Samenvatting en eindconclusie



Vergelijkbare documenten
Agrologistiek. Een goede vriend voor ondernemers met plannen

Aandacht nodig voor goed onderwijs op het gebied van ondernemerschap

EINDVERSLAG. FLOWERS en FOOD. Blauwdruk voor ketenregie in de aspergeteelt

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Middelen om de supply chain te verduurzamen. Wytze Rauwenhoff Flanders Logistics-consulenten

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30

CO2 prestatieladder Actieve Deelname Initiatief 2015

PLATFORM HERGEBRUIK PRODUCTEN. Een initiatief van Avans Hogeschool, Syntens en de Universiteit van Tilburg

Workshop Biobased Ketens

VRAGENLIJST JOnG. Mail het formulier met jouw antwoorden naar Dionne Neven (Regioadviseur MKB Limburg):

Inleiding Ab van Marrewijk, directeur Wematrans

Projectvoorstel. INNVALL[k] INNovatie Value Added Logistics Limburg [Ketenregie] I N N V A L INNOVATIE VALUE ADDED LOGISTICS LIMBURG

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Internationaliseringsdesk regio Zwolle

Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg

STICHTING VELDLEEUWERIK

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer.

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN

Multimodaal vervoer en Agrosector

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

PRIMAIRE DISTRIBUTIE Planning en transport van productielocatie naar distributiecentra en tussen distributiecentra.

Congres en Inspiratiesessies vragen om concreet vervolg

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Transport, doe het slim

Resultaten Onderzoek September 2014

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

Opleidingsprogramma DoenDenken

Dé ondernemingsvereniging van Brabant en Zeeland

Reverse factoring is Win-Win en Win.

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Realisatie. Deelnemersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Inhoudelijke punten van de structuurvisie

Sector- en keteninitiatieven

Ik ga het niet doen, en mijn mensen ook niet!

Corina den Besten Arnold Monshouwer

Workshop Ruimte voor verbeelding. ICTU / GBO 9 april 2009

CIV SMART TECHNOLOGY

Impact Cloud computing

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Actieve deelname aan keteninitiatief maart tussentijdse rapportage. Inhoudsopgave

projecten Laanboompact

4C VOOR BOUWLOGISTIEK. Toepassing van een real-time smart data platform Siem van Merriënboer

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland

eel multifunctionele bedrijven verkopen hun

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Leercirkel. Regisserend opdrachtgeverschap. 1 juli 2014

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Social Media in de Tuinbouw. Social media in de Tuinbouw

Nota inzake Economic Development Board

TOEKOMST WEGTRANSPORT

Wat is de optimale grootte van een dc?

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

Bedrijfsprofiel. Constant Jurgens

Een project, weet waar je aan begint!

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws

Incore Solutions Learning By Doing

Het belang van ketenregie voor de verankering van logistieke stromen. Kevin Lyen

Het in kaart brengen van de Supply Chain. Customer Solutions

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

EN WIE NODIGT NU DE GASTEN UIT?

Perspectief voor de Achterhoek

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

De 17 principes van lean working

LNG en Scheepvaart. Martin Quispel. Zwijndrecht 24 februari 2017

Human Capital Tafel Logistiek in Drenthe op 3 oktober 2013

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek

Swart Installatietechniek BV

Workshop Bouwlogistiek in de Stadsregio

Artikel Cargo magazine, oktober 2017

Sector en keteninitiatieven

Duurzame Logistiek Rapport 1 e pilot VBZ en NVB

Globalisatie, met nieuwe opkomende economieën als China, Brazilië en

de pilotstarter Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening deelnemersbrochure

Jeroen Dusseldorp

FIT Gebruik van de FIT analyse Doel van de FIT analyse

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

Samenvatting Samenvatting

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Supply Chain Management in nieuw Europees perspectief

Wat is? Alles zelf doen is uit, ga samen aan de slag.

JONGEREN IN GELDERLAND OVER

creating tomorrow Logistiek en economie Hva techniek

19. Reflectie op de zeven leerfuncties

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting

Verslag MVO 2014 Advin Periode: Q1 Q Hoofddorp, 20 maart 2015

NAP innovatie programma, de analyse

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

1. Programmaonderdeel: Dierenwelzijn in het Voortgezet Onderwijs

A.P.A. Martens Waalwijk 2011

Transcriptie:

HAS KennisTransfer Onderwijsboulevard 221 Postbus 90108 5200 MA s-hertogenbosch Telefoon: (073) 692 36 37 Documenttitel: Agrologistiek in het MKB Status: Definitief Opdrachtgever: Contactpersoon: Platform Agrologistiek Lucy Wassink Auteurs: Jacques Lammers, senior adviseur Arianne van Dijk, adviseur Plaats: s-hertogenbosch Datum: 29-09-2008

