Presentaties Dr Peter Klijn. Trainingsleer. Bewegingsprogramma s. Inleiding



Vergelijkbare documenten
DWV Klein DWV Verzet Klein Trainen met een Trainen hartslagmeter met een Jasp Ree Ree lda

Wetenschap en praktijk verbinden. Marcel Schmitz. Inspanningsfysioloog / Bewegingswetenschapper (M.Sc.) : IC-verpleegkundige Roermond

Sport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M.

Dr. H.J. (Erik) Hulzebos, Medisch Fysioloog (sport) Fysiotherapeut

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen

kennis- en netwerkorganisatie van, voor en door coaches Jora Wolfgram 4 november 2011

Belastbaarheid van de jeugd, do s en dont s.

HAYS. Health in Adapted Youth Sports. Kristel Lankhorst,

Wat is fitheid? Hoe kun je fitheid verbeteren? Belang van fysieke capaciteit. Inhoud. Effecten van training. Effecten van training

17.15 uur Presentatie 2 De psychologie van het eten Janneke Giesen PhD uur Presentatie 3 Wat beweegt de obese patiënt? Eveline Wouters, PhD.

Krachttraining bij ouderen

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

Trainen voor Alpe d HuZes. 12 maart 2011

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Fysieke fitheid, fysieke activitiet in relatie tot gezondheid

Trainingsplan. 1. Doelstelling

Van bewegen naar trainen

Berekening hartslagzones

Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest

Voorwoord 10. Inleiding Inleiding in de module inspanning 1 5

4 Beweegprogramma. 4.1 Voorbereiding

VO2max. Aerobe Capaciteit Cerebrale Parese. Aerobe capaciteit bij kinderen met CP FITNESS

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Grondmotorische eigenschappen van bewegen. Hartfrequentie (HF) Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist?

Introductie. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND

in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh

Casus mevrouw Driebergen. 52 jaar, status na icva mei Thuiswonend. Goede cognitie. Lopen: FAC 4. Couch potato: overdag veelal inactief

INTERVENTIESTUDIE. Fitkids, a Nationwide exercise therapy program in the Netherlands: is it effective?

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

Conditietraining op de vereniging. Miguel Janssen Steven Schilders

KNVB en Continental Warm Up programma. SDVBarneveld, 14 maart 2016

Wat is training? Aitske Ruben Met dank aan Jeroen Rietveld

Energiestofwisseling diagnose

Be in control. Test and Monitor your Performance!

Programma. Fysieke training van jeugdsporters in de praktijk. Warming up. Lichaamssamenstelling. Warmer?

Hoe ziek word je van zitten?

Trainen met een hartslagmeter.

Physiological response after major surgery in the Elderly

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel

Niet-lineair geperiodiseerde inspanningstraining bij patiënten met ernstige COPD.

Trainen op vermogen. Effectief of alleen wetenschap?

Trainen met hoge frequentie

Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE

Richtlijnen Conditietraining. Kinderen met obesitas

BSM. Climaxloop Climaxloop en het opstellen van een individueel inspanningstraject. 1. Uitvoering van de climaxloop

Training is oefenen, het verbeteren van prestaties. "Het regelmatig, systematisch toedienen van prikkels om de prestatie te verhogen.

Willem Bossers - Kennis in Beweging. Bewegen. door het leven heen. Door: Dr. Willem

Netwerkbijeenkomst. Testen van een (top)sporter

COPD revalidatie: minder hard trainen met meer resultaat.

Hoe vergroten we rolstoelmobiliteit vanuit de gebruiker?

Rapportage Fitness Sportonderzoek

Disclosure belangen spreker

SENIOREN LOPEN HARD MET...

TRAININGS- HANDLEIDING

Efficient trainen. Leendert Parlevliet Wilbert Hilkens

Afstudeerproject Maximale Interval Shuttle Run Test van getrainde voetballers. Hogeschool Rotterdam door: Simone Guinée en Pauline van Donkelaar.

Het percentage overleden als gevolg van een hart- en vaatziekte is de laatste tientallen jaren gedaald door een aantal redenen:

Introductie. Inspanningsfysiologie Duursport. Guido Vroemen. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND

Testen en meten bij spelsporters in de AZ jeugdopleiding

PrestatieTest. De eerste stappen naar betere prestaties.

