Werkstress, gezondheid, ziekte, ongevallen en fouten 1. (drs. Leo de Jong, A&O-psycholoog, Expertise Centrum Arbeidsinspectie, ldjong@minszw.



Vergelijkbare documenten
Drs. Leo de Jong, A&O-psycholoog, Expertise Centrum Arbeidsinspectie,

Signaleringsmethode Werkdruk

Vragenlijst werkdruk

De Vragenlijst Werkdruk vergeleken met de Utrechtse Burnout Schaal. (Opdracht voor module 3 MWO, Haagse Hogeschool)

Signaleringsmethode Werkdruk. Ar be ids inspe ctie

Werkstress, werkdruk en gevolgen

Projectrapportage A732 Werkstress door psychosociale arbeidsbelasting bij administratief personeel in de commerciële dienstverlening

De arbeidsdeskundige en PSA. Patrick Ox - arbeidsdeskundige

Arbocatalogus Grafimedia

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Psycho Sociale Arbeidsbelasting

Psychosociale arbeidsbelasting

Welkom! Workshop Stress heb je nodig, maar wel met mate

STRESS IN OF DOOR HET WERK

Wat is eigenlijk PSA?

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter.

Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim

Registratie-richtlijnen

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

arbo :27:30

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden

Werkstress en de rol van de preventiemedewerker. Jan Harmen Kwantes inpreventie.nl

Zorgplicht voor PSA risico s

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Stafpersoneel / leidinggevenden / technici

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Bijlage 6 Voorbeeldstellingen teampeiling

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843)

Burn-out: de rol van psychische werkbelasting

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) De OR aan zet! Nicole Pikkemaat & Carolina Verspuij, trainers / adviseurs Arbeid & Gezondheid

OR EN WERKDRUK VAN AANDACHT NAAR ACTIE BIJ DE AANPAK VAN WERKDRUK 25 MAART 2019 OR PLATFORM TRANSPORT EN LOGISTIEK

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Ongewenste omgangsvormen en de rol van de OR. 19 juni 2019 LOMOZ Saskia Verhagen en Liesbeth van Bakel

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Duurzame inzetbaarheid, werkstress, werkdruk,

De Psychometrische Kwaliteit van de Signaleringsmethode Werkdruk

Stressklachten bij werkenden, van inzicht naar interventie

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Zorg voor de zorgprofessional. Goed werkgeverschap. 11 mei 2017 Kathelijne van Marken. Aandacht willen geven in plaats van moeten geven

Werkstress is fysieke, mentale of sociale spanning die voortkomt uit werk. Werkstress kan nadelige

Inhoud. deel i het domein arbeid en gezondheid 31. Voorwoord 1 0

De Aanpak van Psychosociale Arbeidsbelasting bij het Leon van Gelder

Pesten. Wie heeft welke rol

PSYCHOSOCIALE ARBEIDSBELASTING (PSA)

MEDEWERKERSONDERZOEK 2018

Werkbelevingsonderzoek 2013

Jaargang 2014 / nieuwsbrief 19 / januari en februari 2014 INHOUD:

Vragenlijst Arbeid en Re-integratie

Cover Page. Author: Beuzekom, Martie van Title: Latent risk factors in operating theatres and intensive care units Issue Date:

1. Arbowet: plichten van de werkgever

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

NVAB-richtlijn blijkt effectief

Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?

Hollen & stilstaan bij werkdruk

WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2016

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Sectorprofiel werkbaar werk

Participatieve werkaanpassing bij stressgerelateerde klachten

Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

25 Wat wordt onder pesten op de werkplek verstaan?

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie

Servicecentrum Particuliere Beveiliging

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ UITVOERING VAN WELZIJNSWET EN IN HET BIJZONDER VAN DE HIERARCHISCHE LIJN

Gezond. veilig werken. Sectoraanpak Zorg en Welzijn dát maakt zorg beter

Nederlandse samenvatting

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Burn-out: een uitslaande brand?

Samenvatting (Summary in Dutch)

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Discriminatie en ander ongewenst gedrag. Presentatie team Arbeidsdiscriminatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

werkbaar werk uitvoerend bediende

WERKDRUK UNIVERSITEITEN

Signalen van werkdruk en energie

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

Samenvatting, conclusies en discussie

werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen. Brussel, januari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Complexiteit van zelfzorg en coping bij mensen met diabetes en nierfalen. Diabetes en nierziekte: het toekomstbeeld.

