Studiewijzer Pabo Deeltijd 3

Vergelijkbare documenten
Op weg naar een startbekwame leerkracht

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Afstudeerfase. Jaar 3. Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Deeltijd

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Informatie werkplekleren

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Lesvoorbereidingsmodel

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

LIO-vacatures Pabo HvA en UPvA schooljaar

Eindverslag stage jaar 1

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Interpersoonlijk competent

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Eindassessment HU pabo

Pabo HvA UPvA PRAKTIJKGIDS LIO Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Pabo HvA UPvA PRAKTIJKGIDS LIO Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Afstudeerfase. Jaar 4 (Blok 4.1 t/m 4.4) Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Competentievenster 2015

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

Afstudeerfase. Jaar 4 (Blok 4.1 t/m 4.4) Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Verantwoording gebruik leerlijnen

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

kempelscan K1-fase Eerste semester

Basisinformatie Opleiding

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

LeerWerkPlan VLO fase 1, Zwolle

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

Aantekenformulier van het assessment PDG

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

PRAKTIJKGIDS LIO

Afstudeerfase. Jaar 4 (Blok 4.1 t/m 4.4) Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Opleidingsschool Noord

STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN VERDIEPING

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Beoordeling en evaluatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR

Handleiding Coaching/stagereflectie

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

LIO-Startassessment PPO - Marijke Potters

KPB Observeren en differentiëren

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

LIO-vacatures Pabo HvA en UPvA schooljaar

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

1 Studieloopbaanbegeleiding (slb) Doel en taken slb slb-instrumenten en methoden 18

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Modules voor studenten in de afstudeerfase

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Naam: Stageplek: Klas:

Schooljaarplan Koning Willem-Alexander

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Thermometer leerkrachthandelen

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie

Ontwikkelingsverslag Minor Teaching Abroad

Transcriptie:

Studiewijzer Pabo Deeltijd 3 Afstudeerfase 2018-2019

Inhoud JAAR 3 OP WEG NAAR EEN STARTBEKWAME LEERKRACHT!... 3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 3 BEKNOPT OVERZICHT STUDIESCHEMA EN TOETSING IN HET DERDE JAAR... 4 OVERZICHT STUDIEONDERDELEN IN HET 3 E JAAR DEELTIJD... 5 HOOFDSTUK 1. PEDAGOGIEK GEDRAG... 7 HOOFDSTUK 2. PRAKTIJK LIO-1 EN LIO-2... 10 HOOFDSTUK 3. AFSTUDEERONDERZOEK... 12 HOOFDSTUK 4. PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING 3.2... 13 HOOFDSTUK 5. PRAKTISCHE INFORMATIE... 17 BIJLAGE 1. BEOORDELINGSFORMULIER STARTBEKWAAMHEIDSGESPREK (PPO 4.4 VT / PPO 3.2 DT)... 19 BIJLAGE 2. DE TAALNORM VAN PABO HVA... 21 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 2

JAAR 3 Op weg naar een startbekwame leerkracht! INLEIDING - Je bent aangekomen in je laatste studiejaar: een spannend, bijzonder en vooral ook intensief jaar. Je volgt je laatste colleges als student, je krijgt als LIO (leraar in opleiding) voor het eerst echt groepsverantwoordelijkheid en als alles volgens plan verloopt sluit je het jaar af met een diploma en een feest. Je bent dan startbekwaam : klaar om het onderwijs in te gaan als leerkracht basisonderwijs. Maar voor het zover is, moet er nog veel gebeuren. De afstudeerfase is een jaar waarin veel van je wordt verwacht en je zult merken dat je de veertig uur studie per week hard nodig hebt. Een goede voorbereiding en planning van je studie is van groot belang. Dit jaar zal dus (ook) veel vragen van je vermogen tot plannen en organiseren. In het derde jaar krijg je een kerndocent toegewezen, die je zal ondersteunen bij de verschillende studieonderdelen in de laatste fase van de opleiding en bij wie je terecht kunt voor vragen en problemen die met je studie te maken hebben. In deze Studiewijzer Afstudeerfase DT jaar 3 2018-2019 vind je alle benodigde informatie over het studieprogramma in de afstudeerfase. Hopelijk ben je op koers met je studie en kun je aan het begin van het studiejaar starten met je LIO-stage (je hebt dan je LIO-Bekwaamheidsgesprek / PPO 2.2 met een voldoende afgerond). Hoe ver ben je met de opleiding? De eerste twee jaren van de opleiding tot leerkracht basisonderwijs waren vooral gericht op een brede kennismaking met het vak. Ook heb je een keuze gemaakt door je te verdiepen in een bepaalde leeftijdsgroep (profilering jonge of oudere kind). In het derde jaar staat het verantwoordelijkheid nemen voor je eigen groep centraal en het voorbereiden van de overgang naar het werkveld. Ook bouw je verder aan je afstudeerprofiel door een afstudeeronderzoek uit te voeren. In het schema hieronder geven we weer waar je je momenteel in chronologisch opzicht in de opleiding bevindt. 1 Het Amsterdamse onderwijs in theorie en praktijk Kinderen leren op verschillende manieren 1.1 Kennismaken met het 1.2 Amsterdamse onderwijs in 1.3 Kinderen leren verschillend 2.4 Leren in en met de groep Amsterdamse onderwijs theorie en praktijk Praktijk Onderbouw (accent groep 3 en 4) Onderbouw (accent groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw Leren door spelen en leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind Profileringsfase 2.1 Leren door spelen 2.2 Leer- en ontwikkelingslijnen 2.3 Hanteren van verschillen 2.4 Omgaan met verschillen: 2 van het jonge kind tussen kinderen in de groep, in samenwerken met ouders en onder- c.q. bovenbouw deskundigen in en buiten de school Praktijk Onderbouw (groep 1 en 2) Onderbouw (groep 1 en 2) Bouw profilering leeftijdsgroep Bouw profilering leeftijdsgroep 3 3.1 Eigen (LIO-)groep: verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep Afstudeerfase 3.2 Afstudeerfase en overgang naar het werkveld Praktijk LIO 1 LIO 2 Minorfase 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 3