* MEDISCHE TOESTAND: normaal VETVERDELING IN LICHAAM: Omtrek middel (cm): 81 * GEWICHTSKLASSE (BMI): 23,0 ANTROPOMETRIE

B-FIT TRAININGSWIJZER. Appendix 2

Inspannings fysiologie bij ouderen

Workshop NTFU. 05 juni 2015 NTFU

CLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER

Beweegprogramma Diabetes Mellitus type 2


Kanker en Sport. To Exercise or NOT? Prashant Komdeur, sportarts SMC Papendal, locatie Sint Maartenskliniek Nijmegen SMC Papendal, Arnhem

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

KORTE SAMENVATTING MEDICAL PERSONAL TRAINER MPT

3 Super Oefeningen Voor Je Buik

Algemeen trainingsschema scheidsrechters

Infosessie Harpa. Invloed van voeding en beweging op het hart

Trainen met een hartslagmeter

Trainen bij ouderen Inhoud. Even voorstellen. Ruud van der Veen 9 November 2010

Inhoud presentatie. Cerebrale Parese - GMFCS ICF - WHO III IV V. Energy cost walking in CP. Inactivity?

Good practices in de psychomotorische therapie voor ouderen met depressie. Cindy Teixeira Mota 25 april 2013

Kracht- en uithoudingstraining

3 Super Oefeningen Voor Je Schoudergordel

RapportageFitness Sportonderzoek

Wat betekent trainingsintensiteit in het voetbal? Rick Cost Coördinator fysieke training bij Feyenoord KNHB Kennislab 27 juni 2018

Fysieke training tijdens de behandeling. Janine Hidding Oedeemfysiotherapeut Kerndocent Modulaire Opleiding Oncologie Fysiotherapie AVANS+

Opleiding Physical Performance Trainer

Ademspiertraining: (Inspiratory Muscle Training IMT)

Wat is de bijdrage van elektrische fietsen tot de gezondheid en mobiliteit van ouderen?

Actieve Leefstijl & Sportstimulering

Programma. Kwetsbaarheid Fried (geriatrie)fysiotherapie. Geriatriefysiotherapie. Diagnosticeren van en interveniëren bij sarcopenie

3 Super Oefeningen Voor Je Buik

En dit alles met als hoofddoel: het verbeteren van de prestaties op het veld en een zo hoog mogelijke eindklassering op de ranglijst die seizoen!

Overzicht. Inspanning voor kinderen met een aangeboren hartafwijking. Inspanning- moet het? Inleiding. Toronto Model

TRAINING BIJ BASIC-FIT

Evidence based medicine proof oefentherapie voor lage rugpijn Prof. Dr. Ulrike Van Daele Vakgroep Movant opleiding Revaki

Individuele project. Eindverslag. Dominique van Maas BEL3B Leonie te Loo

Inspannings fysiologie bij ouderen

Bram Peters en Tom Metselaar

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training?

Training Trainingsintensiteit:

Trainen voor goud in Rio

Transcriptie:

Trainingsleer en Bewegingsprogramma s Dr. Peter Klijn Klinisch inspanningsfysioloog Bewegingswetenschapper Bewegingstherapeut Merem Behandelcentrum Heideheuvel Hilversum Inleiding Lichamelijke activiteit of bewegen (physical activity) Training (exercise) Lichamelijke fitheid (physical fitness) Een aantal deelaspecten die verwijzen naar de mogelijkheid om lichamelijke activiteiten uit te voeren Uithoudingsvermogen Spierkracht Lenigheid Snelheid Coördinatie supercompensatie involution homeostase vermoeidheid compensatie stimulus

Inhoud Trainingsprincipes Trainingsrichtlijnen Trainingsvariabelen Aandoening(en) Pathofysiologie Gevolgen m.b.t. inspanning Determinanten van lichamelijke activiteit Karakteristieken (groep vs individueel; variatie; vaardigheden; alternatieven; differentiatie) Inhoud duur van het programma Intensiteit Frequentie duur van de training arbeid-rust verhouding modaliteit van bewegen aantal series aantal herhalingen duur van de herhalingen actieve / passieve rust Principe van overload Trainingsrichtlijnen gezonde kinderen Aerobe training Frequentie 3-4 dagen per week Intensiteit Zwaar 77% maximale hartslagfrequentie 60-84% VO 2 piek Duur Sessie: 20-60 minuten Programma: 4 weken Grote spiergroepen Baquet et al 2003