Welkom. Presentatie 100 Present Verzuimmanagement. #meetingeptp

Arbobeleidskader Lucas

Arbeidsomstandigheden

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Klachten als gevolg van ongewenst gedrag

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

Transcriptie:

Werkstress, gezondheid, ziekte, ongevallen en fouten 1. (drs. Leo de Jong, A&O-psycholoog, Expertise Centrum Arbeidsinspectie, ldjong@minszw.nl) Samenvatting Voor het onderzoeken van werkstress maakt de Arbeidsinspectie gebruik van de Vragenlijst werkdruk (Arbeidsinspectie 2008). De vragenlijst is een valide instrument om werkstress en de oorzaken daarvan, de werkdrukbronnen, in kaart te brengen. Het instrument richt zich primair op de vraag of er collectieve oorzaken voor werkstress zijn aan te wijzen en zo ja, welke oorzaken de belangrijkste zijn. Het instrument sluit naadloos aan bij de Arbowet. Dit geldt zowel voor de definitie van wat werkstress is als het volgen van de arbeidshygiënische strategie. Het instrument kan zowel fysiek als via internet worden aangeboden. De Vragenlijst werkdruk wordt in de inspectiepraktijk van de Arbeidsinspectie ook gebruikt om te onderzoeken of er een verband is tussen gezondheidsklachten, ziekteverzuim, fouten en (bijna) ongevallen. De vragenlijst wordt dan aangevuld met vragen die deze aspecten in kaart brengen. Is er een verband tussen werkstress, gezondheid, ziekte, fouten en (bijna) ongevallen dan wordt nagegaan welke werkdrukbronnen hiervoor verantwoordelijk zijn. In de hoofdstukken 1 en 2 wordt ingegaan op wat werkstress is en de wijze waarop werkstress met behulp van de Vragenlijst werkdruk kan worden gemeten. In hoofdstuk 3 wordt het verband tussen enerzijds werkstress en anderzijds gezondheidsklachten en ziektedagen onderzocht. Op basis van empirische data wordt beschreven welke werkdrukbronnen stressverschijnselen veroorzaken, welke werkdrukbronnen gezondheidsklachten en welke ziekte. In hoofdstuk 4 wordt onderzocht door welke werkdrukbronnen ongevallen en fouten ontstaan en wordt de oorzakelijkheid van de gevonden verbanden nader verkend. In hoofdstuk 5 worden conclusies getrokken rondom de resultaten die in de hoofdstukken 3 en 4 zijn beschreven. Naast de inhoudelijke kant van werkstress en de relatie met gezondheid en veiligheid is het ook belangrijk om stil te staan hoe het risico beleidsmatig moet worden aangepakt. In de bijlage wordt kort ingegaan op de wijze waarop de beleidsvoering rondom werkstress vorm kan worden gegeven en is bedoeld als een eerste handreiking. De beschreven aanpak is gebaseerd op het stappenplan zoals binnen het kader van de arboconvenanten als stand der wetenschap is beschreven (Klein Hesselink, Klink van der, Vaas, Houtveen, & Frielink, 2001). 1 Bijdrage voor het Veiligheidscongres Onderbuik of onderbouwd van de NVVK van 18 en 19 maart 2009. 1

1 Inleiding Psychosociale arbeidsbelasting Sinds 1 januari 2007 is psychosociale arbeidsbelasting expliciet als risico in de Arbeidsomstandighedenwet opgenomen. In artikel 3 van de wet wordt psychosociale arbeidsbelasting omschreven als de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg kunnen brengen. Stress wordt omschreven als een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft. Er is sprake van werkdruk als een werknemer niet kan voldoen aan gestelde kwalitatieve en kwantitatieve taakeisen. Met taakeisen worden bedoeld de eisen die aan het werk gesteld worden. Zij kunnen variëren tussen hoeveelheid, kwaliteit en werktempo. Bij werkdruk werkt een werknemer voortdurend onder hoge tijdsdruk en/of in een hoog tempo. Vooral in combinatie met beperkte regelmogelijkheden of anders gezegd beperkte zeggenschap in en over het werk vormt werkdruk een risico voor de gezondheid van werknemers. Werkdruk kan naast deze taakeisen veroorzaakt worden door diverse aspecten van de organisatie en hun directe omgeving zoals communicatiepatronen, werkorganisatie, technologie en de externe sociaaleconomische omgeving. Op basis van de gegeven definities is werkstress, stress in of door het werk. Arbeidsomstandigheden De leer van arbeidsomstandigheden is het zoeken naar collectieve aspecten in de arbeidssituatie die kunnen leiden tot negatieve gevolgen en omvat tevens de wijzen waarop deze aspecten kunnen worden beheerst. In artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet worden aanwijzingen gegeven over de wijze waarop de werkgever de veiligheid en de gezondheid van werknemer vorm moet geven kortweg de arbeidshygienische strategie. Uitgangspunt van de arbeidshygiënische strategie is dat risico s zoveel mogelijk bij de bron moeten worden aangepakt. Bij de organisatie van het werk zal eerst moeten worden nagegaan of bepaalde risico s kunnen worden voorkomen of beperkt. Zijn bepaalde risico s niet of niet helemaal uit te sluiten dan moeten eerst collectieve beschermende maatregelen worden getroffen. Alleen in die gevallen waar collectieve maatregelen niet mogelijk zijn kunnen individuele maatregelen worden getroffen. Collectieve oorzaken Om rondom psychosociale arbeidsbelasting collectieve maatregelen te treffen is het noodzakelijk om eerst na te gaan of er collectieve oorzaken zijn aan te wijzen voor werkstress. De hier beschreven benadering richt zich primair op deze vraag. De benadering volgt daarmee een sociaalpsychologische benadering en sluit naadloos aan bij het werkveld van de arbeid & organisatie deskundige. 2