Voorwoord Het Platform Agrologistiek is door het ministerie van LNV opgericht om efficiëntere logistiek van agrarische goederen te stimuleren. Gekozen is voor een netwerkorganisatie. De ministeries van LNV, V&W, VROM en EZ werken nauw samen met het bedrijfsleven om de doelstellingen van de Visie Agrologistiek te verwezenlijken. De centrale pijlers in de Visie zijn clusteren, verbinden en regisseren. Clusteren staat voor het tegengaan van versnippering bij de primaire productie, verwerking en distributie van agrarische producten en voedingsmiddelen. Bijeenbrengen van deze activiteiten doet het aantal transportbewegingen aanzienlijk dalen. Bij verbinden gaat het er om aan- en afvoerstromen van grondstoffen en producten slim te bundelen tot dikkere vervoersstromen, waardoor de vervoersbehoefte als totaal afneemt. Afstemming met en inzet van andere modaliteiten als railvervoer en binnenvaart passen in dit plaatje. De huidige stand van de informatie- en communicatietechnologie levert een belangrijke bijdrage aan het regisseren van goederenstromen. Een virtuele markt biedt in potentie vele voordelen. Minder kilometers, geen sanitaire en fytosanitaire risico s, en geen onnodig transport van dieren. De genoemde pijlers hebben alle als kenmerk dat zij het probleem bij de bron willen aanpakken. Zij dagen overheid en bedrijfsleven uit een open oog te hebben voor innovaties en waar mogelijk die te implementeren. Met als gevolg: een beter milieu door minder transportbewegingen, efficiëntere bedrijfsprocessen en minder kosten voor de ondernemers in de keten. En dat is zowel goed voor het bedrijf, de consument, het milieu als de Nederlandse economie als geheel. Het onderwijs is een ingang om gedragsverandering op een bredere schaal te realiseren. Vandaar dat het Platform samenwerkingsverbanden is aangegaan om de toekomstige generatie van logistieke managers en medewerkers bewust te maken van clusteren, verbinden en regisseren. Samen met HAS KennisTransfer en Fontys ILEC is gekozen voor een bijzondere werkwijze. Studenten hebben keukentafelgesprekken gevoerd met ondernemers om te kijken of deze ideeën hadden op het terrein van Agrologistiek en of deze ideeën verder geholpen konden worden. Ideeën waren er genoeg en er zijn er uiteindelijk drie uitgekozen. Het aardige van deze werkwijze is dat studenten zich bewust werden van Agrologistiek, dat bij ondernemers meer bekendheid kwam met Agrologistiek en wij als Platform er weer initiatieven bij kregen. Ik heb met plezier de diverse leergangen studenten in de weer gezien met dit onderwerp, dat als een estafettestokje werd overgedragen. Hun enthousiasme was aanstekelijk, zoals een breed publiek heeft gemerkt tijdens ons congres Agrologistiek in Madurodam in 2007. Frans Tielrooij Voorzitter Platform Agrologistiek 3

Inhoudsopgave Inleiding 5 Het beeld van Agrologistiek 9 Ideeën voor logistieke verbetering 11 Ketensamenwerking 12 Pilotprojecten 14 Verankering Agrologistiek in het onderwijs 19 Symposium Maak de weg vrij! 22 Eindconclusie 25 4

Inleiding Project achtergrond Het project Agrologistiek in het MKB is uitgevoerd in opdracht van het Platform Agrologistiek. Het Platform Agrologistiek is in 2000 opgericht door overheid en bedrijfsleven. Het platform heeft als doel een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van duurzame, vernieuwende en efficiënte logistieke systemen voor de agrofood sector. De aandacht gaat daarbij niet alleen puur uit naar het vervoer maar ook naar mogelijkheden om activiteiten te bundelen door het verplaatsen van bedrijven om zo productie, verwerking en distributie dichter bij elkaar te brengen. Deze doelstelling is ingegeven door een aantal ontwikkelingen. Nederlandse wegen die steeds meer en steeds vaker verstopt raken door langer wordende ketens die, vanwege de groeiende variatie in consumentenwensen, ook steeds dunnere stromen accommoderen. Daarnaast betreft het verse en bederfelijke waren die snel in kwaliteit achteruit kunnen gaan als het vervoer te lang duurt. Bovendien bestaat een deel van het vervoer uit levend vee. Naast groeiende onvrede over diertransporten als zodanig, leveren ze ook veterinaire risico s (MKZ, vogel- en varkenspest) die een grote bedreiging vormen voor de sector zelf. Het Platform heeft gekozen voor drie pijlers waarop de weg naar een nieuwe Agrologistiek komt te liggen: clusteren, verbinden en regisseren. Het bouwen van die pijlers is geen overheidstaak, maar een zaak van de partners in het agrologistieke netwerk. Aan hen de opdracht om de transportbehoefte te verminderen en de logistieke efficiëntie te verbeteren door bundelen van activiteiten en goederenstromen en ontwikkelen en benutten van technische en andere vormen van vernieuwing. De rol die de rijksoverheid voor zichzelf ziet is het vergemakkelijken van de transitie door waar mogelijk de samenwerking te bevorderen en nodeloze belemmeringen te verwijderen. Om aan de Visie Agrologistiek, clusteren, verbinden en regisseren gestalte te geven zijn door het Platform Agrologistiek voorbeeldprojecten geselecteerd. Deze projecten moeten als aanjager fungeren om het gedachtegoed uit de Visie Agrologistiek vorm te geven. Het uiteindelijke doel is om een systeeminnovatie in de agrologistiek tot stand te brengen zodat de congestie in het verkeer beheersbaar wordt. Enkele voorbeelden van projecten zijn Greenport Venlo, Sierteelt netwerk en Clustering varkensbedrijven. 1 Vanuit het Platform Agrologistiek is aangegeven dat er behoefte is aan meer initiatieven om aan betere agrologistiek te werken, met name vanuit het MKB. Daarnaast is men van mening dat agrologistiek nog onvoldoende verankerd is in het hoger beroepsonderwijs. Daarom heeft het Platform Agrologistiek het project Agrologistiek in het MKB geformuleerd en HAS KennisTransfer gevraagd om dit samen met Fontys ILEC en De Heer Advies en Projectmanagement uit te voeren. 1 Bron: www.agrologistiek.nl 5

Project uitvoering Het project Agrologistiek in het MKB is gestart in februari 2006 en vervolgens uitgevoerd in vier perioden van elk vijf maanden. In januari 2008 is het symposium Maak de weg vrij gehouden en in de daarop volgende vijf maanden heeft een nader onderzoek plaatsgevonden naar mogelijkheden voor agrologistieke samenwerking in de boomkwekerijsector (één van de drie in het project geselecteerde pilots). Het projectteam (figuur 1) bestond uit de projectleider, adviseurs van HAS KennisTransfer en Fontys ILEC, De Heer Advies en Projectmanagement en de projectleden. De projectleden waren studenten van HAS Den Bosch en Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement (FHTBM). Per periode nam een nieuwe groep studenten deel aan het project. In totaal zijn er 22 studenten vanuit een stage- of afstudeeropdracht betrokken geweest bij het project. Opdrachtgever: Opdrachtnemer: HAS KennisTransfer Adviseurs HAS Kennis- Klankbord- Adviseurs Fontys ILEC Adviseur De Heer Advies Studenten Studenten Figuur 1: Organogram projectorganisatie Doel van het project was om een beeld te schetsen van wat er leeft onder MKB ondernemers op het gebied van agrologistiek, het formuleren van drie mogelijke pilotprojecten en het verankeren van agrologistiek in het onderwijs. Als onderzoeksmethode is gekozen voor het afnemen van diepte interviews. Dit is de beste methode om knelpunten, ideeën en mogelijkheden voor ketensamenwerking bij de ondernemers zoveel mogelijk boven tafel te krijgen. 6