Beknopt overzicht studieschema en toetsing in het derde jaar De studiepuntenverdeling ziet er voor het 3 e jaar als volgt uit: STUDIESCHEMA PABO 2018-2019 3 e JAAR DT BLOK 3.1 & 3.2 STUDIEONDERDEEL: Studiepunten: Pedagogiek Gedrag 3 Praktijk LIO-1 6 Praktijk LIO-2 6 Persoonlijke Professionele Ontwikkeling (PPO) 3.2 3 Afstudeeronderzoek 12 Totaal studiepunten BLOK 3.1 & 3.2 : 30 BLOK 3.3 & 3.4 STUDIEONDERDEEL: Studiepunten: Minor 30 Totaal studiepunten BLOK 3.3 & 3.4 : 30 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 4

Overzicht studieonderdelen in het 3 e jaar deeltijd Studieonderdeel Ingangseis 3.1 3.2 3.3 3.4 Pedagogiek Gedrag Geen X kerndocent PPO o.l.v. kerndocent Geen X X Start LIO LIO-Bekwaam X X X X opleider / stagedocent (start schooljaar) (na herfstvakantie) (na kerstvakantie) Minor Zie hiervoor X X minordocent informatie bij de betreffende minor Afstudeeronderzoek PvA kerndocent, daarna begeleiding vakdocent Geen X X X X In onderstaande tekst wordt dit overzicht toegelicht. Onderwijsaanbod in het 3 e jaar en informatie over de ingangseisen voor de LIO-stage en afstudeeronderzoek Je kunt past starten met je LIO-stage als je LIO-Bekwaam bent, d.w.z. als je PPO 2.4 met een voldoende hebt afgerond. Indien je een studieachterstand hebt en daarom later in het jaar zal moeten starten met de LIO-stage, maak je met je kerndocent een persoonlijke planning. De LIO-stage kan bijvoorbeeld ook worden gestart na de herfstvakantie of na de kerstvakantie. Het afstudeeronderzoek behoort tot de allerlaatste studieonderdelen en is gekoppeld aan de LIO-stage. Je krijgt in blok 3.1 een aantal voorbereidende colleges op het doen van praktijkgericht onderzoek. Je wordt door je kerndocent begeleid in het maken van een plan van aanpak. De colleges rondom de themalijn vinden plaats in blok 3.1. De toetsing daarvan vindt plaats aan het eind van blok 3.1. Meer hierover in hoofdstuk 1 van deze studiewijzer. De bijeenkomsten PPO vinden in blok 3.1 en 3.2 plaats. Hierin komen verschillende onderwerpen aan de orde: eerste fase van de begeleiding van het afstudeeronderzoek, intervisie rondom de LIO-stage en de voorbereiding op het startbekwaamheidsgesprek aan het eind van de opleiding. En last but not least: deze bijeenkomsten zijn de momenten waarop je je studiegenoten regelmatig kunt ontmoeten, ervaringen kunt uitwisselen, samen studeren, etc. Het is onze ervaring dat veel studenten het plezierig vinden om samen weer even student te zijn als je de rest van de week volop wordt aangesproken op je verantwoordelijkheden als groepsleerkracht. In het tweede semester vindt begeleiding van de kerndocent plaats op individuele basis indien nodig-. De PPO wordt afgesloten met het functioneringsgesprek PPO 1 3.2 (dat is het Startbekwaamheidsgesprek ) dat je aan het eind van je studie voert met een examinator van de opleiding en een examinator vanuit het werkveld. 1 PPO (Persoonlijke Professionele Ontwikkeling) heette voorheen SLB (Studieloopbaanbegeleiding). 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 5

De LIO-stage kan worden gestart in blok 3.1 indien PPO 2.4 (het LIO-bekwaamheidsgesprek) is behaald. Er kan ook worden gestart in 3.2 (dat wil zeggen: na de herfstvakantie), 3.3 (na de kerstvakantie) of 3.4. Dit heeft consequenties voor je studieduur. Er zijn deeltijdstudenten die een Minor volgen in het tweede semester. De inschrijving voor de betreffende minor vind je in het minorenoverzicht op MijnHvA: https://minoren.mijnhva.nl/paginas/default.aspx De begeleiding van het afstudeeronderzoek kan gedurende het cursusjaar worden opgestart volgens de instapmomenten (zie Handleiding Afstudeeronderzoek 2018-2019). Je krijgt na goedkeuring van je Plan van aanpak door je kerndocent een afstudeerbegeleider toegewezen via de coördinator afstudeeronderzoek. Over al deze studieonderdelen vind je nadere informatie in deze Studiewijzer jaar 3. Voor de precieze details en de benodigde formulieren heb je aanvullend de volgende documenten nodig: - voor de LIO-stage: Praktijkgids LIO 2018-2019 - voor het afstudeeronderzoek: Handleiding Afstudeeronderzoek 2018-2019 Tot slot: in hoofdstuk 5 van deze studiewijzer hebben we alle praktische informatie voor je op een rijtje gezet, zoals een overzicht van de blokken 3.1 t/m 3.4, een overzicht van handige en belangrijke internetsites, een overzicht van het vereiste taalniveau, etc. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 6

