Thermometer SW WVS Roosendaal: financieel resultaat in perspectief Maarten Adelmeijer 15 mei 2018
Landelijke ontwikkelingen - Realisatie 2011-2016 - Doorkijk 2016-2018 2
Ontwikkeling ontslagreden Ontslagreden 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Natuurlijk verloop 3,0% 3,3% 2,5% 2,6% 3,3% 3,1% Einde proeftijd & 1,7% 2,0% 2,1% 2,2% 1,8% 0,9% beëindiging contract bepaalde tijd Overig 2,3% 2,4% 2,1% 1,8% 1,4% 1,4% Totaal 7,0% 7,7% 6,7% 6,5% 6,4% 5,4% Totale uitstroom 7,101 7.742 6.808 6.714 6.561 5.264 Aantal personen op 1 102.808 102.124 102.385 101.891 102.857 96.300 januari Uitstroom als percentage van het aantal personen dat actief is op 1 januari weergegeven.
Regionale spreiding SW-populatie
Ontwikkeling uitgaven SW: realisatie en doorkijk Uitgaven en bijdragen in 1.000 per SE 5
Toelichting ontwikkeling uitgaven 2011-2014: Dalende uitgaven door verbeterde operationele resultaten en lage loonkosten door invoering van wettelijk minimumloon Stijgende rijksbijdrage door inflatie Resultaat: de gemeentelijke bijdrage daalt van 1.200,- in 2011 naar 500,- in 2014 per sw medewerker. 2015 2016 De verbetering van het operationeel resultaat vlakt af. De loonkosten van sw medewerkers stijgen doordat mensen doorstromen van minimumloon naar functieschalen en geen mensen op minimumloon niveau meer instromen. De rijksbijdrage daalt door de efficiency korting. Resultaat: de gemeentelijke bijdrage stijgt van 500,- in 2014 naar 1.500,- in 2016 per sw medewerker. 2017-2018: Invoering van de LIV zorgt ervoor dat de sw loonkosten globaal gelijk blijven Operationeel resultaat verbetert nog iets, vooral bij bedrijven met een relatief slecht resultaat Dalende rijksbijdrage door efficiencykorting en hoger aantal sw-medewerkers dan verwacht Resultaat: de gemeentelijke bijdrage stijgt van 1.500 in 2016,- naar 2.500 in 2018 per sw medewerker. In 2016 droegen gemeenten landelijk 126 mln. bij, dat stijgt naar 190 mln. in 2018. 6
Ontwikkeling rijksbijdrage per SE uitgaande van volume MvT vs. volume recente blijfkansen-berekening 7
Onderzoek factoren en keuzes die operationeel resultaat bepalen Observaties bij bedrijven met goed operationeel resultaat Vaak al voor invoering P-wet aanleiding tot actie Strakke sturing op financieel resultaat Bij beslissingen over uitplaatsing financiele factor belangrijk Ondernemend: veel aandacht voor kwaliteit processen, investeren op alle niveaus in relaties met werkgevers, samen met werkgevers werk creëren, veel werk van buiten de regio Observaties bij bedrijven met slecht operationeel resultaat Minder sturing op financieel resultaat Focus ook op uitplaatsing als dat geen positief financieel resultaat oplevert Gemeenten soms niet op één lijn of verwikkeld in herindelingen Vaak productgericht bedrijf met grote productiefaciliteiten Indien gemeentelijke dienst: sturing op gemeentebreed resultaat, hoge overhead toerekening Omzet of tarieven voor werk bij gemeenten vaak laag 8
