Raadsinformatiebrief

Transcriptie

1 Raadsinformatiebrief Onderwerp : Uitbreiding Boapool vooruitlopend op verkennend onderzoek. Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Hillenaar Datum college : 21 mei 2013 Openbaar : Ja Afdeling : RB Contactpersoon : Fons van Heusden Telefoon : fons.van.heusden@cuijk.nl In te vullen door de griffie Nummer brief : Datum verzending : 23 mei 2013 Nummer weekbericht : 20 Aanleiding Ons besluit van 21mei 2013 om vooruitlopend op het verkennend onderzoek betreffende uitbreiding van de Boapool Land van Cuijk en de gemeente Boekel onder voorwaarden medewerking te verlenen. Inhoud Inleiding In oktober 2010 zijn de gemeenten in het Land van Cuijk en Boekel een samenwerkingsovereenkomst Collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Land van Cuijk en Boekel aangegaan. In februari 2011 heeft een uitbreiding van de samenwerkingsovereenkomst plaatsgevonden op het gebied van het gebruik van geweldsmiddelen. Momenteel vinden er nieuwe ontwikkelingen plaats op het gebied van de regie op het openbare domein. Sinds 1 januari 2013 is de Nationale Politie een feit. Het ligt in de bedoeling dat in de loop van dit jaar de vorming van het basisteam Maas en Leijgraaf gestalte zal krijgen. Op 3 december 2012 heeft de districtelijke driehoek de bestuurlijke opdracht gegeven om een verkennend onderzoek uit te voeren. Vooruitlopend op dit onderzoek heeft de gemeente Uden te kennen gegeven zich te willen aansluiten bij de huidige samenwerkingsovereenkomst Collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Land van Cuijk en Boekel. Dit is in de districtelijke driehoek van 7 december 2012 besproken. Gezien de door de gemeente Uden gevraagde uitbreiding dient genoemde samenwerkingsovereenkomst te worden aangepast. Een aangepaste samenwerkingsovereenkomst is bij deze brief gevoegd. Argumenten Het voorstel past in de beoogde samenwerking van de regio Maas en Leijgraaf en sluit aan bij de eerdere afspraken aangaande de samenwerkingsovereenkomst. Voor onze gemeente staat echter nog niet vast of de beoogde uitbreiding van de samenwerking een meerwaarde zal hebben. Het lopende verkennend onderzoek dient hier immers uitsluitsel over te geven. Concreet betekent dit, dat door ons college is besloten de door de gemeente Uden beoogde samenwerking onder de navolgende voorwaarden aan te gaan: 1

2 1. binnen de Boapool Maas en Leijgraaf dient sprake te zijn van een evenredige inzet van de bij het gemeentelijke boateam beschikbare capaciteit; 2. de inzet van het gemeentelijke boateam bij andere gemeenten binnen de Boapool Maas en Leijgraaf mag niet ten koste gaan van de reguliere boataken, zoals vermeld in het vastgestelde Handhavinguitvoeringsprogramma; 3. afhankelijk van de resultaten van het verkennende onderzoek zal een definitief bestuurlijk standpunt worden bepaald ten aanzien van de voorgenomen algehele uitbreiding van de Boapool. Gevolg van ons besluit is, dat de gemeente Uden vooralsnog kan aansluiten bij de huidige boapool Land van Cuijk en Boekel, doch dat door ons eerst een definitief standpunt kan worden bepaald, nadat de resultaten van het verkennende onderzoek bekend zijn en mede op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat deze uitbreiding een toegevoegde waarde voor onze gemeente zal hebben Procedurele informatie Niet van toepassing. Bijlagen Gewijzigde samenwerkingsovereenkomst. Burgemeester en wethouders van Cuijk mr. R.P. Hoffman secretaris mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester 2

3 Samenwerkingsovereenkomst Collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Land van Cuijk, Boekel en Uden Gemeenten: Eenheid Oost-Brabant, Openbaar Ministerie: District s Hertogenbosch, basisteam Maas- en Leijgraaf