HOOFDSTUK 1. Pedagogiek Gedrag SIS omschrijving (deel)tentamens Pedagogiek Gedrag INLEIDING Het voorkomen van en het omgaan met gedragsproblemen maakt onderdeel uit van het dagelijkse lesgeven in de groep. Alle leerkrachten in het onderwijs hebben hier mee te maken vanwege de invoering van passend onderwijs: daardoor worden meer kinderen binnen het reguliere onderwijs opgevangen. Dat zorgt ervoor dat in vrijwel elke basisschoolklas kinderen zitten met milde tot ernstige gedragsproblematiek. Dat geldt ook voor Amsterdam. Van de grootstedelijke context is zelfs bekend dat vanwege de grote verschillen die er zijn tussen kinderen het voorkomen en aanpakken van gedragsproblematiek een belangrijk aandachtspunt is. Reden om hier tijdens de opleiding expliciet aandacht aan te besteden. De vaardigheden met betrekking tot het goed omgaan met gedragsproblemen leer je vooral door veel voor de groep te staan. Hier krijg je gedurende het laatste jaar tijdens de LiO-stage volop mee te maken. In deze collegereeks wordt ingezoomd op de kennisbasis van het voorkomen van en het omgaan met gedragsproblemen in de groep: op welke niveaus kun je als leerkracht interventies doen? Welke aanpakken zijn er en welke effecten hebben die? Doel is om je een stevige basis mee te geven met het oog op de verdere opbouw van je expertise op dit gebied tijdens je loopbaan straks in het onderwijs Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van de reeks? Je kunt aangeven wat het belang is van sociaal-emotioneel leren voor de ontwikkeling van kinderen en ter voorkoming van gedragsproblemen in de groep. Je kunt aangeven welke aspecten je als leerkracht in kunt zetten inzetten in het dagelijks lesgeven en begeleiden met het oog op het voorkomen van gedragsproblemen. Je kent aanpakken en instrumenten om (dieper) zicht te krijgen op het sociaal-emotionele gedrag binnen de groep. Je kunt aangeven welke effectieve preventieprogramma's er zijn ter voorkoming van gedragsproblemen in de groep. Je kunt benoemen op welke niveaus een leerkracht kan interveniëren met het doel gedragsproblemen te voorkomen en aan te pakken. Je kunt van de verschillende niveaus aangeven welke effectieve (groeps)aanpakken er zijn en je kunt de (groeps)aanpakken vertalen naar praktijksituaties. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 7

Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten 1. Voorkomen is beter dan genezen: inleiding In het eerste college staat preventie centraal: het vroeg signaleren van problemen met het doel te voorkomen dat het erger wordt. Het voorkomen van psychosociale problematiek, het opsporen van risicofactoren in de ontwikkeling en het verminderen en in de hand houden van licht probleemgedrag. Je maakt kennis met de zogenaamde drie preventieniveaus en met het fenomeen groepsplan gedrag. 2. Voorkomen is beter dan genezen: aanpakken en programma's In dit werkcollege kijken we welke programma s er zijn met het oog op preventie. Ook kijken we naar de wijze waarop we een goed beeld kunnen krijgen van het sociaal-emotionele leren in de groep. 3. Planmatig werken aan gedragsveranderingen In dit werkcollege richten we ons op die leerlingen voor wie een preventieve aanpak alleen niet voldoende is. Het betreft leerlingen die het risico lopen zich problematisch te ontwikkelen (children at risk). De ondersteuning die deze leerlingen krijgen, wordt gerekend tot de basisondersteuning zoals deze binnen passend onderwijs wordt geboden. 4. Planmatig werken aan gedragsveranderingen: plannen en uitvoeren van interventies We zoomen in op een planmatige opzet: het plannen en uitvoeren van een interventie en aan welke eisen de interventies moeten voldoen. Er gaan concreet kijken naar een aantal interventies die op preventieniveau 2 kunnen worden ingezet. Jouw activiteiten vooraf Bestudeer uit Van Overveld (2016) visie op gedrag en preventieniveau 1 hoofdstuk 1, 2, 3 en 4. Informeer op jouw basisschool naar de wijze waarop er wordt gewerkt met groepsplannen gedrag. Bestudeer uit Van Overveld (2016) preventieniveau 1 hoofdstuk 5, 6, 7, 8 en 9. Informeer op jouw basisschool welke SEL-methode wordt gehanteerd en hoe de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd. Bestudeer uit Van Overveld (2016) preventieniveau 2 hoofdstuk 10 en 11. Bestudeer uit Van Overveld (2016) preventieniveau 2 hoofdstuk 12, 13 en 14. 5. Plannen voor enkelen Het derde en laatste deel van het groepsplan is gericht op enkele leerlingen in de groep: de leerlingen voor wie de preventieve aanpak op niveau 1 en de basisaanpak op niveau 2 onvoldoende biedt. Deze leerlingen komen in aanmerking voor extra ondersteuning op het gebied van gedrag. Het gaat om leerlingen die het risico lopen een traject in te gaan van ernstiger vormen van probleemgedrag (high risk children). 6. Plannen voor enkelen Het derde en laatste deel van het groepsplan is gericht op enkele leerlingen in de groep: de leerlingen voor wie de preventieve aanpak op niveau 1 en de basisaanpak op niveau 2 onvoldoende biedt. Deze leerlingen komen in aanmerking voor extra ondersteuning op het gebied van gedrag. Het gaat om leerlingen die het risico lopen een traject in te gaan van ernstiger vormen van probleemgedrag (high risk children). Bestudeer uit Van Overveld (2016) preventieniveau 3 hoofdstuk 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22. Bestudeer uit Van Overveld (2016) preventieniveau 3 hoofdstuk 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22. Toetsing Vaktoets (schriftelijke toets) Toets met open vragen. De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de vragen goed is beantwoord. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 8

Literatuur Overveld, K. van (2016). Groepsplan Gedrag. Planmatig werken aan passend onderwijs. Huizen: Pica. De tijdens de colleges behandelde onderwerpen, inclusief de bijbehorende presentaties en/of het ter beschikking gestelde materiaal, maken deel uit van de toetsstof. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 9

