Hoe betrek je de leerlingen?



Vergelijkbare documenten
Bewegen naar de zon. Educatieve fiche. Hoe kan mijn klas mee bewegen naar de zon? Wel, waarom vraag je het niet aan jouw leerlingen?

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek

reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Draaiboek voor het uitwerken van activiteiten 1

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

De focusgroepen gaven ons in het verleden al een antwoord op volgende kernvragen:

Reflectiegesprekken met kinderen

Als één blok samen. Laat 's morgens bij het binnenkomen de clip van de Phillibustas zien:

1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Nu beslissen Steunpunt Diversiteit & Leren

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Op welke manier spelen jullie in op de interesses van de leerlingen? Hoe komen afspraken en regels bij jullie in de klas en de school tot stand?

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Liefde, voor iedereen gelijk?

4 populairste bevragingsmanieren STEMMEN IN DE PAUZE TIJDENS DE LES VÓÓR DE LESDAG

Draaiboek mini-burgerkabinet

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Coachingstraject Participatie. Mechelen, 20 juni 2017

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Over taaie taboes en lastige liefdes

Ik geloof dus ik ben?

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

> VERSLAG MAATSCHAPPELIJKE STAGES II Inspraakdag Vlaams Parlement Vrijdag 18 maart 2011 (namiddag)

lesmateriaal Taalkrant

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

Training. Vergaderen

BIJEENKOMST 1- KENNISMAKING

OMGAAN MET VERANDERING

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Participatie leerlingen en ouders

Duurt eerlijk het langst?

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

De aarde viert feest

Ook getest op kinderen

Je eigen nieuwjaarsbrief

Rechtvaardige Rechters in actie

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken?

DE GROTE ZUIDDAG CHECKLIST

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Werkboek Het is mijn leven

t Vuil Reclametruukske

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Geen kwaliteitsvol gezondheidsbeleid zonder leerlingenparticipatie!

Daarom hebben IKEA-kastjes een handleiding en auto s een gps-toestel. Mensen moeten nu eenmaal op weg geholpen worden.

Feedback aan leerkrachten

Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Lesbrief Theater Dakota

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

> VINGER IN DE PAP Handleiding bij de vragenlijst

maandag dinsdag , , woensdag donderdag

AAN DE SLAG samen met mijn leerlingen

Iedereen online, van 9 tot 99 jaar. Les Facebook, sociaal zijn op het internet. Deze iconen tonen aan voor wie het document is

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

ACTIEF TOEZICHT. Informeren en structurele maatregelen

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Enquête Vlaamse Scholierenkoepel

Knabbel en Babbeltijd.

4 Testen en optimaliseren

LEERLINGENRAAD MEESTER KREMERSCHOOL

Annette Koops: Een dialoog in de klas

ONTBIJT OP SCHOOL. Voorbereiding van het ontbijt. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Een nieuw jaar nieuwe kansen en 9 tips die je helpen je doelen te bereiken. coaching en energetische therapie.

Ben ik verplicht om naar school te gaan? Kan de school mij als straf naar huis sturen? Kunnen we op school een leerlingenraad opstarten?

GA MEE OP WERELDREIS! WELKE ROUTE KIEZEN JULLIE?

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

WERKBLAD 1. EIGEN GEDRAG IN HET VERKEER

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

Leerlingenraad. de Plantage

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

Draaiboek voor een gastles

Draaiboek vorming oudercontact

Hieronder worden enkele methodieken beschreven die ondersteunend kunnen zijn voor het reflecteren over:

Vluchtelingen op bivak. Tips & Tricks

DE INFOBEURS. Beroepsopleiding, werk, werkervaring, stage. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

De laatste wens van Maarten Ouwehand

H.A.N.G. PLEKKEN. Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Voorstelling Onafhankelijk leven

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Transcriptie:

Deel 3 Hoe betrek je de leerlingen? 1 WELKE IDEEËN HEBBEN MIJN LEERLINGEN IVM WERELDBURGERSCHAP?... 88 2 HOE KUNNEN MIJN LEERLINGEN AAN WERELDBURGERSCHAP WERKEN?... 96 3 MET WIE KUNNEN MIJN LEERLINGEN SAMENWERKEN?... 104

Deel 3 hebben we iets anders opgevat dan de voorgaande delen. Zowel op school- als klasniveau kan je leerlingen betrekken. Combineer dus tips uit deel 3 met het proces dat je opstart in deel 1 en/of 2. Hoe kan ik meer inspraak geven aan mijn leerlingen? Hoe zorg ik er voor dat mijn leerlingen gemotiveerd meewerken rond mondiale thema s? Ben jij ook op zoek naar een antwoord op bovenstaande vragen? In dit deel vind je informatie en ideeën die je stapsgewijs op weg zetten. Een project of een schoolvisie dat door de leerlingen ondersteund wordt, heeft veel meer kansen op slagen. Daarom staan we in dit deel expliciet stil bij manieren om leerlingen te betrekken. Door leerlingenparticipatie 33 kunnen leerlingen meedenken, meepraten, meewerken en meebeslissen over wat er met hen en rond hen gebeurt op school. Het betekent ook dat leerlingen inbreng hebben in het onderwijsbeleid dat hun scholen vorm geeft. Werk maken van leerlingenparticipatie is vooral aandacht krijgen voor de ideeën en verwachtingen van leerlingen. Leerlingen moeten in gesprek kunnen gaan met hun leerkrachten over wat er in de klas en op school gebeurt, maar ook over wat hen buiten de school bezighoudt. We hebben het hier dus over een houding, niet over een activiteit. Toch zijn er ook specifieke activiteiten nodig om de invloed van leerlingen zichtbaar te maken. De school moet in gesprek gaan met zijn jongeren en tijd en ruimte vrij maken om de inbreng en ideeën van leerlingen te verzamelen. Deze taak is weggelegd voor de leerlingenraad. Participeren in de klas en op school vullen elkaar aan. Het houdt geen steek als leerlingen hun ding mogen zeggen tegen de directeur maar hun mond moeten houden in de klas, op het secretariaat, of omgekeerd. Leerlingenparticipatie is een cultuur die leeft in de hele school. 33 Voor het deel over leerlingenparticipatie baseerden we ons vooral op de Visietekst Participatie op school van de Vlaamse Scholierenkoepel vzw: www.vsknet.be. 85

Houding Participatie op school begint bij een participatieve houding van de leerkracht: houdt hij of zij rekening met de spontane feedback, ideeën en verwachtingen van leerlingen, over de lestijd en over het leven op school? Daarnaast is participatief lesgeven ook zeer belangrijk: de leerkracht moet ervoor zorgen dat alle leerlingen zich actief betrokken voelen bij de les. Participatie op school overstijgt het klasniveau Of leerlingen hun gedacht kwijt kunnen over zaken die verder gaan dan de klas, hangt af van de sfeer die leeft op school. Het gaat in de eerste plaats om een houding: leerlingen mogen en kunnen mee het verschil maken in de werking van de school. HET PARTICIPATIECONTINUÜM 34 Leerlingenparticipatie sluit volwassenenparticipatie uiteraard niet uit. Er zijn verschillende gradaties van leerlingenparticipatie mogelijk. Aan het ene uiteinde van het continuüm heeft de school alles in handen, aan het andere uiteinde beslissen alleen de leerlingen. Bepaal zelf de positie van jou en je leerlingen. Jullie positie kan veranderen naargelang het thema. Stel ook de vraag: waar willen we naartoe? In handen van de leerlingen Zelf regelen Samen oplossingen bedenken Samen ondernemen Advies geven voorstellen doen Leerlingen worden gehoord De leerlingen worden geïnformeerd 35 In handen van de school 34 VAN BOGAERT, (M.). Oprechte deelneming. Werkmap leerlingenparticipatie voor de basisschool. Kinderrechtencommissariaat & Steunpunt Leerlingenparticipatie, Brussel, 2004. 35 Tips aangereikt door de Doedèskadèn. Deze vzw helpt je om leerlingenparticipatie vorm te geven in je school: www.doedeskaden.be. 86 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