operationeel resultaat hangt tot op zekere hoogte samen met de kwaliteit van beleid en uitvoering Nadrukkelijke en bewuste sturing op het financieel resultaat. Ondernemerschap, waarbij creatief en actief gezocht wordt naar activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan het financieel resultaat van de organisatie en waarbij activiteiten die leiden tot een verslechtering van het resultaat worden afgestoten. Het bedrijf is flexibel en past zich telkens aan op de nieuwe situatie. Het gaat om het zien en benutten van kansen en het telkens zoveel mogelijk verzilveren van de loonwaarde van de medewerkers. Bedrijven met een goed operationeel resultaat hanteren tenminste marktconforme tarieven en de omzet vanuit de eigen gemeenten is meestal bovengemiddeld. Bedrijven in regio s met weinig economische bedrijvigheid, halen een groot deel van hun werk van buiten de regio. Bedrijven met een hoog operationeel resultaat hebben vaak een goede verhouding met hun bestuur. Bestuur en directie voelen een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om voorwaarden te scheppen die bijdragen aan een positief resultaat. Het bestuur zit daarbij op één lijn. 9
Analyse WVS ten opzichte van landelijk beeld 10
Ontwikkeling aantal bedrijven met positief resultaat % van de sw bedrijven met 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Positief operationeel resultaat 49% 43% 42% 57% 62% 69% Positief subsidie resultaat 23% 32% 29% 25% 21% 11% Positief financieel resultaat 22% 27% 26% 31% 32% 23% WVS Operationeel resultaat positief over periode 2011-2016 Subsidieresultaat negatief over periode 2011-2016 Financieel resultaat negatief over periode 2011-2016 11
Ontwikkeling tekort Landelijk 2011 2012 2013 2014 2015 2016 mutatie 2014-2016 in 1.000 euro / SE 1.000 euro % Operationeel resultaat -0,2-0,5-0,1 0,2 0,3 0,4 0,2 loonkosten sw* -26,6-26,9-27,2-27,1-27,4-27,8-0,6-2% totaal uitgaven -26,9-27,5-27,4-26,9-27,1-27,3-0,4-2% Rijksbijdrage 25,7 26,2 26,4 26,4 26,0 25,8-0,6-2% Overschot/tekort -1,2-1,3-0,9-0,5-1,1-1,5-1,0 WVS 2011 2012 2013 2014 2015 2016 mutatie 2014-2016 in 1.000 euro / SE 1.000 euro % Operationeel resultaat 2,6 2,5 2,3 2,6 3,2 3,3 0,7 loonkosten sw* -29,3-29,2-29,5-29,7-30,4-30,8-1,1-4% totaal uitgaven -27,0-26,8-27,3-27,2-27,3-27,7-0,5-2% Rijksbijdrage 25,5 25,7 25,8 25,8 25,8 25,5-0,3-1% Overschot/tekort -1,5-1,2-1,5-1,4-1,5-2,1-0,8 * incl loonkostensubsidie begeleid werken - Operationeel resultaat beter dan landelijk en blijft sneller verbeteren - Loonkosten sw slechter en blijven verslechteren - Per saldo verslechtert financieel resultaat van 2014-2016 iets minder bij WVS dan landelijk - Rijksbijdrage bij WVS iets lager doordat minder gestuurd is op verkrijgen status ernstige handicap, 12
Vergelijking financieel resultaat - WVS - 2.100 per SE - Landelijk gemiddelde: - 1.500 per SE 13
Vergelijking sw loonkosten - WVS 30.800 per SE - Landelijk gemiddelde: 27.800 per SE Belangrijkste redenen voor relatief hoge sw loonkosten: - Relatief weinig mensen in loonschaal 0 t/m B: 36% tegen landelijk gemiddeld 50% - Relatief weinig mensen in begeleid werken, waar de loonkostensubsidie slechts rond 10.000 bedraagt: 1% tegen landelijk gemiddeld 6%. Oorzaak: tot 2013 kende WVS Roosendaal uitloopschalen voor sw medewerkers waardoor zij relatief veel verdienden en begeleid werken onaantrekkelijk was vanwege de hoge lonen bij WVS. 14