HOOFDSTUK 2. Praktijk LIO-1 en LIO-2 SIS omschrijving (deel)tentamens Praktijk LIO-1 Praktijk LIO-2 Inleiding Het hoofddoel van het Leraar in Opleider (LiO)-schap is het geleidelijk wennen aan de verantwoording voor een eigen klas. Als LiO doe je dit door zo zelfstandig mogelijk te functioneren als leraar basisonderwijs. Je vervult als vervult alle taken van een beginnende leerkracht voor een aaneengesloten periode van minimaal twee dagen. Je stelt samen met de LiO-mentor een leerwerkplan op waarin, naast persoonlijke leerdoelen van de student, ook concrete afspraken over speciale taken en opdrachten worden opgenomen. Binnen het LiO-traject wordt onderscheid gemaakt tussen lesgebonden taken, groepsgebonden taken en schoolgebonden taken. De les- en groepsgebonden taken hebben betrekking op de begeleiding van leerlingen bij hun leerproces (voorbereiding van lessen, uitvoering/begeleiding, evalueren, etc.) en het kunnen verantwoorden daarvan naar derden, zoals de intern begeleider of de ouders. Je onderneemt daarvoor activiteiten met verschillende groepen leerlingen. De schoolgebonden taken hebben betrekking op zowel binnen- als buitenschoolse activiteiten: ontwikkelen van materiaal, onderzoek doen, vergaderingen bijwonen, surveillance, sportdagen, excursies, etc. Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? Je hebt door middel van je houding, gedrag en communicatie overwicht en overzicht over de groep. Je beschikt over een pedagogisch repertoire om een veilige en stimulerende leeromgeving aan te bieden die aansluit bij de mogelijkheden van de kinderen in de groep. Je begeleidt, stimuleert en motiveert leerlingen door het creëren van een rijke en uitdagende leeromgeving. Je zorgt voor een taakgerichte werksfeer waarbij je tijdens de voorbereiding en evaluatie gebruik maakt van het systematisch volgen en analyseren met behulp van het leerlingvolgsysteem. Je werkt constructief en professioneel samen met collega's. Je communiceert op een professionele wijze met ouders / verzorgers. Je bespreekt helder en open de ontwikkeling van leerlingen. Je kunt je onderwijs verantwoorden door het te verbinden aan de doorlopende leerlijnen en aan ontwikkelingen in het basisonderwijs. Je kijkt kritisch naar je eigen handelen met het doel het onderwijs te verbeteren. Je geeft blijk van een onderzoekende houding. Toetsing Stagebeoordeling (toets praktijk). De praktijk wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria. Het beoordelingsformulier wordt door de directeur van de basisschool aan het eind van LiO-1 en aan het eind van LiO-2 ingevuld als schriftelijk advies aan de schoolopleider (Opleidingsschool) of aan de stagedocent van de opleiding (in het geval van een niet- Opleidingsschool). De schoolopleider of de stagedocent van de opleiding beoordeelt Praktijk LIO-1 mede op basis van dit schriftelijke advies en geeft een cijfer over het geheel. Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids LIO Pabo HvA / UPvA 2018-2019. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 10

Studiemateriaal Praktijkgids LIO Pabo HvA / UPvA 2018-2019. Stageactiviteiten Tijdens je LIO-stage functioneer je zoveel mogelijk als een gewone groepsleerkracht, d.w.z. je bereidt lessen voor, je geeft lessen op je LIO-dagen, je kijkt het werk van kinderen na, je werkt de toets- en leerlingadministratie bij, voert gesprekken met kinderen, ouders, collega s en deskundigen, etc. Kortom, je voert alle les-, groeps- en schoolgebonden werkzaamheden uit die bij de taak van een groepsleerkracht horen. De afspraken rondom de LIO-stage tussen de basisschool en de student worden vastgelegd in een overeenkomst. Deze LIO-overeenkomst bestaat uit een juridisch deel (de formele afspraken) en twee bijlagen, te weten: Bijlage A: Organisatorisch / logistiek deel met een omschrijving van de taken, afspraken rondom begeleiding en speciale opdrachten Bijlage B: Inhoudelijk deel met het leerwerkplan met het oog op de persoonlijke professionele ontwikkeling van de student. In deze bijlagen leg je vast welke afspraken er samen met de LIO-school zijn gemaakt (bijlage A) en welke activiteiten je gaat ondernemen zodat je aan het eind van de opleiding startbekwaam bent (bijlage B). Je baseert je bij het opstellen van het leerwerkplan op de feedback die je hebt ontvangen bij het LIO-Bekwaamheidsgesprek en de bijbehorende praktijkbeoordeling, de eisen die worden gesteld op de beoordelingsformulieren LIO-1 en LIO- 2 en de competentiematrix, niveau startbekwaam. Je werkt tijdens de LIO-stage gericht aan de competenties die nog extra aandacht behoeven. Je verwoordt in het leerwerkplan SMART 1 wat je gaat doen om de gestelde leerdoelen te behalen. Na het afronden van LIO-1 actualiseer je je leerwerkplan (bijlage B) met het oog op LIO-2. Portfolioproducten Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt de beoordeling van dit studieonderdeel, mits voldoende, op in je portfolio. 1 Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 11

