Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "http://wetten.overheid.nl/bwbr0007013/geldigheidsdatum_29-07-2010/afdrukken"

Transcriptie

1 pagina 1 van 11 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar (Tekst geldend op: ) Besluit van 11 november 1994, houdende regels ter uitvoering van artikel 142, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering betreffende de bekwaamheid en betrouwbaarheid, beëdiging en instructie van, alsmede het toezicht op buitengewoon opsporingsambtenaren, het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt, de beëindiging van de opsporingsbevoegdheid en enige andere onderwerpen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 22 april 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr /94/6; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17, derde lid, Wet economische delicten, en artikel 3, hoofdstuk 2, afdeling 1, van de Invoeringswet Politiewet 1993; De Raad van State gehoord (advies van 30 augustus 1994, nummer W ); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 28 oktober 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr /94/6, Hebben goedgevonden en verstaan: Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: d. e. f. g. h. i. j. k. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; titel van opsporingsbevoegdheid: de titel van opsporingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 3; akte van opsporingsbevoegdheid: de akte van opsporingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafvordering; aanwijzing: de aanwijzing, bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering; aanvullende opsporingsbevoegdheid: de aanvullende opsporingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering; de akte van beëdiging: de akte van beëdiging, bedoeld in artikel 19, eerste lid; politiebevoegdheden: de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993; werkgever: de werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaar; bewijs van bekwaamheid: een bewijs van het met goed gevolg afgelegd hebben van het door Onze Minister goedgekeurde examen; legitimatiebewijs: een bewijs als bedoeld in artikel 26 van dit besluit; insigne: het onderscheidingsteken, bedoeld in artikel 26a, eerste lid. Als standplaats in de zin van dit besluit wordt aangemerkt: indien de buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd is zijn taak in meer politieregio's, dan wel in het gehele land uit te oefenen: de gemeente van vestiging van de werkgever; indien de buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd is zijn taak in één politieregio uit te oefenen: de gemeente waar hij zijn hoofdwerkzaamheden verricht, dan wel een gekozen gemeente uit de gemeenten, waarin hij werkzaam is. In dit besluit wordt verstaan onder het College van procureurs-generaal: het College van procureurs-generaal, bedoeld in artikel 130 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

2 pagina 2 van In dit besluit wordt verstaan onder: toezichthouder: de hoofdofficier van justitie, bedoeld in artikel 36, tweede lid; direct toezichthouder: degene, die op grond van artikel 36, derde lid, als direct toezichthouder is aangewezen. De (direct) toezichthouder is geen toezichthouder bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over: een titel van opsporingsbevoegdheid, de bekwaamheid en betrouwbaarheid voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden, en een akte van beëdiging, is bevoegd op het grondgebied, vermeld in die akte, de opsporingsbevoegdheden uit te oefenen ter zake van de feiten die in die akte zijn vermeld en daarvan ambtsedig proces-verbaal op te maken als bedoeld in artikel 152 Wetboek van Strafvordering. Hoofdstuk De titel van opsporingsbevoegdheid Algemene bepalingen Artikel 3 De titel van opsporingsbevoegdheid is de rechtsgrond die de bevoegdheid tot opsporen bepaalt van de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder a, b of c, dan wel artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De titel, bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder a en b, en de aanvullende bevoegdheid op grond van artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering worden overeenkomstig dit hoofdstuk verleend. Artikel 4 Een akte van opsporingsbevoegdheid wordt verleend, een aanwijzing wordt gedaan, dan wel een aanvullende opsporingsbevoegdheid wordt toegekend, indien die opsporingsbevoegdheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de desbetreffende persoon of de dienst waarbij hij werkzaam is, en een beroep op de politie voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, niet mogelijk of niet wenselijk is. Een akte van opsporingsbevoegdheid en de aanvullende opsporingsbevoegdheid gelden voor de duur van maximaal vijf jaren met ingang van de dag waarop de akte van beëdiging is uitgereikt. De geldigheidsduur kan telkens met maximaal vijf jaren worden verlengd. De aanwijzing en de categoriaal verleende aanvullende opsporingsbevoegdheid gelden voor de duur van maximaal vijf jaren met ingang van de datum van inwerkingtreding van de beschikking. De geldigheidsduur kan telkens met maximaal vijf jaren worden verlengd. Artikel 5 Een aanvraag tot het verlenen van een akte van opsporingsbevoegdheid, het doen van een aanwijzing, dan wel het toekennen van aanvullende opsporingsbevoegdheid bevat in ieder geval de volgende gegevens: een aanduiding van de feiten waarvoor opsporingsbevoegdheid wordt aangevraagd; een aanduiding van het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid moet gelden. Artikel 6 Een aanvraag tot verlenging of wijziging van een akte van opsporingsbevoegdheid, de aanwijzing en de aanvullende opsporingsbevoegdheid wordt uiterlijk drie maanden voor het verlopen van de geldigheidsduur ingediend.

