FUNDAMENTEEL GEDEELTE



Vergelijkbare documenten
VOLWASSENENONDERWIJS

5HA- Dactylografie / toegepaste informatica

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

TV Dactylografie/toegepaste informatica

TV Dactylografie/toegepaste informatica

TV Dactylografie/toegepaste informatica

TV Dactylografie/toegepaste informatica

7 Kantoor/Verkoop Toegepaste informatica

EERSTE GRAAD BEROEPSVOORBEREIDEND LEERJAAR KANTOOR EN VERKOOP. 1 DACTYLOGRAFIE (2 e JAAR, 3 UUR)

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

FUNDAMENTEEL GEDEELTE

3KA Toegepaste informatica

TV Dactylografie/toegepaste informatica

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

SECUNDAIR ONDERWIJS SPECIFIEK GEDEELTE

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2013

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2010

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Hoofdstuk 2 Basiskennis Muistechnieken Windows Verkenner

SECUNDAIR ONDERWIJS SPECIFIEK GEDEELTE

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

TV DACTYLOGRAFIE/TOEGEPASTE INFORMATICA:

Leerplan BUROTICA. Studiegebied Informatie- en communicatietechnologie

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2007

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Cursus toegepaste informatica 6 TSO

Computeropleidingen mét een persoonlijke aanpak COMPUTEROPLEIDINGEN VOOR SENIOREN BEGINNERS GEVORDERDEN

REPERTOIRESTUDIE WOORDKUNST Hogere Graad

VAK Informatica. LP NR September 2011 VVKSO BRUSSEL D/2011/7841/039 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie

Praktijkinstructie Tekstverwerking 1 (CSE12.1/CREBO:53139)

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Inhoud Basiscursus. Word 2010 NL-NL

Europees Computer Rijbewijs. Module 3. Word Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: november 2010 ISBN:

De competentiemeter. Kris Mostrey Handleiding: snel starten

Dactylografie/Toegepaste informatica 6KA/VK

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

INHOUDSOPGAVE 2 INSTRUCT

Europees Computer Rijbewijs. Module 3. Word Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: september 2008 ISBN:

Inhoudsopgave Visual Steps - Dit is de inhoudsopgave van de Visual Steps-titel Cursusboek MOS Word 2016 en 2013 Basis

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

2.12 Een document opslaan als Oefeningen Achtergrondinformatie Tips... 54

Word 2007, deel Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: januari 2008 ISBN:

COMPLEMENTAIRE ACTIVITEIT Toegepaste Informatica (1u/week)

Inhoud training Microsoft Word

H u i s w e r k b e l e i d

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o

2.12 Een document opslaan als Oefeningen Achtergrondinformatie Tips... 54

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

INHOUD. Ten geleide Starten met Word

ASO. Bijzondere wetenschappelijke vorming. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. derde leerjaar. (vervangt 97148) Vak: AV Informatica 2 lt/w

Vak: Toegepaste informatica

Inhoudsopgave. Module 2 Documenten standaardiseren

2.14 Achtergrondinformatie Tips... 54

In LibreOffice een boek schrijven. Handleiding van Helpmij.nl. Auteur: Kate95

Overstappen naar office 2010

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Leerlijn basisvaardigheden ICT SCHOLENGEMEENSCHAP KOBRA BRASSCHAAT

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

INHOUD. Ten geleide Starten met Word 13

Inhoudsopgave. Voorwoord Introductie Visual Steps Wat heeft u nodig? Uw voorkennis Hoe werkt u met dit boek?...

Deel 2 Gevorderd gebruik

LEERLIJN BASISVAARDIGHEDEN ICT

OFFICE A LA CARTE - WORD 2013

Word 2013 Snelstartgids

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Word 2010, deel Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: september 2010 ISBN:

Het sjabloon. Klik op download sjabloon Paper. Je krijgt onderstaand scherm:

Vak: Tekstverwerking

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

MIJN EERSTE AGENDA. kleef hier je foto. 'Mijn eerste agenda' is een schoolagenda geschikt voor de jongste leerlingen van het basisonderwijs.

