Theorie en Empirisch Onderzoek Werkcollege 4.1 Kwalitatief onderzoek: Yazilitas et al.
Grounded theory Het onderzoek van Yazilitas et al. volgt een grounded theory approach: Geen theoretische veronderstellingen vooraf. Maak je vrij van vooroordelen. Verzamel data via open interviews. Het onderzoek is gericht op interpretaties die respondenten aan hun situatie geven. Causaliteit == motivaties, interpretaties. Je ontleent theorievorming aan de ondervraagden. Bouw je theorie op in het proces van analyse van de verzamelde interviewdata. Maak hierin meerdere slagen: je krijgt een idee en zoekt dan naar aansluitende passages in je tekstdata. Het doel is daarbij eerder begrippen (concepten) te vormen dan (causale) hypothesen te formuleren. Het vormen van een typologie als eindproduct sluit daarbij goed aan. Merk op hoe positivistisch deze aanpak is. 2
Klassieken en interpretatieve methoden Onder de klassiekers is Weber de kampioen van de interpretatieve analyse. Erklären & Verstehen: volgens Weber kunnen we sociaal gedrag pas verklaren als we het ook kunnen begrijpen. Weber maakte dit in eigen onderzoek ook waar: hij analyseerde bv. preekboeken om de protestante ethiek te reconstrueren. Maar Weber combineerde zijn interpretatieve methoden met historische en vergelijkende analyse (de Protestante Ethiek is een onderdeel van een veel grotere studie over de relatie tussen economie en religie). 3
Het Thomastheorema If men define their situation as real, they are real in their consequences. Deze uitspraak is een belangrijke mijlpaal in de interpretatieve verklaringswijzen. Deze uitspraak wordt meestal toegeschreven aan The Polish Peasant, een analyse van ervaringen van Poolse migranten in Chicago, op basis van hun brieven naar het thuisfront. (Volgens Merton (1995) komt de uitspraak echter uit andere bronnen.) Het is interessant dat dit beroemde boek alleen maar tot methodologisch navolging heeft geleid, geen aanleiding is geworden tot theoretische ontwikkeling. 4
Durkheim en interpretatieve theorievorming Durkheim s Suicide (nog steeds goed leesbaar) is het oertype van een verklarende aanpak in de sociologie. Hij wil laten zien hoe maatschappelijke situaties zelfmoord veroorzaken. Durkheim toetste zijn theorieën via een kwantitatieve methode: hij vergeleek zelfmoordcijfers tussen landen, deelstaten, sociale groepen, tijdstippen. Het is moeilijk voor te stellen hoe je Durkheims zelfmoordtheorieën ooit interpretatief zou kunnen onderzoeken. Het vergelijkende gezichtspunt ontbreekt dan. Durkheim dacht niettemin in typologieën: zijn onderscheid tussen egoïstisch, altruïstische, anomische en fatalistische zelfmoord is hier het beroemde voorbeeld van. 5
Typologieën Het onderzoek van Yazilitas et al. eindigt tenslotte met drie typen (post-moderne perfectionist,, materialistisch maximalist). Hoe geeft dit antwoord op de vraag naar (condities voor) genderspecifieke beta-keuze? Causale theorie blijft (heel) impliciet. Typen: Of je hebt er veel en je verliest het overzicht (tenzij je gebruik maakt van ordening (=variabelen). Of je hebt er weinig, en niemand past erin. 6
Coderen van open vragen Maak al het materiaal electronisch toegankelijk. Alle letterlijk uittypen ( transscriberen ). Zet alles in een databestand met identificatoren voor respondent, gesprek, topic. Specialistische programma s: Atlas-TI. Maar als je systematisch wil coderen, werkt Excel eigenlijk heel goed. Het is heel veel werk om het goed te doen en het gaat uiteindelijk over heel weinig materiaal. Intersubjectiviteit (zelfde oordelen over dezelfde zaken) is moeilijk te bereiken en te controleren. 7
Codeursfouten Codeurs (ook als het de onderzoekers zelf zijn) maken fouten: Random: door toevallige oorzaken geven ze verschillende codes Systematisch: verschillende beoordelaars geven telkens dezelfde andere codes; men heeft een andere interpretatie van het codeschema. De enige manier om hier zicht op te krijgen is door het materiaal door meerdere codeurs te laten bewerken. Het is goed om veel codeurs te gebruiken en deze te roteren over het codeermateriaal. (Bij surveys geldt ditzelfde voor interviewers.) Een veel gebruikte praktijk is een beperkt aantal codeurs intensief te trainen tot ze een bevredigend niveau van overeenstemmiing hebben bereikt. Alternatief: alles door tenminste drie codeurs te laten bewerken en via adjudication tot een beste code te komen. 8