3 pagina 3 van 11 Onze Minister kan de akte van opsporingsbevoegdheid, de aanwijzing en de aanvullende opsporingsbevoegdheid ambtshalve wijzigen of vervangen. Indien Onze Minister bij beschikking de akte van opsporingsbevoegdheid, de aanwijzing of de aanvullende opsporingsbevoegdheid verlengt, wijzigt of vervangt, past hij de akten van beëdiging van de betrokken buitengewoon opsporingsambtenaren zo spoedig mogelijk aan. Tot het tijdstip waarop de aanpassing heeft plaatsgevonden, wordt de akte van beëdiging geacht te zijn gebaseerd op de nieuwe beschikking. Artikel 7 Op elke aanvraag ingevolge dit hoofdstuk wordt zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag, beslist. Artikel 8 Een akte van opsporingsbevoegdheid, de aanwijzing en de aanvullende opsporingsbevoegdheid worden ingetrokken op aanvraag van de werkgever of indien de noodzaak, bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet meer aanwezig is. De intrekking, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door degene die de akte van opsporingsbevoegdheid of de aanvullende opsporingsbevoegdheid heeft verleend, dan wel de aanwijzing heeft gedaan. De procedure voor het verkrijgen van de akte van opsporingsbevoegdheid Artikel 9 De werkgever dient een aanvraag tot het verlenen van de akte van opsporingsbevoegdheid in bij Onze Minister. Onze Minister raadpleegt in ieder geval bij de aanvraag voor een categorie of eenheid het College van procureurs -generaal en Onze Ministers wie het mede aangaat. De aanvraag bevat, naast de in artikel 5 genoemde gegevens, de volgende gegevens: naam, voornamen, woonplaats alsmede geboortedatum en -plaats van de persoon, ten behoeve van wie de aanvraag tot buitengewoon opsporingsambtenaar wordt gedaan; een omschrijving van diens functie en standplaats. 4. Bij de aanvraag wordt een bewijs van bekwaamheid van de desbetreffende persoon gevoegd. Indien de aanvraag betrekking heeft op de verlenging of wijziging van de akte van opsporingsbevoegdheid wordt een bewijs van beëdiging bijgevoegd. Artikel 10 Onze Minister verleent de akte van opsporingsbevoegdheid, waarin staan vermeld het grondgebied en de strafbare feiten waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt. Artikel De hoofdofficier van justitie kan een aanvraag indienen tot het verlenen van de akte van opsporingsbevoegdheid aan een of meer personen, voor de duur van een onderzoek dat wordt uitgevoerd onder leiding van een officier van justitie die tot zijn parket behoort. Onze Minister beslist op de aanvraag en doet een afschrift van zijn beschikking toekomen aan de direct toezichthouder. Onze Minister kan een ontheffing als bedoeld in artikel 16, derde lid, verlenen indien de te benoemen persoon over voldoende bekwaamheid beschikt. Bij het verlenen van de akte van opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, kan de aanwijzing van de toezichthouder en de direct toezichthouder achterwege blijven. In dat geval is het gestelde in hoofdstuk 6, met uitzondering van artikel 35 niet van toepassing op de desbetreffende buitengewoon opsporingsambtenaar. De procedure voor het verkrijgen van een aanwijzing