Er is voor gekozen de agrofood sector in drie hoofdclusters te verdelen, te weten de clusters plant, dier en industrie. Daarnaast zijn bedrijven onderscheiden naar hun plaats in de keten (figuur 2). Figuur 2: Logistieke keten Bedrijven zijn geselecteerd op basis van het cluster waartoe ze behoren en hun plaats in de keten. Voorwaarden voor selectie zijn: Bedrijven moeten één of meerdere logistieke componenten hebben; Bedrijven moeten zelf MKB zijn of in de keten te maken hebben met het MKB; Bedrijven moeten innovatief zijn; Bedrijven zijn bij voorkeur gevestigd in Brabant of Limburg. Voor het selecteren van bedrijven is gebruik gemaakt van de inktvlekmethode. Deze methode houdt in dat in eerste instantie contacten van HAS KennisTransfer en Fontys ILEC zijn geselecteerd. Vervolgens zijn aan de geïnterviewde contacten weer namen en adressen van andere bedrijven gevraagd. Er zijn 72 bedrijven geïnterviewd. Van deze bedrijven behoorde 33 bedrijven tot het cluster plant, 19 tot het cluster dier en 29 tot het cluster industrie. De interviews zijn afgenomen met behulp van semi-gestructureerde vragenlijsten. De vragenlijst bevatte de volgende onderwerpen: Samenwerkingsverbanden; Innovaties; Toekomstvisie; Knelpunten en bedreigingen; Logistieke organisatie; Mogelijke vervolgcontacten. De interviews zijn uitgevoerd door adviseurs in samenwerking met de studenten. Uitkomsten van de interviews zijn verwerkt middels een gespreksverslag en een kleurenmatrix. De kleurenmatrix geeft de mening van ondernemers met betrekking tot besproken thema s weer. De mening wordt weergegeven in de vorm van een kleur. 7

Uit de interviews zijn 26 projectideeën naar voren gekomen. Deze projectideeën zijn geanalyseerd middels het trechtermodel (figuur 3). Dit model beoordeelt een projectidee met behulp van kwalitatieve beoordelingscriteria zoals belemmeringen, risico s en duurzaamheid. Daarnaast analyseert het model of het idee organisatorisch, technisch en maatschappelijk/ politiek haalbaar is. Ervaringen van adviseurs en de klankbordgroep hebben in dit project ook een rol gespeeld in de haalbaarheidstoets. Projectidee Kwalitatieve beoordeling Beoordelingscriteria: - Risico's - Duurzaamheid - Belemmeringen Voldoet? Nee Stoppen Ja Haalbaarheidstoets Haalbaarheidsaspecten: - Technisch - Organisatorisch - Maatschappelijk / politiek - Ervaring (Adviseurs / Klankbordgroep) Voldoet Nee Stoppen Ja Potentieel project Figuur 3 Schematische weergave trechtermodel Bron: http://www.nido.nu/image/publicatie/ De volgende drie pilot projecten zijn geselecteerd: 1. Multimodaal transport in de AGF initiator: Langfruit; 2. Optimalisatie mogelijkheden in de supply chain van suikerbieten initiator: COVAS; 3. Distributieplein in de boomkwekerij initiator: Decker-Jacobs. Voor elk pilot project zijn gesprekken gevoerd met mogelijke ketenpartijen. De benaderde bedrijven waren afkomstig uit de verschillende schakels in de keten. Zo zijn er gesprekken gevoerd met logistieke dienstverleners, afnemers en toeleveranciers. Met de geïnterviewde partijen is gediscussieerd over onderwerpen als ketensamenwerking, knelpunten, ideeën, wensen en behoeften. In totaal zijn er veertien interviews gehouden. Uitkomsten van de interviews zijn geanalyseerd. Voor elk pilot project zijn vervolgstappen opgesteld, deze zijn verder uitgewerkt in een plan van aanpak. Voor de pilot Distributieplein in de boomkwekerij is vervolgens nader onderzoek uitgevoerd naar draagvlak voor logistieke samenwerking. 8

Het beeld van Agrologistiek Één van de doelstellingen van het project was om een beeld te schetsen van wat er leeft in de agrofood sector op het gebied van agrologistiek. Hoe denken ondernemers in de agrofood sector over hun logistiek? was één van de vragen die centraal stond tijdens de interviews. Na het analyseren van de interviews bleek dat het beeld zowel positief als negatief kan zijn. Tabel 1 geeft een samenvatting van de resultaten weer. Onderwerpen waar men positief over denkt kunnen worden opgevat als kansen die de ondernemer ziet en een negatief beeld komt overeen met een bedreiging. Wat opvalt is dat enkele onderwerpen door de ondernemers zowel positief als negatief worden opgevat. Verder worden vanuit de verschillende clusters (plant, dier en industrie) hetzelfde beeld geschetst. Positief (kansen) Samenwerking Distributie Schaalvergroting Ondernemerschap Negatief (bedreigingen) Samenwerking Retourvracht Schaalvergroting Financieel risico Wet en regelgeving Financiering Samenwerking Ketensamenwerking neemt een centrale plek in binnen dit project en werd vrijwel altijd genoemd door de ondernemer. Veelal wordt aangegeven dat men wel wil samenwerken. Ondernemers zijn ervan overtuigd dat er op het gebied van logistiek veel te optimaliseren valt door samenwerking. Maar er zijn enkele redenen die veel ondernemers er van weerhouden om daadwerkelijk te gaan samenwerken. De volgende redenen werden genoemd: Projecten omtrent samenwerking in het verleden zijn niet goed afgelopen; Er heerst veel wantrouwen (i.v.m. concurrentie); Ondernemers hebben geen vertrouwen in de kwaliteiten van mogelijke partners; De kennis over ketensamenwerking ontbreekt; Men is bang voor hoge opstartkosten. Logistiek Veel ondernemers zijn positief over hun distributie en zien nog voldoende kansen om verbeteringen aan te brengen. Enkele ondernemers hebben aangegeven dat logistieke stromen niet duidelijk en optimaal genoeg zijn. Een punt wat door ondernemers als lastig wordt ervaren is het just in time systeem. Dit systeem maakt het voor transporteurs heel lastig om efficiënt te werken. Door de ondernemers worden voorbeelden geschetst van back-orders en orders die te laat doorgegeven worden. Deze knelpunten zorgen voor een belemmering van de optimale goederenstromen. Verder wordt aangegeven dat veel ondernemers in de waan van de dag leven en niet over de motivatie en kennis beschikken om iets te ondernemen op logistiek gebied terwijl er wel veel te verbeteren valt. Ondernemers zijn overwegend negatief over de retourstromen. Bundeling van transportstromen gebeurt nog te weinig, zodat veel vrachtwagens vaak leeg retour rijden. 9

