inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Vergelijkbare documenten
inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud 1. Herten 2. Herten over de wereld 3. Hertenweetjes 4. Herten in Nederland 5. Nog meer herten 6. Filmpje Bronnen en foto s

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud 1. Een bijzondere vogel 2. De woonplaats 3. Soorten pinguins 4. Pinguinweetjes 5. Filmpjes Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud blz. 1. Inleiding 2. Snavels 3. Wat eet ik 4. Nectar 5. Insecten 6. Zaden 7. Vissen en andere waterdieren 8. Schelpen 9. Kleine waterdiertjes

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

Het museum museum mu

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. Inleiding 1. Met je mond vol tanden 2. Giftanden 3. Tanden als scheermesjes 4. Knaagtanden 5. Het paard 6.

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

Inhoud 1. Paarden 2. Paardachtigen 3. Over merries en hengsten 4. De bouw van een paard 5. Leeftijd en tanden 6. Van wild paard naar huisdier

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

inhoud 1. Dieren helpen mee 3 2. Mens en hond 4 3. Mens en aap Mens en olifant Mens en dolfijn Mens en otter 13 7.

8 5 Aarde en heelal. Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars

inh oud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 4. De braakbal 5. Uilen in Nederland 6. Bijgeloof en verhalen 7. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

Kaartenset gewervelde dieren

inhoud Slimme dieren 3 1. De olifant 4 2. De chimpansee 5 3. De dolfijn 6 4. De rat 7 5. De inktvis 8 6. De papegaai 9 7. De orang-oetan 10 8.

inh in oud ou Gevaarlijk 1. De pijlgifkikker 2. De Afrikaanse buffel 3. De ijsbeer 4. De olifant 5. De zeekrokodil 6. De leeuw 7.

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

Beestige bundel van: 1

Bijen project boekje. Groep 4 - juni 2006

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de koningin en de werksters

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Lente. groep 3, 4 en 5

Dieren in de winter 3

inhoud blz. 1. Holen en nesten 3 2. Een zoetig nest 4 3. Veilig onder de grond 6 4. Een nest van schuim 8 5. Een rover in zijn hol 10 6.

Transcriptie:

Dieren in groepen

inhoud blz. Dieren in groepen 3 1. Insecten: de zwerm of kolonie 4 2. Vogels: de vlucht 8 3. Vissen: de school 10 4. Zoogdieren: de kudde 12 5. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18 Colofon en voorwaarden 19

Dieren in groepen Veel dieren leven in grote groepen. Dat geldt voor insecten, zoals mieren en bijen. Maar ook sommige vogelsoorten en vissen verzamelen zich vaak in groepen. Vooral zoogdieren die gras eten leven in kuddes. In dit boek krijg je antwoord op vragen als: Waarom leven dieren in groepen bij elkaar? Hoe blijven vissen en vogels zo mooi in grote groepen bijelkaar? Wat hebben het op reis gaan van diersoorten en leven in een groep met elkaar te maken.

Insecten Sommige insecten leven in grote groepen. Je leest meer over honingbijen, mieren en sprinkhanen op de volgende bladzijden. Honingbijen Honingbijen leven in grote groepen bij elkaar. Zo n groep heet bij bijen een volk. Een bijenvolk kan wel uit 60 duizend bijen bestaan. In een bijenvolk vind je drie soorten bijen: A. De koningin. In een volk is maar één koningin. De koningin legt eitjes waaruit larven groeien. Die larven veranderen later in jonge bijen. B. De werksters. In een volk zijn de meeste bijen werksters. Deze werksters vliegen uit op zoek naar nectar in bloemen. Werksters veranderen die nectar in hun magen in honing. Met die honing voeden ze de jongen. Ook maken werksters het nest schoon. C. De darren. Darren zijn mannetjesbijen. Zij paren met de koningin. Zo komen er nieuwe bijen. Koningin (midden) en werksters dar koningin werkster

