Werkprogramma 2009-2010 SAMEN STERK IN HET BUITENGEBIED

Vergelijkbare documenten
Concept Werkprogramma Pilot SAMEN STERK IN HET BUITENGEBIED REGIO BRABANT NOORD

Samen Sterk met het Handhavingsteam

Samen Sterk in het Buitengebied. Evaluatie eerste jaar pilotproject

20 september 2018 Definitieve versie. Samen Sterk in Brabant Evaluatie 2017 en doorkijk 2018

BUITEN BETER Integrale milieuhandhaving in het buitengebied met behulp van mobiele technologie Oog en oorfunctie voor collega-handhavers Alle kleurspo

Bijeenkomst SAM Netwerk 23 september 2014

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017

Gemeente Datum Omschrijving uit het BOA-registratiesysteem

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Bijlage 2. Toezicht/controle procedure en schema Handhavingsstappenplan

Samenvatting Integrale Handhaving

Operationeel plan Samen Sterk in het Buitengebied

BOA-Jaarplan 2016 Gemeente Ridderkerk

Register gemeenschappelijke regelingen

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Functieprofiel: Senior Managementassistent Functiecode: 0305

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Gemeente Bladel Bladel Casteren Hapert Hoogeloon Netersel

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO

MEE Zuidoost Brabant. Ondersteuning bij leven met een beperking. MEE helpt u op weg

Jaarplan Netwerk Palliatieve Zorg Regio Zuidoost Brabant. Netwerk Palliatieve Zorg Zuidoost Brabant

Inleiding/ aanleiding

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

Jaarverslag 2015 Afdeling Toezicht en Handhaving Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA s) Ridderkerk

MEDEWERKER ACTIES EN EVENEMENTEN

Jaarverslag Bijzondere Opsporingsambtenaren

Deze notitie beperkt zicht sec tot het creëren van de functie BOA openbare ruimte (OR).

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

Betreft: De samenhang tussen MWB-norm, GUK en Programmering taken OMWB.

INTERVENTIE-ARRANGEMENT WILDCROSSEN NOORD-BRABANT (concept 28 maart 2017)

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Convenant Buurtpreventie Blaricum

Voorstel : Financiële prognose Vergadering Algemeen Bestuur d.d.: 25 september Agendapunt : 5.a. Vertrouwelijk. Aan het Algemeen Bestuur,

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698

Het Buurt Informatie Netwerk (BIN) biedt kaders om deze afstemming en samenwerking vorm te geven.

Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten. Ria Berkvens

MEMO. Onderwerp : Aanpak actie Informatie uitwisseling n.a.v. bijeenkomst Informatie uitwisseling 23 september 2010

Samenwerking & Bedrijfsvoering

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. L. Smink WZ OA 10G /

Samenwerkingsmodel Samen sterk in het buitengebied

LEKKER BETROKKEN! Copyright VHVG / Phyllis den Brok- Phliss, jan Lekker Betrokken! 1

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Plan 2018 Regio Rijnmond

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

Convenant PSHi Protocol Drenthe

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Bedrijvigheid en Werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant

Bijlagen. Gemeente Woensdrecht uitvoeringsprogramma handhaving

Werkplan toezicht en handhaving openbare ruimte

Raadsinformatiebrief

Leidraad omgevingsbeheer huisvesting arbeidsmigranten voormalige grafische school in Blaarthem

Opleidingsprogramma DoenDenken

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder

Handhavingsjaarverslag 2006

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Ervaringsdeskundigheid: Meerwaarde?!

Directiestatuut Domijn

CONVENANT. Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD

Organisatie FP. Specialistisch OM: milieu en fraude

Administrateur. Context. Doel. Rapporteert aan/ontvangt hiërarchische richtlijnen van: Directeur dienst Afdelingshoofd

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

5 OPW website met links naar gemeente, politie en brandweer. X X Doel- stelling 4 Verhogen tevredenheid Onderhoud en Beheer

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

veiligheid door samenwerken Boa s in de openbare ruimte Een inleiding

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel Reg. nr.: Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling. Samen Sterk In het Buitengebied

Convenant Veiligheid in en om de school Veiligheid in en om de school

Visie Beheer Openbare Ruimte

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 19 van de BESLUIT

Concept Notulen Bestuurlijke Contactgroep 7 juni 2012, RMB te Cuijk

Notitie: Samen Sterk in Brabant VOORSTEL

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Betreft Versterking van de uitvoering van de Leerplichtwet in de regio Eindhoven/ De Kempen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT

3. Provinciale doelen in relatie tot het IPO-basisniveau groene handhaving

Observaties vanuit werkgevers over werknemers met een psychische kwetsbaarheid. datum 1 augustus Vooruitgang door vernieuwend werkgeven

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Convenant. Autisme Netwerk Zuid-Limburg

Het plan van aanpak verbetering Veilig Uitgaan kern Helden

HAAGSE VVD OP NAAR EEN INTEGRALE HANDHAVING 300 HANDHAVERS MET MEER BEVOEGDHEDEN

INNOVATIE VAN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING

Functieprofiel: Teamleider Functiecode: 0203

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Brabantbrede uitrol Samen Sterk in het Buitengebied

Handhaver toezicht en veiligheid

Transcriptie:

Werkprogramma 2009-2010 SAMEN STERK IN HET BUITENGEBIED

Werkprogramma 2009-2010 Samen Sterk in het Buitengebied In opdracht van Opgesteld door Auteur Stuurgroep "Samen Sterk in het Buitengebied" SRE Milieudienst Keizer Karel V Singel 8 Postbus 435 5600 AK Eindhoven 040 2594605 Mario Kanits versienummer 4.0 Datum 10 januari 2010 Status definitief 10 januari 2010- versienummer 4.0 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelstellingen, ontwikkelingen en prioriteiten 4 2.1. De primaire doelstellingen van het project 4 2.2. Beoogde output 4 2.3. Prioriteiten voor het Handhavingsteam buitengebied 2010 5 2.4. Beoogde werkwijze 7 3. Werkprogramma 10 3.1. Het opzetten, uitbreiden en instandhouden van een functioneel handhavingsnetwerk in het buitengebied van Zuidoost Brabant 10 Resultaat 1: Overzicht en beheer netwerkgegevens partners 11 Resultaat 2: Kennismaking met de deelnemende organisaties (partners) 11 Resultaat 3: Netwerkbijeenkomsten 11 Resultaat 4: Uitdragen project binnen en buiten het professionele netwerk 12 3.2. De afhandeling van klachten en meldingen 12 Resultaat 5: Afhandeling van klachten binnen en buiten de kantooruren 13 3.3. Interventies en thematische handhavingsacties 14 Resultaat 6: Pro-actieve aanpak van geprioriteerde thema s 15 Resultaat 7: Meer halen uit een individuele zaak 15 Resultaat 8: Ondersteuning van de bestuursrechtelijke handhaving 16 Resultaat 9: Opsporing en aanpak van misstanden en overtredingen in het buitengebied 16 3.4. Registratie, monitoring en verslaglegging 17 3.5. Opleiding en kennisuitwisseling 18 Resultaat 10: Verplichte opleidingen van de regiohandhavers 18 Resultaat 11: Kennisuitwisseling tussen de regiohandhavers onderling en de partners in het veld 18 4. Inzet van regiohandhavers en regiocoördinator 20 10 januari 2010- versienummer 4.0 2