Schaalvergroting Veel ondernemers ervaren schaalvergroting als positief. Schaalvergroting biedt de mogelijkheid om onderdelen van een bedrijf zelf beter in te richten en te sturen waardoor er besparingen optreden. De volgende voordelen worden genoemd: Betere positie in de markt en t.o.v. concurrenten; Goederenstromen beter kunnen beheren; Gemiddelde kosten per product kunnen reduceren; Stijging flexibiliteit. Niet voor alle ondernemers is het mogelijk om aan schaalvergroting te doen. Wetgeving, ruimtelijke indeling of financiële begroting maken het voor hen moeilijk. Dit zorgt ervoor dat zij negatief over schaalvergroting denken. Hoge investeringskosten en assortimentsverschraling zorgen ook voor een negatief beeld. Assortimentsverschraling heeft te maken met het feit dat er een ontwikkeling gaande is waarbij kleine telers verdwijnen en grote telers steeds maar groter worden. Mede hierdoor verschraalt het productaanbod, want grote bedrijven produceren vaak grote hoeveelheden van één soort product. Het gevaar is dat unieke producten uit de markt verdwijnen doordat kleine producenten (die deze produceerden) besluiten te stoppen met het telen van de producten. Wanneer dit doorzet zal het voor bedrijven steeds moeilijker worden om een compleet assortiment bij elkaar te brengen, wat resulteert in meer transportbewegingen. Ondernemerschap Ondernemers zijn vaak echte ondernemers die hun bedrijf willen laten groeien en het beste voor hebben met het bedrijf. Echter dit kan ook betekenen dat het voor het bedrijf het beste is om te investeren in andere zaken, zoals logistieke samenwerking. Voor de ondernemer brengt dit onder andere financiële risico's met zich mee. Dus ondernemerschap voor het eigen bedrijf is aanwezig, echter extern wil de ondernemer graag weten wat de voordelen voor hem zijn. Wet- en regelgeving De wet- en regelgeving wordt veelal als een bedreiging gezien. Een voorbeeld is de rijtijdenwet. Deze wet wordt door bedrijven, met transport in eigen beheer, als een probleem gezien. Het maakt hun chauffeurs planning veel lastiger. In Duitsland is de rijtijdenwet nog veel strenger. Financiering De financiering van transport wordt als bedreiging gezien. Dit komt met name door de stijgende brandstof- en arbeidskosten. Hier heeft nagenoeg elk bedrijf mee te maken. Daarnaast zal het rekeningrijden ingevoerd gaan worden, waarbij een verschuiving van vaste naar variabele kosten plaats vindt. Dit stimuleert het besparen van kilometers. 10

Ideeën voor logistieke verbetering Tijdens de interviews is ook gevraagd naar ideeën die ondernemers hebben omtrent logistieke verbetering. Uit de gesprekken zijn 26 projectideeën naar voren gekomen. Elk aangedragen projectidee heeft als doel om de kosten te verlagen. Daarnaast hebben de projectideeen met elkaar gemeen de manier waarop men kan komen tot kostenverlaging. De belangrijkste projectideeën kunnen als volgt worden samengevat: Alternatieven voor transport; Bundelen van goederenstromen (transport, overslag); Bundelen (centraliseren) van inkoop; Betere informatieverstrekking en uitwisseling. De overeenkomst hierin zijn de pijlers van het Platform Agrologistiek, namelijk: Clusteren, Verbinden en Regisseren. 11

Ketensamenwerking Heeft een ondernemer een idee, dan is er natuurlijk niet zomaar sprake van ketensamenwerking. Voorwaarden en knelpunten van ketensamenwerking worden in dit hoofdstuk besproken. Voorwaarden 2 De noodzakelijke elementen van een mogelijke ketensamenwerking zijn op te delen in interne voorwaarden en externe voorwaarden Intern: Goed inzicht in eigen processen; Goed inzicht in eigen prestaties; Interne logistiek op orde. Extern: Bereidheid om te leren en te investeren; Vertrouwen richting partner(s); Streven naar een win-win situatie; Willen aangaan van een langdurige relatie; Openheid over processen en kostentoewijzingen; Stap voor stap; Kennis van zaken krijgen over bedrijfsprocessen bij partner; Alles tot in detail afspreken; Overtuigd zijn van de noodzaak tot samenwerking. Goed inzicht in de eigen processen en prestaties is bij de meeste bedrijven wel aanwezig. Dit blijkt uit het feit dat ze in staat zijn om de knelpunten aan te geven. Externe voorwaarden voor ketensamenwerking zijn niet altijd aanwezig. Vooral het vertrouwen richting partners ontbreekt bij veel bedrijven. Daarnaast hebben de meeste bedrijven ook nog moeite met het open stellen van hun bedrijf. Bedrijven die dit wel doen zijn vaak de voorlopers in ketensamenwerking. Knelpunten Samenwerking aangaan met andere ondernemers is nog niet zo eenvoudig. De drie geselecteerde projectideeën zijn voorgelegd aan mogelijke ketenpartijen. Uit de gesprekken die gevoerd zijn blijkt dat er een aantal duidelijke knelpunten zijn, die in bijna alle sectoren naar voren komen. Ze kunnen als volgt worden samengevat: Organisatorisch Veel ondernemers staan wel open voor samenwerking, maar zijn niet bereid om de trekker te zijn van het samenwerkingsverband. Voor hen is het dus van belang om te weten wie de ketenregisseur is. Bij het bundelen van stromen moet vaak een ingewikkelde organisatie opgesteld worden, wat door ondernemers als knelpunt wordt ervaren. Maakt een bedrijf gebruik van wegtransport dan is het de verantwoordelijkheid van de transporteur dat het product in goede orde bij de klant komt. Gaat het bedrijf gebruik maken van alternatief transport dan kan het soms moeilijk zijn om te bepalen wie verantwoordelijk is. 2 Bron: Peeters, M.B.P. en M.W.T. Zeegers (2005). Optimalisatie sierteeltketen rondom Venlo. Henk Betlem, lector Supply Chain Management Fontys en lid klankbordgroep 12