Het nest van de bijen wordt voller en voller. Ook worden er koninginnen geboren. Als het nest te vol is, vliegt de oude koningin uit met de helft van het volk. Dat uitvliegen wordt ook wel zwermen genoemd. De koningin maakt een soorte lokstof waardoor de bijen haar volgen. Deze zwerm gaat een nieuw nest bouwen. Bijen leven en werken dus heel goed samen in een volk. Daar heeft iedere bij voordeel van. de mierenkolonie Een zwerm bijen verlaat het nest Mieren Ook mieren werken in een groep samen. Zo n groep heet bij mieren een kolonie. Ook hier vind je een koningin, mannetjes en werksters. De werksters hebben verschillende taken. Zo zijn er voedselverzamelaars, verkenners, schoonmaaksters, kinderverzorgsters en soldaten. Ook hier verlaat een deel van de kolonie het nest als het te vol wordt. Zij starten een nieuwe kolonie.

Eén enkele mier bereikt niet zoveel, maar als kolonie zijn mieren niet tegen te houden. Ze bouwen grote nesten. Ze zijn meesters in het vinden van voedsel. Een enkele mier scharrelt rond en vindt voedsel. Die mier laat een spoor met een luchtje achter. De mier die het eerste terug is, wordt dan door de andere mieren gevolgd. Die mier zal de kortste weg gevonden hebben. Zo waarschuwen mieren elkaar. de sprinkhaan Mieren waarschuwen elkaar met een geurspoor. Sprinkhanen Woestijnsprinkhanen leven als ze jong zijn nog alleen. De jonge dieren kunnen dan nog niet vliegen. Als ze volwassen worden, verspreidt elke sprinkhaan een geur waarmee ze andere sprinkhanen aantrekken. Zo komen de sprinkhanen in grote groepen samen. Ze gaan in een grote groep op zoek naar eten en broedgebieden.

Die zwermen kunnen heel groot worden. Op een vierkante kilometer kunnen wel 80 miljoen sprinkhanen eten. Een zwerm kan wel uit een miljard dieren bestaan. De sprinkhanen eten alles wat blad, stengel, bloem, vrucht of zaad is. Een sprinkhaan eet met gemak zijn eigen lichaamsgewicht in voedsel op. Het dier weegt maar 2 gram. een zwerm sprinkhanen De sprinkhaan is een schrokop Maar 80 miljoen sprinkhanen eten dan wel 160.000 kilo voedsel op. Dat voedsel is meestal voor mensen bedoeld. Zwermen sprinkhanen zorgen voor grote schade. Ook kunnen de zwermen over grote afstand reizen. Het reizen in zwermen heeft een voordeel. Elk dier in zo n grote groep is veel beter beschermd tegen vijanden. Ook kost het een sprinkhaan minder kracht om te vliegen in zo n grote massa.

2. Vogels: de vlucht Bij vogels noem je een grote groep een vlucht. Je zegt dus niet een groep spreeuwen, maar een vlucht spreeuwen. Vogels lijken zich in een vlucht aan drie regels te houden: A. Houd voldoende afstand van je buurvogels. B. Kies de zelfde richting als je buren. C. Beweeg en blijf steeds in de groep. een vlucht ooievaars een vlucht spreeuwen Voordeel Het vliegen in een vlucht heeft voor vogels voordelen. Een roofvogel die een vlucht vogels aanvalt, raakt in de war. Een vlucht spreeuwen kan wel uit duizenden vogels bestaan. Die vlucht lijkt wel als één groot beest te bewegen. Het uitzoeken van één vogel in die grote groep kost heel veel moeite. Vooral als de hele vlucht on-verwachte bewegingen gaat maken. Dat kan een roofvogel afschrikken.

Vogeltrek Veel vogels trekken in het najaar naar het warmere zuiden toe. In de winter is er onvoldoende voedsel (insecten) te vinden. Veel vogels trekken in grote groepen naar het zuiden. Ze zijn zo beter beschermd, maar ook kost het vliegen in grote vluchten minder kracht. de gans de zwaan Veel vogels vliegen in de vorm van de letter V. De voorste vogels vangen de meeste tegenwind. De vogels daarachter vliegen meer uit de wind. Dat kost minder kracht. De voorste vogels kunnen later meer achterin vliegen. Andere vogels gaan dan in de punt van de V vliegen.