Ontwikkeling functieschalen Ontwikkeling loonschalen sw medewerkers WVS Landelijk 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2011 2012 2013 2014 2015 2016 0 1% 5% 8% 10% 9% 8% 0 11% 14% 16% 17% 14% 12% A 8% 9% 10% 10% 10% 10% A 6% 7% 7% 7% 8% 9% B 19% 18% 17% 17% 17% 17% B 28% 27% 27% 27% 28% 29% 0 t/m B 28% 32% 35% 36% 35% 35% 0 t/m B 46% 48% 49% 51% 50% 49% C 36% 34% 33% 32% 33% 33% C 29% 28% 27% 26% 27% 28% D 21% 19% 19% 18% 18% 18% D 14% 13% 12% 12% 12% 12% E 6% 6% 6% 6% 6% 6% E 5% 4% 4% 4% 4% 4% F 5% 4% 4% 4% 4% 4% F 2% 2% 2% 2% 2% 2% G 3% 2% 2% 2% 2% 2% G 1% 1% 1% 1% 1% 1% H 1% 1% 1% 1% 1% 1% H 0% 0% 0% 0% 0% 0% I 0% 0% 0% 0% 0% 0% I 4% 4% 4% 4% 4% 4% C t/m I 72% 68% 65% 64% 64% 64% C t/m I 54% 52% 51% 49% 50% 51% Opvallend: - Bij WVS vanaf 2013 35% in lage loonschalen tegen landelijk 50% - Voor 2013 bij WVS nog minder mensen in lage loonschalen - Oorzaak: voor 2013 kende WVS uitloopschalen voor sw medewerkers en bovendien is de inschaling vaak 1 schaal hoger dan de werkzaamheden rechtvaardigen. 15
Vergelijking operationeel resultaat - WVS 3.300 per SE - Landelijk gemiddelde: 400 per SE 16
Typisch voor ondernemende sw bedrijven in Brabant, waaronder WVS Al voor de invoering van de Participatiewet gestuurd op een effectieve organisatie Werk van zowel binnen als buiten de regio. Voortdurend gericht op procesverbetering (yellow/black belt lean). Goed relatiebeheer. Marktconforme tarieven, ook voor werk van gemeenten. Van oudsher zijn bedrijfsleven, overheid en onderwijs op elkaar ingespeeld en werken samen om de sociale opgaven in de regio aan te gaan. MT-leden gefocust op netwerken met bedrijven. Selectie van regulier personeel gericht op bedrijfsmatig ingestelde mensen uit het bedrijfsleven. In staat om bij logistieke bedrijven in de regio werkzaamheden te vinden of te creëren door delen van processen over te nemen of werk dat nog niet gedaan werd aan te bieden. 17
Cijfers WVS Hoofdbestanddelen P (prijs) x 1000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Netto toegevoegde waarde 23.828 23.310 22.861 23.542 23.764 24.079 Inkomsten uit re-integratieactiviteiten 0 15 407 683 371 384 Inkomsten uit andere niet Wsw gerelateerde activiteiten 605 704 836 371 626 1.202 Loonkosten overige doelgroepen 0 0 0 0 0-28 Overige bedrijfskosten (incl. incidentele baten en lasten) - 17.978-17.790-18.472-18.224-17.184-18.244 Operationeel resultaat (optelling 1 t/m 5) Loonkosten sw personeel Betaalde loonkostensubsidie begeleid werk sw (Fictieve) rijksbijdrage 6.455 6.239 5.632 6.372 7.577 7.393-72.221-71.698-73.396-73.102-72.012-69.762-723 - 475-192 - 179-162 - 177 62.712 63.071 64.148 63.547 61.121 57.743 Subsidieresultaat (optelling 7, 8, 9) - 10.232-9.102-9.440-9.734-11.053-12.196 Financieel resultaat excl gemeentelijke bijdrage - 3.777-2.863-3.808-3.362-3.476-4.803 Gemeentelijke bijdrage Bedrijfsresultaat (optelling 6, 10, 11) 1.283 1.252 1.209 5.199 4.005 4.551-2.494-1.611-2.599 1.837 529-252 SE 2462 2457 2485 2460 2367 2262 toename / afname 0% 1% -1% -4% -4% 18
Maarten Adelmeijer m.adelmeijer@berenschot.nl Martin Heekelaar m.heekelaar@berenschot.nl Felix van Urk f.vanurk@berenschot.nl