MILIEU-UITVOERINGSPLAN GEMEENTE NOORD-BEVELAND. Vastgesteld door de raad op 28 oktober 2010

Vergelijkbare documenten
MILIEUJAARVERSLAG

MILIEUJAARVERSLAG 2016

III.3 Tabel: meerjarenprogramma en benodigde capaciteit milieubeleidsplan

Leefomgevingsplan Gemeente Kapelle

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

Milieuwerkprogramma Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu

Notitie ten behoeve van behandeling Gemeentelijk Milieubeleidsplan Woudrichem en het bijbehorende jaarprogramma.

Milieubeleidsplan gemeente Midden-Delfland, september

Uitvoeringsprogramma Milieu 2014 Gemeente Oosterhout. 1. Inleiding

Informatie Voor de feitelijke informatie wordt verwezen naar het milieujaarverslag.

Jaarprogramma Milieu 2015 Gemeente Gouda

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Milieu 2014 Uitvoeringsprogramma December 2013 Veiligheid, Vergunning en Handhaving

Milieu-uitvoeringsprogramma 2007/2008 gemeente Drimmelen

Milieujaarprogramma gemeente Woudrichem

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

OVERZICHT WETTELIJKE EN AUTONOME TAKEN MILIEUPROGRAMMA 2011

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

PROGRAMMA 2: VEILIGHEID EN REGELS Visieblad

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen

Onderzoeksplan 2006 Doelmatigheid en rechtmatigheid sector Grondgebiedzaken. Opgesteld door de Rekenkamercommissie van Oostzaan d.d.

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

2.1.2 lucht De luchtkwaliteit binnen Baarn wordt inzichtelijk gemaakt op de vmk (GVVP) X X

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 6 10/1028. Raad. Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012

Handhavingsjaarverslag 2006

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: D.M. Vis. No. B Dronten, 14 juni Verslag VH 2015, Jaarrapportage OFGV 2015 en IBT. Aan de gemeenteraad

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Presentatie Provincie Zeelan. Presentatie Regierol Bodemsanering. Walter Jonkers Medewerker Regie Bodembeleid

Agendapunt voor de vergadering van het algemeen bestuur RUD Drenthe 28 november 2016

Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving)

P.A.J.M. Wilbers raad april 2014

Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 11 december Onderwerp: Actualisatie Beleidsvisie Externe Veiligheid.

Kwaliteit van de leefomgeving behouden en op punten verbeteren

Raad 2 juli 2002 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL. Onderwerp : Milieujaarverslag Inleiding

Programma 8. Grien en beheer

onderzoeksopzet handhaving

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 5 januari 2009 AGENDA NR. 6

Volksgezondheid en milieu

Omgevingsdienst Brabant Noord

Milieujaarverslag 2012

Jaarplan 2012 gemeente Velsen

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

Sessie Geur GGD-richtlijn en risicocommunicatie. Ontmoetingsdag GGD-OD, 26 maart 2015

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Doelstelling Voldoen aan het wettelijk kader, verbeteren van de luchtkwaliteit en daarmee de volksgezondheid.

INTEGRAAL HANDHAVINGUITVOERINGSPROGRAMMA 2010 GEMEENTE ZALTBOMMEL. Bestuur, Vergunning en Handhaving

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

Inhoud. Voorwoord Voor inwoners van Noord-Holland Noord. Bodem. inwoners

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

Gemeente Bergen op Zoom

Gemeente. Toezichtdomein. Integraal overzicht interbestuurlijk toezicht (IBT) provincie Drenthe 2017 op uitvoering medebewindstaken gemeenten 2016

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Zundertse Regelgeving

*Z00B600384E* documentnr.: INT/C/15/13089 zaaknr.: Z/C/14/12675

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

INFORMATIEDOCUMENT MILIEU-UITVOERINGSPLAN GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

TUSSENTIJDSE EVALUATIE MILIEUBELEIDSPLAN

Staat van Wijzigingen Bestemmingsplan Snel en Polanen

Beschikking Wet milieubeheer

Beslisdocument college van Peel en Maas

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Transcriptie:

MILIEU-UITVOERINGSPLAN 2011-2014 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Vastgesteld door de raad op 28 oktober 2010 Uitvoering: Regionale Milieudienst West-Brabant Postbus 16 4700 AA Roosendaal Auteur: Pieter Schalk Datum: 7 september 2010

INHOUD INHOUD 1 1. INLEIDING EN LEESWIJZER 2 1.1 Aanleiding en achtergrond 2 1.2 Totstandkoming van het milieu-uitvoeringsplan. 3 1.3 Hoofddoelstelling en beleidsuitgangspunten 3 1.4 Status van het plan 4 1.5 Beleidscyclus 4 1.6 Leeswijzer 5 2. MILIEUTHEMA S 6 2.1 Algemene milieutaken 6 2.2 Vergunningverlening 6 2.3 Handhaving 7 2.4 Bodem 8 2.5 Geluid 10 2.6 Externe veiligheid 10 2.7 Lucht en geur 11 2.8 Water 12 2.9 Afval 13 2.10 Klimaat, duurzaam bouwen en gemeentelijke interne milieuzorg 13 2.11 Natuur en landschap 14 2.12 Milieu en ruimtelijke ordening en bouwen 15 2.13 Milieu en gezondheid 15 3. DE UITVOERING 16 3.1 Inleiding 16 3.2 Organisatie van de uitvoering 16 3.3 Monitoring 16 3.4 Het uitvoeringsprogramma 18 1