4 pagina 4 van 11 Artikel 12 De werkgever dient een aanvraag tot aanwijzing van categorieën of eenheden als bedoeld in artikel 142, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering in bij Onze Minister. De aanvraag bevat, naast de in artikel 5 genoemde gegevens, de volgende gegevens: een omschrijving van de categorie of eenheid binnen de organisatie en van de functies, waarvan de opsporingsbevoegdheid deel moet uitmaken, en een opgave van het hoogste aantal personen dat in die functies moet kunnen worden aangesteld. Het bepaalde in artikel 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 13 In de beschikking wordt het hoogste aantal personen vermeld dat op grond van de aanwijzing beëdigd kan worden als buitengewoon opsporingsambtenaar. Een afschrift van de beschikking wordt aan het College van procureursgeneraal gezonden. 4. De procedure voor het verkrijgen van de aanvullende opsporingsbevoegdheid Artikel 14 De werkgever dient een aanvraag voor een aanvullende opsporingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering in bij Onze Minister. De aanvraag ten behoeve van de categorie of eenheid bevat, naast de in artikel 5 genoemde gegevens, de volgende gegevens: een omschrijving van de categorie of eenheid binnen de organisatie en van de functies, waarvan de opsporingsbevoegdheid deel moet uitmaken, en een opgave van het hoogste aantal personen dat in die functies moet kunnen worden aangesteld. Het bepaalde in artikel 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 15 [Vervallen per ] Hoofdstuk De bekwaamheid en de betrouwbaarheid Artikel 16 Een persoon beschikt over de bekwaamheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden, indien hij de daarvoor vastgestelde basiskennis en vaardigheden bezit. De bekwaamheid blijkt uit het met goed gevolg hebben afgelegd van een examen waarmee Onze Minister heeft ingestemd. Onze Minister kan ten aanzien van categorieën buitengewoon opsporingsambtenaren aanvullende bekwaamheidseisen stellen. Onze Minister bepaalt daarbij of het voldoen aan die eisen blijkt uit het met goed gevolg hebben afgelegd van een examen waarmee hij heeft ingestemd of uit het met goed gevolg hebben doorlopen van een opleidingsprogramma waarmee hij heeft ingestemd. Het opleidingsprogramma kan worden doorlopen na de beëdiging. Van het met goed gevolg afleggen van de in het eerste en tweede lid bedoelde examens en van het met goed gevolg hebben doorlopen van het in het tweede lid bedoelde programma kan ontheffing worden verleend, indien de bekwaamheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden op andere wijze blijkt. Bij het verlenen van een ontheffing kunnen aanwijzingen en voorschriften worden gegeven met het oog op het waarborgen van een adequaat niveau van bekwaamheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden. Artikel 17 Een persoon beschikt over de betrouwbaarheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden, indien hij van onbesproken gedrag is. Onze Minister beslist of een persoon betrouwbaar is voor de uitoefening van de opsporingsbevoegdheden.

5 pagina 5 van 11 Hoofdstuk 4. De beëdiging Artikel Onze Minister beëdigt de persoon, bedoeld in artikel 2, tot buitengewoon opsporingsambtenaar. De werkgever dient een aanvraag tot beëdiging van een buitengewoon opsporingsambtenaar in bij Onze Minister en overlegt daarbij een bewijs van de titel van opsporingsbevoegdheid en een bewijs van bekwaamheid van de te beëdigen persoon. De aanvraag, bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt tevens geacht te zijn een aanvraag tot beëdiging. De beëdiging vindt plaats voor de opsporing van de feiten waartoe een persoon ingevolge de titel van opsporingsbevoegdheid bevoegd is, op het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt. Indien gebleken is dat de in het eerste lid bedoelde persoon voldoet aan de voorwaarden voor beëdiging wordt hij binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag beëdigd. Artikel 19 Onze Minister maakt ten behoeve van de beëdiging een akte van beëdiging op. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een door Onze Minister vastgesteld model. In de akte van beëdiging zijn in elk geval opgenomen de feiten tot de opsporing waarvan de desbetreffende persoon beëdigd is en het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt. Als grondgebied wordt bepaald het gebied waarop de desbetreffende persoon zijn functie uitoefent in verband waarmee hij tot buitengewoon opsporingsambtenaar wordt beëdigd. Indien de buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd is politiebevoegdheden uit te oefenen dan wel geweldmiddelen, als bedoeld in artikel 37, derde lid, van de Ambtsinstructie voor de politie en de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar, te gebruiken, wordt daarvan aantekening gemaakt op de akte. Artikel 20 Onze Minister neemt van de te beëdigen persoon de eed, verklaring of belofte van zuivering en een ambtseed of ambtsbelofte, vastgelegd in bijlage A, af. Het proces-verbaal van de aflegging van de eden, verklaring en beloften wordt aan de akte van beëdiging toegevoegd en maakt vanaf dat moment daarvan deel uit. Bij de bekendmaking of de beëdiging ontvangt de buitengewoon opsporingsambtenaar, de akte van beëdiging, het legitimatiebewijs, de tekst van hoofdstuk 5 en, voorzover op hem van toepassing, een afschrift van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar. Onze Minister zendt een afschrift van de akte van beëdiging aan de toezichthouder en de direct toezichthouder. Artikel 21 Onze Minister kan van de bevoegdheid tot het afleggen van de eden, verklaringen en beloften, bedoeld in artikel 20, eerste lid, mandaat verlenen aan de direct toezichthouder dan wel, indien de desbetreffende persoon behoort tot een dienst ressorterend onder een van Onze Ministers die het mede aangaat, aan het hoofd van die dienst. Onze Minister zendt in dat geval de door hem opgemaakte akte van beëdiging van te voren toe aan de direct toezichthouder of het hoofd van dienst. De direct toezichthouder dan wel het hoofd van dienst in wiens handen de aflegging van de eden, verklaringen en beloften heeft plaatsgevonden, maakt van de aflegging proces-verbaal op en voegt dat toe aan de akte van beëdiging. Bij de beëdiging ontvangt de buitengewoon opsporingsambtenaar de in artikel 20, tweede lid, bedoelde stukken en wordt daarvan mededeling gedaan aan Onze Minister. Artikel 22 Bij wijziging van de titel van opsporingsbevoegdheid, de opsomming van de feiten tot welke opsporing de buitengewoon opsporingsambtenaar ingevolge zijn titel bevoegd is, de standplaats dan wel het grondgebied waarvoor de opsporing geldt, behoeven de eden, verklaringen en beloften niet opnieuw te worden afgelegd indien de akte van beëdiging overeenkomstig artikel 23 is aangepast. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, worden de afgelegde eden, verklaringen of beloften geacht te zijn afgelegd voor de opsporing van de feiten op het grondgebied genoemd in de gewijzigde akte van beëdiging.