1 WAAR WIL JE MET JE LEERLINGEN WERK VAN MAKEN? In dit deel geven we je tips en methodieken over hoe je vanuit de ideeën van je leerlingen aan wereldburgerschap kan werken. We hebben de tips opgedeeld in drie actiedomeinen. Kies een domein dat aansluit bij jouw klas- of schoolsituatie en de nood die je op dit moment ervaart. 1. Welke ideeën hebben mijn leerlingen ivm wereldburgerschap?... pag. 88 2. Hoe kunnen mijn leerlingen aan wereldburgerschap werken?... pag. 96 3. Met wie kunnen mijn leerlingen samenwerken?... pag. 104 2 AAN DE SLAG PER ACTIEDOMEIN De actiedomeinen helpen je na te denken, maar geven je ook inspiratie om aan het werk te gaan. Daarom bestaat elk actiedomein uit twee delen. 1. NADENKEN met de DENKVRAGEN Met deze vragen kan je een beeld schetsen van de huidige situatie. Wat gebeurt er momenteel al rond wereldburgerschap op jouw school? Wat zou je in de toekomst nog kunnen doen? 2. DOEN met de DOETIPS In elk actiedomein vind je ook doetips: suggesties, ideeën en (school)voorbeelden. Met deze concrete inspiratie kan je binnen je school van start gaan en een antwoord zoeken op de denkvragen. Heb je een actiedomein gekozen? Blader dan door naar dat actiedomein >>>> 87

1. Welke ideeën hebben mijn leerlingen? DOETIPS Vier houdingen van leerlingen (a) In een onderzoek 36 naar de houding van leerlingen ten opzichte van ontwikkelingssamenwerking, kwamen de onderzoekers vier types leerlingprofielen op het spoor. Waarschijnlijk herken je ook uitspraken van jezelf en je collega s in een van de vier profielen. 1. De negativisten De rijkdom in het Noorden is gebaseerd op armoede en uitbuiting van de ontwikkelingslanden. De eigen machtshebbers in het Zuiden houden hun bevolking arm. Wij kunnen geen rol spelen in het oplossen van de problemen. Vooral het Zuiden zelf en/of de politici moeten hier iets aan doen. 3. De realisten Hier situeren de onderzoekers de grootste groep leerlingen, namelijk 36 procent. Ik kan zelf ook iets doen tegen het onrecht in de wereld. Armoede in het Zuiden wordt mee in de hand gewerkt door uitbuiting door het Noorden. 4. De idealisten Ik wil me zeker inzetten voor een betere wereld. Ik zou niemand met de vinger wijzen als het gaat over de oorzaken van armoede, want ik weet er eigenlijk niet zoveel van. Zij nemen bijgevolg niet deel aan acties en petities en vinden acties weinig zinvol. 2. De fatalisten Hoe pak je nu een wereldburgertraject aan met leerlingen die eerder negatief of fatalistisch ingesteld zijn? Diegene die dat geheim kan ontrafelen, wacht ongetwijfeld een mooie toekomst. Ikzelf, noch andere leerlingen kunnen iets doen aan de onrechtvaardigheid in de wereld. Het probleem is bijna onoplosbaar. De politici en de mensen in het Zuiden zullen er niet in slagen de onrechtvaardige machtsverhoudingen recht te trekken. Leerlingen motiveren rond wereldburgerschap (b) Jullie hebben de wereld om zeep geholpen, nu moet je niet aan mij vragen om hem te redden. Genieten, meneer: dat is alles wat telt, de wereld gaat toch kapot. Het heeft toch allemaal geen zin. 36 ACE EUROPE. Finaal rapport Oxfam Fair Trade scholenproject (03-06). 2006. 89

Je bent overtuigd van het belang van wereldburgerschap maar stoot bij je leerlingen op een muur van cynisme en onverschilligheid. Hoe ga je daar mee om? Hoe lok je leerlingen uit hun tent? De persoonlijke competenties van de leerkracht en zijn of haar ervaring zijn de belangrijkste wapens. We geven je graag wat extra munitie mee 37. Sluit aan bij de leefwereld van de jongeren en ga in op negatieve uitspraken. Maak hen bewust van de gevolgen van deze negatieve manier van zich uitdrukken (voor zichzelf, de leerkracht, de klas). Werk aan alternatieve houdingen en uitingen. Probeer te analyseren vanwaar de onverschilligheid komt: - schoolmoeheid; - problemen thuis of elders; - imago in de groep; - geen zin en geen reden zien om je - mening te geven in groepsverband; - angst om zich kwetsbaar op te stellen; - gebrek aan een veilige klassfeer; - te weinig informele momenten en - babbels met leerlingen zodat er nog - geen onderling vertrouwen is. Straal je zelf wereldburgerschap uit? Ga na in welke mate je uitingen van leerlingen negatief of aanmoedigend beoordeelt (wellicht geldt onderstaande uitspraak minder voor jou, maar je zal ze wel herkennen). Wat zouden de leerlingen ervan vinden als er op donderdag geen frisdrank zou zijn op school? Luister naar hun reacties. Oké, je vindt nu genieten het belangrijkst. Heb je geen toekomstplannen met je lief? En hoort bij dat nu genieten ook reizen? Waar ga je naartoe? Valt je niks op? In het vijfde middelbaar is het gewoon cool om anti te zijn. Er zijn inderdaad cynische leerlingen, maar er zijn ook cynische leerkrachten! Mensen die ronduit een verzuurde kijk op de wereld geven. Mensen die wit zeggen en zwart handelen. Mensen die zelfs weigeren wit te zeggen. Is het niet logisch dat een jongere tegen zo n wereld revolteert? Vertrek niet vanuit het principe: het zal hen toch niet interesseren. Met die houding krijg je net dat waar je voor vreest (het Pygmalion-effect). Neem als uitgangspunt dat er geen onverschillige leerlingen bestaan. Je hebt alleen de weg nog niet gevonden om ze uit die apathische houding te lokken. Maar wees ook realistisch, je krijgt niet altijd al je leerlingen mee. Creëer een veilige schoolsfeer waarin je leerlingen uitdaagt hun mening te zeggen. Onverschilligheid kan ontstaan doordat de leerlingen niet het gevoel hebben dat er naar hun mening ook effectief geluisterd wordt. De vorm is ook belangrijk. Link je mondiaal thema aan iets hips, waar jongeren mee bezig zijn. Verwijs naar hun leefwereld op plaatsen waar zij het niet verwachten. Geef voldoende info en leg het waarom uit van bepaalde activiteiten, regels of beslissingen. Durf je als leerkracht kwetsbaar opstellen. We proberen, we zoeken, we twijfelen, we falen allemaal. Maar soms lukken er ook dingen. Het participatieprincipe staat in alle scholen op papier. Maar je moet ook voorwaarden scheppen om zo n dynamiek te creëren. Erger dan een wrede reactie, vind ik geen reactie. Zeg niet enkel: we gaan een milieu-dag doen maar leg uit waarom. Als het spannend en aantrekkelijk is voor de leerlingen, onthouden ze ook iets van de inhoud! 37 www.knooppuntdemocratie.be/uploadedfiles/portail_democratie/world_in_your_plate/tekstbundel%20reeks%201.doc 90 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