1. INLEIDING EN LEESWIJZER 1.1 Aanleiding en achtergrond De gemeente Noord-Beveland heeft besloten om in 2010 een nieuw milieu-uitvoeringsplan (MUP) op te stellen voor de periode 2011 tot en met 2014. Het plan moet op een concrete en heldere wijze een compact kader scheppen voor de planmatige uitvoering van de gemeentelijke milieutaken. Op basis van dit plan en het daarin opgenomen meerjaren uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks een milieuprogramma opgesteld en worden de resultaten gerapporteerd in het milieujaarverslag. In 2006 heeft de gemeente Noord-Beveland het milieu-uitvoeringsplan (MUP) 2007-2010 opgesteld. Met dat milieu-uitvoeringsplan heeft de gemeente Noord-Beveland gekozen voor een realistisch ambitieniveau passend bij de schaal en milieusituatie van de gemeente. De adequate uitvoering van kerntaken vormde het uitgangspunt voor de structuur en inhoud van het nieuwe plan. Het document heeft daarom het karakter heeft gekregen van een praktisch meerjaren uitvoeringsplan en niet van een omvangrijk beleidsplan. De kaders voor het plan werden bepaald door wettelijke verplichtingen en door de beschikbare personele capaciteit. Daarnaast waren ook taken opgenomen die niet direct wettelijk verplicht zijn maar wel een bijdrage leveren aan een effectievere en efficiëntere uitvoering van de verplichte taken. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan deelname aan regionaal overleg, regionale projecten en aan milieucommunicatie. Vier jaar later heeft deze pragmatische aanpak zijn waarde bewezen. De acties en maatregelen zijn vrijwel conform planning uitgevoerd. Dit heeft er mede toe geleid dat de gemeente Noord- Beveland haar zaken op milieugebied goed voor elkaar heeft. In 2006 heeft de VROM-Inspectie de gemeente gecomplimenteerd met de praktische bruikbaarheid van het plan. Reden genoeg om op dit stramien voort te bouwen bij het opstellen van het nieuwe Milieuuitvoeringsplan voor de periode 2011-2014. In dit MUP zijn de structuur en het ambitieniveau daarom ongewijzigd gebleven. Wel was er aanleiding om het plan te actualiseren. De ontwikkelingen op milieugebied staan immers niet stil. Nieuwe regelgeving en landelijk beleid hebben ook gevolgen voor de uitvoering van de gemeentelijke milieutaken. 2

1.2 Totstandkoming van het milieu-uitvoeringsplan. Het proces waarlangs het MUP tot stand is gekomen bestond uit drie hoofdfasen: 1. Beleidsverkenning 2. Beleidsvorming: ambities, doelen en prioriteiten 3. Opstellen MUP inclusief uitvoeringsprogramma Als resultaat van fase 1 is een informatiedocument opgesteld. Dit document bevat per milieuthema een overzicht van actuele landelijke ontwikkelingen. Tevens is in het document per thema aangegeven wat de actuele stand van zaken is van de uitvoering in de gemeente Noord- Beveland en is inzicht gegeven in de wettelijk verplichte taken en de vrije beleidsruimte. Het document biedt daarmee niet alleen veel achtergrondinformatie maar geeft tevens inzicht in de uitgangssituatie waarop de beleidskeuzes van het MUP zijn gebaseerd. Om het MUP beknopt te houden is er voor gekozen om het informatiedocument als separate bijlage bij het MUP te voegen. Op basis van het informatiedocument zijn vervolgens in fase 2 de gemeentelijke ambities en doelen per thema in beeld gebracht en is een overzicht gemaakt van de indicatoren waarmee bewaakt zal worden in welke mate de gestelde doelen gerealiseerd worden. Tenslotte zijn in de derde fase de doelen vertaald naar concrete acties die gezamenlijk het meerjaren uitvoeringprogramma vormen voor de periode 2011-2014. 1.3 Hoofddoelstelling en beleidsuitgangspunten De doelstelling en uitgangspunten uit het MUP 2007-2010 zijn in het nieuwe MUP onverkort overgenomen. Dit betekent dat de gemeentelijke inspanningen op het gebied van milieu er op gericht zijn om de huidige en toekomstige inwoners van de gemeente Noord-Beveland een veilige, gezonde, duurzame en schone leefomgeving te bieden. De inwoners en de bezoekers van de gemeente ervaren deze leefomgeving als prettig om in te verblijven. Om dit te realiseren staat de gemeente Noord-Beveland voor een duurzaam, geloofwaardig en praktisch uitvoerbaar milieubeleid. Het milieu-uitvoeringsplan geeft inzicht in de gemaakte beleidskeuzes en biedt een basis voor een planmatige uitvoering. Voordat de gemeentelijke milieudoelen kunnen worden bepaald moet helder zijn welke keuzevrijheid hierbij bestaat. Om het kader aan te geven waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt is een aantal uitgangspunten vastgelegd. Deze worden hierna genoemd: De gemeente Noord-Beveland wil voor haar huidige en toekomstige bewoners een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving realiseren en behouden. 3