6 pagina 6 van 11 Artikel 23 Een aanvraag tot wijziging van de akte van beëdiging wordt ingediend bij Onze Minister. Bij deze aanvraag wordt de akte overgelegd. Onze Minister, past de akte van beëdiging aan indien de aanvraag betrekking heeft op een wijziging van: de titel van opsporingsbevoegdheid dan wel de opsomming van de feiten tot welke opsporing de buitengewoon opsporingsambtenaar ingevolge die titel bevoegd is, overeenkomstig de bij of krachtens de wet gewijzigde titel dan wel opsomming; de standplaats; het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt, indien hem van de noodzaak daartoe is gebleken. Artikel 24 De eed vervalt zodra de opsporingsbevoegdheid is vervallen. Na het vervallen van de eed zendt de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn akte van beëdiging en zijn legitimatiebewijs aan Onze Minister. Hoofdstuk 5. De instructie Artikel 25 De buitengewoon opsporingsambtenaar beperkt de opsporingshandelingen waartoe hij bevoegd is, tot hetgeen nodig is voor een juiste vervulling van de functie in verband waarmee hij tot buitengewoon opsporingsambtenaar is beëdigd. Hij onthoudt zich van elk optreden waartoe hij niet bevoegd is. De buitengewoon opsporingsambtenaar gedraagt zich bij de uitoefening van zijn opsporingsbevoegdheden overeenkomstig de bij of krachtens de wet gegeven regels. Indien hij bevoegd is politiebevoegdheden uit te oefenen, gedraagt hij zich overeenkomstig artikel 8, eerste, tweede, derde en vijfde lid, van de Politiewet 1993 en de op hem van toepassing zijnde bepalingen uit de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar. Artikel 26 Bij het uitoefenen van zijn taak draagt de buitengewoon opsporingsambtenaar een legitimatiebewijs bij zich, waarvan het model door Onze Minister is vastgesteld. Onze Minister kan personen of categorieën aanwijzen die bevoegd zijn een legitimatiebewijs te dragen dat afwijkt van het model, bedoeld in het eerste lid. Onverminderd artikel 1, eerste en tweede lid, van de Algemene wet op het binnentreden toont de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds. Artikel 26a Indien de buitengewoon opsporingsambtenaar een uniform of bedrijfskleding draagt, wordt dat uniform of die bedrijfskleding op een duidelijk zichtbare plaats voorzien van een insigne, waarvan het model door Onze Minister wordt vastgesteld. Het eerste lid is niet van toepassing op het uniform van een buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam bij een politiekorps, de Koninklijke marechaussee of de Belastingdienst/Douane. Artikel 27 In het proces-verbaal van opsporingshandelingen of in enige andere schriftelijke verslaglegging van de uitoefening van bevoegdheden vermeldt de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn standplaats en het nummer van zijn akte van beëdiging. Artikel 28 De buitengewoon opsporingsambtenaar volgt bij de opsporing de door of namens het bevoegde gezag, bedoeld in artikel 148 van het Wetboek van Strafvordering, gegeven aanwijzingen op, tenzij artikel 80, vierde lid, van de