4 Inleiding Naar aanleiding van de wens van de leden coördinatieoverleg Land van Cuijk om te komen tot een vorm van samenwerking op het gebied van handhaving en toezicht is er een werkgroep opgestart eind Deze werkgroep heeft de opdracht gekregen om te komen met een project voorstel. Project voorstel collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Door de werkgroep is met tussenpozen gewerkt aan het project voorstel. In mei 2010 heeft dit geresulteerd in het voorstel om te komen tot een collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Land van Cuijk & Boekel. Fiattering door basisoverleg en coördinatieoverleg Land van Cuijk Op maandag 13 september 2010 is in het gecombineerde overleg Land van Cuijk fiattering gegeven aan het concretiseren van de samenwerkingsovereenkomst. Wettelijke basis Met de aanpassing van artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering in 1994, naar aanleiding van de gewijzigde Politiewet van 1993, is de grondslag gelegd voor het beleid ten aanzien van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa s). Het doel van het boa-beleid is om de kwaliteit van de strafrechtelijke handhaving door de boa s te vergroten zodat boa s deze belangrijker wordende rol ook daadwerkelijk invulling kunnen geven. In het nieuwe Bestel buitengewoon opsporingsambtenaar is de mogelijkheid geboden om door middel van een samenwerkingsovereenkomst gemeenten tot een regionale inzet te komen. Samenwerkingsovereenkomst Aan de mogelijkheid om landelijk te werken worden voorwaarden gesteld. De boa onthoudt zich in principe van optreden buiten zijn gebied van aanstelling. De voorwaarden voor het werken buiten het gebied van aanstelling zijn: - In overleg met het bevoegd gezag (lokale driehoek) - Informeren van het bevoegd gezag is de taakstelling van de toezichthouder en direct toezichthouder Afstemming wordt schriftelijk vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met daarin opgenomen de samenwerkende gemeenten, wie de toezichthouder en direct toezichthouder zijn en/of het bevoegd gezag is geïnformeerd. Doel samenwerkingsovereenkomst De betrokken gemeenten hebben behoefte aan extra capaciteit ten aanzien van opsporing en handhaving tijdens de zogenaamde piekmomenten. Onder piekmomenten kan onder andere verstaan worden evenementen en handhavingsprojecten. Ook is de behoefte uitgesproken om door middel van de uitwisseling van elkaar te kunnen leren in het algemeen. Een kijk in de andere keuken heeft een verfrissende werking op toezicht en handhaving. Noodzaak samenwerkingsovereenkomst Een samenwerkingsovereenkomst zorgt voor een flexibele capaciteitinzet van buitengewoon opsporingsambtenaren op die momenten dat het er toe doet. Door van elkaar gebruik te kunnen maken kan de effectiviteit en efficiëntie van de aanpak van kleine criminaliteit significant verbeterd worden. Zij wel vermeld dat de gemeente Mill en Sint Hubert en de gemeente Sint Anthonis op dit moment zelf geen buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst hebben. Indien de gemeente Mill en Sint Hubert en de gemeente Sint Anthonis in de toekomst zelf buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst nemen zullen deze conform deze samenwerkingsovereenkomst mee participeren Boa convenant collegiale doorlening, januari

5 Uitbreiding Samenwerkingsovereenkomst Om de samenwerking binnen het gebied van het te vormen basisteam Maas en Leijgraaf, na de invoering van de Nationale politie op 1 januari 2013, op het gebied van toezicht in de openbare ruimte te versterken is er een project gestart om de samenwerking nader uit te werken. In het kader van dit project wordt onderzocht of er een samenwerkingsverband ontwikkeld kan worden met de negen gemeenten binnen het te vormen basisteam Maas en Leijgraaf. Vooruitlopend op deze ontwikkeling heeft de gemeente Uden aangegeven mee te willen participeren in de huidige samenwerkingsovereenkomst Collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Boa convenant collegiale doorlening, januari

6 Buitengewoon opsporingsambtenaar Met de buitengewoon opsporingsambtenaar wordt bedoeld de buitengewoon opsporingsambtenaar conform artikel 2 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Artikel 2 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over: a. een titel van opsporingsbevoegdheid, b. de bekwaamheid en betrouwbaarheid voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden, en c. een akte van beëdiging, is bevoegd op het grondgebied, vermeld in die akte, de opsporingsbevoegdheden uit te oefenen ter zake van de feiten die in die akte zijn vermeld en daarvan ambtsedig proces-verbaal op te maken als bedoeld in artikel 152 Wetboek van Strafvordering. Werkgever Met de werkgever wordt bedoeld een werkgever conform artikel 1 onder h van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Artikel 1h Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar h. werkgever: de werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaar Handhaving- en opsporingsgebied De opsporingsbevoegdheid en grondgebied staan vermeld in de akte van opsporingsbevoegdheid conform de akte van opsporingsbevoegdheid artikel 1 onder c van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Door middel van het nieuwe boa bestel kan het grondgebied uitgebreid worden. In deze samenwerkingsovereenkomst wordt het uitgebreide grondgebied de grondgebieden van de volgende gemeenten: - De gemeente Boxmeer - De gemeente Cuijk - De gemeente St.Anthonis - De gemeente Boekel - De gemeente Grave - De gemeente Mill en St.Hubert - De gemeente Uden Boa convenant collegiale doorlening, januari