Dit doet de gemeente door een sobere en doelmatige uitvoering van de gemeentelijke milieutaken en door tijdig te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Landelijke doelstellingen zijn richtinggevend voor het gemeentelijk beleid. Een deel van de gemeentelijke milieutaken wordt vooralsnog structureel uitbesteed aan de Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD). De huidige beschikbare personele capaciteit voor milieutaken vormt het uitgangspunt: In 2010 was dit 1,63 formatieplaats (intern) en circa 900 uur voor uitbesteding aan de RMD (0,48 fte). De gemeente hanteert het uitgangspunt dat een planmatige en programmatische aanpak een bijdrage levert aan een effectieve en efficiënte uitvoering en stelt daarom een gemeentelijk milieu-uitvoeringsplan op. 1.4 Status van het plan Gemeenten zijn niet verplicht om een gemeentelijk milieubeleid vast te stellen. Wel is in de Wet milieubeheer voor gemeenten de verplichting opgenomen om jaarlijks een milieuprogramma en een milieuverslag op te stellen. Het jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen milieuprogramma dient aan te geven welke activiteiten de gemeente op het gebied van milieu het komende jaar zal verrichten en welke financiële consequenties hieraan verbonden zijn. Het milieuverslag geeft aan in welke mate er uitvoering is gegeven aan de milieutaken uit het milieuprogramma. Hoewel het vaststellen van een Meerjaren milieu-uitvoeringsplan (MUP) dus niet verplicht is, biedt dit een aantal voordelen: Een beleidsmatige onderbouwing van uit te voeren activiteiten zorgt voor samenhang binnen het milieutaakveld en integratie met andere gemeentelijke taakvelden; Een planmatige aanpak van milieutaken vergroot de kans op adequate uitvoering; Het MUP vertaalt landelijke ontwikkelingen naar lokale uitvoering, rekening houdend met specifieke lokale omstandigheden; Het MUP maakt het verband zichtbaar tussen uitgangspunten, doelen, uitvoering en budget. 1.5 Beleidscyclus De essentie van een effectief gemeentelijk milieubeleid wordt gevormd door een planmatige, programmatische en cyclische aanpak. De werkwijze is planmatig omdat er bij het opstellen van het milieu-uitvoeringsplan is nagedacht over de gemeentelijke taken, doelen en ambities en er vervolgens prioriteiten zijn gesteld. De aanpak is programmatisch omdat op basis van de gestelde prioriteiten een meerjaren uitvoeringsprogramma is opgesteld waarbij een relatie is gelegd met de beschikbare capaciteit. Uitgaande van dit meerjarenprogramma wordt jaarlijks een milieujaarprogramma opgesteld. De beleidscyclus wordt vervolgens gesloten door de 4

effectiviteit van de uitvoering te monitoren en het beleid zonodig bij te stellen. De resultaten van deze jaarlijkse evaluatie worden weergegeven in het milieujaarverslag. De looptijd van het MUP bedraagt 4 jaar. Dit is een gebruikelijke termijn voor milieubeleid en is enerzijds lang genoeg om een visie voor de langere termijn te kunnen ontwikkelen en anderzijds kort genoeg om in te spelen op actuele ontwikkelingen op milieugebied. 1.6 Leeswijzer Voorliggend milieu-uitvoeringsplan bestaat uit twee hoofdonderdelen. Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 dertien milieuthema s behandeld die van belang zijn voor de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Per thema wordt de gemeentelijke ambitie beschreven. Op basis van de ambitie zijn doelstellingen geformuleerd en is aangegeven welke indicatoren worden gebruikt om de voortgang van de uitvoering te monitoren. De doelstellingen zijn vervolgens in hoofdstuk 3 uitgewerkt naar een meerjaren uitvoeringsprogramma met concrete activiteiten en maatregelen. In het programma is tevens een planning opgenomen en is per activiteit een urenraming vermeld. Zoals aangegeven in paragraaf 1.2 is als bijlage bij het milieu-uitvoeringsplan een document gevoegd met aanvullende (achtergrond) informatie over de verschillende milieuthema s. Hoewel het MUP als zelfstandig document leesbaar is, kan de lezer er voor kiezen om voor een nadere toelichting kennis te nemen van (onderdelen van) het informatiedocument. Het document is daarmee tevens een praktisch naslagwerk voor de ambtelijke organisatie, het gemeentebestuur en de gemeenteraad, dat inzicht geeft in actuele ontwikkelingen op milieugebied, gemeentelijke milieutaken en de huidige stand van zaken binnen de gemeente Noord-Beveland. 5