HOOFDSTUK 3. Afstudeeronderzoek SIS omschrijving (deel)tentamens Afstudeeronderzoek INLEIDING In de eindfase van de opleiding voer je een praktijkonderzoek uit waarmee je aantoont het hbo-niveau te hebben bereikt. In voorgaande jaren heb je al onderzoeksmatige opdrachten uitgevoerd. In deze opdracht worden de geleerde vaardigheden toegepast op een vraagstelling uit de praktijk van het basisonderwijs, in afstemming met de school waar je je LIO-stage uitvoert. Je voert een probleemanalytisch onderzoek uit en schrijft hiervoor een plan van aanpak. Na goedkeuring van het plan van aanpak door de afstudeerbegeleider kun je van start met de uitwerking en de uitvoering van het onderzoek. De toewijzing van de afstudeerbegeleider gebeurt zoveel mogelijk op basis van inhoudelijke expertise ten aanzien van het onderwerp. De begeleiding vindt deels in groepsbijeenkomsten plaats, deels door het geven van mondelinge en/of schriftelijke individuele feedback. Het onderzoek wordt apart beoordeeld door twee beoordelaars. Deze beoordelaars zijn niet betrokken (geweest) bij de begeleiding van het afstudeeronderzoek. Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? Je voert een praktijkonderzoek uit waarin een vraag of een probleem uit de onderwijspraktijk centraal staat. Je vertaalt de vraag / het probleem naar onderzoekbare hoofd- en deelvragen. Je stelt een plan van aanpak op waarin je een totaaloverzicht geeft van de te maken stappen in het kader van het afstudeeronderzoek. Je verdiept je in literatuur die relevant en actueel is voor het gekozen onderwerp en je bent in staat deze literatuur zodanig weer te geven dat de vraag / het probleem van verschillende kanten wordt belicht. Je verzamelt op systematische en onafhankelijke wijze informatie in de onderwijspraktijk die - binnen de context van de praktijksituatie - een nieuw of ander licht werpt op het onderwerp. Je geeft de resultaten van het onderzoek weer op een gestructureerde en transparante wijze. Je trekt conclusies op basis van de theoretische verdieping en de verzamelde data. Je beschrijft alle stappen in een goed leesbare eindrapportage. Toetsing Afstudeeronderzoek (product) Het schriftelijke verslag wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsformulier Afstudeeronderzoek. Dit beoordelingsformulier, inclusief de beoordelingsnorm, is opgenomen in de Studiehandleiding Afstudeeronderzoek 2018-2019. Studiemateriaal Studiehandleiding Afstudeeronderzoek 2018-2019. Portfolioproducten Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt de beoordeling van dit studieonderdeel, mits voldoende, op in je portfolio. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 12

HOOFDSTUK 4. Persoonlijke Professionele Ontwikkeling 3.2 SIS omschrijving (deel)tentamens PPO 3.2 Startbekwaamheid TM Inleiding Het lesgeven in een grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraagt veel van de kennis, vaardigheden en attitude van jou als leerkracht. Je moet ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Je krijgt als leerkracht hierdoor te maken met dilemma's: in de interactie tussen jou en leerlingen, met ouders, collega's, de directeur en andere onderwijsprofessionals. Omgaan met dilemma's vraagt van jou als leerkracht dat je weet waar je voor staat en dat je eigen wijze keuzes kunt maken, die zijn gebaseerd op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO), waarin reflectie op de voortgang in studie en stage centraal staat, word je begeleid en ondersteund bij het maken en onderbouwen van keuzes en het creëren van professionele ruimte. Hiermee ontwikkel je een eigen professionele identiteit, waarmee je als startende leerkracht je ook na de opleiding zelfstandig kunt blijven leren. De lijn PPO (Persoonlijke Professionele Ontwikkeling) in dit studiejaar is gericht op de ontwikkeling tot een startbekwame leerkracht. De LiO-stage fungeert bij dit alles als bron en als betekenisvolle context. Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt je persoonlijke professionele ontwikkeling tot startbekwame leerkracht duiden, onderbouwen en verantwoorden. Je kunt een dilemma uit de praktijk herkennen en analyseren. Je toont aan een professional te zijn met een eigen identiteit: je hebt een persoonlijke visie op onderwijs, gebaseerd op praktijkervaringen en theorie. Het programma Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten 1. Afstemmen wat heb je nodig om het diploma te halen? We starten met afstemmen op de behoeften van de groep. Hiervoor wordt een inventarisatieformulier uitgedeeld, waarna de docent individuele afspraken plant met studenten. We maken een planning voor de 12 bijeenkomsten en bespreken de inhoud en werkvormen van de PPO (o.a. film, casus en TedTalk). 2. Individuele gesprekken Individuele vragen rondom studievoortgang, stage en afstuderen kunnen tijdens dit gesprek aan de orde komen. 3. Pedagogisch startbekwaam Aan het einde van je LIO-stage (LIO-2) moet je aan kunnen tonen dat je beschikt over een pedagogisch repertoire om een veilige en stimulerende leeromgeving aan te bieden die aansluit bij verschillen tussen leerlingen in de groep. Hoe doe je dat? Hierover gaan we met elkaar in gesprek (intervisie). 4. Pedagogisch startbekwaam We gaan door op dit thema a.d.h.v. de volgende vragen: Hoe zorg je voor een veilig en positief pedagogisch klimaat? Hoe zorg je ervoor dat elk kind zichzelf durft te zijn? Jouw activiteiten vooraf Je vult het inventarisatieformulier in. Film: Laat zien wat jouw pedagogische aanpak is bij een bepaalde situatie. Formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de pedagogische competentie. Casus: Laat zien wat jouw pedagogische aanpak is bij een bepaalde situatie. Beschrijf een casus en een leervraag m.b.t de pedagogische competentie. Film: Laat zien wat jouw pedagogische aanpak is bij een bepaalde situatie. Formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de pedagogische competentie. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 13

