geprogrammeerd. Nadat het faseplan is vastgesteld kan de uitvoering van deze projecten beginnen. Figuur 2 geeft de fasegewijze uitvoering weer. Figuur 2 Fasegewijze uitvoering Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 27 van 60

In de volgende paragrafen worden de benoemde projecten geprioriteerd en wordt bepaald welke projecten in de eerste fase (2006/2007) van het programma NHW Diefdijk/Loevestein uitgevoerd kunnen worden. Ook wordt beschreven welke andere, niet projectmatige, activiteiten uitgevoerd moeten worden, zodat een totaal beeld van de programma-activiteiten in de eerste fase ontstaat. 3.2 DE PROJECTEN Het programma NHW kent op dit moment ongeveer 60 projecten. Deze projecten moeten in beginsel allemaal worden uitgevoerd. Voor een aantal van deze projecten, de zogenaamde quick wins, geldt dat de uitvoering inmiddels is gestart of heel binnenkort gaat beginnen. In de Ambities projectenveloppen Diefdijk en Loevestein zijn de quick wins al benoemd. De quick wins die in de Ambities zijn genoemd, maar waar de uitvoering nog op zich laat wachten zijn als gewoon project in het programma opgenomen. De echte quick wins die behoren tot het programma zijn: Molenkade Met het project Molenkade wordt een deel van het inundatieveld nabij Culemborg opnieuw ingericht, waardoor de inundatiefunctie zichtbaar wordt gemaakt en natuurontwikkeling plaatsvindt. De kosten van dit project bedragen ongeveer 3 mln. en zijn bijeengebracht door de gemeente Culemborg, provincie Gelderland, het Waterschap en het Rijk. In het prestatiecontract van Dienst Landelijk Gebied (DLG) zijn 500 uren voor projectmanagement beschikbaar gesteld. De uitvoering van het project start medio 2006. Kanonkazemat A2 Het herstelplan van de kanonkazemat wordt uitgevoerd. Kort na de zomer wordt dit project opgeleverd. De kosten van het herstel bedragen ongeveer 125.000,- en zijn bijeengebracht door het Rijk, de EU, de provincie Gelderland en de gemeente Culemborg. Brug Nieuwe Steeg De oude brug naar het fort de Nieuwe Steeg was ingestort. Er wordt nu een nieuwe brug gebouwd overeenkomstig het historisch ontwerp. De brug is in de loop van 2006 gereed, waarmee een belangrijke voorwaarde voor duurzame functietoekenning is vervuld. De kosten bedragen ongeveer 0.3 mln. en zijn bijeengebracht door de provincie Gelderland, de gemeente Lingewaal en Staatsbosbeheer. Fort Altena, fase 1 (herstel wallenstructuur) Het belangrijkste fort in het Brabantse deel van de Linie is Altena (officieel: Fort aan de Uppelse Dijk ). Het fort ligt pal aan de A27. De eigenaar, Brabants Landschap, werkt samen met haar partners hard aan plannen voor restauratie, herbestemming en verbetering van de toegankelijkheid. De eerste fase wordt al opgepakt en omvat het in oorspronkelijke staat terugbrengen van de wallenstructuur en het slopen van een deel van de bebouwing van na 1940. De kosten van ruim 500.000 voor deze start worden gedekt door Europese fondsen en de provincie Noord-Brabant. Papsluis De Pasluis was een belangrijk inlaatpunt voor de inundatie van het zuidelijke deel van de Linie. Het gaat om een zogenaamde waaiersluis. Door een bijzonder staaltje van techniek kunnen de deuren van zo n sluis tegen de waterdruk in worden geopend en gesloten. De restauratie wordt begroot op 700.000,- en is opgeknipt in twee fases. De reden hiervoor is dat pas in juni 2006 zekerheid komt over de bijdrage uit het Provinciaal Restauratie Uitvoerings Programma (PRUP). De eerste fase wordt vóór de zomer van 2006 uitgevoerd met bijdragen van het Waterschap, provincie Noord-Brabant en het Rijk (gelden Nationaal Landschap). Het startschot wordt gegeven op 19 april. Kruitmagazijn Woudrichem De Kruitmagazijnen zijn opgenomen in de omwalling van de vesting Woudrichem. Het gaat om ongeveer de laatste onderdelen van de vesting die nog dringend restauratie behoeven. Uitvoering zal naar verwachting nog in 2006 een aanvang nemen met bijdragen van het Rijk, gelden van het Nationaal Landschap, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) en de provincie Noord-Brabant. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 28 van 60

GPS-route uitzetten Op initiatief Van Stichting Museum Slot Loevestein wordt een GPS-wandeltocht voor scholieren opgezet, die niet alleen de omgeving van het slot, maar de gehele Vestingdriehoek zal omvatten. Het initiatief kost 65.000 en wordt betaald door de provincies Zuid-Holland, Gelderland en Noord- Brabant. De wandeltocht past in de plannen van Loevestein om zich in recreatief opzicht nog beter te ontwikkelen. Een nieuw informatiecentrum en een hoogwaardige publieksopvang bij de toegang staan nog op het wensenlijstje voor de komende jaren. De overige projecten moeten geprioriteerd worden om tot een gefaseerde uitvoering te komen. Voor het prioriteren is een beslisboom opgesteld (zie figuur 3). De beslisboom is een eenvoudig stroomdiagram waarmee voor alle projecten kan worden bepaald in welke categorie zij vallen; Kansrijk: uitvoeren op korte termijn of Adoptie: uitvoeren op middellange/lange termijn. Figuur 3 Beslisboom Draagt bij aan realisering Panorama Krayenhoff: duurzaam/herkenbaar/ beleefbaar; vergroot toegankelijkheid nee niets doen ja Heeft eigenaar/initiator 25% + subsidie tot 100%? nee Co-financierder/ markt in beeld? nee Adoptie /T ja ja Is perspectief op vergunningen (zo ja welke?) en planologische regeling haalbaar (zo ja welke?) nee Vliegwiel Zeldzaam Sey? nee Mate van verval/ acute dreiging? ja ja Adoptie /TT ja Uitvoering kansrijk Alle projecten zijn met behulp van de beslisboom geprioriteerd. Het resultaat van de prioritering is in kleur in de doelenboom aangegeven; de kansrijke projecten zijn groen en de adoptieprojecten zijn rood gekleurd. Ook is voor alle projecten een inschatting gemaakt van de kosten en zijn de beoogde resultaten meetbaar gemaakt. Bijlage 3 geeft in een indicatief overzicht alle projecten weer inclusief prioritering en meetbare doelen. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 29 van 60