2. MILIEUTHEMA S 2.1 Algemene milieutaken De gemeente Noord-Beveland vindt het belangrijk om de uitvoering van milieutaken planmatig aan te pakken door het opstellen van een milieu-uitvoeringsplan (MUP). Het MUP vormt de basis voor de verplichte jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma s en milieujaarverslagen. Monitoring van de resultaten vindt regelmatig plaats. Daarbij geldt het uitgangspunt dat dit geen doel op zich is maar ondersteunend moet zijn aan beleidscyclus (zie 1.5). Daar waar samenwerking een meerwaarde heeft zal de gemeente overleggen en samenwerken met andere partijen en gemeenten. Communicatie wordt binnen het milieutaakveld gezien als een belangrijk ondersteunend instrument. Een aanzienlijk deel van de uitvoerende milieutaken wordt uitbesteed aan de Regionale Milieudienst West-Brabant die tevens als beleidsadviseur wordt ingezet. De coördinatie van de uitvoering vindt in de gemeente plaats bij bouwen, wonen en milieu. Een planmatige en programmatische uitvoering van milieutaken op basis van een meerjaren programma Tijdig actualiseren Milieu-uitvoeringsplan Centrale coördinatie en voortgangsbewaking Pragmatische monitoring van resultaten Uitvoering van wettelijke communicatietaken ( Aarhus-regelgeving ) en de inzet van communicatie als ondersteunend instrument Samenwerken waar dit een meerwaarde heeft 2.2 Vergunningverlening Binnen het milieutaakveld heeft dit onderwerp hoge prioriteit. De wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening en de afhandeling van meldingen worden op adequaat niveau uitgevoerd. Het actueel en compleet houden van het vergunningen- en meldingenbestand Squit Xo is hiervoor een voorwaarde. Zowel de gemeente als de RMD zijn voldoende voorbereid op de gevolgen van de inwerkingtreding van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) en de Omgevingsvergunning per 1 oktober 2010. 6

Bedrijven worden gestimuleerd hun verantwoordelijkheid actief op te pakken. Adequate uitvoering van vergunningverlening Adequate uitvoering van de afhandeling van meldingen Activiteitenbesluit Zorgvuldig beheer van het inrichtingen- en vergunningenbestand Squit Xo Tijdig voldoen aan de organisatorische en procedurele vereisten met betrekking tot de WABO/omgevingsvergunning Volledige benutting van de mogelijkheden van de verruimde reikwijdte en het doelgroepenbeleid van de Wet milieubeheer Stimulering van het besef van eigen verantwoordelijkheid bij bedrijven via regulier contact Aantal Wm-plichtige bedrijven Aantal Wm-meldingplichtige bedrijven Aantal verleende vergunningen Aantal geplande vergunningen Aantal afgehandelde meldingen (Activiteitenbesluit) Aantal geplande meldingen Aantal ingetrokken vergunningen 2.3 Handhaving Vergunningverlening heeft weinig zin zonder controle op de naleving van de voorschriften. Daarom heeft naast vergunningverlening ook de handhaving van de milieuregels een hoge prioriteit in de gemeente Noord-Beveland. Handhaving wordt ingezet als instrument om een leefbaar, veilig en duurzaam leefklimaat te realiseren. Jaarlijks wordt aan de hand van de doelstellingen uit de integrale handhavingsnota (2007) een handhavingsprogramma opgesteld. Per kwartaal wordt aan het college en wekelijks wordt aan de portefeuillehouder gerapporteerd over de stand van zaken. Bij bedrijven in prioriteitsklasse 1 en 2 wordt toezicht ook door de RMD uitgevoerd. De bedrijven in de overige drie prioriteitsklassen worden door de gemeente zelf bezocht. Met de RMD is afgesproken dat het toezicht eens per twee jaar rouleert tussen de gemeente en de RMD. Daar waar dit een meerwaarde heeft zal de gemeente samenwerken met andere partijen die een rol hebben bij handhaving en zal de gemeente deelnemen aan gezamenlijke projecten en activiteiten. Milieuklachten worden efficiënt en doelmatig afgehandeld. 7