1. Welke ideeën hebben mijn leerlingen? Er was weinig respect voor de wc-ruimte tot leerlingen tijdens het projectjaar zelf kunstzinnige affiches ontwierpen om de wc-deuren te verfraaien. Maria Boodschaplyceum, Brussel Samen ideeën verzamelen 38 (c) Wat vinden leerlingen zinvol? Welke ideeën leven er bij hen? Wat ervaren zij als problemen? Maak je activiteit zichtbaar in de klas of school. Op pagina 27 en 76 vind je meer voorbeelden. De leerlingen waren gemotiveerd door de nieuwe speelse werkvormen, zoals het gebruik van jetons. Doorheen de workshop Kom, kommer en kwel van Studio Globo verzamelden ze muntjes, die ze later op een paar kermiskramen inzetten. De leerlingen volgden aandachtig en amuseerden zich tegelijkertijd. Het is misschien zelfs een idee om dat systeem in onze eigen lessen toe te passen. OLV Presentatie, Lokeren Gebruik stimulansen. Andere tijden? Tijdens klasgesprekken zijn altijd dezelfde leerlingen aan het woord. Laat leerlingen zelf ideeën en thema s aanbrengen waarrond je in je klas of school kan werken. Sluit zo dicht mogelijk aan bij hun ervaringswereld. Zo bevorder je hun betrokkenheid. We sommen een paar manieren op om ideeën te verzamelen. 1. De placemat Via deze methode stap je over van een lijst met onderwerpen van mijn voorkeur naar een lijst met onderwerpen van onze voorkeur. Als je de placemat gebruikt, kunnen alle leerlingen aan bod komen. Zo weet je ook wat de minder mondige leerlingen denken, en kom je te weten wat er leeft in de groep. Waren wij op die leeftijd altijd zo genuanceerd tijdens een discussie? Of stelden we onze leraar - de vorige generatie en de wereld grondig in vraag? En moest/moet dat net niet? Wat wel opvalt, is dat de cultuur veranderd is. De idee over de maakbaarheid van de wereld is veranderd. Kleur Bekennen stimuleert ervaringsgericht en procesmatig werken rond wereldburgerschap. Voor tips en suggesties verwijzen we naar: www.cego.be en www.ervaringsgerichtonderwijs.nl 38 Originele en speelse tips vind je in: VAN BOGAERT, (M.). Oprechte deelneming. Werkmap leerlingenparticipatie voor de basisschool. Kinderrechtencommissariaat & Steunpunt Leerlingenparticipatie. Brussel. 2004. Deze werkmap is uiteraard bedoeld voor het basisonderwijs, maar de tips zijn mits kleine wijzigingen zeker ook interessant voor het secundair onderwijs. Verdeel de leerlingen in groepjes van vier. Elk groepje krijgt een placemat en legt die in het midden van de tafel. In de zijvakken komen de ideeën die elke leerling zelf kiest. In het middenvak schrijven ze de onderwerpen waarover de groep zich uitspreekt. Stel aan de groep een goed afgebakende vraag. Elke leerling noteert eigen ideeën, voorstellen en antwoorden in een zijvak van de placemat. Na het individuele denkwerk verduidelijkt elk groepslid zijn voorstellen voor de andere leden van de groep. Ze kiezen ideeën of voorstellen die de groep het belangrijkst vindt en noteren ze in het middenvak van de placemat. Alle groepen lezen de resultaten in hun middenvak voor. Ze lichten hun keuzes toe. Je noteert de ideeën, voorstellen of problemen op het bord. Overloop de voorstellen: zo toets je of iedereen zichzelf in het uiteindelijke lijstje herkent. De placemat vind je in de bijlagen van dit boek bij de werkdocumenten op pagina 114. 91

2. Ideeënbus en de groene enveloppe 39 De leerlingen maken de bus zelf en smukken ze op met bijvoorbeeld toffe prenten of glitterletters en ze zoeken er een leuke naam voor. Baken je vraag goed af en verduidelijk wat je met de voorstellen doet. Je kan er bijvoorbeeld op het webforum over discussiëren. Of bevestig een bord aan de ideeënbus met daarop een woordje uitleg en leuke ideeën. Zet de kat bij de melk. Je moet al een heel gemotiveerde leerling zijn om je briefje te posten in een bus achter de deur van de leraarskamer. Maak tijd voor reacties. Bekijk de inhoud van de bus regelmatig. Als je elke klas op hetzelfde ogenblik wil bevragen over een thema, is een ideeënbus misschien minder geschikt. Je kan je vraag ook stellen via een brief in bijvoorbeeld een groene enveloppe. Elke klas bespreekt de inhoud van de groene enveloppe op hetzelfde moment en noteert haar ideeën of antwoorden. Dat hoeft maar 15 minuten te duren. Daarna stuur je de brief weer naar de afzender. Iedere klastitularis maakte - op vraag van de leerlingenraad - tien minuten tijd om ideeën in de bus te droppen. Wij werkten met een reizende klasbus: onze leerlingen gingen zelf met de ideeënbus rond op de speelplaats. Daarna bezochten leerlingen van de leerlingenraad elke klas, met de bus in de hand. In onze ideeënbus zat meestal alleen snoeppapier en kauwgom. In het kader van een MOS-project maakten wij een smos-pot. Elke vrijdagnamiddag maakt de leerlingenraad de bussen leeg en schuift ze door naar andere klassen. 39 Originele en speelse tips vind je in: VAN BOGAERT, (M.). Oprechte deelneming. Werkmap leerlingenparticipatie voor de basisschool. Kinderrechtencommissariaat & Steunpunt Leerlingenparticipatie. Brussel. 2004. www.vsknet.be 40 Voor meer info surf je naar www.vsknet.be 3. Babbelbox, antwoordapparaat of interview 40 Ken je de babbelbox van Man bijt Hond? Dat idee kan je herhalen met de klas of de school. Rond een duidelijke vraag, zoals: hoe kunnen we de communicatie verbeteren met onze bevriende school in Gambia? Of welke uitstap maken we in het kader van onze actie rond verdraagzaamheid? Een paar ideeën op een rij. Wil je ook een babbelbox maken? Stel dan een camera en microfoon op in een afgeschermde ruimte. Heb je geen camera? Een antwoordapparaat is misschien beter haalbaar. Laat leerlingen bellen op de interne lijn en hun zegje doen op het antwoordapparaat van de school. Je kan de babbelbox ook combineren met een interview. Maak vooraf afspraken over de duur van het interview, de rolverdeling (wie stelt de vragen en wie noteert?), de locatie en de introductie van het interview bij de geïnterviewde. Wij hebben vaak oude wagens op school staan. Eentje richtten we in als interviewruimte. Op de achterbank interviewden twee leerlingen van de leerlingenraad hun collega s en leerkrachten, gewapend met een camera, cassetterecorder en spitsvondige vragen. Hilarisch. En het leverde schitterende ideeën op. Praktijkvoorbeeld Vlaamse Scholierenkoepel vzw 4. Digitaal forum of enquête Op de schoolwebsite staat misschien al een leerlingenforum? In dat geval kunnen de leerlingen een thema toevoegen. Zorg er wel voor dat de centrale vraag duidelijk is. Surf naar www.forum.leerlingen.com voor tips over leerlingenfora. Stel een leerling of leerkracht aan als moderator. Hij of zij leidt het gesprek in goede banen en komt onder andere tussen wanneer er foute informatie verspreid wordt. Of een forum echt leeft, hangt af van de inbreng van alle leerlingen. Als blijkt dat het forum een succesvol debatinstrument is, kan het daarna nog blijven bestaan voor allerhande andere vragen en discussies. Ook tijdens de uitvoering van het project kunnen leerlingen hier hun ervaringen of vragen kwijt. Je kan ook meer gerichte vragen stellen via een digitale of papieren enquête. 92 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