7 pagina 7 van 11 Algemene wet inzake rijksbelastingen of artikel 203 van de Wet inzake de douane van toepassing is. Hij verstrekt het bevoegd gezag de gewenste inlichtingen. Artikel 29 De buitengewoon opsporingsambtenaar volgt bij het uitoefenen van de politiebevoegdheden de door of namens de meerdere, bedoeld in artikel 37, derde lid, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar, gegeven aanwijzingen op. Hij verstrekt de meerdere, bedoeld in het eerste lid, de gewenste inlichtingen. Artikel 30 De buitengewoon opsporingsambtenaar volgt de aanwijzingen van de toezichthouder en de direct toezichthouder op die met het oog op een goede samenwerking met de politie zijn gegeven, tenzij bij of krachtens wet anders is bepaald. Hij verstrekt hen de gewenste inlichtingen en stelt hen terstond op de hoogte van een voorgenomen wijziging van zijn standplaats, zijn functie en zijn werkgever. Artikel 31 De buitengewoon opsporingsambtenaar zorgt ervoor dat hij blijft beschikken over de bekwaamheid en de betrouwbaarheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden. Hij werkt mee aan de regelmatige toetsing van de bekwaamheid en volgt in door Onze Minister te bepalen gevallen een bijscholingsprogramma waarmee deze heeft ingestemd. De buitengewoon opsporingsambtenaar woont de door de direct toezichthouder aangewezen bijeenkomsten bij, waarin onderricht wordt gegeven in zaken welke verband houden met de uitoefening van opsporingsbevoegdheden. Indien de uitoefening van politiebevoegdheden mede het gebruik van bepaalde geweldmiddelen, als bedoeld in artikel 37, derde lid, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar, omvat, oefent de buitengewoon opsporingsambtenaar met die middelen. Hoofdstuk 6. Het toezicht Algemeen Artikel 32 Onze Minister is belast met het toezicht op de buitengewoon opsporingsambtenaar voor wat betreft diens titel van opsporingsbevoegdheid en diens bekwaamheid en betrouwbaarheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden. Ten minste iedere vijf jaar dan wel ten minste op het daartoe op de akte van beëdiging vermelde tijdstip, stelt Onze Minister vast of de titel van opsporingsbevoegdheid en de bekwaamheid en de betrouwbaarheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden nog aanwezig zijn, alsmede of het dienstverband of de functie van de buitengewoon opsporingsambtenaar ongewijzigd is gebleven en het opsporen van strafbare feiten nog steeds onderdeel uitmaakt van diens functie. Onze Minister kan daartoe inlichtingen vragen aan het College van procureurs-generaal en andere betrokkenen. Onze Minister bepaalt of het nog aanwezig zijn van de bekwaamheid blijkt uit het met goed gevolg hebben afgelegd van het in artikel 16, eerste en tweede lid, bedoelde examen of uit het met goed gevolg hebben doorlopen van het in artikel 16, tweede lid, of artikel 31, eerste lid, bedoelde programm Artikel 16, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 33 Ter vaststelling van de bekwaamheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden legt de werkgever binnen vier weken op een daartoe strekkend verzoek van Onze Minister, de bewijzen van de bekwaamheid van buitengewoon opsporingsambtenaar over. Onze Minister kan uitstel verlenen van de genoemde termijn.