1. Inleiding Op 17 juni 2009 ondertekenden de handhavingspartners uit de regio Zuidoost Brabant de overeenkomst voor Samen Sterk in het Buitengebied (SSiB). Met deze overeenkomst willen ze op een nieuwe en efficiënte manier gaan samenwerken om de buiten- en natuurgebieden in onze regio schoon, veilig, mooi en leefbaar te houden. Vanaf 1 augustus 2009 trekken 4 speciaal hiervoor aangenomen regiohandhavers (BOA s) het buitengebied in. Samen met een regiocoördinator vormen zij het Handhavingsteam Buitengebied en zullen zij met alle bestaande toezichthouders en handhavers een stevig gebiedsnetwerk opzetten zodat overtredingen waar de natuur en het platteland onder lijdt voortvarend worden aangepakt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht worden aan: het storten en verbranden van afvalstoffen, motorcrossen in bossen en natuurgebieden, stroperij en visvangst, illegale lozingen van afvalwater en meststoffen en de aantasting en verstoring van natuur en landschap. Het Handhavingsteam Buitengebied is een onderdeel van SRE Milieudienst en kan op grond van ruime bevoegdheden en ervaring zelfstandig een zaak oppakken en afhandelen. In de meeste gevallen zullen de regiohandhavers hun uitgebreide netwerk aanspreken om af te stemmen wie er met een melding of signaal aan de slag gaat en hoe de onderlinge samenwerking zo optimaal mogelijk tot stand komt. Het Handhavingsteam Buitengebied spoort zelf overtredingen op, maar wordt grotendeels gevoed door klachten en meldingen van burgers, recreanten, overige belanghebbenden en natuurlijk de al eerder genoemde handhavingspartners van gemeenten, waterschappen, provincie, terreinbeheerders, politie en AID. Voor het melden van zaken die niet kunnen of horen heeft de provincie Noord-Brabant een speciaal telefoonnummer in het leven geroepen (0900-9965432) dat 24 uur per dag en in het weekend voor een ieder bereikbaar is. Aan dit unieke pilotproject (voorlopig voor 3 jaar) werken mee: de provincie Noord-Brabant, Regiopolitie Brabant Zuidoost, Staatsbosbeheer, de vereniging Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas, de Algemene Inspectiedienst (AID) en de gemeentes Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop- Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Binnen het project moet een aantal doelstellingen worden gerealiseerd. De aanzet voor deze doelstellingen is door een ambtelijke initiatiefgroep vastgelegd in een Samenwerkingsmodel dat vervolgens ook bestuurlijk is vastgesteld. Het samenwerkingsmodel is verbonden aan de dienstverleningsovereenkomst die door de opdrachtgever (provincie) met het SRE is overeengekomen. Dit werkprogramma geeft aan welke activiteiten het Handhavingsteam Buitengebied het komende jaar gaat ondernemen om uiteindelijk tot het gewenste eindresultaat te komen. Het werkprogramma zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de (bestuurlijke) stuurgroep. Periodiek zullen voortgang en resultaten op basis van dit werkprogramma met de werkgroep en de stuurgroep worden besproken. Een eventuele bijstelling van de uitgangspunten vindt plaats in de stuurgroep. 10 januari 2010- versienummer 4.0 3

2. Doelstellingen, ontwikkelingen en prioriteiten In het samenwerkingsmodel is de aanleiding voor en de totstandkoming van het project beschreven en is tevens aangegeven welke resultaten en ontwikkelingen de deelnemers de komende drie jaar op hoofdlijnen willen zien. 2.1. De primaire doelstellingen van het project Professionele toezichthouders, handhavers en opsporingsambtenaren in het buitengebied van de regio Zuidoost Brabant, zijn gedurende de pilot steeds beter in staat om over de grenzen van hun eigen taakvelden heen te kijken en voor elkaar een oog- en oorfunctie te vervullen. Overtredingen ook als die niet op het eigen werkterrein liggen- worden vaker opgemerkt en de handhaving daarvan wordt effectief opgepakt. De milieucriminaliteit en overig ongewenst gedrag in het buitengebied neemt significant af. 2.2. Beoogde output Het naleefgedrag in het buitengebied van Zuidoost Brabant verbetert. De samenwerking in het buitengebied van Zuidoost Brabant zal door de organisatie van een stevig handhavingsnetwerk worden verbeterd en verbreed naar meerdere kleursporen. De deelname aan dit netwerk is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. De vier regiohandhavers en de regiocoördinator zijn het centrale aanspreekpunt en leveren met een actieve houding in het veld een significante bijdrage aan de realisatie en instandhouding van dit netwerk. Gesignaleerde en/of (door derden) gemelde overtredingen en onregelmatigheden in het buitengebied van Zuidoost Brabant worden geregistreerd en doorgegeven aan een centraal meldpunt. Het oppakken en afhandelen van dergelijke meldingen heeft een hoge prioriteit en wordt door de regiohandhavers afgestemd en gemonitord binnen het handhavingsnetwerk. Het toezicht in het buitengebied van Zuidoost Brabant vindt effectiever en efficiënter plaats en richt zich op meerdere kleursporen. De regiohandhaver is door zijn aanwezigheid en herkenbaarheid gemakkelijk vindbaar, waardoor er daadkrachtiger tegen overtredingen kan worden opgetreden. De aanpak richt zich op het bestuursrecht én het strafrecht en (indien mogelijk) op de onderlinge samenhang van beiden. De problematiek in het buitengebied van Zuidoost Brabant wordt in het eerste jaar (middels monitoring en cijfers) in beeld gebracht. De vier regiohandhavers zijn steeds beter in staat om risico s voor natuur, water, milieu, bodem, ruimtelijke ordening en veiligheid te signaleren en te interpreteren, zelf toezicht te houden en eenvoudige delicten zelfstandig (bestuursrechtelijk en/of strafrechtelijk) af te doen. De afhandeling van zaken wordt zorgvuldig geregistreerd. Resultaten worden jaarlijks gemonitord en gepresenteerd aan de stuurgroep. Prioriteiten worden jaarlijks door de stuurgroep vastgesteld en door de regiocoördinator vertaald in een werkprogramma. Randvoorwaarde: De veiligheid van de regiohandhavers staat in de uitvoering voorop. In het Samenwerkingsmodel is daarom ook aangegeven dat de regiohandhavers steeds een beroep moeten kunnen doen op de 10 januari 2010- versienummer 4.0 4