1. Welke ideeën hebben mijn leerlingen? We starten steeds met een enquête bij de leerlingen: wat verwachten zij? Aan de hand van deze voorstellen stellen we een weekschema op. Wereldburgertraject: Brusselen, diversiteit in Brussel. Kunsthumaniora, Brussel 5. Verkiezingen of een poll in je klas of school Organiseer in je klas of school heuse verkiezingen om te bepalen rond welke mondiale thema s je wil werken. De leerlingen verdelen zich in groepjes. Elk groepje stelt een partij voor en kiest er een naam voor. Daarna werkt elke partij een partijprogramma uit. Hiervoor kiezen ze een thema en actiepunten. Daarna maken ze werk van een verkiezingscampagne voor de ganse school. Hiervoor kunnen ze kanalen als internet, prikborden, flyers, debatten en dergelijke gebruiken. De verkiezingscampagne resulteert uiteraard in echte verkiezingen. Leerlingen kunnen op de klassieke manier stemmen maar ook digitaal. Je kan ook andere methodes gebruiken: geef elke leerling bijvoorbeeld een fictief budget en laat hem of haar zelf kiezen of ze dit budget integraal aan een partij schenken of het verdelen over verschillende partijen. Na het tellen van het budget zie je duidelijk welke partijprogramma s in de school op de meeste steun kunnen rekenen. Elke leerling heeft één stem. Wie heeft gestemd, krijgt een streep of stempel op zijn hand. Of organiseer een poll: laat je leerlingen stemmen op hun antwoord of voorstel naar keuze. 6. De lege stoel Dit is een manier om in groep ideeën te verfijnen. Zet drie stoelen in het midden van de ruimte. Eromheen plaats je een stoel voor de deelnemers. Twee leerlingen beginnen op de stoelen in het midden een gesprek over een mondiaal thema. Ze bespreken de mogelijkheden om dit thema in de klas of school uit te werken. Wil er iemand uit de groep iets zeggen? Dan moet hij of zij opstaan en op de derde stoel gaan zitten om zijn ideeën toe te lichten. Diegene die al het langst in het midden zit, verlaat op dat moment zijn stoel zodat er telkens een stoel leeg blijft. Op die manier kunnen nieuwe personen met nieuwe ideeën de voorstellen telkens verder verfijnen 41. 7. Brainstormtornado Iedere leerling krijgt een stift. Aan elke wand hang je enkele grote bladen papier. Je stelt een centrale, duidelijk afgebakende stelling en de leerlingen antwoorden snel wat ze ervan vinden. Op het ene blad schrijven ze de positieve kanten, op de volgende de negatieve eigenschappen en op de volgende bladen alternatieven en voorwaarden. Op jouw signaal schuiven ze allen door naar het volgende blad. Afhankelijk van de snelheid en het aantal afgelegde rondjes, kan je er een echte tornado van maken. Je kan ook vier verschillende stellingen of voorstellen voorleggen op elk blad. De leerlingen antwoorden telkens wat ze ervan vinden. Daarna overloop je de pro s en contra s van de voorgelegde stelling(en). Je zoekt samen naar de meest geschikte oplossing. 8. Mindmapping 42 Mindmapping is een techniek die je kan helpen om gedachten en denkpatronen in kaart te brengen. Je ontdekt nieuwe verbanden en andere ideeën. Vaak start je vanuit een bepaald onderwerp. Door vanuit een onderwerp te associëren en deze associaties daadwerkelijk op te schrijven of te tekenen, ontstaat een mindmap. 1. De leerlingen nemen een bepaald onderwerp of trefwoord als startpunt voor de mindmap. Teken dit onderwerp in het midden van het blad papier of het bord. 2. Het gekozen onderwerp roept associaties op. De leerlingen tekenen deze rond het onderwerp. Deze associaties kunnen weer andere onderwerpen oproepen, die allemaal een plaats krijgen in de mindmap. 41 VerdraaiDe Wereld, ActieHANDboek 42 www.ict-cks.be/docs/mindmapping.pdf 93

3. Je kunt op een associatie dieper doorgaan door de vraag te stellen: Waar denk je aan bij die associatie? Hierdoor ontstaan vertakkingen in de mindmap. 4. Wanneer de ideeënstroom opgedroogd is, kan je de aspecten uit de mindmap samennemen. Verschillende onderwerpen die bij elkaar horen, zet je bij elkaar. Daarna kan je ze eventueel nummeren. Dit kan de input zijn voor een volgende stap in een bespreking of leerproces. Tip: deze software om mindmaps op te stellen kan je gratis downloaden. Freeware Mindmap Personal Freeware emindmaps Freeware Freemind 9. Begeleide gespreksvormen P3 is een interactieve methode om een ParticiPatieProject op te starten. De doelgroep is het laatste jaar van het basisonderwijs, maar ook het secundair onderwijs komt in aanmerking. P3 bestaat uit drie verschillende sessies: Meesters in participatie: de sessie wordt met de directieleden, de leerkrachten en de ander schoolpersoneel gespeeld. Tijdens de sessie, die 90 tot 150 minuten in beslag neemt, maken ze uitgebreid kennis met het ParticiPatieProject. Na het spelen, beslist de school of ze het project al dan niet wil opstarten 43. De leerlingen creëren zelf de kennis: jij begeleidt hen in het zoeken naar antwoorden. Laat je eigen mening als leerkracht achterwege. Leerlingen kunnen anders wel eens gaan denken dat jouw mening de meest wenselijke is. Respecteer het recht op zwijgen. Leerlingen kunnen meedenken, maar hoeven niet te spreken. Hier vind je meer informatie: - DE SWAEF, (G.). POPPELMONDE, (W). Filosoferen met jongeren. Kluwer, Mechelen, 2001. Handboek leerlingenbegeleiding - filosoferen met jongeren uit diverse onderwijsrichtingen (BSO, TSO, ASO, DBSO). - www.filosoferen.be: eigentijds filosofieonderwijs en de Resolutie van het Vlaams Parlement. 10. Filosoferen met jongeren Enkele tips voor een filosofisch gesprek of kringgesprek met je leerlingen: Formuleer samen met de leerlingen een aantal vragen en selecteer hieruit een startvraag. Verzamel antwoorden op de startvraag. Stel verdiepingsvragen die aanzetten tot verder nadenken over de startvraag. Het is belangrijk om het gesprek op een bepaald moment af te ronden en conclusies te trekken. 43 Neem contact op met CIS op www.spelinfo.be. 94 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