3. Vissen: de school Een grote groep vissen noem je een school. De haring (1), de ansjovis (2), het sardientje( 3) en de tonijn (4) zijn voorbeelden van vissoorten die in scholen zwemmen. 1 2 Het zijn meestal de kleinere vissoorten die in scholen zwemmen. Het zwemmen in een school geeft een veel betere bescherming. 3 4 Het is voor een roofvis moeilijker om één enkele vis uit te zoeken als een school beweegt als één grote vis. Net als bij de vogels houden de vissen zich ook aan de drie regels: voldoende afstand van je buren, kies de zelfde richting en blijf in de groep. Bij een aanval van een roofvis blijft de school bijeen. De bewegingen worden grillig en de roofvis raakt in de war. Roofvissen proberen vaak een school naar het oppervlak van de zee te drijven. Een prooi kiezen uit een school valt niet mee Dan raakt de school opgesloten.

Roofvissen hebben dan veel meer succes op een goede vangst. Vistrek Net als vogels trekken vissen ook naar andere wateren. Dat gebeurt ook vaak in grote groepen. Vissen kunnen soms reizen maken van duizenden kilometers. Vaak wordt die reis gemaakt om: de zalm Dolfijnen jagen op een school vissen Zalmen op reis de paling voedsel te vinden te paren eitjes te leggen. Zo n lange reis wordt ook in een school gemaakt. Vissen zijn zo beter beschermd en ook kost het minder energie om in een groep te zwemmen. Vissoorten die in grote scholen zo n reis maken zijn de zalm en de paling.

4. Zoogdieren: de kudde Gras Zoogdieren zijn dieren die hun jong (-en) voeden met melk. Niet alle zoogdieren leven in grote groepen. Vooral grazende zoogdieren leven in grote groepen. Zo n groep noem je een kudde. de lama de bison de gnoe de gazelle een kudde grazende paarden Kuddedieren Voorbeelden van kuddedieren die gras of andere planten eten zijn: runderen, zoals koeien, bisons en gnoes schapen, geiten en lama s olifanten herten en gazellen paarden en zebra s giraffen

Beschermd Het grazen in een kudde heeft veel voordeel. De buitenste dieren van de kudde letten extra goed op gevaar. De dieren in het midden van de kudde kunnen daardoor rustig grazen. De meeste zoogdieren die gras eten zijn herkauwers. Ze schrokken het gras snel zonder te kauwen naar binnen. Daar verdwijnt het gras in de maag van de koe. Pas later na het grazen gaat het dier meestal liggen. Een kudde geeft bescherming herkauwende koeien Dan komt het nog niet goed verteerde eten terug in de bek. Daar wordt het nog een keer extra gekauwd. Tijdens het herkauwen zijn de liggende dieren een gemakkelijke prooi. Een kudde geeft dan ook een veel betere bescherming. Een roofdier zal altijd proberen één dier uit de kudde te krijgen. Meestal is dat een jong of juist een oud of zwak dier. Is zo n dier buiten de kudde dan wordt het een gemakkelijke prooi.

Leider Kuddes hebben vaak een leider of leidster. Dat dier bepaalt de richting. Bij groot gevaar kan een kudde op hol slaan. De kudde begint dan te rennen. Zwakke of jonge dieren kunnen dan soms niet volgen. Dat ene dier zorgt ervoor dat de rest van de kudde kan overleven. Roofdieren zijn tevreden met hun prooi en volgen de kudde niet verder. Mens en kuddes Al heel vroeger ontdekten mensen dat kuddedieren bijelkaar bleven. Als je één of meerdere dieren kon vangen, konden ze aan mensen wennen. Zeker als ze jongen kregen. Die waren gelijk gewend aan mensen. Zo kon je een kudde krijgen die gewend was aan mensen. Zo n kudde gaf melk en vlees. Zo hoefden mensen niet meer op dieren te jagen. Schapen en koeien hebben nog steeds dat kuddegedrag. Ook al zijn er geen roofdieren. De hond van een schaapherder is voor de kudde nog een soort roofdier. Die hond houdt op die manier de kudde bijelkaar. herder met koeien De kudde blijft bijelkaar Hond drijft schapen naar de kudde

5. Filmpjes spreeuwenzwerm De herder en zijn kudde Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje

Bronnen en foto s http://en.wikipedia.org/wiki/swarm_behaviour

Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2012 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.