ondersteuning van de politie. Inmiddels heeft de politie deze toezegging genuanceerd en een duidelijk voorbehoud gemaakt. 2.3. Prioriteiten voor het Handhavingsteam buitengebied 2010 De stuurgroep heeft voor het Handhavingsteam buitengebied de volgende prioriteiten benoemd als het gaat om de aanpak van ongewenste situaties: - Afval (dumpen, verbranden, asbest) - Illegaal motorcrossen in bos- en natuurgebieden - Diverse vormen van stroperij en vernieling van natuurlijke habitats - Illegale lozingen (mest, oppervlaktewater) - Natuurontwikkeling, landinrichting - Illegale visserij De aanpak van de regiohandhavers zal zich vooral richten op deze thema s. Dit is de kern van het werkprogramma. Het werken met prioriteiten betekent uiteraard niet dat de regiohandhavers geen aandacht zullen besteden aan overige, lager geprioriteerde handhavingsthema s. De aanpak zal echter minder structureel (dus ad hoc) van aard zijn. Dit zal met name moeten blijken uit de tijdbesteding en de keuze in methodes die in de uitvoering worden toegepast. De ambtelijke werkgroep heeft de bovengenoemde prioriteiten op 5 januari 2010 nader uitgewerkt in meer concrete thema s die door het Handhavingsteam buitengebied kunnen worden opgepakt. Deze uitwerking is hieronder weergegeven, waarbij wordt opgemerkt dat de jaarlijkse, nationale Milieukalender actuele input c.q. aanvullingen kan leveren op de diverse thema s. Dit zorgt ervoor dat nieuwe ontwikkelingen (lees: problemen) in beeld kunnen komen en die getoetst kunnen worden aan dit werkprogramma. In de praktijk zal moeten blijken welke rol de regiohandhaver het beste kan invullen om bij een handhavingsthema tot een aansprekend resultaat te komen. Hij zal gebruik maken van de mix aan tools, vaardigheden en bevoegdheden die hij tot zijn beschikking heeft en zal daarbij vooral oog hebben voor het rendement van zijn inzet ten behoeve van het resultaat. Dit betekent dat de ene keer de nadruk ligt op opsporing en handhaving en de andere keer wellicht gekozen wordt voor een meer preventieve aanpak. In de meeste gevallen vindt hierover afstemming plaats met de natuurlijke eigenaar (of eigenaren) van een probleem en wordt gezocht naar de mogelijkheid van een gezamenlijke aanpak. Indien de regiohandhaver een situatie aantreft waarbij handhavend optreden naar zijn inschatting noodzakelijk is, dan neemt hij daarvoor zelf het initiatief. Opmerking: Als in het onderstaande overzicht de term toezicht of signalering wordt gebruikt dan sluit dit niet uit dat de regiohandhaver in bepaalde gevallen, of als een zaak zich in een bepaalde richting ontwikkeld, ook zelf (als buitengewoon opsporingsambtenaar) handhavend optreedt. Het kan echter ook zo zijn dat een partner graag door de regiohandhaver wil worden gevoed met signalen of constateringen om zodoende zijn eigen handhavingstaak efficiënter te kunnen uitvoeren. Afval (dumpen, verbranden, asbest) Signaleren en doormelden van afvaldumpingen en zwerfafval, zo mogelijk de dader(s) opsporen (signalen en informatie van partners bundelen, patronen herkennen); 10 januari 2010- versienummer 4.0 5

Transport van grondstromen binnen de regio volgen en in beeld brengen; Oog- en oorfunctie vervullen op sloopactiviteiten in het buitengebied, met name alert zijn op het verwijderen van asbest buiten de reguliere kantooruren; Toezicht houden op het opslaan van afvalstoffen op erven en akkers (mest, bouw- en sloopafval etc.); Optreden tegen het verbranden van afvalstoffen (handhaving stookverbod); Illegaal motorcrossen in bos- en natuurgebieden Signaleren, doormelden en afhandelen van klachten m.b.t. illegaal crossen. Patronen herkennen en op basis daarvan adviseren richting betrokken partners over mogelijke aanpak en alternatieven; Actieve deelname aan vooral kleine, gerichte handhavingsacties die worden geïnitieerd door de betreffende handhavingspartners; Diverse vormen van stroperij en vernieling van natuurlijke habitats Roofvogelvervolging (signaleren verdachte situaties, informatie bundelen, netwerk aanspreken). De AID ondersteunen (oog- en oorfunctie, opsporing) binnen een door hen nog op te zetten project; Opsporing, oog- en oorfunctie bij het illegaal vangen van vogels en overige beschermde diersoorten; Toezicht en opsporing bij de vernieling en verstoring van broed- en paaiplaatsen; Toezicht en opsporing bij het vellen van houtopstanden en het illegaal kappen van bomen met een beschermde status; Toezicht en opsporing bij het het snoeien, plukken en vernielen van beschermde flora; Oog- en oorfunctie en doormelden van illegale jachtpraktijken; Illegale lozingen (bodem, oppervlaktewater) Toezicht op de onttrekking van grond- en oppervlaktewater; Toezicht op watergangen/sloten (lozingen, demping, verlegging); Toezicht op het aanwenden van gewasbeschermingsmiddelen (b.v. te dicht bij sloten of bij harde wind waardoor deze middelen in het oppervlaktewater terecht kunnen komen); Signalering en doormelding van vernielingen aan gemalen en overige (overheids)eigendommen; Toezicht en signalering op de aanleg en het gebruik van drainages; Toezicht op het gebruik van bouw- meststoffen (m.n. in de directe nabijheid van sloten en oppervlaktewater); Participeren aan zogenaamde milieuvluchten van de waterschappen, met name assistentie verlenen en deel uitmaken van gerichte handhavingsacties; Natuurontwikkeling, landinrichting Signaleren en doormelden van ontgrondingen-/ ophogingen, aantasting van beschermde 10 januari 2010- versienummer 4.0 6

landschapselementen (b.v. bolle akkers); Participeren aan zogenaamde milieuvluchten van de provincie, met name assistentie verlenen en deel uitmaken van gerichte handhavingsacties; Surveilleren en toezicht binnen de uitvoering van landinrichtingsprojecten (provincie is opdrachtgever voor specifieke handhavingstaken); Signaalfunctie op basis van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (flora & fauna, illegale kap, lozingenbesluit open teelt en veehouderij: het zogenaamde cross compliance ); Oog- en oorfunctie t.b.v. politie m.b.t. illegale hennepteelt; Illegale visserij Toezicht en opsporing op het vissen zonder akte, illegale vangsten en vangmethodes. De thema s die zijn toegevoegd aan de prioriteiten zijn richtinggevend voor het Handhavingsteam buitengebied. Het is geen doelstelling of ambitie om aan alle thema s (even veel) tijd en aandacht te besteden. Het is nu vooral aan het handhavingsteam om hun professionaliteit en kennis rondom deze thema s op te bouwen en toe te passen. Het zal ook afhangen van de bereidheid en beschikbaarheid van de partners of een gecoördineerde aanpak goed van de grond komt. 2.4. Beoogde werkwijze In het samenwerkingsverband Samen Sterk in het Buitengebied is een netwerk van veldwerkers actief. De vier regiohandhavers van het Handhavingsteam Buitengebied hebben in dit netwerk een sleutelfunctie en zijn elk verantwoordelijk voor een eigen gebiedsdeel. Binnen dit gebiedsdeel leggen zij nauwe contacten met de organisaties en medewerkers die in het buitengebied actief zijn. Dit zijn enerzijds de professionele handhavers, toezichthouders en opsporingsambtenaren van de deelnemende partijen en anderzijds de overige stakeholders die een belangrijke functie uitoefenen in de natuur- en buitengebieden. Denk hierbij aan organisaties als: IVN, BMF, ZLTO en lokale milieuverenigingen maar zeker ook aan individuele agrariërs, vogeltellers, recreanten, bewoners, ongediertebestrijders, beheerders van landgoederen, jachtopzichters etc. De regiohandhaver is voor alle partijen in zijn/haar werkgebied het centrale aanspreekpunt voor problemen en misstanden op het gebied van: milieu, natuur, water, bodem, ruimtelijke ordening en veiligheid. De regiohandhavers houden zelf toezicht en kunnen (eenvoudige) delicten zelfstandig afdoen. Zij beschikken over bevoegdheden om op te treden in zaken waarvoor de participerende partners het bevoegde gezag zijn. Een uitzondering geldt voor de AID; met deze partner wordt alleen de strafrechtelijke component en de oog- en oorfunctie actief gedeeld. De keuze om een zaak zelfstandig aan te pakken dan wel door te zetten naar een partner is ter beoordeling aan de regiohandhaver en afhankelijk van: het spoedeisend karakter van een zaak; de afspraken die met de betreffende handhavingspartner zijn gemaakt; de aanwezigheid van voldoende kennis m.b.t. de aard van het delict; de complexiteit van een zaak; de risico s die (niet) direct optreden met zich meebrengen. 10 januari 2010- versienummer 4.0 7