1. Welke ideeën hebben mijn leerlingen? De haalbaarheid van ideeën nagaan (d) Waarschijnlijk verzamelden de leerlingen een heleboel ideeën. Maar zijn die ideeën ook bruikbaar? Doe samen met de leerlingen een minihaalbaarheidsonderzoek 44. De leerlingen inventariseren alle ideeën. Vervolgens kiezen ze er enkele voorstellen uit die ze beter willen bekijken. De onderzoeksgroepen verdelen zich over de gekozen voorstellen. Ze gaan het volgende na: - Wat weten we al? - Welke bijkomende informatie hebben we nodig? - Waar kunnen we deze informatie vinden? - Wie gaat de opzoekingen doen? Vervolgens verdelen ze de ideeën in verschillende categorieën. Bijvoorbeeld: - leuk maar te hoog gegrepen; - uit te voeren zonder veel bijkomende maatregelen; - onmiddellijk uitvoerbaar; en: - idee voor de hele school; - idee voor een werkgroepje; - idee voor onze klas. Doe zeker iets met de ideeën en tips van de leerlingen. Je herkent het vast wel: het klasfotoeffect 45. Je weet zelf goed genoeg hoe je eruit ziet, maar de eerste naar wie je op zoek gaat op de foto, ben je zelf. Dat geldt ook als je leerlingen vraagt naar hun input. Ze willen nadien hun idee herkennen in het gekozen project. 44 We baseerden ons op de map VAN BOGAERT, (M). Oprechte deelneming. Werkmap leerlingenparticipatie voor de basisschool. Kinderrechtencommissariaat & Steunpunt Leerlingenparticipatie, Brussel, 2004. 45 www.vsknet.be 95

2. Hoe kunnen mijn leerlingen aan wereldburgerschap werken? DOETIPS Wat doen de leerlingen al? (a) Ga na in welke mate de leerlingen al vertrouwd zijn met wereldburgerschap. Dat kan bijvoorbeeld door vragen te stellen over hun leef- en leerwereld. In de klas De leerlingen gaan na in welk vak ze al rond mondiale thema s gewerkt hebben. Benoem enkele thema s voor hen om hun geheugen wat op te frissen: Klimaat en milieu Ontwikkelingssamenwerking Diversiteit Mensenrechten / Kinderrechten Pesten en discriminatie Culturen en religies Handel / economie (b.v. (kans)armoede in België en Europa) Globalisering Burgerschap Media / Beeldvorming Migratie / Vluchtelingen Gender Tijdens schoolevenementen Op school vinden jaarlijks evenementen plaats die eigenlijk al kaderen in opvoeden tot wereldburgerschap. Misschien zien de leerlingen ook de band met onder andere: dikketruiendag dag van het water campagnes van 11-11-11 of andere ngo s scholenloop een mondiale dag een sobere maaltijd een schooluitstap naar een museum (bijvoorbeeld het Africamuseum) zee- of stadsklassen Europese uitwisselingen schoolreizen vredesweek milieudagen vrijwilligerswerk tijdens de pauze In hun vrije tijd Van welke vereniging zijn ze lid? Hebben ze familie of vrienden uit een andere cultuur? Hebben ze contacten met personen in het Zuiden? Eten ze biologisch? Luisteren ze naar muziek uit andere culturen? Zagen ze recent een documentaire of film over een mondiaal thema? Of lazen ze er een boek over? Gingen ze naar een mondiale toneelvoorstelling of tentoonstelling? Hoe kunnen de leerlingen mee plannen? (b) Je kan leerlingen op verschillende manieren betrekken bij het actieplan voor het opvoeden tot wereldburgers. Als het initiatief uitgaat van de leerlingenraad, stellen ze het plan volledig autonoom op. Komt de mondiale werking er op initiatief van de school, dan kunnen leerlingen zetelen in de mondiale werkgroep. Of besluit je het op niveau van je klas aan te pakken? Ook dan betrek je best de leerlingen bij je planning. 97

Enkele stappen op een rij: 1. Breng eerst in kaart wat de leerlingen al doen rond wereldburgerschap zoals we beschreven op pagina 97. 2. Kies een thema of actiedomein uit de voorgestelde ideeën. 3. Omschrijf welke doelstellingen je wilt bereiken. 4. Geef de stappen aan die je zal zetten om de doelstellingen te bereiken. 5. Bepaal welke middelen je hiervoor nodig hebt. Blader naar pagina 34 en 75 voor tips 6. Denk na over een mogelijke taakverdeling en tijdsindeling. Probeer aan te sluiten bij de interesses en mogelijkheden van elke leerling. 7. Ga na welke samenwerkingsverbanden nuttig zouden zijn. Laat je inspireren op pagina 105. 8. Voer het actieplan uit. 9. Kijk regelmatig achterom en stuur je werking indien nodig bij. Over evaluatie lees je meer pagina 100. Voorbeelden van leerlingenparticipatie bij het traject (c) 1. Klop eens een dagje voor het Zuiden (Zuiddag) Wij namen al twee keer deel aan Zuiddag waarbij de leerlingen zelf heel wat initiatieven opzetten. Ze kregen een week vorming rond een zelfgekozen thema. Daarna werkten ze een dagje als vrijwilliger in een bedrijf naar keuze en stonden hun vergoeding af aan een ngo in het Zuiden. Sint-Niklaasinstituut, Anderlecht 2. Kras (Globelink) Vijftien enthousiaste leerlingen uit het vijfde en zesde jaar zetelen gedurende het schooljaar in het scholierenparlement. Het initiatief gaat uit van Globelink, een jeugddienst die samen met jongeren naar mogelijkheden zoekt om hun mening over de duurzame wereld hoorbaar en zichtbaar te maken. Het scholierenparlement Kras is een rollenspel, waarin men zich gedurende het ganse jaar inleeft in een bepaalde rol en vanuit die rol de behandelde problematiek bespreekt. Samen met jongeren uit de scholengemeenschap bogen onze parlementsleden zich al vele schooljaren over allerhande zeer uiteenlopende thema s. Sint Franciscusinstituut, Brakel Meer informatie op www.globelink.be of op kras.globelink.be. 3. Minionderneming Negen leerlingen van ons zevende specialisatiejaar Gegevensbeheer en Kantooradminstratie zetten een eigen minionderneming op. Ze organiseren multiculturele wandelingen door Antwerpen, aangepast aan de vraag van de klant. Dat alles in het teken van verdraagzaamheid. Het bedrijfje heet DescAmiento: een samentrekking van descubrir (Spaans voor ontdekken), caminar (Spaans voor wandelen) en de A van Antwerpen, natuurlijk. DescAmiento. Leonardo Lyceum, Antwerpen Meer informatie op www.vlajo.org. Meer informatie op www.zuiddag.be. 98 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