Fase 1 van de uitvoering Zoals beschreven, zullen de projecten in verschillende fasen worden uitgevoerd. Voor elke volgende fase wordt een nieuw faseplan opgesteld waarin de afgelopen fase wordt geëvalueerd en de volgende fase wordt geprogrammeerd. De eerste uitvoeringsfase betreft de periode vanaf de vaststelling van het programmaplan (medio 2006) tot en met 2007. Voor de eerste fase van de uitvoering is de lijst van de kansrijke projecten als uitgangspunt genomen. Van deze kansrijke projecten zal een deel grotendeels in eigen beheer worden uitgevoerd. Het programma zal de uitvoering niet leiden maar wel faciliteren, dat wil zeggen dat er wordt meegedacht over de inhoud van de initiatieven/projecten en de afstemming ervan op andere projecten; de projectleiders worden geholpen bij het verzamelen van voldoende financiële middelen; de projectleiders worden begeleid bij het uitvoeren van hun project o.a. door het begeleiden van project start-ups en het uitvoeren van (tussen-)evaluaties. Bij deze projecten moet worden aangetekend, dat het wellicht te optimistisch is te verwachten dat al deze projecten daadwerkelijk in de eerste fase worden uitgevoerd. De praktijk leert namelijk dat, ondanks gunstige perspectieven, het vaak nog geruime tijd kan vergen, voordat een schop de grond in gaat. Voor de eerste fase wordt ingeschat dat ongeveer de helft van deze projecten uitgevoerd zal worden. Op voorhand is echter niet duidelijk welke projecten dit zullen zijn. In tabel 2 zijn alle projecten opgenomen, die kansrijk worden geacht en in de eerste fase in eigen beheer worden uitgevoerd. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 30 van 60

Tabel 2 Kansrijke projecten, uitvoering 1 e fase in eigen beheer (bijgewerkte versie 1.0) projectnummer projectnaam opmerking geraamde kosten in G1 Inrichting Molenkade Quick win Financiering rond trekker resultaat 3.000.000 Gem. Culemborg 7 kl. mil. Obj. hersteld; 2 km recr. route; 130 ha REVZ; 100.000 m3 inund.geb. hersteld; 12 mnd/jr open 60.000 Staatsbosbeheer 1 plan opgesteld G8 Vernatting polder De Geeren (A) planvorming Eigendom SBB; peilverhoging G9 Ontwikkelingsvisie In uitvoering 70.000 Gemeente 1 plan opgesteld Lingekwartier Lingewaal G13 a+b Werk aan t Spoel Financiering rond; 1.210.000 Gem. Culemborg 1 gr. mil. obj.; 2 kl. obj. (voorts nog hersteld; 1 km recr. route restauratie 2 aangelegd; bomvrije kazernes 12 mnd/jr open op FES-lijst LNV ad 34.800) G30 Waterliniepad door Financiering rond 38.685 Gem. Culemborg 1,5 km recr. route aangelegd inundatiegebieden Culemborg G32 Fiets/voetveer over Lek Opgenomen op FES-lijst V&W G39 (L) GPS-route uitzetten 60.000 Zaltbommel/Gorin B6 a Fort Altena (Herstel Wallen, verbeteren toegang en parkeren) Quick win; inmiddels gestart B7 Papsluis Quick win; inmiddels gestart eind april B8 Kruitmagazijn Woudrichem Quick win; van start zodra vergunningen/- subsidies binnen zijn 800.000 RWS 3 km recr. route aangelegd; 6 mnd/jr open; fiets- en voetveer 4 km recr. route aangelegd; chem/v3hoek 12 mnd/jr open 1.000.000 Brabants 1 gr. mil. obj. hersteld Landschap 700.000 Waterschap 1 kl. mil. obj. hersteld 300.000 Gem. Woudrichem B9 Grachten Woudrichem uitvoering in 2007 600.000 Gem. Woudrichem G38 (L) Slot Loevestein recreatief 300.000 St. Slot ontwikkelen Loevestein Fase 1 en 2 G7 Vernatting Polder De Geeren (B) uitvoering Eigendom SBB; peilverhoging 1 kl. mil. obj. hersteld; 12 mnd/jr open 1 kl. mil. obj. hersteld Infocentrum gerealiseerd;? mnd/jr open /? bezoekers; 540.000 Staatsbosbeheer? ha REVZ;? ha inund.veld veilig;? m3 inund. geb. hersteld G12 Baggeren inundatiekanaal Uit SGB 4.400.000 Waterschap 1 gr. mil. obj. hersteld Tiel Z3 (L) Informatiepunt Gorinchem PM Gem. Gorinchem G3 Ontwikkeling Lingekwartier Fort Asperen fase 3 (cultuurpark) en vernatting bij Fort Nieuwe Steeg PM Gem. Lingewaal?m3 inundatiegebied hersteld G21a+b Restauratie en herbestemming Fort Nieuwe Steeg - haalbaarheidsstudie Geofort - restauratie loods 4.400.000 Staatsbosbeheer 1gr. mil. obj. hersteld 1 plan opgesteld 1 kl. mil. obj. hersteld 18.481.000+ P.M. Totaal Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 31 van 60

Naast de projecten die in eigen beheer worden uitgevoerd, zijn er ook projecten die niet van de grond zullen komen omdat de initiatiefnemer geen of onvoldoende capaciteit heeft om het project uit te voeren. Voor deze projecten levert het programma een projectleider die het project uitvoert. Tabel 3 geeft een overzicht van deze projecten en een globale inschatting van de doorlooptijd en het benodigde aantal uren projectleiding. Tabel 3 Projecten die projectleider behoeven, doorlooptijd en aantal uren projectleiding (bijgewerkte versie 1.0) projectnummer projectnaam opmerking kosten in G17a Fort Asperen fase 1 (basisrestauratie) G19 G20 B6a B1 Restauratie kraanbrug en toegangsbrug Werk aan de Diefdijk Restauratie Fort Pannerden fase 1 Noodrestauratie Fort Everdingen Fort Altena (Herstel Wallen, verbeteren toegang en parkeren) Inrichting Robuuste EVZ (Ecolinie) Noord-Brabant Zeer urgent; betreft dak en ventilatiekanalen In combinatie met werk Prorail Krakers zijn verwijderd Uitvoeringskosten ten laste van prov. Utrecht Quick win; inmiddels gestart resultaat 708.000 1 gr. mil. obj. hersteld; 6 mnd/jr open 200.000 1 gr. waterh. obj. hersteld; 1 kl. waterh. obj. hersteld 1.700.000 1 gr. mil. obj. hersteld; 250.000 1 gr. mil. obj. hersteld; 1.000.000. Activiteit is gericht op beïnvloeding Via PMJP / EHS B2 Landgoed Kraaiveld Kansrijk Via PMJP / RLG G16 (L) G35 (L) B6 b B12 a+b G25 G26 B3 totaal Restauratie fort Vuren Recreatieve verbinding Waal/Linge Fort Altena (Restauratie en duurzame functie) Bakkerskil (Restauratie en duurzame functie) Herleving Fort Pannerden fase 2 (openbare toegankelijkheid) Herleving Fort Pannerden fase 3 (multifunctioneel gebruik) Waterberging bij Woudrichem (Gem. Lingewaal is kaderstellend) plan maken 100.000 Volgt na uitvoering G20 Volgt na uitvoering G25 1 gr. mil. obj. hersteld? ha inund.veld veilig;? km. hoofdverdedigingslini e versterkt? ha inund.veld veilig;? km. hoofdverdedigingslini e versterkt doorlooptijd 3.500.000. 1 gr. mil. obj. hersteld 2006-2008? 400? km. recr. route aangelegd 3.500.000 1 gr. mil. obj. hersteld 2006-2007? 400 2.000.000 2006-2008? 100 1.688.000 1.317.000 Via PMJP / Waterb. 15.963.000 12 mnd/jr open; openbare toegankelijkheid 12 mnd/jr open; multifunct. ruimte voor natuur en cultuur? m3 inundatiegebied hersteld uren projectleiding initiatiefnemer 2006/2007 200 St. Mon. Fort Asperen 2006/2007 200 Staatsbosb eheer 2006/2007 400 Gem. Lingewaard 2006/2007 200 Gem. Vianen 2006 200 Brabants Landschap 2007-2009 200- Provincie 2007-2009 200 Gem. Wourichem St. Wandel= en Fietsforten 2006-2008? 100 Gem. Tiel 2008-2009 400 2010-2011 400 Deze tabel wordt als losse bijlage opgenomen in de jaarlijkse voortgangsrapportage. Brabants Landschap Brabants Landschap Gem. Lingewaard Gem. Lingewaard 2006-2008 100 Waterschap Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 32 van 60