Adequate uitvoering van de wettelijke milieu-handhavingstaken als onderdeel van integrale handhaving Jaarlijks opstellen van een milieuhandhavingsprogramma op basis van jaarlijks te stellen prioriteiten (conform de doelstellingen uit de integrale handhavingsnota (2007) Samenwerken met andere partijen via overleg en gezamenlijke projecten Efficiënte en doelmatige afhandeling van milieuklachten binnen 24 uur en zonodig handhavend optreden Aantal uitgevoerde integrale controles Aantal ingeplande integrale controles Aantal controles waarbij een vervolgactie nodig is Aantal verwachte/geplande eerste hercontroles Aantal uitgevoerde eerste hercontroles Percentage controles met geconstateerde overtredingen Percentage met vervolgacties Aantal opgelegde dwangsommen Aantal verbeurd verklaarde dwangsommen Aantal geïnde dwangsommen Aantal processen verbaal Aantallen klachten opgesplitst naar: o Geluid o Luchtkwaliteit en stankhinder o Vliegenoverlast o Afval o Bodemverontreiniging o Waterverontreiniging o Openbaar groen 2.4 Bodem De gemeente Noord-Beveland heeft de ambitie om de wettelijke bodemtaken adequaat uit te voeren op basis van het in 2003 vastgestelde bodembeleidsplan. Het uitvoeren van actief bodembeheer staat hierin centraal. Ten behoeve van de ontwikkelingen van actief bodembeheer neemt de gemeente deel aan regionaal overleg. 8

Belangrijk uitgangspunt is dat bodemverontreiniging voorkomen moet worden ( Wat schoon is moet schoon blijven ). Daarnaast is het saneren en beheersen van verontreinigingen die een gevaar op kunnen leveren voor de volksgezondheid van groot belang. Ruimtelijke ontwikkelingen worden afgestemd op de aanwezige bodemkwaliteit. De gebruikswaarde van de bodem vormt het uitgangspunt. Nieuwe ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd en zonodig wordt het bodembeleidsplan geactualiseerd. Meldingen in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit worden getoetst. Het gemeentelijk bodeminformatiesysteem (Squit Bodem) wordt door de RMD gebruiksklaar gehouden voor de landelijke actie Lansdekkend beeld. De beoordeling van bodemrapporten, nulsituatie-onderzoeken en saneringen wordt adequaat uitgevoerd (door de RMD). Nieuwe gevallen van bodemverontreiniging worden bij de provincie gemeld en indien nodig gesaneerd. Saneringslocaties binnen bestaand bebouwd gebied worden uitgevoerd met budget uit de ISVbodemmiddelen. Uitvoeren actief bodembeheer zoals beschreven in het gemeentelijk bodembeleidsplan Actualiseren van het bodembeleidsplan op basis van ontwikkelingen in het Europese en landelijke bodembeleid en regelgeving Toetsen van meldingen in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit Compleet en actueel houden van Squit Bodem Adequate toetsing van bodemrapporten en begeleiding saneringen Uitvoeren plan van aanpak werkvoorraad Landsdekkend beeld Deelname aan regionaal overleg Het aantal binnengekomen meldingen van ontstane gevallen van bodemverontreiniging Het aantal uitgevoerde bodemsaneringen Het aantal verontreinigde locaties Aantal potentieel verontreinigde locaties van bodemverontreiniging Aantal onderzochte locaties Aantal urgente/ernstige gevallen Percentage gesaneerde locaties (wbb, ISV, SEB, particulier of volledige, deelsanering en gefaseerde sanering) Aantal behandelde meldingen in het kader van het bouwstoffenbesluit Aantal controles in het kader van het Besluit bodemkwaliteit Aantal aangepakte overtredingen Besluit bodemkwaliteit 9

2.5 Geluid Uitvoeren van de wettelijke geluidtaken. Omdat er geen specifieke knelpunten zijn met betrekking tot geluidoverlast heeft de gemeente vooralsnog niet de ambitie om een gemeentelijk geluidbeleid op te stellen. Nieuwe ontwikkelingen zoals de landelijke pilot-projecten MIG II worden actief gevolgd. Uitvoeren en handhaven van de Wet geluidhinder Verbeteren van geluidskwaliteit langs bestaande wegen in of langs woongebieden Voorkomen en beperken van geluidoverlast door bedrijven Voorkomen van geluidoverlast door horecabedrijven Het weren van veel geluidproducerende grote evenementen met grote publieksaantrekkende werking in daarvoor ongeschikte gebieden. Volgen ontwikkelingen MIG II Volgen ontwikkeling klachtenpatroon over windmolens en zonodig opnieuw in overleg treden met de klagers en beheerders van de molens Aantal geluidklachten opgesplitst per geluidbron 2.6 Externe veiligheid Op 29 oktober 2005 heeft de gemeenteraad de Beleidsvisie externe veiligheid vastgesteld. Hierin is het gemeentelijk beleid vastgelegd om de risico s waaraan de burgers worden blootgesteld tot een minimum te beperken. Deze ambitie wordt gerealiseerd via drie sporen: brongericht beleid via vergunningverlening en handhaving, omgevingsgericht beleid via ruimtelijk inrichtingsmaatregelen en rampenbestrijding. De gemeente wil actief deel blijven nemen aan de deelprojecten in het kader van de Zeeuwse Programmafinanciering 3 (programmaperiode 2010-2014). Daarbij geldt het uitgangspunt dat de gemeente na 2014 in staat is om de externe veiligheidstaken op een hoog kwalitatief niveau uit te voeren. In dat kader zullen onder meer de consequenties van de nieuwe regelgeving voor transportrisico s en buisleidingen onderzocht worden en zal aandacht worden besteed aan de verankering van de gemeentelijke externe veiligheidstaken in de gemeentelijke organisatie. 10