2. Hoe kunnen mijn leerlingen aan wereldburgerschap werken? 4. Schrijf-ze-vrij-dag (Amnesty International) Elk jaar doen we mee met de Schrijf-ze-vrij-dag. De persoonlijke verhalen van gevangenen wereldwijd zetten onze leerlingen aan tot actie. Ze schrijven brieven naar ambassadeurs en regeringsleiders om te klagen over de mensonwaardige toestanden van gevangenen. Daarnaast werken we ook een creatief en educatief aanbod uit. Centraal stond de opbouw van een kunstwerk rond mensenrechten. Vooral de samenwerking tussen de verschillende onderwijsvormen (ASO, TSO, BSO) bleek verrijkend. Koninklijk Atheneum, Zelzate De werkgroep Amnesty sensibiliseert de leerlingen rond de komende Schrijf-ze-vrij-dag. Leerlingen maken kennis met de problematiek via lessen, ze schrijven gedichten over of voor kindvluchtelingen, verwerken informatie voor een tentoonstelling over kindvluchtelingen. Daarna werken ze rond dit thema een gezelschapsspel uit en begeleiden dit in de basisschool. Maria Boodschaplyceum, Brussel 5. Eerlijke producten op school (Oxfam-Wereldwinkels) 46 De leerlingen die het project trokken, gaven les aan de eerstejaars of organiseerden een eerlijk handelsspel voor de tweede graad. Leerlingen Grafiek maakten affiches over Eerlijke handel. De leerlingen Kantoor zetten dan weer hun schouders onder het beheer van de winkel. Een trekkersgroep maakte een videoclip om de tentoonstelling over eerlijke handel Freeze! aan te kondigen. Er werden workshops georganiseerd rond eerlijke handel op de mondiale dag, we kookten met eerlijke producten en hielden een muziek- en rapwedstrijd. Wereldburgertraject: Dialoco 2008. VTI, Waregem 6. Diverse initiatieven van de leerlingen Een groep leerlingen neemt de verkoop van wereldwinkelproducten in handen tijdens oudercontacten en andere gelegenheden zoals Sinterklaas. Wereldburgertraject: Dialoco 2008. VTI, Waregem Vorig jaar vroegen de leerlingen om een vredesboom te planten. Ze kregen het idee na het bezoek aan het Duits Militair kerkhof van Lommel in het kader van een vredesreis. Wereldburgertraject: Nooit meer oorlog- een vredesreis op maat voor onze leerlingen. Sint-Lutgartinstituut TSO-BSO, Beringen Leerlingenparticipatie was heel belangrijk binnen ons traject. De leerlingenraad werkte voorstellen uit voor middaganimatie zoals Koffiestop en Wereldwinkelverkoop. Allochtone leerlingen brachten ideeën en expertise aan voor multiculturele lessen waaronder koken en muziek. Leerlingen met een muzisch-creatieve achtergrond begeleidden mee workshops. De redactie van de schoolkrant verzorgde de public relations. Wereldburgertraject: Paramundo Het PMI gaat vreemd. KTA Paramedisch Instituut, Mechelen Het traject Een land in de kijker werd vorig jaar in de tweede graad grondig uitgewerkt. Allochtone en autochtone leerlingen werkten samen aan een zelf gekozen land. De allochtone leerlingen kozen vaak voor hun land van herkomst. Tijdens hun PowerPoint-voorstellingen vielen de monden van de andere leerlingen open van verbazing. Wereldburgertraject: Verdraagzaamheid. Ensorinstituut, Oostende De leerlingen organiseerden een filmmarathon op school. Daarna kwamen ze vragen om volgend schooljaar een grotere uitdaging voorgeschoteld te krijgen. Wereldburgertraject: De Waterput. KA D HEK Landen (ASO, TSO, BSO) 46 Meer informatie over de start van Oxfam-Wereldwinkels op school vind je op www.oww.be/wereldwinkelopschool. Vrijwilligers van Oxfam-Wereldwinkels begeleiden scholen met tips, materialen en educatieve werkvormen. 99

Evaluatietechnieken voor de leerlingen 47 (d) Tijdig en voldoende evalueren is de boodschap. Sta daarom geregeld stil met je leerlingen en wacht niet tot het traject in de eindfase zit. Laat de leerlingen na elke deelfase van het traject inschatten welke stappen goed of minder goed verliepen en zoek hierbij samen naar oorzaken. Elk traject is een leerproces en daar horen fouten bij. Als jullie samen weten waaraan die fouten te wijten zijn, ben je al een stap dichter bij mogelijke oplossingen voor de toekomst. Vermeld natuurlijk ook wat goed ging: dat zijn voorbeelden om naar terug te grijpen. Beperk je bij de evaluatie niet alleen tot het product maar beoordeel ook het proces en de samenwerking. Je kan een klasgesprek organiseren voor de evaluatie. Hieronder vind je alternatieven voor je evaluatie. De evaluatie van de leerlingen beïnvloedde de planning van het traject. Zo veranderden zij de planning van een toneelstuk als einddeelproject in een Dag van de vluchteling: deels omdat de voorbereiding van de benefietfuif niet al te best verliep, deels omdat ze via de media op de hoogte waren van de Cirkels van de stilte. Wereldburgertraject: The Refugees Project. KA, Oudenaarde 1. Impressies neerschrijven We sluiten het wereldburgertraject af met een projectdag. Leerlingen uit de verschillende klassen schrijven hun ervaringen neer over de gevolgde workshops en over deze projectdag. We bundelen daarna alle pennenvruchten in een projectkrant en verspreiden die in de school. Maria Boodschaplyceum, Brussel 47 www.reviewing.co.uk en www.steunpuntjeugd.be De leerlingen schrijven na elk doemoment een artikel voor de schoolkrant. Dat is een goede evaluatie voor ons, want onze leerlingen verbloemen weinig of niets. Wereldburgertraject: Op een dag kom je elkaar tegen. SBSO Zonnebos, s-gravewezel In de les mondiale vorming leerden de leerlingen de principes van Kleur Bekennen. Ze hanteerden deze om The Refugees Project te beoordelen. Sommige leerlingen schreven dagboeken over het project en de invloed op hun dagelijkse ervaring en diepere gedachten. De meeste leerlingen hielpen bij exposities en infoavonden en moesten het hele project overlopen voor de pers, ouders en externen. Wereldburgertraject: The Refugees Project. KA, Oudenaarde 2. Evalueren op basis van een planning Met de methodeklas organiseren we elk jaar twee projectweken. Op basis van de ideeën van de leerlingen kiezen we een thema. Op de eerste dag krijgen de leerlingen een planningsdocument waarop ze lezen wat we van elk deelthema verwachten op inhoudelijk en creatief vlak. Dit document gebruiken we dan om elke dag te evalueren. Na de projectweek is er ook een WOW-moment: dan stellen we het project voor aan de ouders. Wereldburgertraject: De methodeklas trekt de wereld rond! Koninklijk Atheneum II, Aalst 3. Evaluatieformulier Je kan zelf een formulier opstellen ter evaluatie van het traject. Beoordeel zowel het proces als het product: de onderlinge samenwerking; de mate van inspraak; de organisatie; het gevoel dat ze er nadien bij hebben; het tussentijds bijsturen van het proces; de interesse voor het traject; de mate waarin ze iets bijgeleerd hebben; de mate waarin de doelstellingen bereikt werden. 100 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