8 pagina 8 van 11 Indien binnen de gestelde termijn geen bewijzen van de bekwaamheid van de betrokkenen zijn overgelegd, wordt die bekwaamheid geacht niet meer aanwezig te zijn. Artikel 34 Indien is vastgesteld dat een titel van opsporingsbevoegdheid, de betrouwbaarheid en de bekwaamheid nog steeds aanwezig zijn, wordt hiervan aantekening gemaakt op de akte van beëdiging. Tevens wordt een nieuwe datum voor de periodieke toetsing op de akte van beëdiging vermeld. De beschikking waarbij wordt vastgesteld dat een geldige titel van opsporing ontbreekt, wordt bekendgemaakt aan de buitengewoon opsporingsambtenaar, diens werkgever, de toezichthouder en de direct toezichthouder. Artikel 35 De opsporingsbevoegdheid vervalt met ingang van de dag na de datum waarop d. de titel van opsporingsbevoegdheid vervalt of wijzigt, tenzij de akte van beëdiging is gewijzigd als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onder a ; is vastgesteld dat de bekwaamheid of betrouwbaarheid voor de uitvoering van opsporingsbevoegdheden niet meer aanwezig is; is vastgesteld dat het dienstverband met de werkgever is beëindigd, dan wel dat de opsporing van strafbare feiten geen onderdeel meer uitmaakt van de functie van de desbetreffende persoon; door Onze Minister de opsporingsbevoegdheid van de desbetreffende persoon is beëindigd. Onze Minister kan de opsporingsbevoegdheid van een buitengewoon opsporingsambtenaar beëindigen d. op een daartoe strekkende aanvraag van de werkgever of van de desbetreffende buitengewoon opsporingsambtenaar; indien de buitengewoon opsporingsambtenaar misbruik maakt van zijn bevoegdheden; indien de buitengewoon opsporingsambtenaar de aanwijzingen van het bevoegd gezag, de toezichthouder en de direct toezichthouder niet nakomt; indien de buitengewoon opsporingsambtenaar heeft gehandeld in strijd met enige andere bepaling bij of krachtens dit besluit of voor zover op hem van toepassing, de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar. Onze Minister kan de opsporingsbevoegdheid van een buitengewoon opsporingsambtenaar opschorten voor de duur van het onderzoek naar de in het tweede lid, onder b tot en met d, genoemde handelingen. De toezichthouder en direct toezichthouder Artikel 36 Bij de verlening van een titel van opsporingsbevoegdheid of bij de beëdiging wijst Onze Minister een toezichthouder en een direct toezichthouder aan. Als toezichthouder wordt een hoofdofficier van justitie aangewezen. Als direct toezichthouder wordt aangewezen: indien het grondgebied, bedoeld in artikel 5, onder b, is gelegen binnen de grenzen van een politieregio: de korpschef, bedoeld in artikel 24 van de Politiewet 1993; indien het grondgebied, bedoeld in artikel 5, onder b, is gelegen in meer dan één politieregio: een korpschef, of het hoofd van een onder de centrale overheid ressorterende landelijke dienst; indien de buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is bij de krijgsmacht: de commandant van de Koninklijke marechaussee, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Politiewet 199 Artikel 37 [Vervallen per ]

9 pagina 9 van 11 Artikel 38 De toezichthouder ziet er op toe dat de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn taak bij de opsporing naar behoren vervult en de opsporingsbevoegdheden alsmede de politiebevoegdheden op juiste wijze uitoefent. Hij ziet eveneens toe op een goede samenwerking met de politie. Artikel 39 De direct toezichthouder ziet toe dat de buitengewoon opsporingsambtenaar het gestelde in hoofdstuk 5 naleeft. Hij oefent tevens het dagelijks toezicht uit op de juiste uitoefening van bevoegdheden en een goede samenwerking met de politie. De direct toezichthouder ziet toe dat de werkgever zorg draagt voor het onderricht aan de buitengewoon opsporingsambtenaar, tenzij in de voorschriften, bedoeld in artikel 16, derde lid, een ander persoon daarvoor is aangewezen. De direct toezichthouder verstrekt de toezichthouder de gewenste inlichtingen en doet ook ongevraagd mededeling van hetgeen voor het uitoefenen van het toezicht van belang kan zijn. Artikel 40 De toezichthouder en de direct toezichthouder plegen regelmatig overleg over het functioneren van de buitengewoon opsporingsambtenaren. Zij kunnen daarbij de werkgever uitnodigen. Zij kunnen het bevoegd gezag, de meerdere of andere betrokkenen raadplegen over de uitoefening van bevoegdheden van buitengewoon opsporingsambtenaren. Zij verschaffen Onze Minister en het College van procureurs-generaal de gewenste informatie over de buitengewoon opsporingsambtenaren. De werkgever Artikel 41 De werkgever verschaft de toezichthouder en de direct toezichthouder alle door hen gewenste informatie met betrekking tot de in zijn dienst werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren. Onze Minister kan bepalen dat de werkgever, aan wie hij ingevolge artikel 142, eerste lid, onder b, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering een categoriale beschikking heeft verleend, een jaarverslag dan wel op andere door hem te bepalen wijze informatie aan hem doet toekomen. Onze Minister kan eisen stellen aan het door de werkgever of een categorie van werkgevers te gebruiken systeem voor het registreren en verstrekken van de in het eerste lid bedoelde informatie en van operationele informatie die wordt verkregen in het kader van de taakuitvoering van de buitengewoon opsporingsambtenaar. Artikel 42 De werkgever zendt terstond een afschrift van een klacht over het optreden van een buitengewoon opsporingsambtenaar betreffende de uitoefening van diens bevoegdheden als buitengewoon opsporingsambtenaar aan de toezichthouder en de direct toezichthouder. Bij de afhandeling van de klacht neemt de werkgever het oordeel van de toezichthouder over de rechtmatigheid en behoorlijkheid van de uitoefening van die bevoegdheden in acht. Hoofdstuk 7. Registratie Artikel 43 Onze Minister houdt een registratie bij van de buitengewoon opsporingsambtenaren die door hem zijn beëdigd. Hij registreert de gegevens die staan vermeld op de akte van beëdiging alsmede alle wijzigingen die in de akte van beëdiging zijn aangebracht. Onze Minister bewaart de bescheiden die betrekking hebben op de buitengewoon opsporingsambtenaren.