In de praktijk zal het regelmatig voorkomen dat de regiohandhaver de samenwerking zoekt met één of meerdere partners om een probleem aan te pakken dan wel op te lossen. Complexe zaken (b.v. roofvogelvervolging) vragen om een goede voorbereiding en relatief veel inzet (uren) zodat het efficiënt is om de taken op een slimme manier samen met elkaar aan te pakken. Ook vanuit veiligheidsoverwegingen kan het noodzakelijk zijn om tijdelijke coalities te smeden. Het kan voorkomen dat de regiohandhaver de politie of het Functioneel Parket ondersteunt bij een gecompliceerde zaak of een zwaar milieudelict. Dit behoort echter niet tot de kerntaken van de regiohandhaver. De waarnemingen en signalen van de regiohandhavers kunnen echter wel een aanleiding zijn voor verder onderzoek. Er kan natuurlijk altijd een beroep worden gedaan op de regiohandhaver als specialist en/of kenner van het gebied. Als opsporingsambtenaar heeft de regiohandhaver een formele connectie met de politie en het Openbaar Ministerie die gedurende het eerste jaar duidelijk vorm moet krijgen. De regiohandhaver is herkenbaar, zichtbaar en vindbaar in zijn/haar werkgebied en is in staat om zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk op te treden. Het is niet de bedoeling dat de regiohandhaver per definitie een taak en/of functie van een handhavingspartner overneemt. Elke deelnemer blijft verantwoordelijk voor de uitoefening van zijn eigen wettelijke handhavingstaken. De meerwaarde van de regiohandhaver ligt in de efficiency van handelen, het beschikbaar hebben van een groot netwerk, snelheid van handelen, overzicht, specialistische kennis, regelmaat en het organiseren van slimme en vernieuwende combinaties in de aanpak van een probleem. Ook buiten de reguliere kantooruren en op zaterdag en zondag is één van de regiohandhavers altijd bereikbaar en inzetbaar. De aansturing vindt dan hoofdzakelijk plaats vanuit de centrale klachtencentrale van de provincie (MKC) waar klachten, meldingen en/of incidenten die betrekking hebben op het buitengebied van Zuidoost Brabant, via een 0900-nummer (24 uur per dag) kunnen worden gemeld. Het is daarnaast ook mogelijk dat netwerkpartners voor een urgent geval direct contact opnemen met de regiohandhaver van dienst. De rol van de regiohandhaver zal zich gedurende de looptijd van deze pilot continu ontwikkelen. In deze ontwikkeling zijn twee fases te onderscheiden: Fase 1: netwerk bouwen, probleemanalyse, vertrouwen creëren, positie bepalen, kennis vergaren. Fase 2: relaties verdiepen, kennis delen, patronen herkennen, processen verbeteren, samenwerkingsverbanden vormen. Gedurende het verloop van de pilot zullen deze fases naar verwachting vloeiend in elkaar overgaan. Sommige aspecten zullen zich relatief snel ontwikkelen, anderen hebben meer tijd en energie nodig. In 2010 zal het Handhavingsteam buitengebied vooral in fase 1 opereren. Dit betekent dat vanuit dagelijkse handhavingspraktijk (toezicht uitoefenen in het buitengebied) veel geïnvesteerd zal worden in de onderlinge contacten met de partners in het veld, het opdoen van gebiedskennis en het vergaren van inhoudelijke kennis op het gebied van de kleursporen en de vastgestelde speerpunten. De gevestigde orde (toezichthouders, boa s) ziet het nieuwe team niet altijd vanzelfsprekend als een nuttige aanvulling op het bestaande systeem. Eerst zien, dan geloven is 10 januari 2010- versienummer 4.0 8

voor velen het credo. Vanuit deze kritische houding wil men eerst in de praktijk ervaren of er een goede basis is voor een vergaande samenwerking. Dit betekent dat de regiohandhavers hun positie in het buitengebied moeten gaan opbouwen en verdienen op basis van vertrouwen, toegevoegde kennis, beschikbaarheid en het grote netwerk waarop zij kunnen terugvallen. Als er vanuit het veld een beroep wordt gedaan op de inzet van de regiohandhavers, dan zal in deze fase worden geprobeerd om daar zoveel mogelijk aan te voldoen. Nu te vaak nee verkopen zal een negatief beeld opleveren van de inzet en beschikbaarheid van het Handhavingsteam buitengebied. Het is al eerder aangehaald: de regiohandhavers zijn er niet om de gaten van andere partners op te vullen. Partners die zelf geen capaciteit inzetten of de samenwerking als iets vrijblijvends beschouwen, kunnen geen blijvende inzet van de regiohandhavers claimen. In de eerste fase zullen alle partners door het Handhavingsteam buitengebied worden benaderd en uitgenodigd om samen op te trekken in het buitengebied. De regiohandhavers zullen daar waar mogelijk de risico s, kansen en mogelijkheden voor de individuele partners zo goed mogelijk in beeld brengen. Dit kan voor sommige partners een reden zijn om uit de schulp te kruipen en de eigen handhaving in het buitengebied professioneler vorm te geven. Het feit dat er nu een instituut beschikbaar is waarop gebouwd kan worden, kan een positief effect hebben op de bereidheid om zelf ook meer tijd en middelen beschikbaar te stellen. Ook een gebrek aan ervaring en kennis kan hiermee tot op een bepaalde hoogte worden gecompenseerd. Bij sommige gemeenten kunnen we dit effect nu al waarnemen. Uiteindelijk draagt het allemaal bij aan meer inzet en professionaliteit in ons buitengebied. Met deze aanpak en investering zullen de regiohandhavers geleidelijk boven het maaiveld uitgroeien. Zij zijn straks in de 2 e fase degenen die: - als deskundig toezichthouder en opsporingsambtenaar effectief in het buitengebied actief blijven; - beschikken over het uitgebreide en noodzakelijke netwerk om op basis van samenwerking te kunnen opereren; - beschikken over het integrale overzicht m.b.t. de problemen en de thema s die zich voordoen in het buitengebied; - invloed hebben om veranderingen/verbeteringen in de praktijk tot stand te brengen; - blokkades in de uitvoering kunnen helpen wegnemen; - in staat zijn om snelle en efficiënte coalities te smeden; - worden ingeschakeld op basis van de brede en/of specialistische kennis die zij hebben (of kunnen ontsluiten) m.b.t. de meer complexere vraagstukken; - ondersteuning en begeleiding op maat bieden (of organiseren) t.b.v. de partners; - een partner niet in de steek laten bij het aanpakken of analyseren van een urgent en/of lastig probleem; - steeds goed kunnen inschatten welke aanpak noodzakelijk is om uiteindelijk tot een goed resultaat te komen en daar zelf ook actief op inspelen; - door velen gezien worden als centrale en natuurlijke partners die iets waardevols toevoegen aan de kwaliteit van de handhaving in het buitengebied van Zuid-Oost Brabant. 10 januari 2010- versienummer 4.0 9