2 Vragenlijst werkdruk De Arbeidsinspectie hanteert een holistisch narratieve benadering om werkstress te meten. Deze benadering sluit aan bij de perceptie van het stressproces van het individu zoals door Bakker, De Jonge en Taris (2003) is beschreven. Bakker et al beschrijven dat eerst een objectieve werkdrukbron moet worden waargenomen voordat deze een psychologisch effect kan hebben op de persoon. Werknemers zijn zich niet altijd bewust van de aanwezige objectieve werkdrukbronnen. Objectieve werkdrukbronnen die niet worden waargenomen leiden ook niet tot stress (Bakker et al, 2003). Gaillard (1992) beschrijft dat stress pas ontstaat als de persoon denkt dat de disharmonie tussen de eisen, die de omgeving stelt en de eigen mogelijkheden niet op te lossen is. Buunk en De Wolff (1992) geven aan dat het bij stress primair gaat om al die situaties die bij mensen negatieve gevoelens oproepen. De Jonge, Le Blanc en Schaufeli (2003) omschrijven werkstress als stress in of door de werksituatie. Vanuit de waarneming van de persoon is er sprake van werkstress (stress in of door werk) als een stressverschijnsel wordt toegewezen (geattribueerd) aan een werkdrukbron. Op basis van de gegeven definities en de perceptie van de persoon bestaat het begrip werkstress psychologisch uit twee aspecten: stressverschijnselen en werkdrukbronnen. Werkstress wordt vanuit de holistische benadering gedefinieerd als het toewijzen van stressverschijnselen aan werkdrukbronnen. Deze definitie gaat uit van de vooronderstelling dat deel en geheel intern (holistisch) met elkaar verbonden zijn. Werkstress bestaat uit stressverschijnselen die worden geattribueerd aan werkdrukbronnen (zie Figuur 1.1). Werkstress is als psychologisch begrip dus ondeelbaar. Net zoals het strand wordt gevormd door zee en zand. Als één van beide aspecten weg valt, is er geen strand, en dus ook geen werkstress. Figuur 1.1: Holistisch model van werkstress Werkstress kan niet opgevat worden als een causaal verband tussen stressverschijnselen en de attributie hiervan aan werkdrukbronnen omdat beide aspecten psychologisch niet onafhankelijk van elkaar zijn. Mensen ervaren stressverschijnselen en schrijven bij werkstress diezelfde stressverschijnselen toe aan werkdrukbronnen. Mensen koppelen cognitief de innerlijke waarneming van stressverschijnselen aan de waarneming van werkdrukbronnen in hun omgeving. Of te wel mensen geven betekenis aan hun stressverschijnselen door een werkdrukbron aan te wijzen. Werkstress is een vorm van identificeren, van betekenisverlening. Tussen stressverschijnselen en werkdrukbronnen bestaan psycho- 3

logisch (op individueel niveau) geen causale relaties maar betekenisrelaties. Er is geen causaal verband maar er is, in wetenschapsfilosofisch zin, sprake van een narratief geheel. Het verschil tussen een causale benadering en de narratieve benadering is dat een causale benaderingen uitgaat van het perspectief van de onderzoeker, terwijl de narratieve benadering uitgaat van het perspectief van de werknemer. Bij de meting van werkstress worden twee aspecten onderkend: Stressverschijnselen en werkdrukbronnen. Dit leidt tot de uitspraak: Stressverschijnsel X wordt zoveel keer door bepaalde werkdrukbronnen veroorzaakt. Feitelijk wordt het stressverschijnsel geattribueerd (toegewezen) aan een werkdrukbron. Dan is er sprake van werkstress, stress in of door het werk. Voorbeeld vraagstelling: Vragen - Ik raak op het werk geïrriteerd; nooit, zelden, soms, vaak of altijd - Ik raak geïrriteerd door? bepaalde taken en klussen, contacten, hoeveelheid werk, etc. Antwoorden - Ik raak soms geïrriteerd door de hoeveelheid werk en door bepaalde klussen. - Soms raak ik door de hoeveelheid werk en door bepaalde klussen geïrriteerd. De attributie van de stressverschijnselen aan de werkdrukbronnen is niet hetzelfde als de feitelijke belasting vanuit de werkdrukbronnen zelf. De attributie van de stressverschijnselen aan de werkdrukbronnen is een manier om de belasting vanuit de werkdrukbronnen te beschrijven. Op basis van het theoretische model is een vragenlijst ontwikkeld, de Vragenlijst werkdruk. De Vragenlijst werkdruk omvat 24 stressverschijnselen en 10-14 werkdrukbronnen. Stressverschijnselen De 24 stressverschijnselen kunnen globaal ingedeeld worden in vier categorieën: - negatieve emoties met een hoog activatieniveau (bijvoorbeeld piekeren), - negatieve emoties met een laag activatieniveau (bijvoorbeeld ontevreden), - mentale vermoeidheid (bijvoorbeeld geestelijk op) en - uitputting (bijvoorbeeld echt op). 4