Wat is je opvoedstijl? Wat is je stijl van leidinggeven? Welke spelletjes en/of SEL-lessen heb je uitgeprobeerd? 5. Interpersoonlijk startbekwaam Je kunt aantonen dat je overwicht en overzicht over de groep hebt, en door middel van je houding, gedrag en communicatie ben je een rolmodel voor leerlingen. Hoe doe jij dat? Hierover gaan we met elkaar in gesprek. 6. Didactisch startbekwaam Je geeft een activerende en directe instructie voor alle leerlingen en geeft daarbij een heldere en duidelijke uitleg. Daarbij begeleidt, stimuleer en motiveer je leerlingen door het creëren van een rijke en uitdagende leeromgeving. Hoe doe jij dat in je klas? Mogelijke vragen hierbij, zijn: op welke wijze kun jij differentiëren? Welke didactische modellen pas je toe? 7. Didactisch startbekwaam Hoe zorg jij voor uitdagend & gedifferentieerd onderwijs? Mogelijke vragen: Welk didactisch repertoire heb je tot je beschikking? Hoe kun je boven de methode uitstijgen? Welke didactische hindernissen (uitdagingen!) kom je tegen? Hoe geef jij feedback? Gericht op de taak, het proces of zelfregulatie? Tijdens deze bijeenkomst staat daarnaast visieontwikkeling centraal. 8. Organisatorisch vakbekwaam Je zorgt voor een taakgerichte werksfeer en deelt de leertijd efficiënt en effectief in, waarbij je tijdens de voorbereiding en evaluatie gebruik maakt van gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Hoe doe jij dat? Hoe faciliteer en organiseer jij leerprocessen? Welk organisatiemodel gebruik jij? En: welke regels, afspraken en routines zet je daarbij in? 9. Organisatorisch vakbekwaam We gaan verder praten met elkaar over dit thema, aan de hand van de vragen: Aan welke organisatorische onderdelen van klassenmanagement wil je werken? Waar wil je in groeien? 10. Passend onderwijs Hoe organiseer jij passend onderwijs? Mogelijke thema s/dilemma s: Hoe maak je een adaptieve, gedifferentieerde les waarbij je rekening houdt met kinderen met speciale behoeften? Hoe kun je kinderen met speciale gedragsbehoeften begeleiden? Hoe kun je het groepsplan gedrag toepassen in de klas? 11. Voorbereiding op het startbekwaamheidsgesprek In deze les kijken we kritisch naar elkaars stukken ter voorbereiding op het startbekwaamheidsgesprek. 12. Voorbereiding op het startbekwaamheidsgesprek In deze les kijken we kritisch naar elkaars stukken ter voorbereiding op het startbekwaamheidsgesprek. Casus: Laat zien wat jouw pedagogische aanpak is bij een bepaalde situatie. Beschrijf een casus en een leervraag m.b.t de pedagogische competentie. Film: Laat zien hoe jij interacteert met (een) kind(eren). Formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de interpersoonlijke competentie Casus: Laat zien hoe jij interacteert met (een) kind(eren), ouders of collega s. Beschrijf een casus en een leervraag m.b.t. de interpersoonlijke competentie. Film: laat zien welk didactisch model je toepast, bijv. ADImodel. Of: formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de didactische competentie. Casus: eventueel inclusief lesvoorbereidingsformulier: hoe zorg jij voor uitdagend onderwijs en/of: welke didactische uitdagingen kom je tegen? Formuleer een leervraag m.b.t. de didactische competentie. Film: laat zien welk didactisch model je toepast, bijv. ADImodel. Of: formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de didactische competentie. Casus: eventueel inclusief lesvoorbereidingsformulier: hoe zorg jij voor uitdagend onderwijs en/of: welke didactische uitdagingen kom je tegen? Formuleer een leervraag m.b.t. de didactische competentie. Film: laat zien hoe je rondes loopt, of: formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de organisatorische competentie. Beschrijf een casus inclusief leervraag m.b.t. de organisatorische competentie. Film: laat zien hoe je rondes loopt, of: formuleer op basis van je eigen observatie van jezelf een leervraag m.b.t. de organisatorische competentie. Beschrijf een casus inclusief leervraag m.b.t. de organisatorische competentie. Film: laat zien hoe je een onderdeel van de cyclus HGW toepast of: hoe je een kind met speciale behoeften begeleid of: hoe je de aanpak van een kind met speciale behoeften bespreekt met je duo en een plan maakt. Maak op basis van je eigen observatie een leervraag. Casus: Beschrijf je casus volgens het START-model of UI-model van Korthagen. Formuleer een leervraag i.h.k.v passend onderwijs. Neem je stukken (Visie, ZE en Casus) uitgeprint mee. Formuleer per document leerpunten of vragen voor je medestudenten. Neem je stukken (Visie, ZE en Casus) uitgeprint mee. Formuleer per document leerpunten of vragen voor je medestudenten. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 14