2. Hoe kunnen mijn leerlingen aan wereldburgerschap werken? Elke leerling vult een evaluatieformulier in. Daarna bespreken we alle formulieren met de leerkrachten tijdens een evaluatievergadering. De opmerkingen van leerlingen nemen we mee naar volgend jaar. Wereldburgertraject: Brusselen, diversiteit in Brussel. Kunsthumaniora, Brussel Je kan ook een digitaal evaluatieformulier online plaatsen, bijvoorbeeld op Smartschool. Op de website van de school konden de leerlingen een evaluatieformulier invullen. Wereldburgertraject: The Refugees Project. KA, Oudenaarde In het lespakket Xard van Protos (www.protosh2o.org) neemt men ook een voormeting op. Zo kan je ook evalueren in welke mate de verwachtingen en kennis over het thema gaandeweg veranderd zijn. 4. Het evaluatieraster Het evaluatieraster is een eenvoudige manier om je werking te optimaliseren in de toekomst. De leerlingen noteren in een raster wat ze van jullie traject willen behouden, bijsturen, lossen en toevoegen. Op pagina 26 lees je er meer over. Je vindt het evaluatieraster achteraan in dit boek bij de werkdocumenten op pagina 113. 5. De stille-wand-discussie 48 Je hangt in de klas grote vellen papier aan de muur met daarop de onderwerpen die je wil evalueren. Iedereen loopt rond en krijgt de tijd om commentaren op de vellen te noteren. Anderen kunnen hier dan weer op reageren. Daarna overloop je in groep de reacties. 6. Bandopnemer Je kan de leerlingen laten rondgaan met een bandopnemer en hun medeleerlingen vragen wat ze van het traject vonden. 7. De gezichtenevaluatie 49 Je legt gezichten met verschillende uitdrukkingen op tafel. Je kan hiervoor tekeningen of cartoons gebruiken, maar ook foto s. Neem bijvoorbeeld eerst met het leerkrachtenteam of met de leerlingen foto s van verschillende gevoelsuitdrukkingen. Bij de gezichtenevaluatie vraag je aan de deelnemers om per stelling het gezicht aan te duiden dat hun gevoelens weergeeft. 8. De goudvisbokaal 50 Leg een touw in de vorm van een cirkel of goudvisbokaal op de grond. Verdeel je leerlingen in twee groepen. De ene groep neemt plaats buiten de cirkel en mag enkel observeren en luisteren. De andere groep gaat zitten binnen de cirkel. Als leerkracht stel je (evaluerende) vragen over het voorbije project aan de leerlingen binnen de cirkel. Zij kunnen hierover dan discussiëren. Na vijf minuten wisselen de groepen van plaats. De leerlingen die buiten de cirkel zaten, zeggen wat ze gezien en gehoord hebben en zetten de discussie verder. Variaties: Iedereen die binnen de cirkel zit, mag op elk moment opstaan en plaatsnemen buiten de cirkel op voorwaarde dat iemand van buiten de cirkel zijn of haar plaats wil innemen binnen de cirkel. Iedereen start binnen de cirkel en je stapt uit de cirkel wanneer je niks meer te vertellen hebt over een evaluatiepunt. De oefening is afgelopen wanneer niemand meer in de cirkel zit. 48 VAN BOGAERT, (M.). Oprechte deelneming. Werkmap leerlingenparticipatie voor de basisschool. Kinderrechtencommissariaat & Steunpunt Leerlingenparticipatie, Brussel, 2004. 49 idem 50 Meer tips vind je op reviewing.co.uk. 101

9. De octopustaart 51 Knoop vier korte stukken touw samen op een punt en maak een octopus met vier armen. Spreid de armen open in een kruisvorm met de knoop in het midden. Zo krijg je een taart die bestaat uit vier gelijke stukken. Leg een gewicht op de knoop of maak de knoop vast aan de grond, zodat de taart niet verschuift. Leg in elk stuk taart een kaartje met de te evalueren aspecten: bijvoorbeeld inspraak van de leerlingen, samenwerking, de doelstellingen die al dan niet bereikt zijn of een thema. De taak van de groep leerlingen bestaat erin om tot een consensus te komen over de grootte van de verschillende stukken taart. De armen mogen verplaatst worden in de richting van de klok totdat iedereen tevreden is over de verhoudingen van de verschillende stukken. Telkens moeten de leerlingen duiden waarom ze de armen verplaatsen. Een reden voor een klein stuk taart kan zijn dat de leerlingen vonden dat ze te laat inspraak kregen in hun project. Of ze kunnen een groot stuk taart toebedelen aan het thema, omdat ze vonden dat ze daar iets aan gehad hebben. Schets het eindresultaat en schrijf er de commentaren bij, zodat je deze oefening later opnieuw kan uitvoeren en vergelijken. Deze oefening kan je gebruiken om samen met een team prioriteiten te bepalen. 10. Eetbare evaluatie Spreid over de tafel een zakje uit met verschillende soorten noten. Geef aan elke noot een eigenschap: een amandelnoot betekent bijvoorbeeld goed, een hazelnoot betekent kan beter. Stel telkens evaluatievragen aan de groep. De groep beslist samen welke noot mag opgegeten worden en door wie. Telkens legt iedereen ook uit waarom hij of zij net die noot kiest. Als er nog slechts enkele noten resten, kan je vragen of de leerlingen zelf een evaluatievraag kunnen bedenken, zodat de overblijvende noten kunnen opgegeten worden. Bijvoorbeeld: er blijft een hazelnoot liggen, dan kan men bijvoorbeeld aangeven dat na afloop van de mondiale dag er niemand instond voor het opruimen van de zaal; maw. dit aspect in de organisatie kon beter. Natuurlijk kan je dit methodiekje ook spelen met andere voedingswaren of met kaartjes. 11. Dambordevaluatie Speel een damspel met je groep. Elke persoon uit de groep krijgt een pion om te spelen. Op enkele vakjes leg je een kaartje met een element van evaluatie. Wanneer iemand op dit kaartje komt met zijn of haar pion, dan mag deze het kaartje omdraaien en voorlezen. Iedereen krijgt de kans om te reageren op de stelling of vraag. Deze evaluatie ontleenden we aan de interessante bundel evaluatiemethoden van Steunpunt Jeugd: www.steunpuntjeugd.be/themas/kadervorming/methodieken Daarnaast kan je ook bij C.I.S. 52 terecht voor vormingen over het evalueren en bespreken van ervaringen op een actieve manier 51 Meer tips vind je op reviewing.co.uk. 52 www.spelinfo.be. 102 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n

