Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Initiatiefnemer: Aerts Kristof Koloniedijk 2 2340 Beerse 23 april 2018 PRMER-3076-SA
1. Inleiding Het veeteeltbedrijf van Aerts Kristof, gelegen op het exploitatieadres Koloniedijk 2, te 2340 Beerse, is momenteel vergund voor het houden van 72000 slachtkuikens, in drie stallen, waarvan twee traditionele en één nieuwe ammoniakemissiearme stal. De uitbater wenst zijn vergund dierenaantal uit te breiden tot 320000 slachtkuikens. Hiervoor zullen twee bijkomende ammoniakemissiearme stallen worden bijgebouwd. De bestaande traditionele stal 1 zal worden omgevormd tot een loods, terwijl de andere traditionele stal zal worden uitgebreid en omgebouwd tot eveneens een ammoniakemissiearme stal. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage I 21 a) : Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan: 85.000 plaatsen voor mesthoenders (ander gevogelte dan legkippen) De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de aanmelding voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-mer en beide gebundeld in te dienen als één document. De Dienst Mer ontving een aanmelding met vraag om scopingsadvies op 22 februari 2018. Er werd geen openbare raadpleging/participatiemoment/infomoment georganiseerd door de initiatiefnemer van het project. De Dienst Mer vroeg adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage). De Dienst Mer stelt dit scopingsadvies op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2, en met de ontvangen adviezen. Dit scopingsadvies heeft betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding en aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke vereisten die in dit scopingsadvies geformuleerd zijn. 2. Verantwoording, beschrijving project en alternatieven Zoals in de aanmelding vermeld, moet het MER de volgende alternatieven onderzoeken en beoordelen (of gemotiveerd niet onderzoeken) o Nulalternatief o Uitvoeringsalternatieven 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Dienst Mer scopingsadvies PR3076 2
o o Locatiealternatieven (gemotiveerd niet te onderzoeken) Doelstellingsalternatieven (idem) Inzake uitvoeringsalternatieven gaan de deskundigen na of er relevante BBT-studies of BREFnota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. 3. Algemene en methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit moet beschreven worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar boven komen, moeten deze toegevoegd worden. Volgende relevante juridische en beleidsmatige randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: zie verder: Cumulatieve effecten moeten onderzocht worden. De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens moet per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen moet aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren. Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de aanmelding, voldoende aandacht besteed worden aan het volgende: Algemeen: Het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 toevoegen aan de lijst met beleidsmatige randvoorwaarden, en een uitspraak doen of dit aspect relevant is voor het project. Het Departement Landbouw en Visserij geeft, ivm de toekomstige stedebouwkundige aanvraag, de opmerking mee dat de tot loods om te bouwen stal 1, enkel voor vergunbare landbouwactiviteit zal mogen worden gebruikt (niet specifiek relevant voor het MER). Dienst Mer scopingsadvies PR3076 3
Discipline water: VMM merkt op dat bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de nieuwe stallen en uitbreiden van de bestaande stal, moet worden aangetoond dat er genoeg neerslagwater zal worden hergebruikt om de meer dan 60 m² verharde oppervlakte in mindering te brengen bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Discipline biodiversiteit: Het Agentschap Natuur en Bos (ANB) stelt dat voldoende is aangetoond dat er geen betekenisvolle effecten zijn op het nabijgelegen SBZ, zodat er geen passende beoordeling moet worden opgemaakt. Aangaand de verscherpte natuurtoets vraagt ANB wel om het MER nog aan te vullen met een beschrijving van de effecten op het nabijgelegen VEN-gebied. Verder merkt ANB op, dat er ook buiten de aandachtsgebieden (SBZ en VEN), er in de omgeving van het bedrijf nog biologisch zeer waardevolle elementen aanwezig zijn. ANB vraagt om deze mee te evalueren. De Provincie vraagt ook naar een screening van de effecten op deze zeer waardevolle biotopen (beschreven op pag. 111), in het bijzonder deze in Luisterborg en Witven, en verwijst daarbij naar het significantiekader in het RLB Landbouwdieren, pag. 105, voor vermesting en verzuring voor habitats en regionaal belangrijke biotopen buiten SBZ gebied. Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie): - de leemten in de kennis - de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen - een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting (inclusief de milderende maatregelen) - tewerkstelling, investering en gebruikte materialen - een niet-technische samenvatting 4. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Het in de aanmelding voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. Digitaal getekend Door Liesl Vanautgaerden Projectmanager Directie Gebiedsontwikkeling Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Dienst Mer scopingsadvies PR3076 4
Bijlage Lijst met instanties die werden aangeschreven. College van Burgemeester Bisschopslaan 56 2340 Beerse en Schepenen van Beerse Provinciegouverneur van Koningin Elisabethlei 22 2018 VMM Afdeling Ecologisch Dr. De Moorstraat 24-26 9300 Aalst Toezicht - Milieureglementering Vlaams Agentschap Zorg en Lange Kievitstraat 111-113 bus 2018 Gezondheid Afdeling Toezicht Volksgezondheid 31 VMM Afdeling Operationeel Koning Albert II-laan 20 bus 1000 Brussel Waterbeheer 16 Agentschap Natuur en Bos Lange Kievitstraat 111-113 bus 2018 buitendienst 63 Onroerend Erfgoed Lange Kievitstraat 111-113 bus 2018 52 Departement Landbouw en Lange Kievitstraat 111-113 bus 2018 Visserij Afd. Duurzame Landbouwontwikkeling 71 Fluxys Infoworks Kunstlaan 31 1040 Brussel Afdeling Omgevingsprojecten Lange Kievitstraat 111-113 bus 61 2018 Lijst met de instanties die gereageerd hebben Provinciegouverneur van Koningin Elisabethlei 22 2018 VMM Afdeling Operationeel Koning Albert II-laan 20 bus 1000 Brussel Waterbeheer 16 Agentschap Natuur en Bos Lange Kievitstraat 111-113 bus 2018 buitendienst 63 Departement Landbouw en Lange Kievitstraat 111-113 bus 2018 Visserij Afd. Duurzame Landbouwontwikkeling 71 Fluxys Infoworks Kunstlaan 31 1040 Brussel Afdeling Omgevingsprojecten Lange Kievitstraat 111-113 bus 61 2018 Dienst Mer scopingsadvies PR3076 5