Betrekken van externe veiligheid bij milieuvergunningverlening en ruimtelijke plannen Tijdig aanleveren van informatie ten behoeve van het Register Risicosituaties gevaarlijke stoffen en Zeeuwse risicokaart Uitvoeren gemeentelijk externe veiligheidsbeleid zoals geformuleerd in de Beleidsvisie externe veiligheid en de bijbehorende Nota van Toelichting Het voorkomen en zoveel mogelijk beperken van schade aan het milieu als gevolg van rampen en calamiteiten door bedrijfsactiviteiten en transport gevaarlijke stoffen Actief deelnemen aan de coördinatiegroep externe veiligheid en de gezamenlijke activiteiten in het kader van de Zeeuwse programmafinanciering (Meerjarenprogramma PF3). Aantal risicovolle bedrijven op basis van het RIS Aantal BRZO-bedrijven in de gemeente Aantal bedrijven waarvoor een adequaat rampenbestrijdingsplan moet worden vastgesteld Aantal bedrijven waarvoor een adequaat rampenbestrijdingsplan is vastgesteld Aantal aangevraagde ontheffingen vervoer gevaarlijke stoffen 2.7 Lucht en geur Hoewel zich binnen de gemeente geen knelpunten voordoen met betrekking tot luchtkwaliteit wil de gemeente ook in de toekomst in ieder geval voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Het voorkomen en beheersen van luchtverontreiniging en geurhinder staat daarbij centraal. Geurhinder, voornamelijk als gevolg van veehouderijen, wordt zoveel mogelijk voorkomen. De Wet geurhinder veehouderijen biedt hiervoor het wettelijk kader. Deze wet biedt de mogelijkheid van de normen af te wijken door een (gebiedsgericht) geurbeleid vast te stellen. De gemeente ziet vooralsnog geen aanleiding om een gemeentelijk geurbeleid vast te stellen. Voldoen aan de wettelijke bepalingen uit het Besluit luchtkwaliteit en de Wet luchtkwaliteit Voldoen aan de wettelijke bepalingen uit de Wet geurhinder veehouderijen Geurhinder veehouderijen en andere bedrijven zoveel mogelijk voorkomen Het aantal geurgehinderden blijft minimaal gelijk en neemt bij voorkeur af 11

Aantal meters weg met overschrijdingen van de grenswaarden (stikstof en fijn stof) Aantal klachten luchtkwaliteit en geurhinder 2.8 Water De gemeente streeft naar een doelmatig, duurzaam en veilig watersysteem. Het gemeentelijk beleid op dit terrein is vastgelegd in het verplichte gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013. Bouwen, wonen en milieu heeft een adviestaak richting openbare werken. Tweejaarlijks wordt een regentonnenactie uitgevoerd. De gemeente zet de samenwerking met de gemeente Reimerswaal en het waterschap in het SSC voort. Voldoen aan wettelijke plicht (Wm) om zorg te dragen voor doelmatige inzameling en transport van afvalwater Het voorkomen van vervuiling en verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Het voorkomen en bestrijden van verdroging. Het principe eerst vasthouden in eigen gebied, dan bergen en vervolgens afvoeren als uitgangspunt nemen Voorkomen en beperken van verontreiniging van water door bedrijven via vergunningverlening en handhaving Invullen adviesrol richting openbare werken door Bouwen, wonen en milieu bij opstellen en uitvoeren GRP Uitwerken van het GRP naar een uitvoeringsplan in SSC-verband Vóór 2013 het gemeentelijk rioleringsplan actualiseren In SSC-verband voldoen aan de eisen die de Kaderrichtlijn Water stelt (o.a. het Waterloket) Het aantal panden dat op de riolering is aangesloten Het aantal panden dat niet op de riolering is aangesloten maar over een IBA-voorziening beschikt Het aantal aansluitingen op een gescheiden rioolstelsel Het percentage van het totaal aantal aansluitingen op de riolering, dat ten aanzien van hemelwaterafvoer is afgekoppeld van de riolering. 12