2. Hoe kunnen mijn leerlingen aan wereldburgerschap werken? 103

3. Met wie kunnen mijn leerlingen samenwerken? DOETIPS Sinds we vorig jaar ons JIEHA!-project hebben, kent de buurt ons beter. We zorgen ook regelmatig voor catering in het nabije dienstencentrum. Tijdens onze komende projectweek laten we ook senioren naar een aantal van onze activiteiten komen om het aanvankelijke wantrouwen weg te werken. We spreken regelmatig gemeentelijke diensten aan om ons bij te staan met hun ervaring en deskundigheid op bepaalde gebieden. Momenteel loopt er een project met Energiescholen Gent en met Trammelant van De Lijn. Wereldburgertraject: Wereldburger en diversiteit. CEDO, Gent Leerlingen aan het woord in de leerlingenraad 53 (a) De leerlingenraad is een manier om leerlingenparticipatie in de praktijk te brengen. De leerlingen kiezen de leden van de leerlingenraad of ze stellen zich vrijwillig kandidaat. Deze leden behartigen de belangen van alle leerlingen. Beslist de leerlingenraad om werk te maken van een mondiaal idee? Dan mag het niet zo zijn dat alleen de leerlingen uit de raad zich uit de naad werken of dat ze alleen de oplossingen moeten bedenken. Het is belangrijk dat de leerlingenraad ook het gesprek aangaat met de rest van de school. Samen school maken betekent dat alle partijen op school hun ideeën kunnen inbrengen. Beter is om dan bijvoorbeeld een tijdelijke werkgroep of een project op te zetten. Het thema wordt besproken met de klastitularis en het schoolparlement. Er is mogelijkheid tot inbreng, maar het jaarthema wordt eigenlijk bepaald in samenspraak met de leerkrachten en de directie. Als er voorstellen komen die passen in het jaarthema, bekijken we of we ze kunnen gebruiken. Er is een ideeënbus op school. Zo kunnen de leerlingen ook voorstellen doen. Wereldburgertraject: Samen leven : beleven meeleven zich inleven naleven overleven. Provinciale middenschool Hasselt 53 We haalden onze inspiratie bij de Vlaamse Scholierenkopel: www.vsknet.be. Samenwerken in een mondiale werkgroep (b) In een mondiale werkgroep werken leerlingen en leerkrachten samen rond een mondiaal thema. Het thema kan zowel van de leerlingen als van de leerkracht komen. Iedereen is gelijkwaardig. Samen bepaal je activiteiten, beslis je, voer je uit en evalueer je. Meer informatie over de mondiale werkgroep kan je vinden op pagina 39. Het organigram: samenwerking binnen de school (c) Met een organigram kunnen de leerlingen alle functies op school in beeld brengen. Zo komen ze te weten bij wie ze het beste aankloppen met ideeën, vragen of suggesties. De leerlingen stellen bij elke persoon de vraag wat hij of zij doet op school. Overal noteren ze de belangrijkste taken, verantwoordelijkheden en weetjes. Een voorbeeld: deze persoon zit in een werkgroep rond milieu, werkt als vrijwilliger voor een ngo, kent een artiest of weet waar we sponsors kunnen vinden. Voor informatie over de personen die ze minder goed kennen, kunnen ze terecht bij de directeur of bij jou. Ze kunnen deze nobele onbekenden uiteraard ook interviewen. Het beste laat je dit organigram een tijdje hangen. Zo kan je er telkens weer naar teruggrijpen en het aanvullen naargelang de leerlingen nieuwe informatie verzamelen 54. Een digitaal organigram maken kan ook, want dat vergemakkelijkt de verspreiding ervan. Zo kunnen de betrokkenen eventueel zelf hun gegevens aanvullen. Bovendien kan je het zo gebruiken in documenten of doorsturen naar medeleerlingen. Je kan de leerlingen de personen uit het organigram ook laten tekenen. (Zeg er dan wel bij dat die persoon aan hen nog moet willen lesgeven na het zien van de tekening.) 54 VAN BOGAERT, (M.). Oprechte deelneming. Werkmap leerlingenparticipatie voor de basisschool. Kinderrechtencommissariaat & Steunpunt Leerlingenparticipatie, Brussel, 2004. 105

Samenwerking met de buren (d) Maak een kaart waarop je de buren en mogelijke samenwerking aanduidt. De leerlingen maken een buurtwandeling en duiden aan welke contacten of plaatsen interessant zouden kunnen zijn voor wereldburgerschap. Je zult versteld staan van de mogelijkheden die in de omgeving van de school voor het grijpen liggen. Daarna brengen ze al deze ideeën in beeld op een plattegrond. Overal plaatsen ze commentaren bij over mogelijke samenwerking voor mondiale activiteiten. Bewaar deze kaart het hele jaar: zo zorg je ervoor dat de kostbare ideeën niet verloren gaan. Je kan deze activiteit combineren met het buurtschattenformulier dat je achteraan in dit boek op pagina 115 aantreft. Leerlingenactiviteiten in kaart (d) Breng samen met je leerlingen in kaart: waar ze hun vrije tijd doorbrengen; waar ze sporten; waar ze andere hobby s beoefenen; waar ze soms uit eten gaan; waar ze uitgaan; waar ze vrienden en familie hebben; waar ze een studentenjob beoefenen. Je zal wellicht tot de conclusie komen dat alle leerlingen een uitgebreid netwerk van contacten hebben, vaak ver uit de buurt van de school. Daarom kan je de vraag beperken tot bijvoorbeeld de antwoorden in een straal van twintig kilometer rond de school. Duid deze contacten aan op een grote kaart van de gemeente of provincie en maak er gebruik van als je op zoek gaat naar samenwerkingsmogelijkheden voor je mondiale activiteiten. We vroegen de leerlingen wie er mensen zonder papieren kende. En of er iemand contact met hen had gehad. Waren er misschien leerlingen die de Sint-Antoniuskerk in Gent kenden, of het OCMW in Oudenaarde? Wereldburgertraject: The Refugees Project. KA, Oudenaarde Van achtertuin tot wijde wereld (d) Combineer de voorgaande ideeën in een diagram waarbij je je steeds verder van de school verwijdert, op zoek naar samenwerking. Je begint bij je school en gaat na met wie je binnen de school zoal kan samenwerken. Gebruik hiervoor eventueel de methodiek van het organigram. Daarna bekijk je de omgeving binnen een straal van een kilometer rond de school. De plattegrond van de voorgaande oefening kan als leidraad dienen. Bekijk ook welke contacten de leerlingen zelf hebben: hun ouders, familie, buren en vrienden zijn misschien ook ideale contactfiguren rond een bepaald thema. Daarna gaan ze nog een stapje verder en bekijken ze de schoolomgeving binnen een straal van vijf kilometer. Wie of wat is daar interessant? De burgemeester? De bibliotheek? Een toekomstige stageplaats? Dit is een kans om je steeds verder verwijderen van de schoolpoort. Voor deze inventaris van mogelijke partners kunnen de leerlingen ook doelgericht op zoek gaan op internet. Vraag hen bijvoorbeeld na te gaan welke handelaars je in een straal van vijf kilometer vindt. Alle gegevens kan je weergeven in een soort van mindmap of een schema. 106 d e e l iii - h o e b e t r e k je d e l e e r l i n g e n