inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

Transcriptie

1 Textiel

2 inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 3 2. Weven met papier 5 3. Stoffen van textiel 6 4. Wol 7 5, Zijde 9 6. Katoen Linnen Filmpje 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18 Colofon en voorwaarden 19

3 1. Textiel? Wat is dat? Een nieuwe dag. Bas springt uit bed. Bas doet de gordijnen open. Daarna wast hij zich. Hij droogt zich met een handdoek. Hij vouwt zijn pyjama netjes op. Hij pakt zijn spijkerbroek, trui en sokken. En trekt ze aan. Nu trekt hij de beddenlakens recht. Gordijnen, een handdoek, een pyjama, een spijkerbroek, een trui, sokken en lakens. Bas raakte die spullen allemaal aan. Het is allemaal textiel. Die spullen zijn allemaal gemaakt van dunne draadjes. Kijk maar eens op de volgende bladzijde.

4 We leggen textiel onder een vergrootglas. Zie je de draadjes over en onder elkaar? Het is een soort vlechten. Je noemt het weven. 1 Kijk maar naar de naald bij plaatje 1. Bij elk vergrootglas zie je de geweven stof.

5 2. Weven met papier 1. Knip de stroken Dit heb je nodig: Stroken papier (twee kleuren) Een schaar Lijm Knip alle blauwe en zwarte stroken even breed en even lang. 2. Weven Leg 4 blauwe stroken naast elkaar. Neem een zwarte strook. Begin onder de eerste blauwe strook (1). Daarna ga je over de volgende blauwe strook (2). Je krijgt steeds het patroon blauw zwart-blauw -zwart-blauw-zwart. Doe aan de randen een beetje lijm. Zo verschuiven de stroken niet. Weven met draden gaat net zo.

6 3. Stoffen van textiel Voor het weven van textiel wordt draad gebruikt. Heel veel draad. Het weven ging heel vroeger met de hand (1). 1 2 Later kwam het weefgetouw (2). De wever kon nu sneller weven. Nu weven grote machines textiel (3). Het weven gaat bijna vanzelf. Ze staan in fabrieken. Daar maken ze allerlei stoffen van textiel. Voor die stoffen is heel veel draad nodig. Waar komen die draden vandaan? Ze komen soms van planten. Maar er zijn ook dieren die voor draden zorgen. 3

7 4 4. Wol Het schaap Er zijn draden van wol. Ze komen vaak van een schaap. De boer scheert zijn schaap (1). Hij verkoopt de wol. De wol gaat naar een fabriek. 3 2 Spinnen Een machine maakt er een draad van. Je noemt het spinnen. Want de spin (2) maakt ook zijn eigen draad. Je trekt aan een pluk wol. Je draait het rond tussen je vingers (3). Het wordt vanzelf een draad. Je kunt die draad oprollen. Zo krijg je een bol wol. Je kunt met zo n draad van alles breien. Breien (4) is een soort weven met wol. 1

8 Textiel van wol Veel kleding is gemaakt van wol. Het wordt met machines gebreid. Maar er is veel meer gemaakt van wol. Kijk maar!. Wist je dat... Er ook andere dieren zijn die wol geven. Angorakatten en-konijnen (1) geven hele zachte angorawol. Kamelen, geiten (2) en lama s (3) geven ook wol.

9 5. Zijde De rups Zijde is ook textiel van een dier. De zijderups (1) maakt een dun draadje. Met dat draadje pakt hij zich in. Het wordt een pakje van draad (2). 3 1 Binnen in het pakje gebeurt een wonder. 2 De rups verandert in een zijdevlinder (3). De draad Een boer heeft schapen. Zo zijn er ook mensen die zijderupsen hebben. Ze hebben er heel veel. Ze willen voor al die pakjes van draad hebben. De pakje gaan in kokend water. De draadjes laten los. Veel draadjes worden een dikker 4 draadje. (4)

10 Duur De draad krijgt eerst een kleur. Daarna gaat de wever de draden weven. De zijden stof is heel glad. Zijde is soepel en kreukt niet. Zijde is heel duur. Er is ook kunstzijde. Het is niet gemaakt van de draad van de zijderups. Het is ook niet zo duur.

11 6. Katoen Pluis Katoen is ook textiel. Katoen komt van de katoenplant (1). Het is een pluizige, witte bol. Het lijkt een beetje op watten. Als je er aan trekt, zie je de haartjes (2). Die haartjes kun je net als wol spinnen. Zo wordt het een draad (3). 2 Kleuren en weven De draden katoen krijgen een kleur. 1 3 Een draad heet ook wel garen. Het garen gaat naar een fabriek. Van de garens worden grote lappen katoen geweven.

12 Van spijkerbroek tot handdoek Katoen wordt voor van alles gebruikt. Het is sterk, maar kreukt wel. Het neemt goed water op. Handdoeken zijn daarom van katoen.

13 7. Linnen Stengel Linnen komt ook van een plant. Dit textiel wordt gemaakt van de stengel van de vlasplant (1). De boer snijdt de planten af. Hij laat de stengels op het land liggen (2). Ze liggen in zon en regen. De boer draait de stengels om. De stengel gaat schimmelen Draden De stengels worden gekamd (3). Er gebeurt iets vreemds. De stengel wordt harig (4). Van de korte haren wordt touw gemaakt. Van de lange wordt een draad van linnen gesponnen. Met die draden wordt het linnen geweven. 1

14 Van tafellaken tot schilderij Linnen is sterk en slijt langzaam. Hoe langer je de stof gebruikt, hoe zachter het wordt. Ook neemt linnen goed water op. Handig om de vaat mee af te drogen.

15 8. Filmpje Huisje Boompje Beestje Textiel Bekijk het filmpje

16

17

18 Bronnen en foto s

19 Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: Copyright Age Cnossen 2014 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.