Principe van overload Bewegingsprogramma voor kinderen met astma Frequentie» 3 dagen per week week 1 4 week 5 8» 5 minuten» 60-65% 65-70%» 8-10 minuten» 65-70% 70-75% Trainingswinst week 9 12» 11-15 minuten» 65-70% 75% Tijd of initieel niveau Kinderen, astma en bewegen 30-60% neemt niet deel aan reguliere gymles (drop out) 60-85% valt geregeld uit tijdens gymles 15% vermijdt geregeld sport 30% neemt niet deel aan sportactiviteiten buiten school 43% ondervindt moeilijkheden bij sport 30-36% presteren slechter bij sport 30-80% vindt uitvallen van sport het ergst van het hebben van astma Kinderen, astma en bewegen Doelstellingen Verbetering aëroob uithoudingsvermogen Intensiteit wordt langzaam verhoogd Verbetering waargenomen fysieke competentie Succes ervaringen Aanleren copingvaardigheden tijdens bewegen Probleemoplossend en emotie regulerende strategieën

Verbetering uithoudingsvermogen Bewegingsprogramma voor kinderen met astma Maximale aerobe capaciteit 50 40 30 VO2 max 1 VO2 max 2 experimental group control group Submaximale hartslag 170 160 150 HR 80watt 1 HR 80watt 2 experimental group control group

Endurance tijd 15 14 13 12 11 10 9 8 7 time max 1 time max 2 experimental group control group Waargenomen fysieke competentie 18 16 14 perceived physical competence 1 perceived physical competence 2 experimental group control group Coping met astma 26 24 22 20 coping 1 coping 2 experimental group control group

Angst voor astma 14 12 10 8 anxiety 1 anxiety 2 experimental group control group Principe van individualiteit intensiteit Robinson, Arbeitsphysiologie 1938, 10, 251-323 Principe van individualiteit intensiteit Aëroob en anaëroob trainingsprogramma voor kinderen met astma HF training 60-85% VO 2peak±5 slagen/min maximal incremental exercise test Trainingswinst Verhoging 5%; 1-2 weken 12 weken Tijd of initieel niveau

Principe van individualiteit intensiteit Klijn et al 2003 Les 10 M3: skate hockey Aeroob 20 minuten en anaeroob 10 minuten De les bestaat uit drie aerobe oefeningen en een spelletje skatehockey (anaeroob). Twee oefeningen hebben een duur van 5 minuten en 1 minuut rust en een onderdeel heeft een duur van 6 minuten en 2 minuten rust. De les kan zowel in de zaal als op het tennisveld plaatsvinden. Aeroob warming-up met stick: 5 minuten Gedurende de warming-up rijden de kinderen rustig door de zaal en krijgen diverse opdrachten. 2 minuten rust In de rust wordt het spel uitgelegd. Anaeroob Spel: 10 minuten Er wordt gespeeld over het hele veld: 4-3 met 1 gluiperd. De gluiperd doet mee met de aanvallende partij zodat de aanvallende partij altijd een overtal heeft. Totaal 16 minuten aerobe activiteit en 4 minuten rust. Tien minuten anaerobe activiteit. 1 minuut rust In de rust wordt het volgende onderdeel uitgelegd. pielen met bal en stick: 5 minuten De kinderen skaten met de bal aan de stick kris kras door de zaal. 1 minuut rust skate parcours: 6 minuten slalom tussen de pylonen door scoren tegen matje 1-2 tegen bank scoren van een ingespeelde bal Principe van individualiteit intensiteit Aëroob bewegingsprogramma voor kinderen met obesitas HF training 50% HF max±5 slagen/min maximal incremental exercise test Verhoging 5%; 1-2 weken

Reversibiliteit Trainingswinst stabilisatie retraining detraining 2 6 weken Determinanten van lichamelijke activiteit Fysiologisch / biologisch Psychologisch Sociaal-cultureel Ecologisch Changing emphasis of physical activity during childhood and adolescence Malina RM, Fitness and performance: adult health and the culture of youth, new paradigms? In: R. J. Park and M. H. Eckert, editors. New possibilities, new paradigms? (American Academy of Physical Education Papers No. 24). Champaign, IL: Human Kinetics Publishers; 1991. p. 30-8.