3.3 CLUSTERS VAN NIET-PROJECTMATIGE WERKZAAMHEDEN In de uitvoeringsfase van het programma zullen er, naast het uitvoeren van projecten, ook niet projectmatige werkzaamheden worden verricht. Het gaat hierbij om het sturen van processen en het uitvoeren van routines die nodig zijn om het programma als geheel tot succesvolle resultaten te brengen. De niet-projectmatige werkzaamheden worden hieronder toegelicht. Voortgangsrapportages De voortgang van het programma wordt doorlopend bijgehouden door het programmateam. Een verslag van de voortgang wordt drie keer per jaar aan het Pact van Loevestein aangeboden en besproken, zodat de opdrachtgever en het Pact kunnen toezien op de voortgang en zonodig het programma kunnen bijsturen. De voortgangsrapportages zijn beperkt van aard. Met name de voortgang en de financiering van de projecten komen aan bod. Daarnaast zullen kansrijke ontwikkelingen worden toegelicht. Geschatte bewerkingstijd is per rapportage 32 uur. Faseplannen Elk jaar wordt een nieuwe faseplan geschreven. In een faseplan wordt de afgelopen fase geëvalueerd en wordt de planning voor de nieuwe fase gegeven. In de evaluatie zal voor zowel de projecten als voor de niet-projectmatige activiteiten de geplande output worden vergeleken met de gerealiseerde output. Eventuele verschillen tussen planning en realisatie worden nader toegelicht. In de planning voor de volgende fase wordt een overzicht gegeven van alle geplande projecten en niet-projectmatige activiteiten. Geschatte bewerkingstijd per plan: 120 uur. Faciliteren projecten De programmamanager en de programmacoördinatoren ondersteunen de projectleiders van de projecten die in eigen beheer worden uitgevoerd. Deze ondersteuning bevat een aantal verschillende activiteiten, zoals makelen, hulp bij het vinden van financieringsmogelijkheden en procesbegeleiding. Geschatte bewerkingstijd per project: 50 uur. Opname NHW in ILG Op 1 januari 2007 treedt het ILG in werking. In de loop van 2006 wordt het uitvoeringsprogramma hiervoor, het Provinciaal MeerJarenPlan (PMJP), opgesteld. Voor de NHW is het van groot belang dat zoveel mogelijk projecten in het ILG worden opgenomen, omdat het ILG de voornaamste financieringsbron is voor het uitvoeren van de NHW-projecten. De leden van het kernteam houden contact met de opstellers van de PMJP s in de betrokken provincies en leveren informatie over de NHWprojecten die in de PMJP s worden opgenomen. Geschatte bewerkingstijd: 60 uur. Europese subsidies Vanaf 2007 komen er nieuwe subsidieprogramma s van de EU beschikbaar. De leden van het kernteam houden contact met de provinciale collega s die betrokken zijn bij de EU subsidieprogramma s en het nationaal projectbureau en verkennen welke mogelijkheden er voor NHWprojecten zijn. Voor projecten die voor EU-subsidie in aanmerking komen, nemen leden van het kernteam het initiatief om een subsidieaanvraag in te dienen. Geschatte bewerkingstijd: 60 uur. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 33 van 60

Programmamanagement Het programmamanagement bestaat uit een breed scala aan activiteiten die met name door de programmamanager worden uitgevoerd. Tot deze activiteiten behoren in ieder geval: aansturen projectleiders overleg met opdrachtgever contact houden met belangrijke spelers in het krachtenveld voorbereiden van besluitvorming opstellen van voortgangsdocumenten zoals het faseplan beheersen van het project op de aspecten tijd, geld en kwaliteit. Geschatte bewerkingstijd: 800 uur. Communicatie De communicatie speelt vooral bij het uitvoeren van projecten. In de specifieke projectplannen wordt hier in een communicatieparagraaf aandacht aan besteed. De communicatie rond de projecten wordt gefaciliteerd vanuit het programma met een hiervoor speciaal te ontwikkelen internetsite. Geschatte bewerkingstijd: 80 uur. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 34 van 60