Technisch Vaak wordt gezegd dat iets technisch al onderzocht is en dat het niet mogelijk bleek te zijn. Veel ideeën worden daarmee te snel verworpen. Een voorbeeld hiervan is de inzet van Langere Zwaardere Vrachtwagens (LZV) in de supply chain van suikerbieten. Theoretisch gezien is dit een goede optie om de supply chain mede te optimaliseren. Uit de gesprekken bleek dat vele vooral de infrastructuur ongeschikt achten om LZV s in te zetten. Het idee werd verworpen. De techniek vond volgens hen dus geen aansluiting bij de praktijk. Echter uit recent technisch onderzoek is gebleken dat het wel kan. Nu moet alleen de wet- en regelgeving nog aangepast worden. Financieel In het voorbeeld van de suikerbieten supply chain, zou er door enkele ketenpartners flink geïnvesteerd moeten worden. Bij de inzet van multimodaal transport is het voor ondernemers van belang om te weten of de kosten lager of gelijk zijn aan die van de kosten van de huidige transportmethode. De vraag die bij veel ondernemers leeft is: wie financiert en krijg ik mijn financiering ook terug? Hier blijkt dus uit dat ondernemers, naast dat ze niet de leiding willen nemen, ook niet bereid zijn om veel te investeren in ketensamenwerking. Kwaliteit Ondernemers zijn vaak overtuigd van de kwaliteit die ze leveren. Als het gaat om ketensamenwerking is er onvoldoende vertrouwen dat de kwaliteit van het product gewaarborgd blijft en of de ketenpartner dezelfde kwaliteit kan leveren. Vertrouwen In veel sectoren, waaronder de AGF handel en boomkwekerij, heerst veel onderling wantrouwen. Ondernemers zijn bang om hun goederenstromen openbaar te maken, omdat ze zich zelf zo prijs geven aan de concurrent. Bij het gebruik van multimodaal transport is het van belang dat de ondernemer vertrouwen heeft in de logistiek dienstverlener. Kennis Uit het onderzoek in de boomkwekerij blijkt dat er gebrek is aan kennis op het gebied van logistiek, branche en product. In de AGF sector zijn nog veel ondernemers onbekend met de mogelijkheden van multimodaal transport. 13

Pilotprojecten Voor elk project is een verkennend onderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van het onderzoek is een conclusie en een advies opgesteld. De vervolgstappen die genomen kunnen worden om het pilotproject uit te voeren zijn nader uitgewerkt in een plan van aanpak. Multimodaal transport in de AGF Tijdens het verkennend onderzoek is wederom gesproken met de initiatiefnemer Ron de Greeff van Langfruit. Verder zijn er gesprekken gevoerd met twee spoorvervoerders en een verlader. Uit het verkennend onderzoek is gebleken dat het zeker mogelijk is om containers vanuit Rotterdam per spoor naar Venlo te vervoeren. Het belangrijkste punt is echter wie is verantwoordelijk voor welk deel van het proces. Wie zorgt er onder andere voor dat de container van de boot op de trein komt. De opdrachtgever wil zekerheid dat er goed en zorgvuldig met zijn producten wordt omgegaan. De spoorvervoerders geven aan dat een container binnen 24 uur in Venlo is en dan maakt het niet meer uit of de container op de trein gekoeld wordt of niet. De omlooptijd is kort genoeg zodat het niet meer uitmaakt of de koeling aan wordt gezet voor de paar uur die de container op een laad- of losplatform staat. Om tot actie te komen moet er met de verlader in Venlo of Rotterdam contact opgenomen worden. Hierbij kunnen vanuit beide kanten wensen en ideeën besproken worden. Een belangrijke factor voor efficiënt en kostendrukkend transport is voldoende volume en de infrastructuur tussen verlader en afnemer. Daarom is het belangrijk om voldoende volume vanuit Venlo te clusteren. Om dit volume te creëren is het noodzakelijk dat er met potentiële partners in Venlo gesproken gaat worden. Om deze potentiële partners te overtuigen moeten er goede argumenten op tafel komen. Een eerste activiteit is het onderzoeken van kosten en opbrengsten, om dit goed te kunnen doen moet er eerst een representatieve schatting zijn gedaan van het te transporteren volume. Wanneer de kosten en opbrengsten bekend zijn kan er beslist worden of het financieel interessant is om containers via het spoor te vervoeren. Sleutelwoorden van het opzetten van multimodaal transport in de AGF zijn vertrouwen, en het daardoor anders doen, dus van weg naar spoor, en het creëren van volume om de kosten te drukken. Optimalisatie mogelijkheden in de supply chain van suikerbieten Deze suikerbietenketen is een keten met een duidelijke ketenregisseur in de vorm van COVAS. Er is al veel geoptimaliseerd, zoals de centrale planning en informatiestromen. Echter de transportkosten kunnen nog naar beneden. Tijdens het verkennend onderzoek is wederom gesproken met Rien Geuze van COVAS. Verder zijn er gesprekken gevoerd met twee suikerbietentelers en twee transporteurs. Uit het verkennend onderzoek is gebleken dat het idee van samenwerking door middel van centrale overslaglocaties en het inzetten van LZV s, betrokken partijen aan het denken zet. Het zijn interessante ideeën, maar door gebrek aan kennis en doordat veel partijen in de waan van de dag leven kijkt men vanuit de suikerbietensector erg terughoudend tegen deze onderwerpen aan. 14

