BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\76openbdoc.htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5192 / 7 Betreft zaak: 5192/ Centric - Oranjewoud I. MELDING 1. Op 19 september 2005 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Centric Holding B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Oranjewoud Beheer B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 183 van 21 september 2005. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Centric Holding B.V. is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de Centric Groep. Centric B.V. staat aan het hoofd van de Centric-groep (hierna: Centric). Centric is actief op het gebied van IT-dienstverlening en biedt daarbinnen een breed scala aan diensten aan. Centric is tevens actief op het gebied van verkoop van hardware en software. 3. Oranjewoud Beheer B.V. (hierna: Oranjewoud) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Oranjewoud is een advies- en ingenieursbureau dat optreedt als adviseur en ontwerper in het kader van projecten op uiteenlopende terreinen zoals infrastructuur, bouw en stedelijke ontwikkeling, sport- en vrijetijdsvoorzieningen, natuur- en landschapsontwikkeling en milieu. Oranjewoud houdt zich tevens bezig met realisatie, beheer en exploitatie van projecten op deze gebieden. In relatie tot haar advies- en ingenieurswerk verricht Oranjewoud tevens diensten op IT-gebied. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie bestaat uit de verwerving van alle aandelen in Oranjewoud door Centric. Het voornemen tot de concentratie is vastgelegd in de door partijen overgelegde Agreement for the sale and purchase of all the issued and outstanding shares in Oranjewoud beheer van 24 augustus 2005. 1

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Centric de uitsluitende zeggenschap over Oranjewoud zal verwerven. 6. Betrokken ondernemingen zijn Centric en Oranjewoud. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Relevante productmarkten 8. Zoals blijkt uit de punten 2 en 3 bieden Centric en Oranjewoud beide IT-diensten aan. Er is derhalve sprake van horizontale overlap. Daarnaast zijn de activiteiten van Centric en Oranjewoud verticaal gerelateerd, omdat Oranjewoud software en IT-diensten inkoopt die worden doorgeleverd aan afnemers van advies- en ingenieursdiensten en/of die worden ingezet als onderdeel van advies- en ingenieursdiensten 1. Omdat de waarde van deze inkoop minimaal 2 is, zal in het hiernavolgende niet nader worden ingegaan op de verticale relatie. 9. In eerdere besluiten is aangegeven dat binnen de markt voor IT-dienstverlening mogelijk een nader onderscheid te maken valt (i) naar de aard van de geleverde diensten 3, (ii) naar doelgroep van IT-dienstverleners 4 en (iii) op het gebied van outsourcing 5 naar outsourcing ten behoeve van grote respectievelijk kleinere ondernemingen. 1 Het betreft subcontracten voor het installeren van software bij afnemers en het doorleveren van software-licenties van enkele software leveranciers aan eindgebruikers. 2 Het aandeel van Oranjewoud in de inkoop van IT-diensten bedraagt op geen van de mogelijk te onderscheiden productmarkten meer dan 0,1%. 3 Zie bijvoorbeeld het besluit van 23 december 2004 in zaak 4308/Getronics PinkRoccade, punt 11, het besluit van 18 maart 2004 in zaak 3903/Ordina TVW, punt 9, het besluit van 24 december 2003 in zaak 3804/NCCW Inter Access Woningraadgroep, punt 18, het besluit van 25 september 2002 in zaak 3114/Ericsson O2 Netwerk, de punten 12 tot en met 14, het besluit van 1 augustus 2002 in zaak 3018/Atos Origin KPN Software Huis, de punten 22 tot en met 27 en. 4 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 3903/Ordina TVW, reeds aangehaald, punt 10, en het besluit in zaak 3804/NCCW Inter Access - Woningraadgroep, reeds aangehaald, punt 18. 2