Tabel 2.1: Stressverschijnselen waarvan de frequentie waarin zij in of door het werk optreden met de Vragenlijst werkdruk worden gemeten Stressverschijnselen Irritatie Piekeren Vergeetachtigheid Verveeld Malen Geestelijk op Emotioneel Slaapklachten Uitgeput Angstig Gespannen Lusteloos Weerzin Zorgen maken Concentratieproblemen Cynisch Vijandig Echt op Onzeker Balen Moeilijk tot rust komen Ontevreden s Nachts wakker liggen Somber Werkdrukbronnen In Tabel 2.2 wordt een opsomming gegeven van de werkdrukbronnen waar de werknemer ervaren stressverschijnselen aan kan toeschrijven. Afhankelijk van de specifieke doelgroep kunnen meer of minder werkdrukbronnen worden gedefinieerd. Tabel 2.2: Hoofdcategorieën van werkdrukbronnen waaraan de werknemer de ervaren stressverschijnselen kan toeschrijven. Werkdrukbronnen - inhoud van het werk - apparatuur en machines - contacten met derden - contacten met collega s - contacten met leidinggevende(n) - ingrijpende gebeurtenissen - hoeveelheid werk - zwaarte van het werk - werktempo - afwijkende werktijden - pauze en snippermogelijkheden - overwerk De validiteit en de betrouwbaarheid van de Vragenlijst werkdruk is empirisch onderzocht. De begripsvaliditeit en de convergente validiteit van de vragenlijst zijn goed. De concurrente validiteit met de Schaal voor herstelbehoefte van de VBBA (Vragenlijst voor Beleving en Beoordeling van de Arbeid) is slecht. De reden hiervan is dat de Vragenlijst werkdruk uitgaat van primaire preventie terwijl de Schaal voor herstelbehoefte uitgaat van secondaire preventie. De betrouwbaarheid van alle schalen van de Vragenlijst werkdruk is voldoende tot goed. 3 Werkstress, gezondheid en ziekte Met behulp van de Vragenlijst werkdruk en andere vragen(lijsten) over gezondheid en ziekte is onderzocht welke werkdrukbronnen voor de onderzochte groep de belangrijkste zijn voor het verklaren van werkstress, gezondheidsklachten en ziekte. Op basis daarvan kunnen collectieve maatregelen worden gekozen om werkstress, gezondheidsklachten en ziekte te voorkomen dan wel te beperken. In Figuur 3.1 wordt het gehanteerde onderzoeksmodel grafisch weergegeven. De gepresenteerde gegevens 5

hebben betrekking op verschillende bedrijfsinspecties en inspectieprojecten. De inspecties zijn uitgevoerd in zorginstellingen en in de zeehavens. Figuur 3.1: Model werkstress, gezondheid en ziekte 3.1 Werkstress In Figuur 3.2 worden de scores werkstress van een onderzochte groep werknemers die werkzaam zijn in de zorg grafisch weergegeven. Als normering voor de Vragenlijst werkdruk worden twee afkappunten gehanteerd. Werknemers vallen op basis van deze afkappunten in een groene, oranje of rode categorie. Deze categorieën vormen samen een zogenaamd stoplichtmodel. Dit betekent dat: - Werknemers die in de groene categorie vallen nooit tot bijna nooit stress in of door het werk ervaren. Het stoplicht staat op groen. De werkdrukbronnen veroorzaken zelden stressverschijnselen, er is sprake van een lage werkdruk. 46% van de werknemers vallen in deze categorie. - Werknemers in de oranje categorie ervaren regelmatig stress in of door het werk. Het stoplicht staat op oranje. De werkdrukbronnen veroorzaken regelmatig stress, er is sprake van gemiddelde werkdruk. Intensivering van het beleid is noodzakelijk. 38% van de werknemers vallen in deze categorie. - Werknemers in de rode categorie ervaren structureel stress in of door het werk. Het licht staat op rood. De werkdrukbronnen veroorzaken voortdurend stress, er is sprake van een hoge werkdruk. Maatregelen moeten zo snel mogelijk worden getroffen. 16% van de werknemers vallen in deze categorie. Aansluitend is onderzocht wat significante oorzaken zijn van werkstress. In Figuur 3.3 wordt de sterkte van het effect van de verschillende oorzaken grafisch weergegeven. Deze werkdrukbronnen verklaren 6