4 GELDBEHEERSING Financiering van de projecten In paragraaf 3.2 en bijlage 3 is een schatting gegeven van de kosten voor het uitvoeren van de projecten. Ook de dekking van deze kosten is in beeld gebracht. De kosten van de uitvoering moeten worden gedekt met subsidies, eigen middelen van overheden en bijdragen van marktpartijen. De belangrijkste bronnen worden hieronder toegelicht. ILG Voor een belangrijk wordt voorzien in een dekking van de kosten van de projecten door subsidies uit het ILG. Het ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) is een nieuwe subsidieregeling, die per 1 januari 2007 in werking treedt. Het ILG bevat alle lopende subsidieregelingen in het landelijk gebied. Deze bestaande regelingen houden per 1 januari 2007 op te bestaan. Het is nog niet duidelijk hoeveel geld de provincies via het ILG te besteden krijgen. De onderhandelingen tussen het Rijk en de provincies lopen op dit moment nog, maar gezien de enorme claims die op het ILG-budget rusten, is het niet aannemelijk dat alle NHW-projecten met het ILG gefinancierd kunnen worden. Bovendien is financiering met ILG-middelen mogelijk tot 50% van de uitvoeringskosten, zodat altijd ook andere middelen ingezet moeten worden. Alle projecten, die uit het programma waarvan de financiering nog niet rond is, zijn aangemeld voor het ILG-PMJP (Provinciaal MeerJaren Programma). Het gaat in totaal om een ILG-aanvraag van 11.8 mln + PM in Gelderland, 2.5 mln + PM in Noord-Brabant en 0.9 mln + PM in Zuid-Holland. Nationale Landschappen/Subsidie Gebiedsgericht Beleid (SGB) Voor 2006 bestaat voor het uitvoeren van projecten van de Nationale Landschappen de mogelijkheid een bijdrage te ontvangen uit de SGB-regeling. De uitvoeringskosten worden tot een maimum van 50% gesubsidieerd. Omdat de NHW één van de Nationale Landschappen is, kan de NHW voor het uitvoeren van projecten ook van deze regeling gebruik maken. De subsidieaanvraag voor ongeveer vijf projecten wordt op dit moment voorbereid. In Noord-Brabant is uit de NL/SGB regeling 0.6 mln beschikbaar gesteld voor de NHW. Europese subsidies De Europese subsidieprogramma s voor het Landelijk Gebied verkeren op dit moment in een afrondingsfase. Vanaf 2007 starten er nieuwe programma s waaruit mogelijk middelen voor het uitvoeren van de NHW-projecten beschikbaar komen. In de loop van 2006 zal blijken welke doelen en eisen worden geformuleerd voor de nieuwe Europese regelingen. Belvoir-middelen Het programma Belvoir bevat beperkte financiële middelen, die ingezet kunnen worden voor het uitvoeren van de projecten. Voor 2006 is nog ongeveer 65.000,- beschikbaar, voor 2007 ongeveer.100.000,-. Eigen middelen provincies en gemeenten Het is van wezenlijk belang dat de provincies en de gemeenten eigen vrije middelen inzetten voor het uitvoeren van projecten. Dit is ook al gebeurd. De provincie Gelderland heeft 1.9 mln. uit de zogenaamde Regionaal Uitvoeringsprogramma (RUP)-middelen en 0.45 mln. uit de Meerjaren Investeringsfonds (MIG)-gelden beschikbaar gesteld voor het project Molenkade. De provincie Noord-Brabant heeft 1.44 mln. beschikbaar gesteld uit eigen middelen. Het bijdragen uit eigen middelen onderstreept het belang dat de provincies en de gemeenten hechten aan de NHW. Deze bijdragen zijn ook nodig, omdat subsidies de projecten in veel gevallen tot maimaal 50% van de kosten financieren. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 35 van 60

Rijksmiddelen - Fonds Economische Structuurversterking (FES) Het Rijk stelt regelmatig zogenaamde FES middelen (aardgasbaten) beschikbaar, waarmee eenmalig belangrijke ontwikkelingen worden gestimuleerd. Ook de NHW kan zo n belangrijke ontwikkeling zijn, omdat de NHW een belangrijke rol kan spelen bij het versterken van de regionale recreatieftoeristische economie. Op dit moment is een FES-aanvraag in voorbereiding. Het gaat hierbij om een bedrag van 43 mln. dat kan worden besteed aan restauratie van een aantal forten en het opheffen van infrastructurele knelpunten in de NHW. - Besluit Rijks Instandhouding Monumenten (BRIM) Het BRIM is op 1 februari 2006 in werking getreden. Het BRIM richt zich op instandhouding van beschermde rijksmonumenten. Onder instandhouding wordt verstaan de onderhoudswerkzaamheden aan een beschermd monument, alsmede de werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van het monument noodzakelijk zijn. Door monumenteigenaren financieel te ondersteunen wordt planmatig en goed onderhoud van monumenten gestimuleerd, waarbij slechts incidenteel een noodzakelijke restauratie voorkomt. De forten Everdingen, Asperen, Pannerden, Loevestein en Altena hebben de status van rijksmonument. Marktpartijen Om de projecten uit te voeren is het nodig dat naast de bijdragen van de overheden ook marktpartijen investeren. Voor het nationaal project geldt als uitgangspunt dat ongeveer een kwart van de investeringskosten door marktpartijen wordt gegenereerd. Op dit moment is er nog weinig zicht op de daadwerkelijke bereidheid van marktpartijen om te investeren. Hiervoor verkeert de uitvoeringsfase wellicht nog in een te vroege fase. Wanneer de uitvoering meer zichtbaar wordt, zal dit het vertrouwen van de marktpartijen in de ontwikkelingen doen toenemen, waardoor de investeringsbereidheid zal toenemen. Financiering van de projectorganisatie De projectorganisatie voor de uitvoering van het programma (zie ook hoofdstuk 6) bestaat uit : programmamanager programma-assistent twee projectleiders ondersteuning en coördinatie uitvoering één tot drie projectleiders uitvoering Tabel 5 Kosten uitvoeringsorganisatie (zie onderbouwing in bijlage 4) activiteit/in 2006 (juni-december) 2007 Programmamanager 600 uur per jaar 35.000,- 70.000,- Programma-assistent 600 uur per jaar 12.000,- 24.000,- Projectleider coördinatie NB en GLD: 2006 (250 uur) 2007 (500 uur) ZH 2006 (150 uur) 2007 (250 uur) Capaciteit wordt beschikbaar gesteld door provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland Capaciteit wordt beschikbaar gesteld door provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland Projectleider uitvoering (1-3) 2006: 650 uur (50%) 2007: 1100 uur (50%) 37.375,- 63.250 Totale kosten 84.375,- 157.250,- Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 36 van 60

De kosten voor de programmamanager en programma-assistent worden opgebracht door de Pactleden. Dit geldt ook voor 50% van de kosten van de projectleiders uitvoering. De overige 50% van de projectleiders wordt bijgedragen door de initiatiefnemer, waarvoor de projectleiders het project uitvoeren. De capaciteit voor de projectleiders coördinatie wordt beschikbaar gesteld door de provincies Noord-Brabant en Gelderland. De directe bijdrage van het Pact aan de uitvoeringsorganisatie bedraagt hiermee: 84.375,- in 2006 en 157.250,- in 2007. Communicatie De PR wordt Liniebreed verzorgd door het Nationaal Projectbureau en het bureau draagt hiervan dan ook de kosten. Het is wenselijk dat voor de informatievoorziening rond het uitvoeren van projecten een website wordt gemaakt, waarop de voortgang van de uitvoering van alle projecten uit het programmaplan wordt bijgehouden. Bovendien stelt een website bezoekers in de gelegenheid vragen te stellen en berichten te plaatsen. De kosten worden voorlopig begroot op 70.000,- per jaar. Voor aanvullende communicatie in verband met het uitvoeren van de projecten wordt in de projectplannen een communicatieplan opgenomen en een kostenpost begroot. Kostenverdeling De kosten voor het uitvoeren van de projecten worden opgebracht uit subsidies, bijdragen van overheden en investeringen door marktpartijen. De niet-projectgebonden kosten worden opgebracht door de leden van het Pact van Loevestein. Deze kosten bestaan uit de kosten van de projectorganisatie en de kosten van de communicatie over de uitvoering van het programma. Tabel 6 geeft een overzicht van de kosten. Tabel 6 Kosten programmaorganisatie Activiteit/in 2006 2007 2008-2020* Programmaorganisatie 84.375 157.250 157.250 Communicatie 35.000 70.000 70.000 totaal 119.375 227.250 227.250 De kosten zijn verdeeld over de leden van het Pact van Loevestein. Hierbij is er rekening mee gehouden, dat verreweg het grootste deel van de uit te voeren projecten ligt binnen de grenzen van de provincies Noord-Brabant en Gelderland. De provincie Zuid-Holland levert daarom een lagere financiële bijdrage. Ook is rekening gehouden met de financiële draagkracht van de betrokken gemeenten; kleine gemeenten dragen minder bij dan de grote gemeenten. De kostenverdeling wordt weergegeven in tabel 7. (*) De activiteiten van de programmaorganisatie en de daarmee benodigde financiële middelen zullen zich naar het huidige inzicht continueren in de periode 2008-2020 op het niveau van 2007 (afgezien van jaarlijkse prijsaanpassingen). In het faseplan dat eind 2007 wordt opgesteld, zal dit punt nader worden uitgewerkt. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 37 van 60