3. Werkprogramma Het project is een pilot met een looptijd van drie jaar en eindigt op 31 juli 2012 met een eindevaluatie ten behoeve van de stuurgroep en alle deelnemende partners. Door alle partijen is de intentie uitgesproken om bij succes het project te continueren en te verbreden naar de overige regio s van de provincie Noord-Brabant. Jaarlijks wordt door de regiocoördinator een tussenevaluatie (jaarverslag) aan de stuurgroep gepresenteerd. Op basis van de behaalde resultaten en de inbreng van de stuurgroep wordt het werkprogramma opgesteld voor het komende jaar. Het werkprogramma is gebaseerd op de prioriteiten uit paragraaf 2.3 en vervolgens opgebouwd rond een aantal te realiseren doelstellingen/resultaten. 3.1. Het opzetten, uitbreiden en instandhouden van een functioneel handhavingsnetwerk in het buitengebied van Zuidoost Brabant Er wordt binnen de regio Zuidoost Brabant de komende drie jaar een formeel samenwerkingsverband (netwerk) opgebouwd van instanties, handhavingspartners en overige belanghebbenden die in het buitengebied actief of aanwezig zijn. De spinnen in dit web zijn de vier regiohandhavers van het Handhavingsteam buitengebied. Zij dragen, door een actieve houding en herkenbaarheid in het veld, zorg voor de opbouw en instandhouding van een netwerk dat vrijwillig maar niet vrijblijvend is. De (overige) toezichthouders en opsporingsambtenaren van de deelnemende organisaties behoren tot het formele netwerk. Deze functionarissen gaan voor elkaar steeds vaker een oog- en oorfunctie vervullen voor wat betreft het signaleren van misstanden in het buitengebied. Daaromheen bevinden zich nog twee informele schillen, een professionele gevormd door buitengebiedmedewerkers van de deelnemende organisaties en de schil burgers en belangengroepen. De regiohandhavers zullen samen met de regiocoördinator het gebiedsnetwerk opzetten. De regiohandhavers en de regiocoördinator zorgen voor het relatiebeheer binnen het netwerk wat een belangrijke pijler is van het succes in termen van rendement. In het bijzonder vormen zij een aanspreekpunt voor het informele deel van het netwerk. Zij zijn in staat om risico s voor milieu, natuur, water, bodem, ruimtelijke ordening en veiligheid te signaleren en te interpreteren. In het eerste jaar van het project wordt de basis gelegd voor de vorming van een functioneel en professioneel handhavingsnetwerk in het buitengebied. Daarvoor wordt een aantal (deel)resultaten benoemd met daaraan gekoppeld de activiteiten die het mogelijk moeten maken. Om ook in de uitvoering binnen deze resultaten te kunnen prioriteren is het volgende onderscheid gemaakt: 10 januari 2010- versienummer 4.0 10

Resultaat 1: Overzicht en beheer netwerkgegevens partners Een toegankelijke, bruikbare en complete lijst van organisaties, sleutelfiguren, toezichthouders, boa s, NAW-gegevens, werkgebieden, aandachtsgebieden, specialisatie etc. Elke regiohandhaver heeft de beschikking over een actueel overzicht dat goed bruikbaar is in het veld en dat kan worden ontsloten met de laptop. Aanpak Elke regiohandhaver maakt een inventarisatie van zijn eigen werkgebied. Gebiedsoverstijgende partners worden in overleg benaderd. De informatie wordt digitaal vastgelegd in een overzichtelijk format. Resultaat 2: Kennismaking met de deelnemende organisaties (partners) Zowel op uitvoerings- als op managementniveau zullen contacten worden aangeknoopt met de deelnemende partners. Aanpak De regiohandhavers en de regiocoördinator leggen in hun werkgebied contact met alle (bekende) toezichthouders, handhavers, taakaccenthouders (politie) en boa s die actief zijn in het buitengebied en hun management. Dit kan op individueel niveau, maar ook bijvoorbeeld door het incidenteel bijwonen van een handhavingsoverleg. Resultaat 3: Netwerkbijeenkomsten Een jaarlijkse netwerkbijeenkomst voor alle Boa s en toezichthouders die belast zijn met de handhaving in het buitengebied van de SRE-gemeenten. Aanpak Het Handhavingsteam Buitengebied organiseert samen met de provincie (en evt. de politie) een netwerkbijeenkomst met een inhoudelijk programma gericht op de diverse aspecten van de buitengebied-handhaving. De bijeenkomst richt zich in principe op alle professionele toezichthouders, handhavers en Boa s die zich in het professionele netwerk van de regiohandhavers bevinden. De provincie (team communicatie) faciliteert deze bijeenkomst(en). 10 januari 2010- versienummer 4.0 11