Toetsing Je rondt je studie af met een Startbekwaamheidsgesprek, een mondelinge toets die wordt afgenomen door een opleidingsexaminator en een veldexaminator. Deze examinatoren zijn dit cursusjaar niet betrokken (geweest) bij jouw begeleiding in de praktijk of op de opleiding. Als het Startbekwaamheidsgesprek is beoordeeld met een voldoende (én je hebt alle overige studiepunten behaald) dan ben je een startbekwame leerkracht en kunnen we overgaan tot diplomering. Je kunt een aanvraag indienen voor het Startbekwaamheidsgesprek via een link die te vinden is op MijnHvA. Instapvoorwaarden voor het Startbekwaamheidsgesprek zijn voldoende beoordelingen voor: Toets landelijke kennisbasis Nederlands Toets landelijke kennisbasis Rekenen-wiskunde Praktijkbeoordeling LIO-1 PPO t/m blok 2.4 Het Startbekwaamheidsgesprek heeft de vorm van een criteriumgericht gesprek, dat individueel wordt afgenomen en 45 minuten duurt, op basis van één in te leveren document (zelfevaluatie, casus en visie, met de ingevulde competentiematrix in een bijlage) en een geactualiseerd portfolio. De toetsing en beoordeling vinden plaats aan de hand van de criteria in het PPO-beoordelingsformulier (zie bijlage). Voornaamste doel is om professionaliteit op hbo-niveau te laten zien (student) en vast te stellen (examinatoren). Voor het vaststellen van het hbo-niveau als professioneel leerkracht zijn de zogenaamde Dublin-descriptoren (hbokernkwalificaties op het gebied van kennis en inzicht, toepassing van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leer- en onderzoeksvaardigheden) belangrijk. Daarnaast wordt belang gehecht aan de persoonlijke professionaliteit, die zich uit in eigen, verantwoorde keuzes, het kritisch kunnen onderzoeken van de eigen praktijk, het benoemen van eigen waarden en het formuleren van een eigen visie. Professionaliteit wordt tevens getoond in het kritisch en analytisch kunnen reflecteren op het eigen handelen en het kunnen maken van transfer. Voorbereiding Startbekwaamheidsgesprek (PPO 3.2) Je bereidt je op het Startbekwaamheidsgesprek voor door het (be)schrijven van: 1. een zelfevaluatie 2. een casus 3. je visie 1. Zelfevaluatie In de zelfevaluatie beschrijf je kernachtig en per competentiegebied jouw professionele ontwikkeling, waarbij je kunt aangeven waarom jij denkt startbekwaam te zijn. Je let daarbij op kennis, vaardigheden en attitude. Alle competentiegebieden dienen aan de orde te komen. Je kunt je ontwikkeling met concrete voorbeelden en met documenten in je portfolio onderbouwen. Als bijlage voeg je de competentiematrix toe, waarop je jouw professionele ontwikkeling realistisch in kaart hebt gebracht. De reflectie op je professionele ontwikkeling is kritisch en analytisch en toont een cyclisch leerproces. Je benoemt jouw sterke kanten en aandachtspunten op dit moment en formuleert op basis hiervan ten minste twee of drie nieuwe leerdoelen. Je laat tevens zien hoe je theoretische kennis en praktijkervaring met elkaar weet te verbinden en dat je transfers kunt maken, ofwel aangeven of/hoe/waarom je een bepaalde aanpak in een andere situatie zou kunnen toepassen. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 15

Je voorziet de zelfevaluatie (maximaal 5 bladzijden A4) van een titel die jouw persoonlijke professionele ontwikkeling karakteriseert. 2. Casus Voor de beschrijving van een casus kies je een actueel dilemma dat speelde in jouw onderwijspraktijk (LIO-stage) en waarbij je zélf keuzes moest maken en zélf moest handelen. Je beschrijft op welke wijze je om bent gegaan met dit dilemma: om welk vraagstuk het ging, met welke keuzes je werd geconfronteerd, welke afwegingen daarbij een rol speelden, welke keuzes je hebt gemaakt, hoe je hebt gehandeld en wat jouw kritische reflectie achteraf is. Je legt verbindingen met theorie en met jouw visie op onderwijs. Je beschrijft het dilemma op systematische wijze zodat de lezer goed inzicht krijgt in bovengenoemde aspecten. Uit jouw wijze van omgaan met dit dilemma geef je blijk van je persoonlijke, professionaliteit, namelijk dat je onderbouwde keuzes kunt maken die je aan anderen kunt uitleggen en onderbouwen. Het dilemma dat je beschrijft kan een succesmoment zijn, maar evengoed een leermoment. Het gaat om professioneel handelen, daarbij hoort immers ook het leren van fouten. De casus omvat maximaal twee bladzijden A4. 3. Visie In je visiestuk verwoord je helder, consistent en in goede samenhang hoe jij denkt over het onderwijs en jouw rol daarin als leerkracht. Je onderbouwt je visie met praktijkvoorbeelden, argumenten en theoretische kennis en inzichten. Het visiestuk omvat maximaal drie bladzijden A4 (2.000 woorden) en is voorzien van een literatuuropgave volgens APA-richtlijnen. Bovengenoemde stukken (zelfevaluatie, casus, visie en de competentiematrix in de bijlage) lever je aan in één einddocument. Dit einddocument lever je uiterlijk een week voorafgaand aan het Startbekwaamheidsgesprek via de mail aan bij de beide examinatoren. Tegelijkertijd stel je je geactualiseerde digitaal portfolio open voor de opleidingsexaminator. Zorg voor een goede index in je portfolio en (werkende) links, ook naar andere relevante documenten. Relevante documenten zijn: een actueel overzicht van studieresultaten in SIS; alle voldoende stagebeoordelingen; alle voldoende beroeps- en vakopdrachten, inclusief de beoordelingen. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 16

HOOFDSTUK 5. Praktische informatie INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie, zoals een overzicht van de vier lesblokken, een overzicht van handige en belangrijke internetsites, benodigde documenten en een overzicht van het vereiste taalniveau. Schema indeling BLOKKEN 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4. BLOK 1 2018-2019 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 03/09 10/09 17/09 24/09 01/10 08/10 15/10 22/10 29/10 05/11 25/09: 1e stagedag STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra HERFST TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoets Vaktoets BLOK 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 46 47 48 49 50 51 2 3 4 5 12/11 19/11 26/11 03/12 10/12 17/12 07/01 14/01 21/01 28/01 PROJECTWEEK STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht Herkans blok 1 TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoetsen Vaktoets Funct.gesprek BLOK 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 04/02 11/02 18/02 25/02 04/03 11/03 18/03 25/03 01/04 08/04 VOORJAAR STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht Herkans blok 2 TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoets Vaktoets BLOK 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 & 12 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 & 27 15/04 22/04 29/04 06/05 13/05 20/05 27/05 03/06 10/06 17/06 24/06 01/07 PROJECTWEEK MEI STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra Laatste stagedag in deze week TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht TOETSWK. 2 & 3 Thematoets Vaktoets Vaktoets Funct.gesprek Let op: De LIO-stage loopt gewoon door tijdens toetsweken. Mocht er een herkansing gepland staan op een van jouw LIO-dagen, stel daarvan dan zo snel mogelijk je LIO-school in kennis en overleg hoe jullie het zó gaan oplossen dat je deel kunt nemen aan de herkansingstoets. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 17