7 Direct toezichthouder Met de direct toezichthouder wordt bedoeld de direct toezichthouder conform artikel 36 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Artikel 36 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar 1. Bij de verlening van een titel van opsporingsbevoegdheid of bij de beëdiging wijst Onze Minister een toezichthouder en een direct toezichthouder aan. 2. Als toezichthouder wordt een hoofdofficier van justitie aangewezen. 3. Als direct toezichthouder wordt aangewezen: a. indien het grondgebied, bedoeld in artikel 5, onder b, is gelegen binnen de grenzen van een politieregio: de korpschef, bedoeld in artikel 24 van de Politiewet 1993; b. indien het grondgebied, bedoeld in artikel 5, onder b, is gelegen in meer dan één politieregio: een korpschef, of het hoofd van een onder de centrale overheid ressorterende landelijke dienst; c. indien de buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is bij de krijgsmacht: de commandant van de Koninklijke marechaussee, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Politiewet In deze samenwerkingsovereenkomst is de direct toezichthouder de politiechef van de eenheid Oost-Brabant. Toezichthouder Met de toezichthouder wordt bedoeld de toezichthouder conform artikel 36 Besluit Buitengewoon opsporingsambtenaar. Artikel 36 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar 1. Bij de verlening van een titel van opsporingsbevoegdheid of bij de beëdiging wijst Onze Minister een toezichthouder en een direct toezichthouder aan. 2. Als toezichthouder wordt een hoofdofficier van justitie aangewezen. 3. Als direct toezichthouder wordt aangewezen: a. indien het grondgebied, bedoeld in artikel 5, onder b, is gelegen binnen de grenzen van een politieregio: de korpschef, bedoeld in artikel 24 van de Politiewet 1993; b. indien het grondgebied, bedoeld in artikel 5, onder b, is gelegen in meer dan één politieregio: een korpschef, of het hoofd van een onder de centrale overheid ressorterende landelijke dienst; c. indien de buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is bij de krijgsmacht: de commandant van de Koninklijke marechaussee, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Politiewet In deze samenwerkingsovereenkomst is dat de hoofdofficier van justitie in het arrondissement s-hertogenbosch. Aansturing Bij uitlening van een Boa aan een andere gemeente is de coördinator Buitengewoon opsporingsambtenaar van deze gemeente deel verantwoordelijk. De primaire verantwoordelijkheid blijft bij de eigen werkgever/gemeente waar de Boa primair werknemer is. De taakstelling van de direct toezichthouder genoemd in Bijlage A-III buitengewoon opsporingsambtenaren circulaire zijn van toepassing. Binnen aangesloten gemeenten is regulier overleg tussen de gemeente als werkgever buitengewoon opsporingsambtenaren en de eenheid Oost-Brabant, District s Hertogenbosch, basisteam Maas en Leijgraaf over het gebied integrale veiligheid, handhaving en toezicht Boa convenant collegiale doorlening, januari

8 Klachten Klachten over de uitvoerende taak als proces wordt afgehandeld door de opdrachtgevende gemeente. Klachten gericht op het persoonlijke handelen van een Boa worden afgehandeld door de werkgever. Conform artikel 42 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dient gehandeld te worden ten aanzien van klachten. Klachtenafhandeling van een gedraging bestuursorgaan dient te geschieden conform de bepalingen gesteld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Conform de Circulaire buitengewoon opsporingsambtenaar Bijlage C-III dient na het behandelen van een klacht door de regels die de Awb stelt, het oordeel van de toezichthouder, over de wijze waarop de boa en daarmee het bestuursorgaan zich heeft gedragen, betrokken te worden in de afweging tot de uiteindelijke besluitvorming door het bevoegd gezag. Artikel 42 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar 1.De werkgever zendt terstond een afschrift van een klacht over het optreden van een buitengewoon opsporingsambtenaar betreffende de uitoefening van diens bevoegdheden als buitengewoon opsporingsambtenaar aan de toezichthouder en de direct toezichthouder. 2.Bij de afhandeling van de klacht neemt de werkgever het oordeel van de toezichthouder over de rechtmatigheid en behoorlijkheid van de uitoefening van die bevoegdheden in acht. Gebruik geweldsmiddelen Op basis van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaren is toekenning en het gebruik van geweldsmiddelen in het gehele opsporingsgebied van de boa geldig. Gebruik van de geweldsmiddelen dient te geschieden conform de daarvoor geldende regels en voorschriften. Afspraken 1) De werkgevers, vermeld in deze samenwerkingsovereenkomst, komen overeen, dat de buitengewoon opsporingsambtenaren, vermeld in deze samenwerkingsovereenkomst, hierbij bevoegd zijn om te handhaven binnen het grondgebied van de deelnemende gemeenten 2) Dat de samenwerking en handhaving plaats vindt conform het project: Collegiale doorlening Buitengewoon opsporingsambtenaren Land van Cuijk, Boekel en Uden (zie bijlage) 3) Dat de wettelijke bepalingen en voorschriften Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaren en Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaren in acht worden genomen. 4) Dat de samenwerking wordt aangegaan voor onbepaalde tijd met een jaarlijkse evaluatie en op elk moment door één betrokken partij (werkgever of deelnemende gemeente) opgezegd kan worden. Dit dient te worden gemeld aan de deelnemende gemeenten alsmede aan de toezichthouder en direct toezichthouder. 5) Het bevoegd gezag van de regio Brabant- Noord geïnformeerd is over deze samenwerkingsovereenkomst en dat deze akkoord zijn gegaan. 6) Dat wijzigingen in deze samenwerkingsovereenkomst gemeld worden aan het bevoegd gezag van de regio Brabant-Noord en dat de betrokken toezichthouder en direct toezichthouder deze wijziging accorderen Boa convenant collegiale doorlening, januari