2.9 Afval De gemeente wil het huishoudelijk en bedrijfsafval doelmatig inzamelen. Afvalscheiding wordt gestimuleerd waardoor het hergebruik van afval wordt bevorderd. Het gemeentelijk afvalbeleid wordt in overleg met het OLAZ ontwikkeld. Daarbij wordt het principe de vervuiler betaalt zoveel mogelijk als uitgangspunt gehanteerd. Zwerfafval wordt bestreden. Doelmatig uitvoeren van de gemeentelijke inzameltaak zodanig dat de landelijke inzameldoelstellingen gerealiseerd worden Afvalscheiding en hergebruik bevorderen Deelnemen aan regionale en provinciale projecten en overlegstructuren die de realisering van de gemeentelijke doelen bevorderen Bij vergunningverlening en handhaving wordt afvalpreventie als aandachtpunt meegenomen. Ondernemers worden gewezen op hun verantwoordelijkheid Beperken van de hoeveelheid zwerfafval in samenwerking met de recreatieve sector, onder andere door deelname aan het project Nederland Schoon. Het aantal kilogram gescheiden ingezameld: o huishoudelijk GFT o grof huishoudelijk afval o huishoudelijk papier en karton o huishoudelijk glas o huishoudelijk KCA o huishoudelijk textiel o huishoudelijk restafval o idem, maar dan per inwoner 2.10 Klimaat, duurzaam bouwen en gemeentelijke interne milieuzorg De gemeente wil de komende jaren meer aandacht besteden aan duurzame energie. In dat kader is de gemeente voornemens om in 2012 een Nota Duurzame Energie te doen verschijnen. De subsidieregeling Duurzaam Bouwen 2008 wordt voortgezet voor permanente en recreatief bewoonde woningen van particulieren. Op de locatie voormalige sportvelden Wissenkerke wordt een duurzame wijk gerealiseerd. 13

De gemeente wil voldoen aan de landelijke afspraken voor duurzame inkoop: vanaf 2010 is iedere gemeente verplicht om de inkoop van goederen en diensten voor ten minste 50 % duurzaam uit te voeren (vanaf 2015 wordt dat 75 %). Opstellen Nota Duurzame Energie in 2012 Bij vergunningverlening en handhaving wordt energiereductie als aandachtspunt meegenomen Realiseren duurzame wijk Voortzetten van de subsidieregeling duurzaam bouwen Voldoen aan de landelijk afspraken over duurzaam inkopen: 50% in 2010 en 75% in 2015. Het aantal keer dat gebruik wordt gemaakt van subsidieregeling duurzaam bouwen Het percentage duurzaam ingekochte goederen 2.11 Natuur en landschap Behoud en herstel van landschappelijke en natuurwaarden. Voorts ondersteunt de gemeente de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden. In het bijzonder de ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszones (evz s). Bij ruimtelijke besluiten wordt het natuurbelang nadrukkelijk meegewogen. Streven naar behoud en zo mogelijk een verhoging van de natuurwaarden van het groen en naar een grote verscheidenheid en afwisseling van het groen als het gaat om de beleving en het gebruik ervan Zuinig omgaan met het aanwezige groen, d.w.z. het areaal groen in het bebouwde gebied en in het buitengebied blijft minimaal gelijk en wordt waar mogelijk vergroot. Waar mogelijk milieuvriendelijk en duurzaam inrichten en beheren van het openbaar groen, waarmee een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de belevingswaarde, leefbaarheid en duurzaamheid van de omgeving. Het percentage groen dat op milieuvriendelijke wijze wordt beheerd 14

Hoeveelheid en soort onkruidbestrijdingsmiddelen in openbaar groen 2.12 Milieu en ruimtelijke ordening en bouwen Bij de ontwikkelingen in zowel bebouwd als landelijk gebied staat een integrale aanpak voorop. Verstoringen in een gebied (lucht, bodem, geluid, veiligheid) zullen door verkeerskundige en stedenbouwkundige oplossingen zoveel mogelijk aangepakt worden. De gemeente wil zich gedurende het hele planproces bewust zijn van de kansen en de mogelijkheden om duurzaamheidsaspecten toe te passen. Bestemmingsplannen worden volgens planning herzien. Omgevingskwaliteit maakt integraal onderdeel uit van de stedelijke ontwikkelingen Streven naar minimaal handhaving, maar liever verbetering van de woonomgeving(skwaliteit) Bij bouwen en slopen wordt een milieuadvies uitgebracht Bestemmingsplannen worden volgens planning geactualiseerd. Aantal uitgebrachte adviezen bij bouwen en slopen 2.13 Milieu en gezondheid Noord-Beveland heeft geen specifiek beleid op dit gebied en ziet op korte termijn ook geen aanleiding om dit te ontwikkelen. Actuele ontwikkelingen en onderzoeksresultaten, zoals op het gebied van UMTS-antennes zullen actief worden gevolgd. Afhankelijk van deze ontwikkelingen kan zonodig aanvullend beleid worden opgesteld. Bij de uitvoering van gemeentelijke taken wordt aandacht voor gezondheid als vanzelfsprekend meegenomen. Zoveel mogelijk voorkomen dat als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen of andere gemeentelijke plannen gezondheidsproblemen ontstaan Ontwikkelingen actief volgen en zonodig hierop inspelen. Geen 15