Inhoudsopgave. Inleiding 11

Evalueren Inleiding projectdoelstelling Evalueren is geen doel op zich TIPS! vakgroep leerlijn leerlingen en ouder(s)

OFFICE A LA CARTE - WORD 2010

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Eerste en tweede leerjaar

- ict leerlijnen Springplank Heusden-Zolder -

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave - 3

Leerlijn basisvaardigheden ICT

Onze Microsoft gecertificeerde unieke Excel e-learning cursussen zijn incl.:

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d

Het flexibele informaticapakket

1. OpenOffice.org downloaden en installeren Downloaden en installeren Achtergrondinformatie Tips... 21

INHOUD. 1 Een thesis schrijven met Word VOORWOORD 9

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

BSO TWEEDE GRAAD. vak TV ELEKTRICITEIT 2000/057. (vervangt 98036) 1 u/week. IT-e

MAKKELIJK OVERSTAPPEN VAN WORD NAAR WRITER

MS Publisher. Module 0. tccbk MS Publisher, versie 2000 (NL) Nummer: 228 ( ) The Courseware Company

LEERLIJN Basisvaardigheden ICT

Beknopte handleiding. Uw bestanden beheren Klik op Bestand om uw Word-bestanden te openen, op te slaan, af te drukken en te beheren.

Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in Zakelijke communicatie in een eerste vreemde taal 2

Leerplan Informatica-toepassingssoftware

Inhoud Vervolgcursus. Word 2010 NL-NL. Inhoudsopgave

Transcriptie:

SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: BSO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Studiegebied: Handel FUNDAMENTEEL GEDEELTE Optie(s) Verkoop Vak(ken): TV Dactylografie/toegepaste informatica 2/2 lt/w Vakkencode: IT-x Leerplannummer: 2003/027 (vervangt 2002/167) Nummer inspectie 2003/21//1/J/SG/1/III/ /D/ (vervangt 2002/288//1/G/SG/1/III/ /D/)

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 1 INHOUDSTAFEL Beginsituatie...2 Algemene doelstellingen...2 Specifieke doelstellingen en leerinhouden...2 Eindproducten...4 Pedagogisch-didactische wenken...4 Minimale materiële vereisten...5 Evaluatie...6 Bibliografie...9

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 2 BEGINSITUATIE Alle leerlingen hebben in de tweede graad kennis gemaakt met de computer, de randapparatuur en de basisprogrammatuur. De meeste leerlingen zijn bovendien vertrouwd met het volledige toetsenbord, kunnen reeds eenvoudige teksten en brieven schikken en hebben een basisopleiding in tekstverwerking gekregen. Nochtans komen in het eerste jaar ook leerlingen terecht die nog geen dactylografie geleerd hebben. Ook deze leerlingen kunnen, mits begeleidende maatregelen, met succes de studierichting aanvatten. ALGEMENE DOELSTELLINGEN Het vak beoogt het professionele gebruik van een tekstverwerker en verenigt hiertoe de volgende disciplines tot één harmonieus geheel: klaviervaardigheid; tekstverwerking; DTP (desk-top-publishing) met overzichtelijke, goedogende documenten als resultaat. SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN De leerlingen kunnen 1 Teken- en alineaopmaak de aanwezige functies voor het efficiënt aanbrengen en wijzigen van opmaak in functie van een beoogd resultaat met inzicht gebruiken; eenvoudige opsommingen uitwerken en aanpassen aan de Bin-normen. 2 Opmaakprofielen (stijlen en opmaak) het nut en de voordelen van opmaakprofielen verwoorden; een opmaakprofiel toekennen en wijzigen; een opmaakprofiel aanpassen aan de Bin-normen. 3 Automatische nummering alinea s, lijsten en overzichten vlot en efficiënt automatisch nummeren; kopjes van een nummer voorzien, aangepast aan de Bin-normen; werken in overzichtsweergave. 4 Sjablonen het nut van sjablonen verwoorden; sjablonen op gepaste wijze gebruiken, ontwerpen, wijzigen; sjablonen voorzien van opmaakprofielen en vaste tekst; sjablonen (eigen huisstijl) toekennen aan bestaande teksten. 5 Pagina-opmaak vervolgbladen van een paginanummer en een kopen/of voettekst voorzien; 1 Teken- en alineaopmaak 1.1 Super- en subscript 1.2 Omzetten van kleine letters naar hoofdletters 1.3 Vaste spatie en vast liggend streepje 1.4 Opsommingen 1.5 Opmaak kopiëren en plakken 2 Opmaakprofielen (stijlen en opmaak) 2.1 Opmaakprofielen toekennen en wijzigen 3 Automatische nummering 3.1 Nummeren van lijsten en overzichten 3.2 Nummeren van kopjes 3.3 Overzichtsweergave 3.4 Opnemen in een opmaakprofiel 4 Sjablonen 4.1 Gebruik van een al ontworpen sjabloon 4.2 Zelf een sjabloon ontwerpen 4.3 Opmaakprofielen en vaste tekst inbrengen 5 Pagina-opmaak 5.1 Paginanummering 5.2 Kop- en voetteksten