Resultaat 4: Uitdragen project binnen en buiten het professionele netwerk Het actief uitdragen van het samenwerkingsproject en daarmee uitnodigen van de partners en overige stakeholders om de samenwerking aan te gaan met het Handhavingsteam Buitengebied Aanpak Het Handhavingsteam buitengebied geeft mede uitvoering aan het communicatieplan van de provincie. Dit betekent in ieder geval dat er een inhoudelijke bijdrage wordt geleverd aan de nieuwsbrieven die periodiek aan de partners zal worden verzonden. De regiohandhavers verzorgen bij minimaal twee instanties/organisaties in hun werkgebied een lezing of presentatie over de doelstellingen van het project Samen Sterk in het Buitengebied. De regiocoördinator doet dat minimaal twee keer binnen het SRE-gebied en twee keer buiten het SREgebied. Regiohandhavers en coördinator nemen (op uitnodiging) maximaal twee keer per jaar deel aan een informatiedag van één van de deelnemende organisaties of stakeholders. Hierbij kan gedacht worden aan de Politiedag, Provinciedag, Open dag van Natuurmonumenten, Nationale Actie Nederland Schoon etc. 3.2. De afhandeling van klachten en meldingen De inzet van de regiohandhavers wordt voor een deel gestuurd door klachten c.q. meldingen die door derden worden aangeleverd. In de praktijk zijn honderden ogen en oren in het buitengebied aanwezig die samen veel onregelmatigheden tegenkomen. Deze grote groep derden wordt gevormd door toezichthouders/handhavers, maar ook door mensen die in het buitengebied werkzaam zijn (b.v. rattenbestrijders, loonwerkers, natuurfotografen, vrijwilligers van een vogelwerkgroep etc.) en uiteraard de enorme groep recreanten en bewoners die ook een bepaald belang hebben bij een leefbaar en mooi buitengebied. Alle gesignaleerde onregelmatigheden worden geregistreerd en doorgegeven aan een centraal meldpunt, de milieuklachtencentrale (MKC) van de provincie Noord-Brabant. Het MKC is hiervoor 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar op een speciaal voor dit project in het leven geroepen telefoonnummer: 0900 996 54 32. Op het moment dat de regiohandhavers een stevig professioneel netwerk om zich heen hebben gebouwd zullen zij door deze doelgroep ook steeds vaker direct worden benaderd. Dit kan een direct verzoek zijn om advies of assistentie ter plekke, maar kan ook betrekking hebben op een tip, gerucht of signaal dat in het veld is opgevangen. De regiohandhaver is in staat om zelf de urgentie van een klacht te bepalen en deze ook af te handelen. In eerste instantie zal hij echter beoordelen of hij deze (eventueel aangevuld met een eigen constatering) kan doorspelen naar de meest geschikte partner in het veld. Het hierboven genoemde telefoonnummer zal gedurende de pilot steeds meer bekendheid krijgen. Burgers kunnen zelf niet altijd bepalen met welke buitengebiedmeldingen ze wel of niet bij het MKC terecht kunnen. Verwacht wordt daarom dat er een grote diversiteit aan meldingen en klachten bij het MKC zal binnenkomen. Het is niet de bedoeling van het project dat de regiohandhavers hierin 10 januari 2010- versienummer 4.0 12

verzuipen, elke melding vraagt namelijk om een registratie, actie en terugmelding. Ook hier kan worden aangehaakt bij de prioriteitstelling in paragraag 2.3. In de onderstaande tabel is een hoeveelheid onderwerpen benoemd die, in de mogelijke beeldvorming van derden, in relatie kunnen staan met de kwaliteit van het buitengebied. Deze lijst is uiteraard nooit compleet, de praktijk zal dit verder uitwijzen. Motorcrossen in bos- en natuurgebieden Vernielingen aan flora- en fauna Dumping van (gevaarlijk) afval (XTC) Illegale stort van huishoudelijk afval Illegale visvangst Illegale bouw en sloop Illegale bedrijfsactiviteiten Overlast door recreatiedruk Auto s, ruiters, (brom)fietsers, wandelaars buiten de daarvoor bestemde paden en wegen Verwaarlozing van vee Illegaal toepassen van meststoffen Illegaal beregenen Illegale onttrekkingen van grondwater Huisvesting buitenlandse werknemers Illegaal gebruik gronden en terreinen Vogel- en/of vissterfte Vernielingen aan wegen, paden, meubilair etc. Dumping van materialen, afval in sloten en oppervlaktewater Wateroverlast Activiteiten in strijd met bestemmingsplannen Overlast landbouwvoertuigen/ transportbewegingen Hoogspannings-/UMTS-masten Transport van dieren Illegale lozingen van afvalwater Het verbranden (stoken) van afvalstoffen Dumping van mest Stroperij Illegale handelingen met asbest Illegale opslag van mest, grond, puin en afval Illegale (overlastgevende) evenementen Loslopende honden in natuurgebieden Illegaal kamperen/overnachten Dierenmishandeling Illegaal toepassen van bestrijdingsmiddelen Illegale ontgrondingen Illegale bewoning Houtkap Aangereden wild Blauwalg Vernieling aan waterschapseigendommen, gebouwen etc. Demping van sloten Toepassen van bouwstoffen (verharding van zandpaden en wegen) Illegale schuurtjes, schuilgelegenheden, containers in weilanden Reclameborden, -uitingen Ongedierte Opslag, inzameling en afvoer van kadavers Tabel: Niet limitatieve lijst van mogelijke klachten/meldingen die op het 0900-nummer kunnen binnenkomen Resultaat 5: Afhandeling van klachten binnen en buiten de kantooruren Het Handhavingsteam Buitengebied is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar en beschikbaar voor de afhandeling van urgente klachten en meldingen. Aanpak 10 januari 2010- versienummer 4.0 13

De Milieuklachtencentrale (MKC) van de provincie Noord-Brabant speelt de klachten die betrekking hebben op het buitengebied van Zuid-Oost Brabant door aan de geconsigneerde van de SRE Milieudienst. Deze geconsigneerde neemt (indien nodig) contact op met de dienstdoende regiohandhaver van het Handhavingsteam buitengebied. De regiohandhaver verzorgt de intake van de klacht. Hij neemt (indien mogelijk) contact op met de organisatie die verantwoordelijk is voor de afhandeling en stemt de aanpak met hen af. Indien de verantwoordelijke organisatie niet in staat is om de klacht in behandeling te nemen en de urgentie is hoog, dan draagt de regiohandhaver direct zorg voor de noodzakelijke inzet. Hij kan daarvoor zonodig een partner in zijn netwerk benaderen. Zaken met een lage urgentie worden op de eerstvolgende werkdag in behandeling genomen. Op basis van de praktijk wordt in het eerste half jaar in beeld gebracht: - In welke concrete gevallen de regiohandhavers buiten kantooruren moeten uitrukken. Per situatie zal in een kort protocol worden vastgelegd wat de regiohandhaver in een dergelijk geval moet/kan doen en welk resultaat dit moet opleveren. - Wat de rol is van de handhavingspartner die in eerste instantie bevoegd c.q. verantwoordelijk is. Binnen dit project is uitgesproken dat de 4 regiohandhavers niet zijn aangetrokken ter vervanging van de toezichthouders/boa s die door de deelnemende partijen zijn aangesteld. Ze leveren ondersteuning, stimuleren de samenwerking en pakken zelfstandig geprioriteerde zaken op die anders zouden blijven liggen. Deelnemende partijen houden hun eigen verantwoordelijkheid en hebben in sommige gevallen ook een eigen bereikbaarheidsregeling. - Hoe de bestaande consignatieregeling van de SRE Milieudienst in dit project kan worden betrokken. De SRE Milieudienst heeft een professionele consignatieregeling voor klachten en meldingen buiten de kantooruren. In die gevallen waar een uitruk noodzakelijk is en er niet per definitie een Boa aan te pas hoeft te komen kan dit een goede oplossing zijn. De praktijk zal uitwijzen hoe vaak en in welke gevallen er specifiek een Boa-bevoegdheid noodzakelijk is om een situatie beheersbaar te krijgen. 3.3. Interventies en thematische handhavingsacties De werkzaamheden van de regiohandhavers in het buitengebied zijn enerzijds operationeel en anderzijds faciliterend en organisatorisch van aard. Zij moeten met hun (gecoördineerde) acties vooral ook de oog- en oorfunctie van hun netwerkpartners benadrukken en helpen te ontwikkelen. In de praktijk zal dit betekenen dat zij zullen trachten om zo veel mogelijk partners bij hun werkzaamheden te betrekken en steeds goed te communiceren over hun inzet en de signalen die zij buiten opvangen. Daarnaast kan ondersteuning in de uitvoering worden geboden door aan te schuiven bij bestaande initiatieven van derden. Dit biedt de mogelijkheid om noodzakelijke interventies goed op elkaar af te stemmen, risico s samen te inventariseren en resultaten en/of werkwijzen breed te evalueren en hierover afspraken te maken. Als het gaat om de geprioriteerde thema s zullen de regiohandhavers het initiatief nemen om deze zoveel mogelijk met een goede onderlinge afstemming op te pakken. Dit kan voor sommige thema s uiteindelijk leiden tot een specifiek uitvoeringsplan waarin met name de rol en bijdrage van elke partner en de onderlinge informatie-uitwisseling duidelijk wordt beschreven. 10 januari 2010- versienummer 4.0 14