10 pagina 10 van 11 Onze Minister verschaft desgewenst informatie over de buitengewoon opsporingsambtenaren aan het College van procureurs-generaal. Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 44 [Vervallen per ] Artikel 45 [Vervallen per ] Artikel 46 [Vervallen per ] Artikel 47 [Vervallen per ] Artikel 48 Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 april Artikel 49 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. 's-gravenhage, 11 november 1994 De Minister van Justitie, W. Sorgdrager Beatrix Uitgegeven de zesde december 1994 De Minister van Justitie, W. Sorgdrager Bijlage A Bij aanvaarding van de aanwijzing tot buitengewoon opsporingsambtenaar legt de desbetreffende persoon de navolgende eden (verklaringen en beloften) af: De eed (verklaring en belofte) van zuivering: «Ik zweer (verklaar), dat ik middellijk of onmiddellijk, in welke vorm dan ook, tot het verkrijgen van mijn aanstelling of beëdiging als buitengewoon opsporingsambtenaar aan niemand iets heb gegeven of beloofd. Ik zweer (beloof), dat ik, om iets in mijn betrekking als buitengewoon opsporingsambtenaar te doen of te laten, van niemand, middellijk of onmiddellijk, enige beloften of geschenken zal aannemen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)!» De ambtseed of ambtsbelofte: «Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan de Grondwet en aan de wetten van ons land. Ik zweer (beloof) dat ik de krachtens de wet uitgevaardigde voorschriften en verordeningen zal nakomen en handhaven, dat ik de aan mij verstrekte opdrachten plichtsgetrouw en nauwgezet zal volbrengen en de zaken, waarvan ik door mijn ambt kennis draag en die mij als geheim zijn toevertrouwd, of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet begrijpen, niet zal openbaren aan anderen dan aan hen, aan wie ik volgens de wet of ambtshalve tot mededeling verplicht ben. Ik zweer (beloof) dat ik mij zal gedragen zoals een goed buitengewoon opsporingsambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden.

11 pagina 11 van 11 Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat beloof ik)!» Bijlage B [Vervallen per ]

opleiding BOA Besluit BOA

opleiding BOA Besluit BOA Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over: a. een titel van opsporingsbevoegdheid,

Nadere informatie

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Laatst bijgewerkt: 31-07-2019 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op voordracht van Onze Minister

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Schutblad Historie: Dit besluit is gewijzigd bij de Besluiten van 22 december 1997, Stb. 764, 11 mei 1999, Stb. 197, 26 september 2002, Stb. 495 Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19 Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19 Waar gaan we het over hebben? Wie is de buitengewoon opsporingsambtenaar? In welke wetten is de positie van de BOA geregeld? Soorten opsporingsambtenaren?

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 129 Besluit van 3 februari 2006 tot wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit

Nadere informatie

Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019;

Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019; AFSCHRIFT De Minister voor Rechtsbescherming; Justis Ministerie van Justitie en Veiligheid Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019; Gelet

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; AFSCHRIFT Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 05 november 2015; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie; Besluit van, houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren in verband met de herziening van de geweldsmelding Op de voordracht van

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 februari 2014; Gelet op artikel 142

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 februari 2014; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 16-05-2013) Besluit van 5 juli 1997, houdende nadere regels omtrent de wijze van uitvoering van de artikelen 160, vijfde lid, en 163 van de Wegenverkeerswet 1994 (Besluit alcoholonderzoeken)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Besluit bewapening en uitrusting politie