Ketenpartijen gaan er snel vanuit dat het niet mogelijk is. Het is echter van belang om verder te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld het toepassen van extra assen, zodat de laadcapaciteit van de huidige transportmiddelen toeneemt. Daarbij moet er vooral gekeken worden naar wettelijke eisen, technische gegevens, opbrengsten en kosten en de bereikbaarheid van de nieuwe transportmiddelen. Om de suikerbietensector sterker te maken is het belangrijk dat er verder onderzoek gedaan gaat worden om de transportkosten terug te dringen. Met name de transporteurs hebben veel baat bij bereikbare overslaglocaties met een optimale stapel suikerbieten. Daarom is het erg interessant om opbrengsten en kosten in kaart te brengen en deze te vergelijken met de huidige situatie. Het advies vanuit de projectgroep Agrologistiek in het MKB is dat er baat is bij een verder onderzoek naar het inzetten van vrachtauto s met een zwaarder laadvermogen en het opstarten van nieuwe overslaglocaties voor suikerbieten. Ron de Greeff, directeur Langfruit BV In de afgelopen jaren is er reeds diverse malen gesproken over logistiek en vooral de mogelijkheden van multimodale logistiek op Fresh Park Venlo, het bedrijvenpark waar Langfruit gevestigd is. Als Langfruit, importeur/exporteur in groenten en fruit, stellen we daarbij wel hoge eisen. Immers het moet in verband met de versheid snel maar ook nog flexibel. Tot nu toe regelen we al het transport vanuit de havens van Rotterdam en Antwerpen via de weg. Maar als je zo over de A67 van Venlo via Eindhoven naar Rotterdam rijdt dan vraag je je af hoe lang het nog duurt voordat de weg verstopt raakt. Met name de enorme stroom vrachtverkeer neemt jaar na jaar toe en dan moet je toch over alternatieven nadenken. Dus multimodaal ofwel containers via de trein naar Venlo halen. Het lijkt simpel en iedereen zegt dat het kan maar tot nu toe zijn er in de praktijk erg weinig containers (met fruit) anders dan via de weg naar Venlo gekomen. In de praktijk blijkt dat bootvertragingen, de verantwoordelijkheid bij verlading, de snelheid, de tariefstelling etc. tot nu toe een stroom via de trein in de weg staan. Daarnaast zijn alle individuele spelers op het Fresh Park Venlo wellicht te klein om hier echt werk van te maken. Immers via de weg lukt het nog steeds. Vandaar dat we middels het project Agrologistiek in het MKB proberen te komen tot een werkbare oplossing voor de invulling van multimodaal transport. Via een aantal interviews hebben studenten van de HAS/Fontys een projectplan opgesteld, waarbij het uiteindelijke doel is om te komen tot treintransport van containers van Rotterdam naar Venlo. Uit de interviews blijkt dat een en ander te realiseren is maar er moet nog wel wat voorwerk gedaan worden. Om het oorspronkelijke projectidee te realiseren is er nog een vervolgfase nodig waarbij ondersteuning vanuit het Platform Agrologistiek noodzakelijk is. Immers er zal een samenwerkingsverband moeten worden opgezet tussen bedrijven op Fresh Park Venlo en er zal een goed spoorboekje moeten komen waarmee de deelnemende bedrijven kunnen zien dat treintransport echt een volwaardig alternatief is voor het huidige wegtransport. Uiteindelijk moet dit leiden tot (iets) minder vrachtverkeer op de toch al erg drukke A67. En dat past prima in de huidige actualiteit waarbij de minister onderzoek heeft toegezegd naar de congestie op deze belangrijke oost-west verbinding, maar ook hoe we als groenten en fruitsector wat kunnen doen aan CO 2 reductie. 15