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 3 een verantwoorde indeling in bladzijden realiseren, gebruik makend van de mogelijkheden die het pakket biedt; voet- en/of eindnoten op deskundige wijze in een document invoegen en bewerken. 6 Kolommen een tekst in kolommen plaatsen; werken met gelijke kolomlengtes; een nieuwe kolom verplichten; op een efficiënte wijze navigeren in kolommen. 7 Tabellen snel een overzichtelijke tabel creëren; de tabelstructuur aanpassen; gebruik maken van een tabel om een tekst van geschikte lay-out te voorzien. 8 De genormaliseerde briefindeling complexe brieven (incl. uit handschrift) met rubrieken, indelingen en opsommingen in overeenstemming met de Bin-normen uitwerken; brieven met vervolgbladen in overeenstemming met de Bin-normen opmaken. 9 Samenvoegen een recordstructuur van een bestand op een efficiënte wijze aanmaken en wijzigen; gegevens uit een gegevensbestand in een bepaalde volgorde en/of volgens een bepaalde selectie met standaardtekst en met etiketten samenvoegen; etiketten opmaken en bedrukken. 10 Velden het datumveld in een bestand inlassen en de datumopmaak aanpassen 11 Inhoudsopgaven aan de hand van een document, opgemaakt met kopopmaakprofielen, een inhoudsopgave genereren; de inhoudsopgave aanmaken en de vormgeving zo nodig aanpassen aan de Bin-normen. 12 Grafische functies titels omranden en arceren; de ingebouwde grafische mogelijkheden gebruiken om de opmaak te verfraaien. 13 Spelling- en grammaticacontrole op een efficiënte manier gebruik maken van de autocorrectie. 5.3 Tekst verticaal centreren 5.4 Tekstdoorloop: regels bijeenhouden, bij volgende alinea houden, pagina-einde ervoor 5.5 Sectie-opmaak 5.6 Voet- en/of eindnoten 6 Kolommen 6.1 Tekst in kolommen plaatsen 7 Tabellen 7.1 Met eenvoudige structuur 7.2 Met complexe structuur 8 De genormaliseerde briefindeling 8.1 Brieven met complexe structuur 8.2 Brieven met vervolgbladen 9 Samenvoegen 9.1 Een standaard- en gegevensbestand creëren en samenvoegen 9.2 Etiketten 10 Velden 10.1 Datum 11 Inhoudsopgaven 11.1 Inhoudsopgaven 12 Grafische functies 12.1 Randen en arceringen 12.2 Figuren en illustraties 13 Spelling- en grammaticacontrole 13.1 Autocorrectie

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 4 EINDPRODUCTEN Teksten van meerdere pagina s Teksten met correctietekens, doorhalingen en verwijzingen Teksten met redactionele indeling en opsommingen Teksten in kolommen Teksten in tabelstructuur Inhoudsopgave, literatuurlijst en bibliografie PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 Tijdsbesteding Vermits het leerplan een graadsleerplan is, moet de leraar bijzondere aandacht schenken aan het jaarplan. De leerinhouden mogen vrij over de twee jaren gespreid worden. De verschillende onderdelen van het leerplan moeten niet in de opgegeven volgorde worden afgehandeld. Tekstverwerkers krijgen steeds meer mogelijkheden. Vlotte communicatie met databanken, rekenbladen en andere software wordt steeds gemakkelijker. Via e-mail, internet en andere faciliteiten evolueert ook de manier van communiceren. Binnen de beschikbare uren zal de leraar bijgevolg uit deze talrijke mogelijkheden een verantwoorde keuze moeten maken. Het is sterk aan te bevelen om de beschikbare uren te groeperen in blokken van 2 lestijden. 2 Voorkennis De leraar zal bij de aanvang van het schooljaar zich ervan vergewissen dat de volgende vaardigheden verworven zijn (is dat niet het geval dan zullen bij de aanvang van de 3 e graad de lessen dienen aangepast te worden): de begrippen alfanumeriek, numeriek, functie- en cursorklavier kennen; de menustructuur, met inbegrip van de snelmenu s, kunnen hanteren; de standaard werkbalken kunnen benoemen; de onderdelen van het venster kunnen opsommen; de juiste terminologie gebruiken; een document met een aanvaardbaar foutenpercentage intikken, dactylografisch verzorgen en op een efficiënte wijze nazien; spontaan de spatiëringregels toepassen; een aangepaste bestandsnaam gebruiken; de niet-afdrukbare tekens (regeleinde, alinea-einde, vaste spatie, vast liggend streepje) benoemen en toepassen; het onderscheid tussen een automatische regelovergang, regel- en alinea-einde kennen; bestanden openen, benoemen en opslaan in een verantwoorde map; cursorverplaatsingen binnen een tekst efficiënt uitvoeren; correcties op een efficiënte manier uitvoeren; tekst vlot wissen, vervangen en invoegen; het effect van een foutieve handeling herstellen; zoek- en vervangopdrachten correct uitvoeren; de tekenopmaak, incl. lettergrootte, kunnen aanpassen; alinea s opmaken met bepaling van alineawit en regelafstand; de gepaste tab s correct instellen. 3 Klaviervaardigheid Beschikken over een goede klaviervaardigheid (vlot blindtypen, juiste vingerzetting en houding), moet in de 3e graad als een bereikte doelstelling aanzien worden. Dit neemt niet weg dat de leraar hieraan blijvend aandacht moet schenken en hiervoor een niet aflatende corrigerende en positieve houding aannemen. Ook leerlingen die soms pas in het eerste leerjaar van de derde graad instappen, moeten door intens extra oefenen ernaar streven om gedurende het eerste trimester de vooropgestelde vaardigheid te bereiken. De leerlingen moeten erop attent gemaakt worden dat een juiste houding dient te worden aangenomen. In het bijzonder moet er gelet worden op de correcte vingerzetting en de juiste aanslagtechniek.

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 5 4 Individualisering De beoogde doelstellingen kunnen geoptimaliseerd worden indien de leerlingen de aangeleerde kennis en vaardigheden ook buiten de lessen inoefenen. Ook de leerlingen moeten weten dat enkel door het veelvuldig oefenen zij hun snelheid en nauwkeurigheid kunnen opdrijven. Bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan leerlingen die (bijv. omwille van een verschillende vooropleiding) een achterstand hebben. Een gedifferentieerde en geïndividualiseerde begeleiding is in deze gevallen zeker noodzakelijk. De leerkracht zal deze leerlingen deskundig en efficiënt opvangen en aansporen om zich zo vlug mogelijk bij te werken. 5 Aanpak Bij tekstverwerking is het zelfstandig zoeken naar oplossingen van problemen belangrijk. Dit vraagt van de leerkracht wel duidelijke en geleide opgaven. Hierdoor krijgt de leerling een breder inzicht en zal ook meer gemotiveerd zijn. Leerstof die bij wijze van spreken voorgeschoteld wordt om er een toepassing op te maken, leidt vaak tot passief gedrag van de leerling. De aandacht moet vooral gaan naar het inzichtelijk leren gebruiken van de verschillende functies zodat de verworven vaardigheden kunnen overgedragen worden naar nieuwe problemen en naar andere versies van toepassingspakketten. Het is sterk aan te bevelen om zoveel mogelijk onderdelen van het leerplan te integreren in thema s en projecten i.p.v. ze een na een met behulp van gewone korte oefeningen te behandelen. De leraar moet erover waken dat de thema s verband houden met de specificiteit van de studierichting. Coördinatie met de leerkrachten talen, handelsvakken en toegepaste informatica is sterk aan te bevelen. De leraar kan praktijkvoorbeelden van bijv. de stageplaatsen, de geïntegreerde proef of het eindwerk bespreken. De leerling moet ook de mogelijkheid krijgen om problemen die hij in dat verband ervaart met de leerkracht te bespreken en samen naar een oplossing te zoeken. 6 Lokaal en cursusmateriaal Het lokaal hoort ordelijk en net te zijn en een rustige sfeer uit te stralen. Ook aan de versiering e.d. moet de nodige aandacht besteed worden. De leerling zal er voortdurend op attent gemaakt worden zuinig om te gaan met papier. Alle oefeningen worden elektronisch bewaard. Bij voorkeur worden de oefeningen afgedrukt en door de leerlingen geordend bijgehouden. Om de interesse bij de leerlingen te verhogen is het nuttig briefpapier van firma s uit de omgeving van de school te gebruiken en teksten te kiezen in verband met actualiteit of met hun belangstellingssfeer. Coördinatie met leerkrachten van andere vakken is noodzakelijk. De Bin-normen staan steeds centraal. Het is dus aangewezen dat elke leerling zich een exemplaar van het Binboekje aanschaft (zie bibliografie). MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 Het basisprincipe houdt in dat elk lesuur er per leerling één computer aanwezig is. In de 3e graad is het noodzakelijk dat de leerlingen gebruik kunnen maken van een scanner en occasioneel toegang hebben tot het internet. De computer moet in staat zijn om zonder problemen een professionele tekstverwerker met grafische interface te kunnen draaien. Het is vanzelfsprekend dat de school beschikt over legale versies van de te gebruiken software. Vanuit louter didactisch standpunt is de keuze van de versie van het pakket niet belangrijk (maar alle items van het leerplan moeten wel kunnen aan bod komen). 1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex, ARAB, AREI, Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t. de uitrusting en inrichting van de lokalen en de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn, alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen, de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden en de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 6 De toestellen moeten zo opgesteld staan dat er naast de computer nog voldoende ruimte is voor een boek of schrift. Tevens moeten volgende ergonomische eisen vervuld zijn: het scherm moet van goede kwaliteit (stabiel beeld zonder reflecties) en verstelbaar zijn, voor het toetsenbord moet er voldoende ruimte zijn voor de polsen. Het is aangewezen dat in de mediatheek een aantal basiswerken over informatica en vaktijdschriften aanwezig is. Leerlingen moeten vanaf het begin gestimuleerd worden om zich een pc aan te schaffen (spaarplan opstellen, informatie geven over de aankoop van tweedehandse toestellen, enz.). Indien er leerlingen zijn die hierbij problemen hebben, moeten zij maximale faciliteiten krijgen om op school (binnen en buiten de normale lestijden) te kunnen oefenen. De vakgroep zal zich regelmatig beraden over de keuze en het gebruik van cursussen en handboeken. EVALUATIE 1 Kwaliteitscriteria Zoals alle meetapparatuur, moet ook het evaluatie-instrument aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Het lijkt vanzelfsprekend dat er een sterke overeenkomst moet bestaan tussen de onderwezen doelstellingen en de opgaven van toetsen en examens. Vooral wanneer de evaluatie pas op het einde van een periode opgesteld wordt, wijken de opgaven soms af van wat er tijdens de lessen gerealiseerd werd. Vermits vooral vaardigheden getest worden, moeten bij voorkeur de kennisinhouden beschikbaar gesteld worden (bijv. cursus, handboek of handleiding). Elke opgave moet communicatief eenduidig zijn (slechts voor één interpretatie vatbaar, goed afgebakend en met een beperkt aantal kettingopdrachten). Indien de leerling bij een complexe oefening plots niet verder kan, zal de leraar hulp bieden. Het spreekt vanzelf dat de leerlingen op toetsen en examens enkel te maken krijgen met opgaven waaraan ze zich min of meer verwachten. Hoe groter het aantal vragen, hoe groter de betrouwbaarheid van het resultaat. Verschillende soorten vragen die gerangschikt zijn in bijv. stijgende moeilijkheidsgraad, motiveert de leerlingen. Een handige vuistregel is: ten minste ¾ kernvragen staan op minimum 80 % van de punten en hebben betrekking op de kennis en vaardigheden die voor de leerstofvooruitgang onmisbaar zijn, die voor het opleidingsprofiel functioneel zijn en die door een normale instroomgroep voor ongeveer 65 % correct kunnen opgelost worden. De overige vragen zijn dan (moeilijkere) differentieervragen. De analyse van de antwoorden en de resultaten (ook de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken) geven aanleiding tot bijsturingen en tot leeradviezen. Toetsen en examens zijn ter inzage van de leerlingen. Knelpunten worden klassikaal besproken. Ten slotte zal de leraar erop letten dat de evaluatie op geen enkel moment demotiverend werkt. Evalueer dus nooit negatief, maar positief; de leerling moet m.a.w. uit de evaluatie iets kunnen leren. 2 Evaluatie-elementen Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de proces- en productevaluatie, waarvoor telkens volgende elementen kunnen in aanmerking komen: Procesevaluatie Typsnelheid Houding, blindtypen en vingerzetting Gebruik van de tekstverwerking (kennis en vaardigheden) Attitudes Productevaluatie Typfouten Correctheid en lay-out Creativiteit Meestal maakt de leraar gebruik van volgende evaluatievormen: permanente evaluatie, waarbij (op de typsnelheid na) alle evaluatie-elementen kunnen aan bod komen; test van de klaviervaardigheid (bij occasionele toetsen), waarbij typsnelheid, houding, blindtypen, vingerzetting en typfouten geëvalueerd worden; tekstverwerkingsopgaven (bij schriftelijke toetsen en examens) waar naast de productevaluatie ook de kennis van en de vaardigheden in het gebruik van de tekstverwerkingsprocedures en functies getest worden;

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 7 volledigheidshalve moeten nog de mondelinge toetsen vermeld worden, maar de praktijk wijst uit dat die steeds minder voorkomen. Het is aan de leraar om bij elke evaluatievorm een evenwichtige puntenverdeling op te stellen voor alle in aanmerking komende evaluatie-elementen (en die ook aan de leerlingen mee te delen). Occasioneel kan een snelheidsmeting ingelast worden. Snelheid blijft echter altijd ondergeschikt aan nauwkeurigheid. Volgende maatstaf kan als richtlijn gebruikt worden: op het einde van de 3e graad 120 à 160 aanslagen per minuut. Het is aan te bevelen om een tabel met de punten in functie van het foutenpercentage te hanteren. Merk op dat de schaal niet lineair hoeft te zijn en dat die in elk geval aan de leerlingen moet bekend gemaakt worden. Het spreekt echter vanzelf dat hierover binnen de school duidelijke afspraken dienen gemaakt te worden. De evaluatie van de lay-out kan als volgt uitgesplitst worden: het uniform en doordacht intypen en vorm geven van de tekst (bijv. spaties waar nodig, aangepaste regel-, alinea- en pagina-einden, gelijke witruimtes boven en onder de kopjes van eenzelfde niveau); het consequent toepassen van de geldende principes en normen (cf. Bin-normen en typografische afspraken); het esthetisch-creatief gevoel. Wat lay-out betreft moeten we de leerlingen een duidelijk houvast bieden, anderzijds mag dit keurslijf niet te strak aangespannen worden, vooral naar het einde van de derde graad toe moet de eigen creativiteit een belangrijker plaats krijgen. 3 Procesevaluatie Een complexe oefening moet vooraf goed voorbereid worden, zodat het inzicht en het probleemoplossend denken gestimuleerd worden. De leerling moet bij het oplossen van een bepaald probleem weten met welk middel, met welke functie, hij dit probleem het best benadert. Hij moet dit uiteraard kunnen verantwoorden. Het is een basisvereiste om de leerlingen inzichtelijk te leren werken. Dit uitgangspunt moet dan ook bij de evaluatie een belangrijke rol spelen. De leraar zal de leerlingen op deze procesevaluatie moeten voorbereiden en het doel ervan uitleggen. Belangrijk is dat niet enkel het resultaat, maar nog meer de manier waarop het resultaat bereikt werd, meetelt. De efficiëntie waarmee een opdracht uitgevoerd wordt, wordt onrechtstreeks verrekend, omdat anders de opdracht binnen de gestelde tijdsduur niet kan uitgevoerd worden. D.m.v. herhalingstoetsen worden grotere gehelen van de leerstof geëvalueerd. In eerste instantie primeert hierbij de manier van werken en daarmee samengaand het resultaat en de gebruikte tijd (m.a.w. het proces). Procesevaluatie kan gebeuren via de verbetering op het scherm, evt. aangevuld met een schriftelijke neerslag van de werkmethode. 4 Permanente evaluatie Permanente evaluatie is per definitie de evaluatie van de kennis, vaardigheden en attitudes van de leerlingen tijdens hun opleiding. Deze kan allerlei vormen aannemen en is bedoeld als stimulans om het verwerkingsproces van de leerstof continu te laten verlopen. De oefeningen die de leerlingen in de lessen maken, dienen om vertrouwd te geraken met en inzicht te krijgen in het gebruik van de aangeleerde functies. Het spontaan en correct gebruik ervan wordt permanent geëvalueerd. Tijdens het maken van die oefeningen, stuurt de leerkracht waar nodig bij. Het is het niet steeds mogelijk om elke afgewerkte oefening én op fouten én op lay-out én op het efficiënte gebruik van de tekstverwerker te controleren. Maar de leraar dient wel bij te houden wie welke oefening afgewerkt heeft. Het is sterk aan te bevelen om geregeld (bijv. eens per week) de in die periode afgewerkte documenten via een of meer cijfers globaal en/of per document te evalueren. Meerdere leerlingen kunnen ook tegelijk aan een opdracht werken. Zelfevaluatie en evaluatie door een medeleerling kunnen een positieve bijdrage leveren aan en afwisseling brengen in het evaluatieproces. Bij zwakke resultaten moeten de leerlingen remediëringsoefeningen krijgen, die, indien mogelijk, op school worden uitgevoerd. Het organiseren van inhaallessen is eveneens te overwegen. In elk geval moet vooral bij de aanvang voorkomen worden dat de leerling gedemotiveerd geraakt.