Besluit bewapening en uitrusting politie http://wetten.overheinl/bwbr0032136/geldigheidsdatum_12-09-20.. 1 van 8 02/06/2015 15:30 Besluit bewapening en uitrusting politie (Tekst geldend op: 12-09-2014) Besluit van 13 oktober 2012, houdende regels

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; AFSCHRIFT Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam d.d. 27 augustus 2015; Gelet op artikel

Nadere informatie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 04 februari 2013; Gelet op artikel 142

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 22 mei 2017; Gelet op artikel 142 van het

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Pers. nr. 100010 Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 28 april 2013; Gelet op

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 15 oktober 2015; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 22 mei 2017; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 170 Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie; De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 22 mel 2017; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 553 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden van de inlichtingen-

Nadere informatie

Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk.

Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk. Gemeente Waalwijk Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar De burgemeester van Waalwijk besluit: om op grond van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 41 en 44a van de Drank- en Horecawet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 863 Regeling van een onafhankelijke uitoefening van risicobeoordeling door de Voedsel en Waren Autoriteit (Wet onafhankelijke risicobeoordeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 ARCHIEFBESLUIT 1995 (Tekst geldend op: 06-09-2007) Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 857 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 januari 2015; Gelet op artikel 142 van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 31 948 Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Onderwerp : Uitbreiding Boapool vooruitlopend op verkennend onderzoek. Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Hillenaar Datum college : 21 mei 2013 Openbaar : Ja Afdeling :

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren (Tekst geldend op: 07-10-2014) Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland

Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland Partijen: De burgemeesters van de navolgende gemeenten: 1.

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep in verband met het versterken van

Nadere informatie

p ~LITIE Hierbij bevestig ik je deelname aan de allroundopleiding van het Politieonderwijs 2.0.

p ~LITIE Hierbij bevestig ik je deelname aan de allroundopleiding van het Politieonderwijs 2.0. DienstHRM HR Administratie p ~LITIE Behandeld door - Functie - Postadres Postbus 618 ---Bezoekadres--- Telefoon Postbus 618, Ons kenmerk 1323571 Uw kenmerk 198290 ln afschrift aan Datum 28 september 2015

Nadere informatie

Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Tekst geldend op: 30-10-2010) Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 32 Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 556 Wet van 13 oktober 2004, houdende bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 034 (R 1138) Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het koningschap

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 300 Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Doetinchem Nr. 68019 26 april 2017 Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017 Artikel 1 Kenbaar maken van de klacht Lid 1 Klachten over gedragingen van de

Nadere informatie

Verordening klachtenregeling Recreatieschap Twiske-Waterland

Verordening klachtenregeling Recreatieschap Twiske-Waterland Verordening klachtenregeling Recreatieschap Twiske-Waterland Verordening klachtenregeling Het algemeen bestuur van Recreatieschap Twiske-Waterland; gelet op Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 274 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen en van de Pleegkinderenwet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 *** Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. CONSULTATIEVERSIE Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 219 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 45 Besluit van 8 februari 2010, houdende wijziging van het Besluit van 1 september 1995 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 521 Introductie van een regeling die het mogelijk maakt oudere belastingplichtigen een tegemoetkoming te verstrekken met het oog op compensatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Definities

Hoofdstuk I. Definities Wet van 31 oktober 1991, houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 2 oktober 1997, houdende regels met betrekking tot het werkterrein, de samenstelling en werkwijze van indicatieorganen (Zorgindicatiebesluit) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Waarom dit formulier? Met dit formulier doet u een verzoek tot opsporingsbevoegdheid voor een groep buitengewoon

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

B I J L AG E 1 R EG EL G E V I N G ( T O EZ I C H T O P) B O A S EN PAR T I C U L I E R E B E V E I L I G ER S

B I J L AG E 1 R EG EL G E V I N G ( T O EZ I C H T O P) B O A S EN PAR T I C U L I E R E B E V E I L I G ER S BIJLAGE 1 REGELGEVING (TOEZICHT OP) BOA S EN PARTICULIERE BEVEILIGERS Het toezicht op BOA s, particuliere beveiligers en recherchebureaus is gebonden aan een aantal wetten en regels. Daarin staan ook verplichtingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland Aanwijzingsbesluit toezicht en opsporing Delfland (kenmerk 1149572) Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland Gelet op het bepaalde bij of krachtens artikel 85 van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden p* i.luj mnx nco 1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1994 JE MA NTIEND 959 Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie