Praktische-opdracht door een scholier 1792 woorden 29 januari 2004 6 81 keer beoordeeld Vak Economie Het onderwerp van mijn practische opdracht is benzine. Benzine? Ja, benzine, dat spul wat u in uw benzinetank doet als u weer eens brandstof nodig heeft voor uw auto. Op zich de gewoonste zaak van de wereld, maar hebt u er wel een over nagedacht hoe de prijs van de benzine tot stand komt? Is dat puur 1 euro per liter winst, of...? Hoofd-probleemstelling: Waarom is de prijs voor benzine zo hoog? Deze prijs is te beredeneren als ik antwoord heb op de volgende vragen: Sub-probleemstellingen: Hoe komt de (advies)prijs tot stand? Waarom stijgen/dalen productnoteringen? Zijn accijnzen echt nodig? Wat blijft over? De rest van Europa (advies)prijs Hoe wordt nou precies de (advies)prijs gevormd, van de benzine die wij in onze auto tanken? Dat is een belangrijke vraag, om te weten te komen waarom benzine eigenlijk zo duur is. Dagelijks vinden wereldwijd transacties plaats, tussen kopers en verkopers van olieproducten (zoals benzine, diesel, huisbrandolie). Een bureau in London, Platt s genoemd, houdt die transacties bij en stelt op basis daarvan de marktprijs vast. De marktprijzen die Platt s afgeeft, worden de productnotering genoemd. Die productnoteringen gaan dagelijks op en neer. Shell (als voorbeeld), past haar adviesprijzen pas aan als de noteringen een oplopende/aflopende verandering laten zien. Dagelijkse schommelingen van de productnoteringen worden niet verekend. Dat is erg logisch, want anders zouden de benzineprijzen met de dag veranderen. Bij het vaststellen van adviesprijzen, kijken we naar de gemiddelde winst over een langere periode. Zo komt die winst toch al snel op een paar eurocent per liter. We hebben het trouwens well over adviesprijzen die shell afgeeft aan haar pomphouders, maar alleen de pomphouder zelf bepaald hoeveel hij vraagt per liter. In de praktijk voert maar 50% van de Shell pomphouders een andere prijs in, dan de adviesprijs. Dit https://www.scholieren.com/verslag/14318 Pagina 1 van 5
komt meestal om hun concurrentiepositie ten opzichte van andere benzinestations te verbeteren. Stijgingen en Dalingen: Nu u weet wat de productnotering is, kunt u ook gaan nadenken over het feit, dat deze ook kan stijgen en dalen. Wat zou de belangrijkste reden van het stijgen en dalen zijn? 1: Vraag naar benzine De productnoteringen komen tot stand op basis van vraag en aanbod. De vraag van benzine neemt toe als het goed gaat met de economie, maar ook de jaargetijden spelen een grote rol. Zo neemt in de V.S. rond de zomervakantie de vraag naar benzine sterk toe. Als de raffinaderijen van de V.S. zelf niet genoeg kunnen produceren om aan de binnenlandse vraag te volden, dan moet er benzine worden geïmporteerd uit bijvoorbeeld Europa. Daardoor kunnen de internationale benzineprijzen stijgen. 2: Meer of minder aanbod De productnoteringen worden ook beïnvloed door het aanbod van benzine. Dat is de totale hoeveel die door alle raffinaderijen wereldwijd wordt gemaakt. Als er raffinaderijen wegen onderhoud geheel of gedeeltelijk stilliggen, kunnen ze niet hun volledige productie-capaciteit benutten. Het totale aanbod neemt dan dus af. In de winter draaien de meeste raffinaderijen zoveel mogelijk op volledig vermogen. Dit doen ze omdat ze ook producten als huisbrandolie maken. Die worden in veel landen gebruikt voor verwarming van gebouwen. Daarom vind gepland onderhoud meestal plaats in het voorjaar. Soms moet er ongepland onderhoud gepleegd worden, bijvoorbeeld bij een storing Hieronder vindt u het vervolg van de antwoorden op de vraag; wat zijn de redenen voor de stijgingen van de productnoteringen?. 3: Hoge olieprijzen Het lijkt me redelijk logisch dat uw auto niet op ruwe olie voortbeweegt Maar het is natuurlijk wel de belangrijkste grondstof voor de brandstof; diesel of LPG. Daarom heeft de prijs van ruwe olie invloed op de productnoteringen. De prijs van de ruwe olie is sterk afhankelijk van het OPEC. Dit is een organisatie voor Olie-exporterende landen. Eind 1998 hadden we een historisch lage olieprijs van maar 10 dollar per vat, terwijl we in het voorjaar van 2000 juist een historisch hoge olieprijs hadden van wel 30 dollar per vat. Dat scheelt al aardig wat natuurlijk. 4: Ten slotte de Dollar-koers De dollarkoers speelt bij dit hele gebeuren een erg grote rol. Zowel de prijzen van ruwe olie, als die van de productnoteringen, worden in dollars uitgedrukt. Bij het vaststellen van onze adviesprijzen, rekenen we de productnoteringen om naar de Europese uro. Een dure dollar (ten opzichte van de euro), maakt dan ook https://www.scholieren.com/verslag/14318 Pagina 2 van 5
de benzine duurder. Om een voorbeeld te geven, in januari 2000 kostte een dollar Fl 2,12. In mei 2000 was de koers gestegen tot Fl 2,47. Alleen al dat verschil in dollarkoers zorgde voor een stijging van de productkosten van 13 cent per liter. Accijnzen Accijnzen zijn belastingen die de overheid toevoegd aan producten waarvan zij vindt dat dat nodig is. Op bijvoorbeeld alcohol, sigaretten en dergelijke worden ook accijns toegepast. Dat vind ik op zich wel een goed idee, want het gebruik van die goederen moet worden afgeremd (heb ik geleerd -> gestopt met roken ), dus gooit de overheid de prijs omhoog. Met benzine is dit net zo. De overheid houdt gewoon een deel van de centen. Om dit aan u te bewijzen heb ik een berekening gemaakt, maar de prijzen zijn nog in guldens, dus niet in euro s, omdat ik geen gegevens heb van accijnzen vandaag de dag, en wel van het verleden. Berekening geld voor het jaar 2000 U betaalt per liter Euro Loodvrij : = Fl 2,70 U geeft af aan de overheid BTW: 17,5 % = Fl 0.40 (gulden) Accijns + heffingen = Fl 1,32 (gulden) Totaal = Fl 1,72 (gulden) Dit is in totaal bijna 65% van het betaalde geld! Dat vind ik eigenlijk niet kunnen, maar aan de andere kant, iedereen zou verbaasd opkijken als je ineens de prijzen invoert, zonder accijnzen, dan zouden ze niet eens geloven dat het waar was. Ook is het zo dat de overheid het accijnsgeld gebruikt voor de bouw (en reparatie) van wegen, en dat is weer een goed ding, dat moet ook gebeuren natuurlijk. DE rest van het geld Wat voor mij nu nog de belangrijkste vraag was is eigenlijk, hoe wordt nou al het geld precies verdeeld? Nou ik heb het even nagezocht en u kunt het hieronder lezen, overal waar ik cent heb neergezet, daar heb ik het over de center van vroeger, van de guldens, dus géén EURO-centen! 65% gaat naar de overheid -> accijnzen + belasting. Per liter benzine blijft er dan nog 98 cent over. Waar gaat dit heen? Is dit een overblijfsel, winst voor de pomphouder? Nou...dat dacht ik dus even niet. Allereerst moet de kostprijs betaald worden (denk aan raffinaderijen), dit komt neer op ongeveer 29 cent dan blifjt er dus nog (98-29) 68 cent over. Deze 68 cent is dan op dat moment de inkoopsprijs op de markt (de productnotering dus, daar was hij al ). https://www.scholieren.com/verslag/14318 Pagina 3 van 5
Maar dan kun je jezelf nog afvragen, waar blijft dan de winst voor de pomphouder? Heel simpeltjes: Aan de hand van de inkoopsprijs (productnotering) wordt een advies prijs vastgesteld. In de adviesprijs wordt rekening gehouden met een gemiddelde marge van 11 cent per liter, voor de pomphouder. Van die 11 cent/liter moet hij naast investeringen in het pompstation, ook nog personeelskosten betalen, en laten we ook de milieukosten niet vergeten. Dit alles betekend eigenlijk dat de pomphouder een winst maakt van ongeveer 2 cent per liter, in guldens niet te vergeten. Trouwens Shell als concern heeft bijvoorbeeld ook onkosten, denk aan opslagkosten, transportkosten, reclamekosten etc. Deze moeten ook gedekt worden, dit wordt gedaan door 15 cent per liter extra te rekeken. De bruto winst voor het concern Shell is dan 3 cent per liter. Europa: Ik was eigenlijk ook wel erg benieuwd naar de andere landen uit Europa. Betalen zij zich nog véééél scheler aan benzinekosten, of hebben zij 500 euro meer per week te besteden? Na wat surfwerk ben ik achter het volgende gekomen: Duidelijk is voor mij nu inder ieder geval dat in Europa de landen allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Toch lopen de benzineprijzen in de EU-landen nog al uiteen. In Nederland zijn de prijzen doorgaans wat hoger dan in een aantal anderen landen (maar lang niet alle) Europese landen. Dat heeft in de eerste plaats te maken met de hoge belasting van Nederlabd, maar dat verklaart natuurlijk niet alles! Naast belasting, is het een feit dat ieder land de benzinemarkt anders is. In Nederland zijn er in vergelijking tot het aantal auto s veel meer benzinestations dan in ons omringende landen. Per station worden daardoor immers mider liters verkocht. De kosten per liter zijn voor een tankstation in Nederland daarom hoger als voor een buitenlands station. Het voordeel van de Nederlandse situatie is voor de consument dat hij niet ver hoeft te rijden, en ja hoor, een benzinepomp. Dat is in andere Europese landen wel anders (denk aan Frankrijk). Er zijn ook landen, waar de pomphouders veel meer winst mogen maken in hun shop. Ze dan dan minder afhankelijk van de liters die ze verkopen. Dit gebeurt vooral veel in Duitsland. In Engeland en Frankrijk zijn het vooral de supermarkten die het goed doen, die lokken met de lage benzineprijzen veel klanten naar hun dure winkel. In enkele Europese landen woedt soms ook een echte benzine-oorlog (prijzenoorlog in nederland is net zoiets, alleen dan bij supermarkten), het gevolg daarvan is dat de prijzen omlaag gesmeten worden, hartstikke leuk voor de consumenten natuurlijk. De kleine ondernemers kunnen vervolgens niet meer concurreren, en raken failliet. In Engeland zijn daarom pompstations gesloten. Conclusie Nou moet ik eigenlijk de conclusie geven van deze hele PO. Nou ja, het is eigenlijk niet zo moeilijk. De hoofdvraag was: waarom is de prijs voor benzine zo hoog?. Ik dacht eigenlijk eerst dat het een kwestie van marketing was, en aan de andere kant een beetje handelen. Vervolgens zou er dan wel een prijs uitrollen, en je concurrenten sluiten zich daar bij aan, gaan https://www.scholieren.com/verslag/14318 Pagina 4 van 5
misschien net iets onder of boven zitten. De pomphouder had lekker dikke winst! Dat was wat ik voor de tijd dacht. Nu ben ik erachter gekomen dat de prijs voor benzine helemaal niet zo hoog is. Het is eigenlijk eerder de belasting op ruwe olie + benzine die hoog is. De hoge belastingen zorgen voor een hoge inkoopsprijs, die op zijn beurt weer voor een hoge adviesprijs zorgt. Meestal komt er nog een klein beetje boven op de adviesprijs, en hatsjiekiedeej, de prijs voor de consument staat klaar. De pomphouder heeft maar (maar?) 2 cent per liter winst (in guldens), Het bedrijf waar de pomphouder bij hoort (Shell, Esso, Texaco) verdient 3 cent per liter. Niet eerlijk eigenlijk. Maar het gooit mijn hypotese wel weg, het is dus niet puur winst voor de pomp houder, wat zeg ik, helemaal niet, het meeste geld gaat naar de overheid ( 65%!). Dus als er ook maar iemand begint te klagen over dure benzine, ga dan eerst na de overheid, want de benzine opzicht is echt niet duur. Nou dit was mijn Practische Opdracht voor Economie 1. Ik hoop dat u deze opdracht met veel plezier zult lezen https://www.scholieren.com/verslag/14318 Pagina 5 van 5