Fysieke activiteit 6 9 jaar Overwegend anaeroob (bv tikspelletjes) Basale en meer gespecialiseerde motorische vaardigheden 10 14 jaar Incorporatie van vaardigheden in individuele en groepsactiviteiten, en georganiseerde sport 15 18 jaar Meer gestructureerde fysieke activiteiten programma s Strong et al, J Pediart 146, 2005 Lichamelijke (in)activiteit Keuze van activiteiten Perceived control Deelname aan bewegingsactiviteiten Zelfvertrouwen Physical self-efficacy 0 Gewichts Obesitas en bewegen Gewichtshandhaving afname (kg) inspanning geen inspanning 16 0 2 4 6 8 10 12 8 18 36 Behandeling (weken) follow up (maanden) Pavlou et al, Am J Clin Nutr 1989

Effect van de behandeling Kg 200,0 180,0 160,0 140,0 120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 104,1 108,7 95,3 86,9 +4,6-21,8 +8,4 Poli-bezoek Opname Ontslag 1 jaar na ontslag Effect van de behandeling 60,0 50,0 40,0 BMI 30,0 38,3 39,6 31,1 33,0 20,0 +1,3-8,5 +1,9 10,0 Poli-bezoek Opname Ontslag 1 jaar na ontslag Effect van de behandeling 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 sds-bmi 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 3,38 3,43 2,65 2,70 +0,05-0,78 +0,05 Poli-bezoek Opname Ontslag 1 jaar na ontslag

Spel van kinderen Bailey et al. Med Sci Sports Exerc, 1995 Energie metabolisme en training Kort en intensief met lang herstel: anaerobe metabolisme (ATP-PCr system). Langer en intensief: anaeroob uithoudingsvermogen (anaerobic endurance) Langer dan 2-3 minuten: aerobe metabolisme. Astrand & Rodahl. Textbook of work physiology. 1988 Wilmore et al., Physiology of sport and exercise 2008

Anaerobetraining Kinderen met astma 12 weken ; 2-3 maal per week 30-45 minuten intensiteit anaëroob: 90% - maximaal Klijn et al 2003 les 9 V3: circuit (strippenkaart) Anaeroob 30 minuten Deze les bestaat uit een anaeroob circuit met vijf onderdelen. De onderdelen worden 30 seconden uitgevoerd waarbij de score op een strippenkaart wordt bijgehouden. Na ieder onderdeel volgt een pauze van 90 seconden. Er wordt gewerkt in een tweetal. Als nr 1 30 seconden rust heeft gehad start nr 2 met hetzelfde onderdeel. Als nr 2 klaar is wordt doorgewisseld naar het volgende onderdeel op de strippenkaart. Let op: 30 seconden nadat nr 2 klaar is, start nr 1 bij het volgende onderdeel. Shuttle sprint nr1: 30 seconden Sprint naar lijn 1 en sprint terug. Sprint naar lijn 2 en weer terug. Tel aantal lijnen. Shuttle sprint nr 2: 30 seconden Mattenloop nr 1: 30 seconden Start op de basismat en sprint naar een van de drie matten. De kleinste afstand levert de minste punten (1) op en de grootste afstand de meeste punten (3). Tel de punten. Mattenloop nr 2: 30 seconden Slam dunk nr 1: 30 seconden Sprint met bal naar korf en dunk de bal. Tel het aantal ballen. Slam dunk nr 1: 30 seconden Wisselloop nr 1: 30 seconden Hinkel naar de lijn en hinkel op het andere been terug: 3 punten Zijwaarts galop naar de lijn en weer terug: 2 punten Sprint naar de lijn en weer terug: 1 punt Tel het aantal punten. Wisselloop nr 2: 30 seconden Hordenloop nr 1: 30 seconden Start achter de lijn, sprint naar de horde, spring over de horde en sprint tot achter de lijn. Sprint naar de horde en spring over de horde. Tel het aantal sprongen. Hordenloop nr 2: 30 seconden 5 minuten aerobe rust Herhaling van het circuit

Bewegen en CF high intensity activities Nixon et al. Med Sci Sports Exerc, 2001 Anaërobetraining Kinderen met CF 12 weken ; 2 maal per week 30-45 minuten Intensiteit : 90% - maximaal 340 330 320 Mean Power 310 (W) 300 290 280 270 baseline 12 weken follow-up Klijn et al, Chest 2004 8 m

The use of resistance methods to increase one s ability to exert or resist force. * Free weights * Own body weight * Machines Gericht op vergroten maximale spierkracht! Krachttraining McGuigan et al., J Strength Cond Res 2009 McGuigan et al., J Strength Cond Res 2009

Circuittraining 8 weken, 3/week 10 min warm-up Fietsen 1 min 65% Hfmax week 1 85% Hfmax week 3 Krachttraining 12 reps/min 55% 1RM week 1 65% 1RM week 3 10 oefeningen 2 series 10 min cool down HF submax insuline resistentie Lichaamssamenstelling Bell et al., J Clin Endocrinol Metab 2007 Toepassen richtlijnen One size fits all General population Specific subpopulation Individual Maatwerk Pointers Individu versus groep Bewegen als vorm van gedrag Richten op structurele gedragsverandering Variatie