significant de frequentie van de stressverschijnselen die de werknemers in of door het werk ervaren (p < 0,05). Hoe sterker het effect des te belangrijker de werkdrukbron. Legenda Figuur 3.3: Figuur 3.2: Verdeling werkstress Figuur 3.3: Effect van de verschillende werkdrukbronnen op werkstress o08 = de hoeveelheid werk, o14 = overige oorzaken (anders, namelijk...), o04 = contacten met leidinggevende(n), o01 = bepaalde taken en klussen, o11 = afwijkende werktijden, o09 = de zwaarte van het werk, o10 = het werktempo, o13 = overwerk, o03 = contacten met collega s, o12 = geen pauze of snipperdagen, o06 = confrontatie met verdriet en teleurstelling, o05 = contacten met derden. De 12 significante werkdrukbronnen verklaren 76% van de frequentie van de gerapporteerde stressverschijnselen. De belangrijkste benoemde oorzaken zijn de hoeveelheid werk, contacten met leidinggevende(n) en bepaalde taken en klussen in het werk. Onder bepaalde taken en klussen vallen ook administratieve taken waarmee de werknemers zijn belast. Maatregelen om werkstress te voorkomen dan wel te beperken moeten zich richten op deze 12 collectieve werkdrukbronnen. De prioriteit van de maatregelen is mede afhankelijk van de rangorde van welke werkdrukbron het belangrijkst is. 3.2 Oorzaken van gezondheidsklachten Met behulp van de VOEG (Vragenlijst Onderzoek Ervaren Gezondheid, Dirken, 1967, Kompier & Marcelissen,1990) is de gezondheid van de werknemers onderzocht. De VOEG meet psychosomatische gezondheidsklachten. In Figuur 3.4 worden de ervaren gezondheidsklachten van de werknemers grafisch weergegeven. Uit de statistische analyse blijkt dat de gezondheidsklachten die werknemers ervaren significant door werkstress wordt verklaard. In Figuur 3.5 wordt de sterkte van het effect van de verschillende oorza- 7

ken op de gezondheidsklachten grafisch weergegeven. Hoe groter het effect des te belangrijker de werkdrukbron is in relatie met de gezondheidsklachten. Figuur 3.4: Verdeling gezondheidsklachten Figuur 3.5: Effect van de verschillende werkdrukbronnen op gezondheidsklachten Legenda Figuur 3.5: o08 = de hoeveelheid werk, o04 = contacten met leidinggevende(n), o12 = geen pauze of snipperdagen, o11 = afwijkende werktijden, o09 = de zwaarte van het werk, o03 = contacten met collega s 3.3 Oorzaken van ziekte Aansluitend aan de Vragenlijst werkdruk en de VOEG is een vraag gesteld over hoeveel dagen de werknemer het afgelopen half jaar ziek is geweest. In Figuur 3.6 wordt het aantal werknemers per verzuimcategorie grafisch weergegeven. Deze categorieën zijn gebaseerd op de indeling zoals die door het CBS voor verzuim zijn gedefinieerd: - 0 ziektedagen Geen verzuim - 1 7 ziektedagen Kort verzuim - 8 42 ziektedagen Middellang verzuim - 43 180 ziektedagen Lang verzuim Uit de statistische analyse blijkt dat de ziektedagen die werknemers rapporteren significant door werkstress wordt verklaard. In Figuur 3.7 wordt de sterkte van het effect van de verschillende oorzaken op de gezondheidsklachten grafisch weergegeven. Hoe groter het effect des te belangrijker de werkdrukbron is in relatie met de ziektedagen. (Alleen de significante oorzaken worden weergegeven.) 8

Figuur 3.6: Verdeling ziektedagen Figuur 3.7: Effect van de verschillende werkdrukbronnen op ziektedagen Legenda Figuur 3.7: o15 = opleiding, o12 = afwijkende werktijden, o10 = werktempo, o13 = overwerk, o02 = apparatuur en machines Opvallend is dat stress door apparatuur en machines en stress door overwerk in deze onderzochte groep een negatief effect hebben op verzuim. Dit betekent dat stress door deze beide werkdrukbronnen in de onderzochte populatie juist tot minder verzuim leidt. Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan niet worden achterhaald waardoor dit negatieve verband ontstaat. Ten aanzien van overwerk is een mogelijke verklaring dat overwerk een drempel opwerpt om ziek te melden. De uitkomsten laten zien dat ziekte een lastig te verklaren afhankelijke variabele is. Allerlei andere zaken (verzuimdrempels) hebben ook invloed of iemand zich wel of niet ziek meldt. 4 Werkstress, (bijna) ongevallen en fouten Naar aanleiding van een verzoek van FNV-bondgenoten heeft de Arbeidsinspectie in 2007 in een tiental bedrijven in de havens van Rotterdam en Amsterdam een onderzoek uitgevoerd naar de werkdruk en werkstress. Het onderzoek richtte zich vooral op uitvoerende functies zoals kraanmachinisten en grondchauffeurs. Het werken in zeehavens gaat helaas nog steeds gepaard met relatief veel ongevallen. 1 op de 250 werknemers in de havens treft een ongeval (bron: ongevallenstatistiek Arbeidsinspectie). Bijna ongevallen zijn incidenten waarbij wel iets fout is gegaan maar waarbij de werknemers geen letsel opliepen. Bij containerbedrijven vallen met enige regelmaat machines om, en containers vallen soms uit 9

hijskranen. Op het haventerrein lopen en werken mensen; aanrijdgevaar evenals het geraakt kunnen worden door vallende, zeer grote voorwerpen, is continu aanwezig. Met behulp van de Vragenlijst werkdruk en een vraag over bijna-ongevallen en ongevallen is nagegaan of werkstress tot meer onveiligheid leidt. Er is een significant verband tussen van werkstress en bijna-ongevallen. Er zijn meer bijna-ongevallen als de werkstress hoger is. In Figuur 4.1 wordt het verband tussen bijna-ongevallen en werkstress in acht van de tien verschillende bedrijven grafisch weergegeven. Ieder lijntje is een bedrijf Uit de analyse is gebleken dat het verband tussen de bedrijven niet gelijk is, m.a.w. het effect van werkstress op bijna-ongevallen is niet in alle bedrijven gelijk. Hoe stijler de lijn hoe groter het effect van werkstress op het aantal bijna-ongevallen. In sommige bedrijven is er nagenoeg geen effect en in enkele andere bedrijven is de kans op ongevallen door werkstress duidelijk aanwezig. Figuur 4.1: Verband tussen werkstress en bijna ongevallen De belangrijkste veroorzaker van bijna-ongevallen is overwerk, daarnaast speelt de hoeveelheid werk een rol bij het veroorzaken van bijna ongevallen (zie Figuur 4.2). Internationaal onderzoek bevestigt deze uitkomst. Hanecke (2002) rapporteert op basis van 1,2 miljoen ongevallen in Duitsland dat de kans op een ongeval tussen het 8 ste en 9 de uur significant toeneemt. 10

Hoewel het niet kunnen opnemen van snipperdagen weliswaar werkstress veroorzaakt, heeft het een positief effect op de veiligheid! Het komt de veiligheid ten goede om geen snipperdagen toe te staan tijdens pieken in de hoeveelheid werk. Waarschijnlijk omdat het tot minder overwerk leidt; men kan het werk binnen de reguliere werktijd uitvoeren. Er zijn meer handen om het werk uit te voeren. Onduidelijk is waarom stress door contacten op het werk de veiligheid ten goede komt. Een mogelijke verklaring is dat het niet kunnen opnemen van pauzes of snipperdagen over en weer tot haperende contacten leidt. Het weigeren van een snipperdag door een leidinggevende zal door de werknemer niet worden gewaardeerd. Verder blijkt dat overwerk niet in alle bedrijven de belangrijkste veroorzaker is van bijna ongevallen. In die bedrijven is de hoeveelheid werk de belangrijkste veroorzaker van bijna ongevallen. Oorzaken bijna-ongevallen Inhoud van het werk Contacten Emotionele gebeurtenissen Hoeveelheid werk Inspannendheid Werktempo Afwijkende werktijden Pauze en snipperdagen Overwerk -0,4-0,2 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 Figuur 4.2: Oorzaken bijna-ongevallen gerelateerd aan werkdrukbronnen In het zelfde onderzoek is ook onderzocht of werkstress leidt tot meer ongevallen. De resultaten van de analyse waren verrassend. De belangrijkste oorzaak was ogenschijnlijk stress door emotionele gebeurtenissen. Nader onderzoek van de gegevens bracht aan het licht dat dit verband zeer sterk aanwezig was in één van de onderzochte bedrijven. In dat bedrijf had zich vlak voor het onderzoek een dodelijk ongeval voorgedaan. Op basis van deze nadere analyse is het logischer om het oorzakelijk verband andersom te interpreteren. Stress door emotionele gebeurtenissen leidt niet tot meer ongevallen. Maar een ingrijpende en emotionele gebeurtenis zoals een dodelijk ongeval leidt tot meer werkstress. Bij werknemers in de zorg is onderzocht of werkstress tot meer fouten leidt. In het onderzoek is een indicatie gevonden voor een verband tussen fouten en werkstress. De belangrijkste verklarende werkdrukbronnen zijn confrontatie met verdriet en teleurstelling van patiënten en werktijden. Het is twijfelachtig of de confrontatie met verdriet en teleurstelling fouten veroorzaakt. Logischer is dat fouten ver- 11