Belangrijke internetsites http://rooster.hva.nl Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas. https://foo.mijnhva.nl Hier staat alle actuele informatie van de opleiding en de verschillende vakken. https://extranet.mijnhva.nl Informatie van het stagebureau voor externen. https://sis.hva.nl Bekijk hier jouw studievoortgang. https://stip.hva.nl Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-) informatie. https://taaluniversum.hva.nl Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren. Belangrijke documenten (downloaden via intranet): Praktijkgids LIO 2018-2019 Handleiding Afstudeeronderzoek 2018-2019 Competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) Boekenlijst Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het derde studiejaar vind je op deze website (literatuurlijst 2018-2019): https://www.athenaeum.nl/studieboeken/hogeschool#t Taalniveau Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op niveau B2 vanaf het einde van de propedeuse en op niveau C1 aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op http://www.erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen. Alle schrijfproducten van studenten worden nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo HvA (is een onderdeel van het taalaspect schrijven ). Deze Taalnorm vind je in een van de bijlagen bij deze studiewijzer. Bij teveel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn geheel herkansen. De beoordeling met behulp van de Taalnorm staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 18

BIJLAGE 1. BEOORDELINGSFORMULIER STARTBEKWAAMHEIDSGESPREK (PPO 4.4 VT / PPO 3.2 DT) Pabo HvA 2018-2019 Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Kerndocent: Cijfer: Datum beoordeling: Examinator: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. De student heeft voldaan aan de voorwaarden voor deelname aan het Startbekwaamheidsgesprek, zoals omschreven in de OER 1. 2. De student heeft één document met zelfevaluatie, casus, visie en competentiematrix uiterlijk één week voor het gesprek en volgens de eisen ingeleverd. O O O O 3. De student heeft het portfolio geactualiseerd en tijdig opengesteld voor de opleidingsexaminator. O O 4. Het document voldoet aan de taalnorm van Pabo HvA. O O B. Inhoudelijke criteria 2 Onvoldoende (0 punten) Net niet vold. (1-2 punten) Voldoende (3-4 punten) Goed (5-6 punten) 1. De student kan zijn persoonlijke professionele ontwikkeling tot startbekwame leerkracht duiden, onderbouwen en verantwoorden. De student kan in vaktaal (in de terminologie van de competentiematrix) zijn persoonlijke, professionele ontwikkeling tot startbekwame leerkracht basisonderwijs beschrijven en onderbouwt deze met eigen praktijkvoorbeelden. De student kan op reflectieve wijze essentiële leermomenten in zijn ontwikkeling beschrijven en komt hierbij tot transfer. 2. De student kan een dilemma uit de eigen actuele onderwijspraktijk herkennen en analyseren. De student beschrijft op inzichtelijke wijze voor welk dilemma hij zich gesteld zag, verwoordt welke overwegingen een rol speelden en welke keuzes hij heeft gemaakt. De student maakt in de onderbouwing van zijn keuzes een verbinding met eerder opgedane ervaringen, relevante theorie en de eigen visie op onderwijs. 3. De student toont aan een professional te zijn met een eigen identiteit: met een persoonlijke visie op onderwijs, gebaseerd op praktijkervaringen en theorie. De student verwoordt en onderbouwt een heldere en samenhangende visie op het onderwijs en het beroep van leerkracht in een grootstedelijke context. De student verbindt zijn visie aan praktisch handelen en aan theoretische concepten en modellen. 1 Onderwijs- en Examen Reglement Pabo HvA 2018-2019. 2 De drie criteria in de linker kolom moeten alle voldoende zijn. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 19

C. Eindbeoordeling / cijfer 1 Cijfer: Punten: 1 0 2 1 3 2-3 4 4-5 5 6-8 6 9-10 7 11-13 8 14-15 9 16-17 10 18 D. Aanvullende feedback en opmerkingen examinatoren Naam en handtekening examinator opleiding Naam en handtekening examinator werkveld 1 De rij met aantal punten en cijfer groen arceren. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 20

BIJLAGE 2. De taalnorm van Pabo HvA TAALNORM SCHRIJVEN PABO HVA 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 21

PROFESSIONEEL SCHRIJVEN Pabo Hogeschool van Amsterdam KENMERKEN VAN EEN PROFESSIONELE TEKST Afstemming op doel De vormgeving van het schrijfproduct is conform de eisen (lay-out, spellingscontrole). De structuur van het product is afgestemd op het doel (bijv. adviseren, informeren, overtuigen). Afstemming op publiek Het taalgebruik en de toon passen bij het publiek (bijv. formeel/informeel, populair/zakelijk). Samenhang Zinnen en alinea s zijn verbonden door verbindingswoorden en overgangszinnen. Verwijswoorden zijn correct. De gedachtelijn is logisch en consequent. Woordgebruik en woordenschat Het woordgebruik is gevarieerd. De woordkeuze is correct. Voorzetsels en lidwoorden zijn goed gebruikt. De woordkeuze is passend bij het jargon uit het beroepenveld. Het betrekkelijk voornaamwoord is correct gebruikt (dat/wat, deze/die). Spelling en grammatica De zinsbouw is correct, ook in langere, samengestelde zinnen. De spelling is correct. Leesbaarheid Er zijn witregels, alinea s en/of kopjes gebruikt. De structuur hiervan is logisch en bevordert de leesbaarheid. Interpunctie is correct gebruikt. 2018-2019 - Studiewijzer DT 3 - DEFINITIEVE VERSIE 18-07-2018 - pagina 22