3. DE UITVOERING 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de doelen en ambities uit hoofdstuk 2 vertaald naar concrete activiteiten, projecten en maatregelen. Deze zijn opgenomen in een meerjaren uitvoeringsprogramma (zie paragraaf 3.4) waarin tevens een urenraming per jaar is opgenomen. Op basis van dit indicatieve meerjarenprogramma wordt jaarlijks een milieujaarprogramma opgesteld en wordt verantwoording afgelegd over de bereikte resultaten in het milieujaarverslag. Het milieu-uitvoeringsplan is een integraal plan. Dit betekent ook dat een aantal activiteiten deel uit maakt van de reguliere werkzaamheden van andere clusters of afdelingen. Deze activiteiten dragen wel bij aan de beschreven doelstellingen maar zijn niet expliciet opgenomen in het meerjaren uitvoeringsprogramma. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de uitvoering en actualisering van het gemeentelijk rioleringsplan. Ook activiteiten die ondersteunend zijn aan de genoemde activiteiten uit het uitvoeringsprogramma zoals communicatie en deelname aan regionaal overleg worden niet afzonderlijk genoemd maar zijn onderdeel van de genoemde activiteiten. 3.2 Organisatie van de uitvoering De uitvoering van het meerjaren uitvoeringsprogramma vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van het taakveld bouwen, wonen en milieu binnen de afdeling beleid en projecten. Een deel van de uitvoerende activiteiten zoals vergunningverlening, handhavingscontroles, bodemonderzoeken en integrale advisering is uitbesteed aan Regionale Milieudienst West-Brabant. Jaarlijks wordt een concreet milieujaarprogramma vastgesteld, waarbij de onder 3.4 weergegeven uren nog bijgesteld kunnen worden; de thans opgenomen uren onder 3.4 zijn een voorlopige raming. Kortheidshalve wordt voor het overige verwezen naar paragraaf 3.4. 3.3 Monitoring Om verantwoording af te kunnen leggen over (de uitvoering van) het vastgestelde beleid is het van belang om de effectiviteit ervan te registreren, te evalueren en te rapporteren. Doel van de jaarlijkse evaluatie en verslaglegging is enerzijds de verantwoording over de inzet van middelen en capaciteit en anderzijds dient de evaluatie om het beleid of de uitvoering daarvan zonodig bij 16

te sturen. Bijsturing kan ook nodig zijn als gevolg van actuele (landelijke) ontwikkelingen of gewijzigde regelgeving. Als uitgangspunt geldt dat monitoring geen doel op zich is maar ondersteunend moet zijn aan de beleidscyclus. Dit betekent dat alleen indicatoren gemeten worden die in verband kunnen worden gebracht met het gevoerde beleid. Deze indicatoren zijn per milieuthema opgenomen in hoofdstuk 2. 17

3.4 Het uitvoeringsprogramma TAKEN 2011 2012 2013 2014 GEM RMD TOT GEM RMD TOT GEM RMD TOT GEM RMD TOT 1. Alg. milieutaken Opstellen milieujaarprogramma 10 10 10 10 10 10 10 10 Monitoring en jaarverslag 20 20 20 20 20 20 20 20 2. Vergunningverlening Behandeling vergunningaanvragen en meldingen 60 280 340 60 280 340 60 280 340 60 280 340 Ondersteuning, toetsing en beleid 70 70 70 70 70 70 70 70 Beheer Squit XO 70 70 70 70 70 70 70 70 3. Handhaving Toezicht milieuregelgeving en klachtenbehandeling 1300 175 1475 1300 175 1475 1300 175 1475 1300 175 1475 Opstellen handhavingsprogramma en beleid 30 30 30 30 30 30 30 30 Handhavingsoverleg met externe instanties 50 50 50 50 50 50 50 50 4. Bodem Beoordeling en advisering bodemonderzoeken 150 150 150 150 150 150 150 150 Regie bodemtaken en Landsdekkend Beeld 50 50 50 50 50 50 50 50 Beheer bodeminformatiesysteem 70 50 120 70 50 120 70 50 120 70 50 120 5. Geluid Volgen ontwikkelingen MIG II en overig beleid 10 10 10 10 10 10 10 10 6. Externe veiligheid Inventarisatie t.b.v. RRGS 5 5 20 20 20 20 20 20 Beleid en regie 20 20 20 20 20 20 20 20 7. Lucht en geur Beleid en regie 20 20 20 20 20 20 20 20 8. Water Bijdrage aan actualisering en uitvoering GRP 0 0 0 0 10 10 0 0 Actie regentonnen 20 20 0 0 20 20 0 0 9. Afval Regie gemeentelijke inzameltaak en beleid 175 175 175 175 175 175 175 175 10. Klimaat, DUBO en GIM Beleid 20 20 20 20 20 20 20 20 Uitvoering 40 40 40 40 40 40 40 40 18

TAKEN 2011 2012 2013 2014 GEM RMD TOT GEM RMD TOT GEM RMD TOT GEM RMD TOT 11. Natuur en landschap Advisering en uitvoering 10 10 10 10 10 10 10 10 12. Milieu en RO Integrale advisering ruimtelijke plannen 200 200 200 200 200 200 200 200 Regie en beleid 15 15 15 15 15 15 15 15 13. Milieu en gezondheid Volgen ontwikkelingen 5 5 5 5 5 5 5 5 TOTAAL 2070 855 2925 2050 855 2905 2080 855 2935 2050 855 2905 19