Tabel 7 Kostenverdeling 2006 en 2007 in 2006 2007 2008-2020* provincie Zuid-Holland 25.000 50.000 50.000 provincie Noord Brabant 35.000 70.000 70.000 provincie Gelderland 35.000 70.000 70.000 kleine gemeenten: (< 20.000 inwoners) Lingewaal Woudirchem Vianen (1.000 per gemeente) 3.000 ( 2.000 per gemeente) 6.000 ( 2.000 per gemeente) 6.000 middelgrote gemeenten (20.000-30.000 inwoners) Geldermalsen Culemborg Leerdam Werkendam Zaltbommel (1.500 per gemeente) 7.500 ( 3.000 per gemeente) 15.000 ( 3.000 per gemeente) 15.000 grote gemeenten alsmede Waterschap en Staatsbosbeheer 2.000 (2.000 per gemeente) 4.000 (4.000 per gemeente) 4.000 (4.000 per gemeente) (> 30.000 inwoners) Lingewaard Tiel Gorinchem 10.000 20.000 20.000 Totaal in 115.500 231.000 231.000 * afgezien van jaarlijkse prijsaanpassingen Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 38 van 60

5 KWALITEITSBEHEERSING Voor het programma zijn de kwaliteiteisen in paragraaf 2.5 genoemd. Deze kwaliteitseisen zijn belangrijk, omdat de resultaten van de projecten en daarmee de uitvoering van het programma aan deze eisen wordt getoetst. De kwaliteitseisen worden daarom hieronder nader toegelicht. Bovendien wordt aangegeven op welke wijze de kwaliteit wordt beheerst. Tabel 8 Kwaliteitseisen Kwaliteitseis Eenheid (in de Linie) en verscheidenheid (in lokale uitwerking). Sfeer is ruw, robuust, grootschalig, geheimzinnig en verhalend. De hoofdverdedigingslijn is een ruggengraat. Landschappelijk en functioneel contrast oost en west. Alle (groepen) van objecten doen mee (in relatie tot elkaar en omgeving). Sociaal maatschappelijke betrokkenheid (toegankelijk, initiatiefrijk, economisch duurzame activiteiten gekoppeld aan NHW). Kwaliteitsbeheersing Het is van groot belang dat bij het uitvoeren van de projecten nadrukkelijk wordt gestuurd op het realiseren van een projectresultaat, dat voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Zoals eerder beschreven is sprake van twee categorieën projecten; de projecten die in eigen beheer worden uitgevoerd en de projecten die worden uitgevoerd onder leiding van één van de projectleiders van het programma. Voor de projecten die door een projectleider van het programma worden uitgevoerd zal de programmamanager in overleg met de initiatiefnemer een projectopdracht opstellen. In deze opdracht zullen de beschreven kwaliteitseisen tot uitdrukking komen. In het projectplan zal moeten worden aangegeven op welke punten aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. Pas wanneer voldoende aan deze voorwaarde is voldaan, wordt het projectplan goedgekeurd. Wanneer er twijfel bestaat over de invulling van de kwaliteitseisen wordt advies gevraagd aan het Nationaal Projectbureau of aan het Kwaliteitsteam. Voor projecten die in eigen beheer worden uitgevoerd, is het lastiger om kwaliteitseisen te stellen aan de projectopdracht of het projectplan, omdat de programmamanager dan niet in de rol van opdrachtgever treedt. De projectcoördinatoren zullen als makelaar/adviseur zoveel mogelijk bevorderen dat aan de kwaliteitseisen wordt voldaan en ook hier zonodig advies bij het Nationaal Projectbureau of Kwaliteitsteam inwinnen. Bovendien zijn veel initiatiefnemers/opdrachtgevers Pactleden en zij onderschrijven met het vaststellen van het programmaplan de waarde van de kwaliteitseisen. Om het gezamenlijk beeld en het belang van de kwaliteitseisen verder te versterken, zal hier in het najaar met de Klankbordgroep uitgebreid aandacht aan worden besteed. De resultaten van deze bijeenkomst worden in het Pact gepresenteerd. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 39 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 40 van 60

6 ORGANISATIE 6.1 DE PROGRAMMAORGANISATIE Voor het uitvoeren van het programma is een uitvoeringsorganisatie ontwikkeld. Bij het ontwerpen van de organisatie zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: het programma gaat uit van beperkte sturing; dit houdt in dat lokale initiatieven zoveel mogelijk worden gestimuleerd en begeleid, projecten grotendeels in eigen beheer worden uitgevoerd en een beperkt aantal projecten worden geleid vanuit de programmaorganisatie; de organisatie moet zijn afgestemd op het werkpakket; de omvang van de organisatie is zo klein mogelijk. Op grond van deze uitgangspunten is de volgende programmaorganisatie ontworpen: Figuur 4 Programma-organisatie Pact van Loevestein Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Klankbordgroep Programmamanager Programmaassistent Projectleider (coördinatie) Projectleider (coördinatie) Projectleider (uitvoering) Projectleider (uitvoering) Projectleider (uitvoering) = programmateam Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 41 van 60