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 8 5 Attitudes Het spreekt vanzelf dat alle evaluatiecriteria moeten aan bod komen, incl. de attitudes. Belangrijke attitudes zijn bijv. orde, zorg voor het materiaal, sociale ingesteldheid, inzet, tempo, zin voor kwaliteit, kritische ingesteldheid, Centraal in de evaluatie moet het inzichtelijk beheersen van de tekstverwerkingstechniek blijven staan. Denk eraan dat goed opgestelde toetsen automatisch een aantal attitudes testen (bijv. het werken met inzet, inzicht en efficiëntie). Het tijdig indienen van een taak of het meebrengen van een handboek moet als een vanzelfsprekendheid beschouwd worden. Bij wie hiervan bij herhaling afwijkt, kan dit invloed hebben op het "attitudecijfer", maar dit mag geen aanleiding zijn om het rapportcijfer op absolute wijze met een aantal eenheden te verminderen. 6 Examens Voor het examen worden de grote peilers in elkaar gepast. Ook het langdurig geconcentreerd werken, het efficiënt en inzichtelijk werken worden zo geëvalueerd. Voor het examen worden 2 tot 4 uur voorzien tijdens de gewone examenperiode. Het spreekt vanzelf dat pas tegen het einde van de 3e graad strengere tijdslimieten mogen worden opgelegd. Het gebruik van de helpfaciliteiten van het softwarepakket is uiteraard toegelaten. Ook het laten gebruiken van eigen nota s, Bin-boekje of handboeken kan geen probleem vormen. 7 Hoe de geobserveerde kennis, vaardigheden en attitudes omzetten in adequate rapportering? Hierna wordt uiteengezet hoe observaties van leergedrag kunnen omgezet worden in een adequate rapportering. Uiteraard is de leraar vrij om (in samenspraak met de vakgroep) een andere werkwijze te hanteren. Het basisprincipe is dat de leraar aan de leerlingen meedeelt welke doelstellingen moeten bereikt of nagestreefd worden: de leerling moet weten wat van hem verwacht wordt. Aan de hand van de lijst van de doelstellingen kan de leraar nagaan in welke mate deze bereikt werden (registratiefase), nadien moet hij deze observaties correct interpreteren en ten slotte adequaat rapporteren. Uiteindelijk moet dit proces leiden tot de aangepaste remediëring. Deze wijze van observatie kan ook gebruikt worden om gefundeerde commentaren op het rapport te formuleren. Registreren Men vertrekt van de doelstellingen (met de daarbij horende subdoelstellingen) i.v.m. kennis, vaardigheden en attitudes die bij de opdracht kunnen geëvalueerd worden. De mate waarin een doelstelling bereikt werd, kan in een checklist aangeduid worden door middel van een drie-puntenschaal: + doelstelling bereikt, + doelstelling niet helemaal bereikt, doelstelling niet bereikt. Door het evaluatieschema samen met de opgave ter beschikking te stellen van de leerling, kan ook de zelfevaluatie aangemoedigd worden. Interpreteren De registraties kunnen nu geïnterpreteerd worden, bijv. op de volgende manier: niveau is voldoende nagenoeg foutloos nagenoeg correct + + voldoende maar leemten voor verbetering vatbaar aanvaardbare (detail)fouten fouten in het leerproces niveau onvoldoende onaanvaardbaar niveau onvergeeflijke of zware fouten volledige afwerking kleine tekorten onvolledig en/of grote tekorten heeft spontaan aandacht voor de kwaliteit van de uitvoering inzet zonder overtuiging, wisselvallige aandacht engagement zelden aanwezig, afwijzend of met tegenzin Uiteraard leiden de geïnterpreteerde resultaten (indien nodig) naar een aangepaste remediëring.