Als de regiohandhaver zelfstandig een zaak oppakt is het van belang dat hij altijd zorgt voor een goede terugkoppeling naar de feitelijke probleemeigenaar c.q. het bevoegde gezag. Hier kan de aanpak worden geëvalueerd, kunnen afspraken worden gemaakt over de verdere afhandeling en kan in onderling overleg worden bepaald hoe in voorkomende gevallen (samen) zal worden opgetreden. De onderlinge communicatie en informatie-uitwisseling heeft daarom een hoge prioriteit. Resultaat 6: Pro-actieve aanpak van geprioriteerde thema s De aandacht van de regiohandhavers richt zich primair op de geprioriteerde handhavingsthema s (zie paragraaf 2.3). Aanpak De regiohandhavers nemen het voortouw om de handhaving op de geprioriteerde thema s uit te voeren, bij voorkeur op basis van afstemming en samenwerking met de partners. Afhankelijk van de situatie en behoefte treedt de regiohandhaver zelfstandig op of levert hij extra handen in de uitvoering, kennis en expertise, of adviseert hij over de meest geschikte wijze (samenwerkingsvorm) om een succesvolle handhavingsactie op te zetten. Het kan ook zijn dat de regiohandhaver tijdelijk een stroef lopend proces begeleid of vlot trekt. Producten die in dat kader worden afgeleverd zijn: - processen verbaal (worden zelfstandig afgehandeld) - processen verbaal van bevindingen (worden door RMT afgehandeld) - bezoekverslagen en bestuurlijke rapportages - mondelinge en schriftelijke adviezen - uitwisseling van kennis en ervaring - strafrechtelijke beschikkingen (transacties) - eenvoudige projectvoorstellen gericht op gezamenlijke uitvoering Resultaat 7: Meer halen uit een individuele zaak Regiohandhavers handelen eenvoudige constateringen en klachten vaak zelf af. Het is onzinnig om een collega in te schakelen als zij zelf in de gelegenheid zijn om een acute situatie direct vast te leggen of een proces verbaal op te maken. Het is vervolgens zaak om de aanpak en het resultaat te delen met de overige partners die in het gebied werkzaam zijn en daar ook affiniteit mee hebben. Centraal staat in dat kader de wederzijdse informatie-uitwisseling t.b.v. de oog- en oorfunctie. 10 januari 2010- versienummer 4.0 15

Aanpak Regiohandhavers leggen met de diverse partners vast op welke wijze zaken worden overgedragen en resultaten worden uitgewisseld. Dit kan met individuele toezichthouders, maar ook tijdens de afstemmingsoverleggen per partner of in een (sub)regio. Constateringen en resultaten worden altijd direct gedeeld met de handhavingspartners die in hetzelfde gebied actief zijn of mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van een bepaalde wet of verordening etc. Resultaat 8: Ondersteuning van de bestuursrechtelijke handhaving Naast de strafrechtelijke aanpak is het in veel gevallen noodzakelijk om (tegelijkertijd) ook het bestuursrechtelijke handhavingstraject in te zetten. Dit kan alleen als het bestuur (provincie, waterschap, gemeente) bereid is om hier ook zelf op te investeren. Een goede afstemming vooraf is belangrijk om te voorkomen dat partners geen prioriteit geven aan de door het handhavingsteam ingebrachte zaken. Aanpak De regiohandhavers zullen de bestuurlijke partners adviseren en ondersteunen in het bestuursrechtelijke handhavingstraject. Dit kan enerzijds door het aanreiken van kwalitatief goede dossiers en informatie en anderzijds door het verlenen van ondersteuning in het repressieve handhavingstraject en de advisering daaromtrent. Resultaat 9: Opsporing en aanpak van misstanden en overtredingen in het buitengebied Aanpak De regiohandhavers pakken ook zelfstandig misstanden en overtredingen in het buitengebied op. Indien noodzakelijk werken zij ook buiten de reguliere kantooruren. Hierin worden zij gestuurd door eigen waarnemingen (surveillance), klachten via het provinciale MIK-punt en/of tips en meldingen vanuit hun eigen professionele en functionele netwerk. Zij maken op basis van een groeiende ervaring steeds de afweging of zij een zaak zelf afhandelen of doorzetten naar de betreffende handhavingspartner. Afhankelijk van de situatie kan ook een gezamenlijke aanpak tussen twee of meerdere partners (evt. ook de politie) de voorkeur genieten. In dat geval zal de regiohandhaver de coördinatie voor zijn rekening nemen, tenzij daarover andere afspraken gemaakt worden. In alle gevallen worden afspraken gemaakt m.b.t: - Verslaglegging, opmaak PV op basis van BOA-bevoegdheid - Inzet van tijd en middelen (wie doet wat?) - Het opleggen van evt. sancties - Afstemming politie/om - Communicatie, persberichten etc. Buiten de reguliere kantooruren is er altijd één regiohandhaver van het Handhavingsteam buitengebied bereikbaar en beschikbaar voor de afhandeling van klachten en het verstrekken van specifieke informatie en/of advies. 10 januari 2010- versienummer 4.0 16