driet en teleurstelling veroorzaakt bij de patiënt. De confrontatie met de verdrietige en teleurgestelde patiënt veroorzaakt stress bij de werknemer. Fouten leiden dus tot stress. 5 Conclusies In Figuur 5.1 worden de uitkomsten van de verschillende onderzoeken nader weergegeven. Duidelijk is geworden dat werkstress een belangrijke veroorzaker is van gezondheidsklachten en ziekteverzuim. Tussen de 28-32% van de gezondheidsklachten kan aan werkstress worden toegeschreven. Terwijl tussen 6-7% van het verzuim door werkstress kan worden verklaard. Deze uitkomsten komen goed overeen met de uitkomsten uit ander onderzoek. TNO-kwaliteit van leven rapporteert gelijke cijfers. Daarnaast hebben zij berekend dat de totale maatschappelijke kosten jaarlijks 4 miljard euro bedragen en ieder jaar 660 dodelijke slachtoffers te betreuren zijn ten gevolge van psychosociale arbeidsbelasting! Werkstress leidt ook tot meer (bijna) ongevallen en fouten. Maar op basis van logische redenatie is het aannemelijk dat ongevallen en fouten waarschijnlijk ook werkstress veroorzaken. In Figuur 5.1 worden de gevonden verbanden weergegeven met pijlen. Ongevallen en fouten leiden op hun beurt ook zelf weer tot stress. Er is dus sprake van een reciproque verband. Hiermee is theoretisch de cirkel rond. Immers ongevallen en fouten zijn ingrijpende gebeurtenissen en ingrijpende gebeurtenissen is als werkdrukbron gedefinieerd. Longitudinaal onderzoek is nog wel nodig om dit empirisch te toetsen. Figuur 5.1: Verbanden tussen werkstress, gezondheid, ziekte, (bijna) ongevallen en fouten Het uiteindelijke doel van het in kaart brengen van werkstress en de relaties met gezond en veilig werken is het voorkomen en beperken van het risico door het treffen van de juiste maatregelen. In de bijlage wordt een eerste handreiking gegeven hoe de beleidsvoering rondom werkstress verder gestalte kan worden gegeven. 12

Literatuur Boer, J.R., Diehl, P.J. & Koenders, H. (2001). Handleiding Arbozorg 2001 Alphen aan den Rijn: Samson Buunk, A.P. & Wolff, Ch.J. de (1992). Sociaal psychologische aspecten van stress op het werk. In P.J.D. Drenth, Hk. Thierry en Ch.J. de Wolff (1992). Nieuw handboek arbeids- en organisatie psychologie (p. 447-497). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum Gaillard, A.W.K. (1992). Werkbelasting is nog geen stress. In P.J.G. Keuss, G. ten Hoopen & A.A.J. Mannaerts, Stress: werkbelasting, lichamelijke reacties, mentale belasting, gezondheid, slaapgebrek, meetmethoden (p. 13-49) Amsterdam: Swets & Zeitlinger. Jonge, J. de, Le Blanc P., & Schaufeli W. (2003). Psychosociale theorieen over werkstress. In W. Schaufeli, A. Bakker & J. de Jonge, De psychologie van arbeid en gezondheid. Houten / Mechelen: Bohn Stafleu Van Loghum. Klein Hesselink, D.J., Klink, J.J.L. van de, Vaas, S., Houtveen, J.H., Frielink, S.J., (2001). Maatregelen werkdruk en werkstress - Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Kompier, M.A.J. & Marcelissen, F.H.G. (1990). Handboek werkstress: Een systematische aanpak voor de bedrijfspraktijk. Leiden: TNO/NIPG Zwaard, A.W. & Goossens, L.H.J. (1997). Relative Ranking als hulpmiddel voor risico-evaluatie. Tijd- schrift voor toegepaste Arbowetenschap, 10, 10-15 13