10. De activiteiten van partijen overlappen niet op het gebied van outsourcing. Op deze mogelijke markt zal dan ook in het hiernavolgende niet nader worden ingegaan. (i) Onderscheid naar aard van de IT-diensten 11. In een eerder besluit 6 is aangegeven dat een nadere onderverdeling van de markt voor ITdienstverlening mogelijk op twee manieren kan geschieden. De eerste mogelijke onderverdeling naar aard van de dienst betreft een onderverdeling die door onderzoeksbureau Gartner Inc. (hierna: Gartner) wordt gehanteerd, te weten(i) onderhoud van en ondersteuning bij hardware, (ii) onderhoud van en ondersteuning bij software, (iii) consultancydiensten, (iv) ontwikkeling en integratie, (v) IT-management dienstverlening en (vi) business management dienstverlening. Een tweede onderverdeling die in het voornoemde besluit 7 is overwogen is een onderscheid naar verschillende stappen in de zogenaamde dienstenketen, te weten (i) planning en ontwerp, (ii) implementatie, (iii) beheer, en (iv) onderhoud en ondersteuning. 12. Voorts is in een eerder besluit 8 aangegeven dat de mogelijke deelmarkten binnen de dienstenketen mogelijk nader te onderscheiden zijn in (a) infrastructuurdiensten en (b) applicatiediensten. De activiteiten van partijen overlappen uitsluitend op het gebied van applicatiediensten. 13. Evenals in het voornoemde besluit 9 kan in onderhavige zaak in het midden blijven of sprake is van één markt voor IT-dienstverlening of dat op enigerlei wijze nader onderscheid dient te worden gemaakt naar de aard van de geleverde diensten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 17 tot en met 19). 5 Zie onder meer het besluit in zaak 4308/Getronics Pink Roccade, reeds aangehaald, punt 11, het besluit in zaak 3903/Ordina TVW, reeds aangehaald, punt 12 en het besluit in zaak 3114/Ericsson O2 Netwerk, reeds aangehaald, punt 12. Vergelijk ook de beschikking van de Europese Commissie van 29 juni 2001 in zaak COMP/M.2478 - IBM Italia/Business Solutions/JV, punt 23. In deze beschikking wordt onder kleinere ondernemingen ook kleine en middelgrote ondernemingen verstaan. De Europese Commissie verwijst hierbij naar de aanbeveling van de Europese Commissie van 3 april 1996 betreffende de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (96/280/EG). 6 Zie het besluit in zaak 4308/Getronics PinkRoccade, reeds aangehaald, punt 13 tot en met 17. 7 Zie het besluit in zaak 4308/Getronics PinkRoccade, reeds aangehaald, punt 17. 8 Zie het besluit in zaak 4308/Getronics PinkRoccade, reeds aangehaald, punt 18 tot en met 21 9 Zie het besluit in zaak 4308/Getronics PinkRoccade, reeds aangehaald, punt 22. 3

(ii) Onderscheid naar doelgroep 14. In eerdere besluiten 10 zijn op basis van een nader onderscheid naar doelgroep de volgende mogelijke deelmarkten onderscheiden: (i) financiële sector, (ii) (semi-) overheid, (iii) handel, (iv) industrie, (v) transport, (vi) utiliteiten, (vii) telecommunicatie en (viii) media. De activiteiten van Oranjewoud op het gebied van IT-diensten voor andere doelgroepen dan de (semi-) overheid zijn verwaarloosbaar 11. De activiteiten van partijen op het gebied van ITdienstverlening overlappen uitsluitend op het gebied van diensten voor de (semi-) overheid. 15. Evenals in eerdere besluiten 12 kan in onderhavige zaak in het midden blijven of sprake is van één markt voor IT-dienstverlening of dat op enigerlei wijze nader onderscheid dient te worden gemaakt naar de doelgroep aan afnemerszijde, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 20 tot en met 25). Relevante geografische markten 16. In eerdere besluiten 13 is aangegeven dat mogelijk sprake is van internationalisering van de IT-dienstverlening. In navolging van eerdere besluiten 14 kan in het onderhavige geval in het midden blijven of er sprake is van een Nederlandse markt voor IT-dienstverlening, en eventuele deelmarkten hierbinnen, of dat van een ruimere geografische markt dient te worden uitgegaan, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 18 en 21). B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE 17. De omvang van de markt voor IT-dienstverlening wordt door de twee meest toonaangevende onderzoeksbureaus op dit gebied, IDC en Gartner, verschillend ingeschat, hetgeen het gevolg is van het hanteren van verschillende onderzoeksmethoden en enigszins afwijkende definities. IDC schat de omvang van de totale Nederlandse markt voor ITdienstverlening in 2004 op circa EUR 6,5 mrd. Gartner schat de omvang van de totale Nederlandse markt voor IT-dienstverlening in 2004 op circa EUR 10,3 mrd. In beide gevallen behalen partijen op een totale markt voor IT-dienstverlening een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 5%. 10 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 3903/Ordina-TVW, reeds aangehaald, punt 9, de beschikking van de Europese Commissie van 9 september 2004 in zaak COMP/M.3555-Hewlett-Packard/Synstar, punt 8, en de beschikking van 9 december 2002 in zaak COMP/M.3014-Logica/CMG, punt 8. 11 Deze bedragen circa EUR 100.000. 12 Zie het besluit in zaak 4308/Getronics PinkRoccade, reeds aangehaald, punt 26. 13 Zie bijvoorbeeld het besluit van 17 september 2001 in zaak 2656/PinkRoccade Commit Information Services, punt 13. 14 Zie onder meer het besluit in zaak 3903/Ordina - TVW, reeds aangehaald, punt 13 en het besluit in zaak 3804/NCCW Inter Access - Woningraadgroep, reeds aangehaald, punt 20. 4

(i) Onderscheid naar aard van de IT-diensten 18. Indien de markt nader wordt onderverdeeld naar de aard van de diensten, dan behalen partijen op geen van de mogelijke deelmarkten een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 15%. Indien wordt uitgegaan van een geografische markt die ruimer is dan nationaal zal het marktaandeel van partijen op alle mogelijke productmarkten naar type lager zijn dan het marktaandeel op een Nederlandse markt, aangezien beide partijen in geen van de landen waar zij actief zijn een hoger marktaandeel behalen dan in Nederland. 19. Zowel voor de totale markt voor IT-dienstverlening als voor een deel van de mogelijk te onderscheiden markten voor verschillende typen IT-diensten geldt bovendien dat de toevoeging van Oranjewoud aan het marktaandeel van Centric verwaarloosbaar (<1%) is. Oranjewoud is, in tegenstelling tot Centric, een speler voor wie IT-diensten niet tot de kern van haar activiteiten behoren. De omzet van Oranjewoud uit IT-diensten is in verhouding tot de totale omzet beperkt. Bovendien zijn de IT-diensten die Oranjewoud verricht sterk verbonden met haar activiteiten op het gebied van advies- en ingenieursdiensten, zoals omschreven in punt 3. (ii) Onderscheid naar doelgroep: IT-diensten ten behoeve van de (semi-) overheid 20. Zoals aangegeven in punt 14 overlappen de activiteiten van partijen, wanneer de markt voor IT-diensten nader wordt onderverdeeld naar doelgroep, slechts op het gebied van ITdiensten ten behoeve van de (semi-)overheid. De IT-diensten van Oranjewoud worden vrijwel uitsluitend afgenomen door gemeenten. Ook Centric verwerft een belangrijk deel van haar omzet met IT-dienstverlening aan gemeenten, met name op het gebied van informatiseringssystemen ten behoeve van de primaire administratieve processen binnen gemeenten. Op de mogelijk te onderscheiden markt voor IT-diensten ten behoeve van de (semi-) overheid behalen partijen, uitgaande van zowel de schatting van IDC als van Gartner met betrekking tot de omvang van de Nederlandse markt in 2004, een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 15%. Wanneer een nader onderscheid wordt gemaakt tussen applicatiediensten en infrastructuurdiensten, dan behalen partijen, uitgaande van de meest conservatieve schatting van de marktomvang (IDC) een gezamenlijk marktaandeel van ten hoogste 15 25% op het gebied van applicatiediensten aan de (semi-) overheid. 