6.2 ROLLEN BINNEN HET PROGRAMMA Binnen de in de vorige paragraaf beschreven programmaorganisatie wordt een zestal verschillende rollen beschreven. Voor een goed werkende organisatie is het belangrijk dat het duidelijk is welke taken en bevoegdheden bij de verschillende rollen horen. De rollen, taken en bevoegdheden worden hieronder nader toegelicht. De bestuurlijk opdrachtgever De bestuurlijk opdrachtgever is voorzitter van het Pact van Loevestein en heeft het in projectmatige zin op zich genomen om er zorg voor te dragen dat de opdracht van de Liniecommissie aan de Gedeputeerde Staten van de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland wordt uitgevoerd. De bestuurlijk opdrachtgever heeft de opdracht voor het uitvoeren en de dagelijkse sturing van het programma gegeven aan de ambtelijk opdrachtgever. De bestuurlijk opdrachtgever neemt, in overleg met de leden van het Pact van Loevestein de belangrijke (go/no go-)besluiten zoals het vaststellen van het programmaplan, voortgangsrapportages en faseplannen. De bestuurlijk opdrachtgever is met de leden van het Pact van Loevestein een belangrijke speler in het (politieke) krachtenveld en neemt daar waar nodig initiatief. De ambtelijk opdrachtgever De ambtelijk opdrachtgever geeft opdracht voor het uitvoeren van het programma aan de programmamanager en stuurt de programmamanager aan. Binnen de opdracht stelt de ambtelijk opdrachtgever randvoorwaarden ten aanzien van tijd, geld en kwaliteit en stuurt hierop. De ambtelijk opdrachtgever is betrokken bij het voorbereiden van belangrijke (go/no go-)besluiten, die de bestuurlijk opdrachtgever neemt. De ambtelijk opdrachtgever onderhoudt contacten in het krachtenveld en zorgt in overleg met de programmamanager voor afstemming met provincies en gemeenten. De programmamanager De programmamanager krijgt de opdracht voor het uitvoeren van het programma van de ambtelijk opdrachtgever, is daarmee opdrachtnemer en legt verantwoording af aan de ambtelijk opdrachtgever. De programmamanager is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het programma en stuurt het programmateam aan. In deze rol is de programmamanager opdrachtgever voor de projectleiders (uitvoering) en formuleert in samenspraak met de eterne initiatiefnemer de opdracht voor de projecten. De programmamanager stuurt het programma op de zogenaamde beheersfactoren geld, organisatie, tijd, informatie, communicatie en kwaliteit (GOTICK), maakt de voortgangsrapportages, faseplannen en bereidt de besluitvorming voor. De programma-assistent De programma-assistent ondersteunt de programmamanager en de projectleiders in hun dagelijks werk. De voornaamste werkzaamheden liggen bij het bewaken en verzorgen van de beheersaspecten tijd, geld, informatie en communicatie. Daarnaast organiseert de programma-assistent bijeenkomsten en maakt notulen en afsprakenlijsten en beheert deze ook. De projectleider (ondersteuning en coördinatie) Als inhoudelijk deskundige kent de projectleider ondersteuning en coördinatie de actoren in het veld en onderhoudt er contacten mee. De projectleider signaleert (nieuwe) ontwikkelingen en stimuleert partijen om met initiatieven te komen, die passen binnen de doelstellingen van de NHW. Ook zorgt de projectleider voor afstemming van verschillende initiatieven in het veld (makelen), zodat wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitseisen. De projectleider begeleid de initiatiefnemer bij het opzetten van projecten door een bijdrage te leveren aan het formuleren van de projectopdrachten, het begeleiden van project start ups en het zoeken (en vinden) van financiële middelen. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 42 van 60

De projectleider (uitvoering) De projectleider uitvoering ontvangt van de programmamanager de opdracht voor het uitvoeren van projecten. Het gaat hierbij om projecten die niet door lokale initiatiefnemers geleid kunnen worden, omdat de capaciteit (tijd en/of deskundigheid) hiervoor ontbreekt. De projectleider stelt een projectteam samen en is verantwoordelijk voor het realiseren van het gedefinieerde projectresultaat binnen de vastgestelde randvoorwaarden ten aanzien tijd, geld en kwaliteit. De projectleider legt verantwoording af aan de programmamanager. 6.3 DE OVERLEGSTRUCTUREN Binnen de programmaorganisatie wordt een drietal overlegstructuren ingericht: het kernteam, de klankbordgroep en het Pact van Loevestein. Deze overlegstructuren worden hieronder nader toegelicht. Tabel 9 Overlegstructuren Programmateam Doel - bespreken voortgang van de projecten - signaleren van knelpunten - werkverdeling voor de komende periode - optioneel: inhoudelijke afstemming deelprojecten Frequentie en duur tweewekelijks, 2 uur Deelnemers programmamanager, programma-assistent, projectleiders Verslaglegging notulen (beknopt) en actiepunten-/besluitenlijst; agenda Klankbordgroep Doel - bespreken voortgang van de projecten - signaleren van nieuwe ontwikkelingen en knelpunten - voorbereiding vergadering Pact Frequentie en duur vier keer per jaar ongeveer een week voor vergadering van het Pact, 3 uur. Deelnemers programmamanager, programma-assistent, projectleiders, ambtelijk vertegenwoordigers provincies, gemeenten, Waterschap Rivierenland, Staatbosbeheer, Brabants Landschap Verslaglegging notulen (beknopt) en actiepunten-/besluitenlijst; agenda Pact van Loevestein Doel - bespreken voortgang van uitvoering programma - vaststellen (tussen-)rapportages - nemen belangrijke (no go/go-) besluiten - creëren bestuurlijk draagvlak in verband met (politieke) besluitvorming Frequentie en duur vier keer per jaar, 2 uur Deelnemers Pactleden Verslaglegging notulen (uitgebreid) en actiepunten-/besluitenlijst; agenda Naast deze reguliere overlegstructuren zijn er nog andere overlegmomenten, zoals tussen (ambtelijk) opdrachtgever en programmamanager en zullen er overlegstructuren ontstaan voor de projecten. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 43 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 44 van 60

7 INFORMATIEBEHEERSING Bij het uitvoeren van het programma zal een groot aantal documenten worden vervaardigd en ontvangen. Hierbij wordt gedacht aan: de opdracht het programmaplan faseplannen voortgangsdocumenten financiële documenten: begroting, facturen e.d. vergaderverslagen. Al deze documenten zullen worden gearchiveerd in het programmadossier. Naast een papieren versie worden ook de beschikbare digitale bestanden bewaard. De programma-assistent is verantwoordelijk voor de archivering. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 45 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 46 van 60

8 COMMUNICATIE Bij de communicatie rond de NHW worden twee sporen onderscheiden: het eerste spoor is de communicatie Liniebreed. Het gaat hier om algemene informatie en PR over de Waterlinie als geheel. Het Nationaal Projectbureau verzorgt deze communicatie. Dit houdt in: onderhouden website maken en verzenden informatiemateriaal plaatsen informatieborden en displays langs de Linie. het tweede spoor heeft betrekking op het uitvoeren van de projecten in de enveloppen Diefdijk en Loevestein. De communicatie over de projecten zal grotendeels worden vormgegeven bij het opstellen van de projectplannen en zal een belangrijk onderdeel vormen van het uitvoeren van de projecten. (optioneel) daarnaast is het wenselijk de communicatie te ondersteunen door het opzetten van een interactieve internetsite, waarop de projecten worden toegelicht en de uitvoering wordt beschreven. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 47 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 48 van 60