Rien Geuze, directeur COVAS De suiker wordt in Nederland gemaakt in twee grote suikerfabrieken, een in West- Brabant en de ander in Groningen. Gedurende het hele najaar gaan er dagelijks 600 vrachtauto s met ieder 35 ton suikerbieten naar een fabriek. Dit aantal is te beperken door gebruik te maken van een nieuw concept, dat wel wordt aangeduid met LZV s (Langere Zwaardere Vrachtwagencombinaties). Het belangrijkste voordeel van LZV s is dat één voertuig met één chauffeur in één keer meer vrachtvolume meeneemt. Twee grote effecten: minder vrachtautoritten en minder kosten. Twee aanvullende voordelen: minder brandstofverbruik en minder CO 2 -uitstoot. Wat blijft hetzelfde: de asdruk op de weg, omdat er meer assen onder de vrachtauto worden gelegd. Uit onderzoek van EVO is bovendien gebleken dat LZV s minder belastend zijn voor bruggen en viaducten. Dankzij het project Agrologistiek in het MKB is duidelijk geworden dat een eenvoudige vorm van LZV al een hele verbetering kan opleveren bij het transport van suikerbieten. Uit het onderzoek van de studenten bleek namelijk dat er voor het vervoer van suikerbieten geen langere vrachtauto s nodig zijn als het totaalgewicht wordt opgetrokken van 50 naar 60 of 70 ton voor een LZV. We zouden kunnen spreken van een ZV, een gewone vrachtauto met een of twee extra assen. Eenvoudig, snel en relatief goedkoop realiseerbaar, mits..de overheid bereid is de wetgeving aan te passen om de weg vrij te maken. Vooruitlopend hierop wordt in een vervolgonderzoek het huidige heuvel- en bochtenwerk bij de bietenverlading onder de loep genomen, zodat we te weten komen hoe de assen optimaal onder de ZV s moeten liggen. Als de weg dan algemeen vrijgegeven wordt voor deze nieuwe filebestrijders, kunnen we er in de bietencampagne meteen mee aan de slag. Een goed draaiende economie betekent groei van personen en goederenvervoer. Doordat hier jarenlang te weinig rekening mee is gehouden, groeit het aantal files met alle kosten, ergernis en milieunadelen van dien. Veel van de dagelijkse goederenverplaatsingen over de weg hebben te doen met voedsel en bloemen. Snel, just in time en vers zijn tegenwoordig een eerste vereiste. De agrosector heeft dus grote goederenstromen op de weg en wil daarom ook meewerken aan oplossingen voor de files. Distributieplein in de boomkwekerij Tijdens het verkennend onderzoek is wederom gesproken met de initiatiefnemer Sicco de Boer van Decker-Jacobs. Verder zijn er gesprekken gevoerd met Treeport Zundert en vier ondernemers uit de boomkwekerij. Treeport Zundert is een initiatief dat zich focust op optimalisatie binnen de boomkwekerij in Zundert en omgeving. Uit het verkennend onderzoek is gebleken dat het idee leeft onder de ondernemers. Er is echter nog wel nader onderzoek nodig voordat er daadwerkelijke ketenvorming kan plaats vinden. Bij het ontwikkelen van een distributieplein is het van belang om verschillende ketenpartijen bij elkaar te brengen. De ketenpartijen zijn overheden, kwekers, handelaren en logistieke dienstverleners. Zij zorgen voor de input vanuit de praktijk. De ketenpartijen moeten worden gewezen op de voordelen van het distributieplein. Daarnaast is het belangrijk om vertrouwen te scheppen. Binnen een keten is het van belang dat de elementen informatie, vertrouwen, kennis en regie aanwezig zijn. Een duidelijke ketenregisseur moet aangewezen worden. Een mogelijke partij om de regie op zich te nemen is de logistiek dienstverlener. De logistiek dienstverlener heeft het beste zicht op de goederenstromen. Bekende transportbedrijven binnen de sector kunnen gevraagd worden om mee te denken over het idee en om gezamenlijk een plan te ontwikkelen. Echter een ketenregisseur hoeft niet vanzelfsprekend kennis van de logistieke sector te hebben. 16

Om een optimale locatie te vinden is het belangrijk dat goederenstromen geanalyseerd worden en vervolgens een geschikte locatie gezocht wordt. In dit project is gefocust op een locatie in Zundert en in eerste instantie zijn ook ondernemers uit deze omgeving benaderd. Het blijkt echter dat partijen ver buiten Zundert belang hebben bij een distributieplein in de omgeving van Zundert. Bij het benaderen van bedrijven moet dus geen rekening gehouden worden met provincie- of landgrenzen. Sicco de Boer, directeur Kwekerijen Decker-Jacobs BV Kwekerijen Decker-Jacobs BV is een kwekerij van vaste planten. Deze productgroep is een klein onderdeel binnen de sector boomkwekerij. Traditioneel vindt veel handel plaats tussen vaste plantenkwekerijen onderling om het assortiment op peil te krijgen (een gemiddeld bedrijf kweekt 1.000 verschillende soorten vaste planten) en om de seizoensdruk te omzeilen (omzetpiek is maart, april en mei). De bedrijven kennen elkaar onderling goed en zijn afhankelijk van elkaar. Mijn ervaring is dat er sprake is van een zeer transparante markt. De uitwisseling van leverbare producten tussen de kwekerijen onderling is oorspronkelijk gegroeid naar een ontmoetingsplaats in Boskoop. De bedrijven ruilen daar op dinsdag- en donderdagochtend hun handel. Het distributieplein is een gesloten terrein waar de deelnemers jaarlijks contributie betalen (per m 2 ) aan de stichting Stibosplein. Deze stichting is verantwoordelijk voor het onderhoud van het terrein, de uitgifte van sleutels aan de deelnemers en de financiële afwikkeling van de contributies. Elke deelnemer huurt een aantal m 2 op dit plein. Wij rijden met een volle vrachtwagencombinatie naar Boskoop en verdelen onze handel daar op het distributieplein onder de verschillende deelnemers. Als de vrachtwagen dan leeg is, rijden we naar onze eigen plek op dit terrein en laden de vrachtwagen dan weer vol om vervolgens terug te rijden naar Limburg. Op deze manier komen we twee keer per week in contact met 35 klanten (en dus ook leveranciers). Deze manier van agrologistiek is opgepakt door studenten van de HAS Den Bosch in het project Agrologistiek in het MKB. Het is een low-budget manier van distributie welke hen aansprak. Mijn stelling naar de studenten was dat dit distributieplein ook elders in het land georganiseerd kan worden, bijvoorbeeld in de regio Zundert. De studenten hebben bij mij inzage gekregen in de manier waarop het plein werkt in Boskoop. Daarnaast hebben zij een lijst gekregen met onze klanten en leveranciers. Hiermee zijn zij interviews gaan houden en hebben contact gezocht met de verschillende bedrijven alsmede met de stichting Stibosplein. De transparantie waar wij onderling mee handelen, is in de interviews nog niet goed teruggekomen. Er is sprake van veel mitsen en maren en vooral terughoudendheid Met een nieuwe ploeg studenten is vooral ingegaan op de manier waarop de interviews gedaan zouden kunnen worden om het individuele bedrijfsbelang te prikkelen en het hogere doel van samenwerking in de sector te bereiken. Dit heeft geleid tot een bijeenkomst met een achttal ondernemers die samenwerking zien zitten. Maar het moeten er meer worden om een initiatief van de grond te krijgen. Uit een nader onderzoek naar logistieke samenwerking in de boomkwekerijsector is gebleken dat er een beperkte groep ondernemers ervan overtuigd is dat logistieke samenwerking zinvol en noodzakelijk is. Van 35 kwekers die benaderd zijn waren er 8 bereid om in een rondetafel bijeenkomst door te praten over de wijze waarop een gezamenlijk initiatief tot stand zou kunnen komen. Gebleken is dat concepten als een distributieplein of Agrologistiek Centrum zinvol zijn, mits er voldoende toezicht ter plekke wordt georganiseerd. Ook de opzet van een Agri Business Centrum is een optie, maar dat is een zaak van lange adem vanwege de schaalgrootte van zo n initiatief. 17