Bijlage: aanpak van werkstress Het in kaart brengen van welke werkdrukbronnen stress, gezondheidsklachten, ziekte, (bijna) ongevallen en fouten veroorzaken is een eerste stap om het risico adequaat aan te pakken. In deze bijlage wordt kort ingegaan op de wijze waarop de beleidsvoering rondom werkstress vorm kan worden gegeven en is bedoeld als een eerste handreiking. De beschreven aanpak is gebaseerd op het stappenplan zoals binnen het kader van de arboconvenanten als stand der wetenschap is beschreven (Klein Hesselink, Klink van der, Vaas, Houtveen, & Frielink, 2001). Stap 1: signalering van werkstress Beleidsvoering om werkstress te voorkomen dan wel te beperken start met een eerste verkenning. Verkend wordt in welke afdelingen en/of functies werkstress regelmatig een risico is. Door middel van individuele interviews wordt een globale signalering uitgevoerd. Welke werkdrukbronnen tijdens de interviews aan de orde moeten komen is afhankelijk van de functie of afdeling die in ogenschouw wordt genomen. Om een eenduidig - en te vergelijken beeld te krijgen of werkstress een risico vormt is het belangrijk de interviews te structureren. Hiervoor kan de Signaleringsmethode werkdruk van de Arbeidsinspectie (2007, 2008) worden gebruikt. Stap 2: verbredend en verdiepend onderzoek Als uit de globale signalering blijkt dat werkstress een regelmatig terugkomend risico is dan is nader onderzoek noodzakelijk. De noodzakelijke breedte en diepte wordt mede bepaald door het niveau van mogelijkheden die de organisatie kan en wil treffen. Van belang is om de breedte en diepte van het onderzoek af te stemmen met het uiteindelijk te bereiken doel. In deze fase wordt per functie en per afdeling het risico breder en diepgaander met de Vragenlijst werkdruk onderzocht. Stap 3: keuze van maatregelen In de Arbeidsomstandighedenwet wordt beschreven dat risico s redelijkerwijs bij de bron moeten worden aangepakt. Is dit niet mogelijk dan moeten eerst collectieve maatregelen worden getroffen. Is ook dit niet mogelijk dan moeten maatregelen worden getroffen die gericht zijn op individuele bescherming. Deze strategie is ook van toepassing bij het treffen van maatregelen ten aanzien van werkstress. Het meest effectief is een combinatie van maatregelen. Naarmate hoger in de hiërarchie van maatregelen wordt geïntervenieerd des te meer effect wordt gerealiseerd bij de bestrijding van werkstress. De maatregelen hebben dus een hiërarchische samenhang. Organisatorische maatregelen sorteren ook effecten op afdelings-, functie- en individueel niveau. Dit komt enerzijds doordat hogere maatregelen ook maatregelen vereisen op lagere onderliggende niveau s. Anderzijds 14

doordat het een logisch resultaat is van de maatregelen op een hoger niveau. Omgekeerd geldt een dergelijk effect over het algemeen niet. Op welk niveau het best kan worden ingegrepen hangt af van waar het risico ontstaat maar ook van de haalbaarheid van de te treffen maatregelen. Naarmate hoger in de hiërarchie van maatregelen wordt ingestoken neemt ook de ingrijpendheid toe. Van belang is om de maatregelen af te stemmen op het te bereiken einddoel. Het geheel van afwegingen zal uiteindelijk leiden tot een breed gedragen plan van aanpak. Stap 4: uitvoeren van de maatregelen Na het vaststellen van het plan van aanpak kan worden begonnen met de implementatie en uitvoering van de maatregelen. De ene maatregel kost meer tijd aan voorbereiding dan de andere maatregel. Sommige maatregelen geven snel resultaat en bij andere maatregelen is het effect pas op langere termijn zichtbaar. Van belang is om alle betrokkenen te laten zien dat het menens is om het risico aan te pakken. Een mogelijkheid om dit te laten zien is om eenvoudige maatregelen die snel resultaat opleveren direct uit te voeren. De uitstraling hiervan heeft een positief effect op meer ingrijpende maatregelen die over het algemeen ook meer voorbereiding kosten. Deze ingrijpende maatregelen hebben vaak meer effect maar deze zijn vaak pas op langere termijn zichtbaar. Verder is het van belang dat leidinggevenden en hun werknemers zoveel mogelijk zelf verbeteringen doorvoeren. Stap 5: evaluatie Sommige maatregelen zoals het herontwerpen van de organisatie hebben een eenmalig karakter. Tijdens de invoering van een dergelijke maatregel wordt regelmatig gecontroleerd of de gemaakte afspraken worden nagekomen. Andere maatregelen zoals het voeren van functioneringsgesprekken en het bijhouden van registratiesystemen zijn voortschrijdende activiteiten. Om de motor draaiende te houden is het van belang om regelmatig te controleren of de afspraken hieromtrent worden nagekomen. Het controleren kan op verschillende manieren worden georganiseerd. Enerzijds kan gekozen worden voor een systeem van schriftelijke rapportages, anderzijds kan dit ook plaatsvinden door het uitvoeren van periodieke inspecties. Zonodig wordt corrigerend opgetreden. Van belang is om voortdurend de vinger aan de pols te houden zodat het te bereiken einddoel niet in gevaar komt. Het evalueren van de tussenresultaten en eindresultaten (c.q. de effecten) is de ingang voor het (her)formuleren van het arbobeleid ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting. 15