9 RISICOANALYSE Bij het uitvoeren van het programma kan een aantal risico s worden onderscheiden, die het realiseren van de gewenste resultaten en daarmee het bereiken van de gestelde doelen belemmert of zelfs verhindert. De belangrijkste risico s zijn hieronder op een rijtje gezet. Ook is aangegeven welke maatregelen worden genomen om het optreden van de risico s te voorkomen of te verminderen. Tabel 10 Risico-analyse Risico Kans Maatregelen Onvoldoende financiering projecten Zoals in paragraaf 5 al is beschreven, is de financiering van de uitvoering van het project nog niet rond. Er bestaat op dit moment nog onzekerheid over de financiering, waardoor de geprogrammeerde projecten mogelijk niet worden uitgevoerd. groot Vanuit het programmateam wordt continue aandacht gegeven aan ontwikkelingen rond de belangrijkste subsidieregelingen, zoals het ILG en EU-regelingen, zodat daar waar mogelijk projecten worden ingediend. Dit gebeurt in samenwerking met onder andere de regionale programmabureaus. Ook zal vanuit het programma de onderhandeling van de provincies met het Rijk over de ILG-middelen worden gefaciliteerd, zodat een zo groot mogelijk bedrag voor de NHW beschikbaar wordt gesteld. Daarnaast zal vanuit de programmaorganisatie worden gelobbyd bij de betrokken overheden om vrije middelen beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van projecten. De betrokken bestuurders zullen doorlopend over de financiële ontwikkelingen op de hoogte gehouden worden, zodat zij via de Liniecommissie dit punt kunnen agenderen. Tot slot zullen marktpartijen worden gezocht en gestimuleerd om te investeren in het opzetten en uitvoeren van projecten. Weinig grip op autonome ontwikkelingen In het gebied van de enveloppen Diefdijk en Loevestein speelt een groot aantal autonome ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kunnen de uitvoering van de projecten versterken, maar ook belemmeren. groot Door goed contact te houden met de belangrijke spelers in het veld kunnen de autonome ontwikkelingen op een positieve manier beïnvloed worden. De projectleiders ondersteuning en coördinatie dragen hier zorg voor. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 49 van 60

Risico Kans Maatregelen Afnemend (politiek) commitment De politieke belangstelling voor de NHW is op dit moment groot, waardoor het ook mogelijk is om de uitvoering op gang te brengen. Het uitvoeren van het programma vergt echter een lange periode. Omdat ook andere zaken van groot belang zijn, is het niet uitgesloten dat de politieke belangstelling in de loop van de tijd afneemt, waardoor het lastiger wordt om het programma voortvarend uit te voeren. matig tot groot De komende jaren kan de aandacht worden behouden door aansprekende projecten uit te voeren en de resultaten zichtbaar te maken. Lokale initiatieven komen niet van de grond Binnen de enveloppen Diefdijk en Loevestein zijn veel actoren actief. Zij zijn vaak erg enthousiast en hebben inspirerende ideeën. Vaak gaat het echter om kleine organisaties die niet de middelen of capaciteiten hebben om initiatieven van de grond te krijgen. groot tot matig De projectleiders ondersteuning en coördinatie zullen in het gebied actief initiatieven opzoeken en begeleiden. Voor een aantal aansprekende projecten is het mogelijk om vanuit het programma een projectleider in te zetten. Wanneer dit niet voldoende blijkt, zal dit in een voortgangsrapportage of faseplan worden benoemd en zullen maatregelen worden voorgesteld. Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 50 van 60

Bijlage 1 Doelenboom Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 51 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 52 van 60

Bijlage 2 Voorbeeld uitwerking autonome ontwikkelingen projectenveloppe Diefdijk Beleidskaders en subsidiebronnen die raken aan de projectenveloppe Ontwikkeling Ontwikkeling Kader Subsidiebron Ontwikkeling met met spin-off stellende draagt niet trekkracht voor de ontwikkeling bij aan voor NHW NHW doelen NHW EU Archeologiebeleid: verdrag van Malta POP: plattelandsontwikkelingsprojecten Interreg III (subsidieregeling interreg. samenwerking) Ontwikkeling landbouwsubsidies Rijk Planogische Kern Beslissing Ruimte voor de Rivier (min. van V&W) Beleidslijn Ruimte voor de Rivier (V&W) Belvedèrebeleid (VROM) Eperiment Ruimtelijk Beleid Rivierenland (VROM) ILG: Beleid Investeringsbudget Landelijk Gebied (LNV) Nationaal Landschap Rivierengebied (LNV) Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie (LNV) Beleid t.a.v. Rijkseigendommen in gebied (Financiën, LNV, Defensie) Natuurbeschermingswet: Vogel en Habitatrichtlijn, Natuur na 2000 (LNV) Beleid Agrarisch Natuurbeheer (LNV) Realisering Ecologische Hoofdstructuur (LNV) Regeling subsidiëring gebiedsgericht beleid en reconstructie concentratiegebieden: SGB (VROM) Economische ontwikkeling agrarisch gebruik Waterliniegebieden Provincie Gelderland Streekplan Rivierengebied Waterhuishoudingsplan (WHP 3) Europese Kaderrichtlijn Water Belvoir beleid Regionaal Uitvoerings Plan (RUP) Monumentenbeleid Cultuurbeleid Ecolinie (in Gebiedsvisie Zuid) Uitvoeringsplan plattelandsontwikkeling Rivierengebied West (Streekcommissie) Gebiedsplan Natuur en Landschap Rivierenland Subsidieregeling vitaal Gelderland, titel natuur landschap en duurzame landbouw Beleid recreatie en toerisme Provincie Utrecht: Streekplan Utrecht 2005-2015 Waterhuishoudingsplan Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 53 van 60

Europese Kaderrichtlijn Water Natuurgebiedsplan Provincie Utrecht-Vianen CHS, Cultuurhistorische Hoofd Structuur Ontwikkeling Ontwikkeling Kader Subsidiebron Ontwikkeling met met spin-off stellende draagt niet trekkracht voor de ontwikkeling bij aan voor NHW NHW doelen NHW Cultuurprogramma 2005-2008 Cultuurhistorische Atlas Provincie Utrecht Tastbare Tijd Wandelpadenplan Gemeenten Ontwikkeling woningbouw Westrand Culemborg (Parijsch Zuid/Parijsch Buiten) Op te stellen Structuurvisie Culemborg 2015 e.v. Structuurvisie Geldermalsen (geactualiseerd in "Wikken en Wegen tot 2015") Structuurvisie Plus Lingewaard Structuurvisie Gemeente Vianen 2005-2015 Lokaal sociaal infrastructuurplan gemeente Lingewaard Landschapsontwikkelingsplan Culemborg (i.o.) Landschapsontwikkelingsplan/Landschapsbeleidsplan Geldermalsen Landschapsontwikkelingsplan Lingewaard Dorpenvisie Doornenburg Beleidsnota Cultuurhistorie Culemborg Waterplan Culemborg Verkeersplan verkeersveilige dijken Culemborg Nieuw bestemmingsplan buitengebied Geldermalsen Overige Overheden Versterking Diefdijk (Waterschap) Keuren watergangen (Waterschap) Ambities projectenvelop Linieland Gebiedsvisie Linieland Particuliere organisaties Ontwikkeling historische vaarverbinding Culemborg- Zaltbommel (Recreatiemaatschappij Rivierenland) Plannen Stichting Fort Asperen Uitbreiding (NS-routes) en aanpassing (nieuwe tracés) Waterliniepad (Wandelplatform LAW) Actieplan Dilemma's tussen de dijken (toeristisch beleid RBT) Ontwikkeling landgoed Mariënwaerdt Initiatieven VHNL Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 54 van 60

Bijlage 3 Prioritering projecten en meetbare doelen Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 55 van 60

Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 56 van 60

Bijlage 4 Onderbouwing kosten uitvoeringsorganisatie Programmamanager activiteit 2006 2007 Aansturen projectleiders: werkoverleg bilateraal projectopdracht 10*4 uur = 10*5*uur = 4 *8 uur = 40 uur 50 uur 32 uur 20*4 uur = 20*5* uur = 6*8 uur = 80 uur 100 uur 48 uur Overleg met opdrachtgever 10 *2 = 20 uur 20*2 uur= 40 uur Contact met krachtenveld: Pact van Loevestein Klankbordgroep Werkgroep (programma) overig Voorbereiden besluitvorming: Pact Liniecommissie 2 *6 uur = 2 *6 uur = 12 uur 12 uur 20 uur 40 uur 4*6 uur = 4*6 uur = 24 uur 24 uur 40 uur 60 uur 2*3 uur = 3*2 uur = 6 uur 6 uur 4*3 uur = 6*2 uur = 12 uur 12 uur Opstellen voortgangsdocumenten 2*8 uur = 16 uur 3*8 uur = 1*32 uur = 24 uur 32 uur Beheersen project 20 uur 40 uur Subsidies 20 uur 40 uur Totaal 294 uur 576 uur Projectcoördinatoren Gelderland en Noord-Brabant (2) activiteit 2006 2007 Werkoverleg 10*4 uur = 40 uur 20*4 uur= 80 uur Voorbereiden besluitvorming: Pact GS-besluiten Liniecommissie 2*3 uur = 6 uur 20 uur 6 uur 4*3 uur = 12 uur 20 uur 12 uur 3*2 uur = 6*2 uur = Begeleiden projecten 2*50 uur = 100 uur 4*50 uur = 200 uur Deelname (land) werkgroepen 40 uur 80 uur Pact + klankbord 40 uur 80 uur Totaal 252 uur 484 uur Projectcoördinator Zuid- Holland activiteit 2006 2007 werkoverleg 5*4 uur = 20 uur 10*4 uur = 40 uur Voorbereiden besluitvorming: Pact GS-besluiten Liniecommissie 2*3 uur = 6 uur 20 uur 6 uur 4*3 uur = 12 uur 20 uur 12 uur 3*2 uur = 6*2 uur = Begeleiden projecten 25 uur 50 uur Deelname (land.) werkgroepen 40 uur 80 uur Pact + Klankbordgroep 2* 20 uur = 40 uur 2*40 uur = 80 uur Totaal 157 uur 294 uur Programma-assistent activiteit 2006 2007 Werkoverleg 10 * 6 uur = 60 uur 20*6 uur = 120 uur Ondersteuning projectleiders 50 uur 100 uur Beheersen project 40 uur 80 uur Communicatie 150 uur 300 uur Totaal 300 uur 600 uur Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 57 van 60

Berekening uren gewenste projectleiding 2006 en 2007 projectnummer projectnaam uren projectleiding 2006 uren projectleiding 2007 uren projectleiding na 2007 G17a Fort Asperen fase 1 100 100 (basisrestauratie) G19 Restauratie kraanbrug en 50 150 toegangsbrug Werk aan de Diefdijk G20 Restauratie Fort Pannerden fase 1 100 300 Noodrestauratie Fort Everdingen 100 100 B6a Fort Altena (Herstel Wallen, verbeteren toegang en parkeren) 200 B1 Inrichting Robuuste EVZ 200 (Ecolinie) Noord-Brabant B2 Landgoed Kraaiveld 200 G16 (L) Restauratie fort Vuren 50 150 200 G35 (L) Recreatieve verbinding 50 150 Waal/Linge B6 b Fort Altena (Restauratie en 50 150 200 duurzame functie) B12 a+b Bakkerskil (Restauratie en 50 50 duurzame functie) G25 Herleving Fort Pannerden fase 2 400 (openbare toegankelijkheid) G26 Herleving Fort Pannerden fase 3 400 (multifunctioneel gebruik) B13 Onderzoek versteende 100 ridders Altena-Kraaiveld B3 Waterberging bij Woudrichem 50 50 Totaal uren 650 1100 1950 Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 58 van 60

Leden Pact van Loevestein samenstelling september 2006 dhr. W.C. Luijendijk (provincie Noord-Brabant) dhr. J.J. Luteijn (gemeente Werkendam) dhr. Dr. F.A. Petter (gemeente Woudrichem) dhr. mr. F.D. van Heijningen (provincie Zuid-Holland) mevr. T. Dijkstra (gemeente Leerdam) drs. H. van Santen (gemeente Gorinchem) mevr. drs. M. H. Stolk-Bleeker (gemeente Vianen) dhr. Th.H.C. Peters (provincie Gelderland) dhr. R.C.J. Geertzen (gemeente Culemborg) dhr. mr. S.W. van Schaijck (gemeente Geldermalsen) dhr. G. Bel (gemeente Lingewaal) dhr. J.A.M. Joosten (gemeente Lingewaard) dhr. L. Verspuij (gemeente Tiel) dhr. W. Romp (gemeente Zaltbommel) dhr. B. Teunissen (Waterschap Rivierenland) dhr. A.Snel (Staatbosbeheer regio Oost) dhr. P.H. Berends (Projectbureau NHW) Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 59 van 60

Colofon Bestuurlijk opdrachtgever (namens Pact van Loevestein) Ambtelijk opdrachtgever: Programmamanager: Programma-assistent: Projectleider Diefdijk: Projectteamleden: dhr. Th.C. Peters (gedeputeerde provincie Gelderland) dhr. C.W.H. Smolders (provincie Gelderland) dhr. J.W. Kamerman (provincie Gelderland) mw. S. van Dijk (provincie Gelderland) dhr. H.T.H. van den Berg (provincie Gelderland) dhr. K.A. Blokland (projectbureau NHW) dhr. P. Bode (Waterschap Rivierenland) dhr. S. Booms (gemeente Culemborg) dhr. V. Collette (provincie Zuid-Holland) dhr. L.A.A. van Galen (gemeente Lingewaal) mw. S. Geijskens (Staatsbosbeheer) dhr. H. Heling (gemeente Geldermalsen) dhr. G.A. van den Heuvel (gemeente Leerdam) dhr. J. van der Horst (gemeente Lingewaard) mw. D.E. Schuchard (gemeente Vianen) Projectleider Loevestein: Projectteamleden: dhr. T. Smits (provincie Noord-Brabant) dhr. H.K. Berends (projectbureau NHW) dhr. P. Bode (Waterschap Rivierenland) mw. M. Bosch (gemeente Werkendam) dhr. V. Collette (provincie Zuid-Holland) dhr. L.A.A. van Galen (gemeente Lingewaal) mw. S. Geijskens (Staatsbosbeheer) mw. A. Koenders (gemeente Tiel) dhr. H. Pouw (gemeente Gorinchem) dhr.h. Schep (Brabants Landschap) dhr. A.D. Sybesma (gemeente Zaltbommel) dhr. T. van Tilburg (gemeente Woudrichem) Auteurs: dhr. H.T.H. van den Berg dhr. J.W. Kamerman dhr. T. Smits Lay-out mw. S. van Dijk Programmaplan Nieuwe Hollandse Waterlinie Diefdijk/Loevestein blz. 60 van 60