21. Indien wordt uitgegaan van een geografische markt die ruimer is dan nationaal zal het marktaandeel van partijen op het gebied van IT-diensten aan de (semi-) overheid, en een eventueel daarbinnen te onderscheiden markt voor applicatiediensten aan de (semi-) overheid lager zijn dan het marktaandeel op een Nederlandse markt, aangezien beide partijen in geen van de landen waar zij actief zijn een hoger marktaandeel behalen dan in Nederland. 15 Bij de berekening van dit marktaandeel is uitgegaan van het worst case scenario dat de volledige omzet die Centric heeft behaald met IT-diensten aan de (semi-) overheid, betrekking heeft op applicatiediensten. 5

22. Eén afnemer heeft gewezen op een mogelijke verslechtering van de inkooppositie van gemeenten als gevolg van deze concentratie. Om de aannemelijkheid van een dergelijke verslechtering te kunnen beoordelen is het nodig de diensten van beide partijen aan gemeenten nader te beschouwen. Opdrachten voor IT-diensten voor overheden, waaronder gemeenten, worden aanbesteed. Dit segment van de markt is derhalve een biedmarkt. In een dergelijke markt is het belang van marktaandelen als representatie van de gezamenlijke positie van partijen beperkt. In biedmarkten kan aan de hand van gegevens over aanbestedingen worden ingeschat of partijen elkaars nabije concurrenten zijn en/of hoeveel concurrentiedruk er uitgaat van andere spelers in de markt. 23. Partijen hebben desgevraagd aangegeven dat Centric en Oranjewoud naar hun beste weten in de afgelopen 3 jaar niet in concurrentie met elkaar hebben ingeschreven op een door een gemeente uitgeschreven aanbesteding. Zij hebben aangegeven dat de IT-diensten die beide partijen aan gemeenten leveren verschillend van aard zijn. 24. Dit beeld is bevestigd in gesprekken met gemeenten in het kader van onderhavige zaak. De bevraagde gemeenten die diensten afnemen van Centric en/of Oranjewoud beschouwen Oranjewoud voornamelijk als een ingenieursbureau. Zij hebben aangegeven dat Oranjewoud enkele specifieke software-applicatiediensten levert, die voornamelijk op het terrein van beheer van de openbare ruimte liggen, en die gelieerd zijn aan haar ingenieursdiensten. Van Centric nemen de ondervraagde gemeenten voornamelijk sofware voor de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en software-applicaties voor administraties die aan de GBA zijn gekoppeld 16 af. In geen van de ondervraagde gemeenten hebben Centric en Oranjewoud in de afgelopen vijf jaar in concurrentie ingeschreven op een aanbesteding. De ondervraagde gemeenten noemen Pink Roccade als belangrijkste concurrent van Centric. Arcadis, DHV, Grontmij en Haskoning worden door gemeenten genoemd als de belangrijkste concurrenten van Oranjewoud. 25. Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat partijen geen nabije concurrenten van elkaar zijn. Na bestudering van de aard en omvang van de horizontale en verticale relaties van partijen is er dan ook geen reden om aan te nemen dat als gevolg van deze concentratie op de markt voor IT-dienstverlening, en mogelijke deelmarkten daarbinnen, een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 16 Het betreft hier bijvoorbeeld applicaties voor de gemeentelijke sociale diensten en gemeentelijke belastingen. 6

VI. CONCLUSIE 26. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 27. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 27 oktober 2005 De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze: w.g. mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam 7