3.4. Registratie, monitoring en verslaglegging Om tijdig te kunnen bijsturen, gemotiveerde prioritering in aandachtsgebieden te kunnen geven en om de resultaten in beeld te kunnen brengen moet worden gestart met het helder in kaart brengen van de nulsituatie. De nulsituatie moet vooral duidelijkheid verschaffen over de inzet van uren in relatie tot de geconstateerde misstanden, de realisatie van overige doelstellingen, de prioriteiten en de deelnemende partners. De regiocoördinator is verantwoordelijk voor dit aspect. De regiohandhavers maken voor het vastleggen van hun werkzaamheden gebruik van het landelijk daarvoor ingerichte Boa-registratiesysteem. Dit systeem is vanaf oktober 2005 actief als portaal voor het vastleggen van alle handhavinghandelingen van Boa's (buitengewoon opsporingsambtenaar) en toezichthouders. Hierbij kan naast de registratie van het strafbare feit of de waarneming, ook de genomen maatregelen gekoppeld aan GIS (geografische informatie) worden vastgelegd. Naast projectie van registraties op kaart, levert het systeem een grote hoeveelheid aan overzichten voor werkgever en justitie. Kenmerken van www.boaregistratie.nl zijn: - Registratie van incidenten en mutaties. - Mobiele registratie van incidenten en zoekfunctie op persoonsgegevens. - Automatische e-mail van mutatie naar BPS contactpersoon (bedrijfsprocessensysteem politie). - GPS positie aan mutatie en incidenten. - Mutaties en incidenten geprojecteerd op kaart. - Overzichten van handhavingzaken voor de Boa; werkverantwoording. - Overzichten van handhavingzaken per Boa voor de coördinator. - Overzichten indeelbaar naar datum (begin en eind). - Genereren van projectoverzichten met invulling van begin en eind datum en specifieke handhavingonderwerpen - Genereren van overzichten t.b.v. de jaarverslagen. - Boa kan in meerdere groepen werken (samenwerking met partners die dit systeem ook gebruiken). - Gezamenlijke projecten van meerdere Boa s worden in de persoonlijke overzichten meegeteld. - Overzichten van handhavingzaken voor de werkgever. - Interne berichtgeving binnen en buiten werkgroepen met aandachtsvestiging naar collega (oog- en oorfunctie). Hoewel het Boa-registratiesysteem ook de tijdbesteding van de regiohandhavers kan registreren is het daarvoor niet goed geschikt. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van het systeem van de SRE Milieudienst: Axapta. 10 januari 2010- versienummer 4.0 17

De registratie van klachten en meldingen en de afhandeling daarvan zal plaatsvinden in het systeem van het provinciale MIK-punt. Uit dit systeem kunnen overzichten worden gegenereerd t.b.v. monitoring en verslaglegging. De regiocoördinator is verantwoordelijk voor het monitoringsprogramma en de verantwoording na het eerste jaar. De gegevens uit het Boa-registratiesysteem, Axapta en het MIK-punt zal hij verwerken tot een jaarverslag dat wordt aangeboden aan de stuurgroep. In dit jaarverslag zal tevens worden teruggeblikt op alle overige (deel)resultaten die op basis van dit werkprogramma zijn gehaald. Afwijkingen worden gemeld en van een toelichting/argumentatie voorzien. 3.5. Opleiding en kennisuitwisseling De regiohandhavers hebben ieder een brede kennis en ervaring op het gebied van de handhaving in het buitengebied. Hun achtergrond is echter zeer verschillend en daarnaast hebben zij door de jaren heen hun eigen specialismen opgebouwd. Het is belangrijk dat de regiohandhavers hun kennis op peil houden en deze verbreden naar meerdere kleursporen, zowel op het gebied van het straf- als het bestuursrecht. In het buitengebied hebben de regiohandhavers een spilfunctie, ook als het gaat om het delen en uitwisselen van kennis en ervaring over specifieke zaken die zich in het buitengebied kunnen voordoen, best practices en nieuwe en/of aangepaste wetgeving. Resultaat 10: Verplichte opleidingen van de regiohandhavers De regiohandhavers zijn op basis van hun Boa-aanwijzing verplicht om regelmatig verplichte bijscholing te volgen. Daarnaast kan de keuze voor eventuele bewapening inhouden dat zij periodiek een Integrale Beroepvaardigheid Training bij de politie moeten volgen. Aanpak Verplichte trainingen worden door de regiohandhavers gevolgd. Daarnaast volgen zij relevante opleidingen en trainingen die via de SRE Milieudienst worden aangeboden (b.v. agressietraining) Resultaat 11: Kennisuitwisseling tussen de regiohandhavers onderling en de partners in het veld De regiohandhavers hebben vanuit hun verleden eigen specialismen. Het is belangrijk dat zij deze specialistische kennis van bepaalde thema s, prioriteiten, wetgeving etc. ontsluiten naar hun collega s. Dit leidt tot een situatie waarin de inzetbaarheid van de regiohandhavers breed kan plaatsvinden omdat zij beschikken over een voldoende basis op alle kleursporen. Voor complexe gevallen schakelt de regiohandhaver zijn collega in voor specialistische kennis. Aanpak De regiohandhavers brengen hun specialismen in kaart en maken op basis daarvan een verdeling in kleursporen en de vastgestelde prioriteiten. Voor elk kleurspoor dan wel prioriteit wordt een regiohandhaver verantwoordelijk gemaakt om de specifieke kennis te verzamelen en de ontwikkelingen actief te volgen. Periodiek zal hij zijn collega s op de hoogte brengen van de nieuwe 10 januari 2010- versienummer 4.0 18

ontwikkelingen. Daarnaast wordt de kennis actief gedeeld met de netwerkpartners. Dit kan ad hoc plaatsvinden, maar kan ook tijdens één van de reguliere (lokale) afstemmingsoverleggen of middels een nieuwsbrief. Afhankelijk van de vraag kan de regiohandhaver ook een coaching-on-the-job toepassen door samen met een partner een probleem aan te pakken. Informatie en mutaties van de regiohandhavers kunnen door de overige gebruikers van het Boaregistratiesysteem worden geraadpleegd. 10 januari 2010- versienummer 4.0 19

4. Inzet van regiohandhavers en regiocoördinator Voor de uitvoering van dit pilot zijn 4 regiohandhavers (4 fte) aangesteld. Dit komt globaal overeen met een netto inzet van 4x1330 = 5320 uur per jaar. De inzet van de regiocoördinator is begroot op 0,3 fte, dit komt overeen met een globale inzet van 325 uur per jaar. De verwachting is dat deze uren als volgt worden ingezet: Activiteit Regiohandhavers (uren) Regiocoördinator (uren) Surveillance, veldwerk, klachten 2900 (54 %) (zelfstandig en samen met partners) Afstemmingsoverleg extern 150 (3 %) Afstemmingsoverleg intern 150 (3 %) Opleiding/training 200 (4 %) Administratie, verslaglegging 900 (17 %) Netwerk aanleggen, onderhouden 700 (13 %) Kennis verzamelen, delen 320 (6 %) Monitoring 85 (27 %) Aansturing 200 (61 %) Verantwoording, verslaglegging 60 (12 %) Benadrukt dient te worden dat dit slechts een inschatting is die niet is gebaseerd op bestaande kengetallen. Gaandeweg de pilot zal steeds duidelijker worden hoe de inzet van uren zich verhoudt tot de resultaten. Een bijstelling kan altijd plaatsvinden op basis van monitoring en evaluatie. Als uitgangspunt is gesteld dat de regiohandhaver slechts 20 % van zijn werkbare tijd op kantoor moet zitten. Indien de regiohandhavers buiten veel zaken zelf oppakken (dus niet één op één kunnen doorzetten naar een andere partij), dan zal de tijd die besteed moet worden aan de afhandeling van processen verbaal, rapportages etc. een significant groter aandeel van de beschikbare tijd gaan vragen. Het valt daarom niet uit te sluiten dat daar in de loop van de pilot op zal moeten worden bijgestuurd als blijkt dat deze eis van 20 % een harde blijkt te zijn. Het aanleggen en onderhouden van het handhavingsnetwerk wordt beschouwd als een taak die grotendeels buiten in het veld of op locatie wordt uitgevoerd. 10 januari 2010- versienummer 4.0 20