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 9 Rapportering Na iedere lessenreeks worden de resultaten omgezet naar een vierpuntenschaal. Deze quotering wordt bij voorkeur in de agenda van de leerling genoteerd. De omzetting kan bijv. als volgt gebeuren: Heel goed meer dan 80 % van de subvaardigheden, subdoelstellingen zijn bereikt enkel + codes vlotte en zelfstandige uitvoering, met overtuiging, belangstelling, (nagenoeg) foutloos Goed 60 à 80 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel + en weinig + codes heeft af en toe hulp nodig aanvaardbare fouten in het leerproces of op het vlak van de kwaliteit Zwak 50 à 60 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt weinig + en veel + codes heeft bijna altijd ondersteuning nodig veel leerfouten en soms zware fouten Niet goed minder dan 50 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel codes of alleen maar + codes en codes kan zo goed als geen opdracht zelfstandig uitvoeren veel zware of onvergeeflijke fouten, onlogische handelingen BIBLIOGRAFIE BAERT, M.-A., DE HERT, W., T SAS, J., Efficiënt communiceren, deel 1, deel 2, Uitgeverij Wolters Plantyn, Antwerpen, resp. 2000 en 2000. http://www.woltersplantyn.be BUYSSE, P., CAUWENBERGH, R., VAN CALSTER, M., Probleemoplossend werken met MS Word 2000, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2000, ISBN: 99 031 85 677 http://www.deboeck.be DE GEYTER-DIEPENDAELE, T. Wegwijs in ICT, WWW-Soft, Oostkamp, 2001. http://www.wegwijsin.be DEVRIENDT, D. en DE GEYTER-DIEPENDAELE, T. Werk wijzer Met Word 2000, deel 1, deel 2 en deel 3, WWW-Soft, Oostkamp, resp. 2000, 2000 en 2001. http://www.soft.be GEMEENSCHAPSONDERWIJS, PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST, Het Bin-Boekje, Nevelland, Brussel, 2000. HOSTYN, M., LEMAITRE, D., LOONES, J., MAASSEN, J., VOLDERS, V., Tekstverwerking MS Word 2000, 2000. SIX, K., Typ-Top vandaag, deel 5, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2001, ISBN: 90 341 12 861. http://www.deboeck.be SIX, K., Typ-Top vandaag, deel 6, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2001, ISBN: 90 341 12 87X. http://www.deboeck.be VANDEPUTTE, D, Typ-Top plus vandaag, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2000, ISBN: 90 455 00 493. http://www.deboeck.be

Dactylografie/toegepaste informatica (1e leerjaar: 2 lestijden/week, 2e leerjaar: 2 lestijden/week) 10 VANDEPUTTE, D, Typ-Top vandaag, deel 4, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2000, ISBN: 90 341 12 853. http://www.deboeck.be SMASH, Word 2000 in je vingers, Kampenhout, 2000. Vaardige Vingers, driemaandelijks tijdschrift van de Academie voor Bureauwetenschappen, Tienen http://www.abw.be VAN DEN BROECK, E., CUYPERS, E., Word 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 2000, ISBN: 90 022 09 894. http://standaarduitgeverij.be Word 2000, deel 1, deel 2 en deel 3, Instruct bvba, Herent, 2000, 2000 en 2000. http://instruct.be