De conclusie van dit onderzoek is dat de kritische massa om tot logistieke samenwerking te komen nog te beperkt is. Er moeten meer kwekers overtuigd worden van de voordelen van logistieke samenwerking. Daartoe zou nader onderzoek gedaan moeten worden naar kosten en baten voor de individuele kweker om deze bewust te maken van de aantrekkelijkheid van logistieke samenwerking. 18

Verankering Agrologistiek in het onderwijs In de diverse opleidingen van HAS Den Bosch wordt aandacht besteed aan ketensamenwerking, met name met het oog op verbetering van kwaliteit in voedselveiligheid in de agribusines, waarbij ook logistieke aspecten de revue passeren. In de opleiding Bedrijfskunde en Agribusiness bestaat een programma basiskennis agrologistiek die in de afstudeerspecialisatie Kwaliteit en Logistiek een verdere verdieping kent. Binnen de logistieke opleiding van Fontys HTBM staat uiteraard logistieke kennis en vaardigheden centraal, maar deze is niet sectorspecifiek. Specifieke aspecten van agribusiness zullen de aandacht krijgen in de in september 2008 te starten opleiding Food- en Flowermanagement, waarin agrologistiek een afstudeerrichting is. Verdere theoretische verankering van Agrologistiek in een uitgewerkt curriculum betekent dus voor HAS Den Bosch meer logistiek en voor Fontys HTBM meer agro. Verdergaande specialisatie is alleen haalbaar wanneer de instroom van studenten op het thema agrologistiek groot genoeg is. Wanneer dat niet zo is, zal dit thema moeten concurreren met veel andere thema s die voor de betreffende beroepsopleiding aan de orde dienen te komen. De instroom van studenten in technische en agribusiness opleidingen in het algemeen loopt ver achter op de behoefte aan HBO afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Het aantal studenten dat binnen deze opleidingen kiest voor een agrologistieke specialisatie is nog geringer. Dit is echter wel bepalend voor de ruimte die in de opleidingen ingebouwd kan worden voor een theoretische agrologistieke specialisatie. Elke HBO-instelling zal daarom een eigen keuze moeten maken of men het haalbaar acht agrologistiek verder theoretisch te verankeren in het onderwijs. Dit neemt echter niet weg dat verdere verankering van agrologistiek in het onderwijs ondanks de risico s van te weinig instroom van studenten mogelijk is. Het project Agrologistiek in het MKB heeft aangetoond dat het een impuls is om studenten intensief met agrologistiek in aanraking te brengen tijdens hun opleiding. Liefst 22 studenten (15 van HAS Den Bosch en 7 van Fontys HTBM) zijn een half jaar intensief met het project bezig geweest in het kader van hun stage of afstudeerproject. Bas Coenen, student HAS Den Bosch Tijdens het project Agrologistiek in het MKB heb ik veel bedrijven moeten benaderen, en gesprekken moeten regelen en uitvoeren. Ik heb hierbij geleerd dat een adequate en zakelijke aanpak noodzakelijk is. Daarbij is het belangrijk om over organisatorische, communicatieve en schriftelijke vaardigheden te beschikken. Daarnaast moet je over vaardigheden beschikken om de juiste informatie boven tafel te krijgen tijdens een gesprek. De gespreksverslagen zijn geanalyseerd. Deze analyses zijn samen met deskresearch de input geweest voor conclusies en adviezen voor mogelijke agrologistieke samenwerking.. Tijdens het project heb ik geleerd om erg kritisch met informatie om te gaan. Veel informatie is namelijk afkomstig van belanghebbende partijen en het is belangrijk dat je tijdens een onderzoek vooral informatie gebruikt die onpartijdig is en uit feiten bestaat en niet alleen uit meningen. Ik heb veel bedrijven en mensen leren kennen, Ik ben met bedrijven en instanties in aanraking gekomen die ik mogelijk in de toekomst tegen zal komen in het bedrijfsleven of tijdens mijn verdere studie. Ik heb besloten me verder in de logistiek te gaan bekwamen. Het is dan ook belangrijk om je visitekaartje (letterlijk en figuurlijk) achter te laten mocht je deze partijen in de toekomst nog nodig hebben. 19

Tim van Rijswick, student Fontys HTBM Ik vond Agrologistiek in het MKB, een leerzaam en leuk project. De rol van studenten stond meestal centraal binnen het project. Het proces werd goed ondersteund door de vakinhoudelijke kennis van de verschillende kennisinstellingen, kortom een leerzaam proces. Gedurende het project kon de theoretische basiskennis van de opleiding worden toegepast. Het was een breed project, waar veel inzicht is verkregen in de Agribusiness en met name praktijksituaties zijn onderzocht. Het is leerzaam en leuk om als student een kijkje te kunnen en mogen nemen in verschillende typen bedrijven en instellingen in verschillende sectoren. Een ander aspect, het op de hoogte blijven van alle nieuwe technologische ontwikkelingen was eveneens leuk en leerzaam. Voor mijn eigen ontwikkeling was het een project waarin veel gewerkt kon worden aan competenties. Het samenwerken met medestudenten, studenten van andere opleidingen en andere projectleden van verschillende kennisinstellingen was voor mij een leerzame ervaring. Iedereen vulde elkaar goed aan. Ook de sfeer binnen het project heeft bijgedragen aan het resultaat. De praktische opdrachten die uitgevoerd zijn waren van redelijk niveau. Met name de analyse van alle afgenomen interviews was een uitdaging. Het was lastig om een tool te ontwikkelen hoe alle gegevens in kaart gebracht moesten worden, en hoe dit vervolgens geanalyseerd kon worden. Daarnaast was het zelf afnemen van interviews en het mede organiseren van het symposium een leuke ervaring en met name erg leerzaam voor de toekomst. Concluderend: Als student vervulde je binnen het project een belangrijke rol, niet altijd op de voorgrond voor andere partijen. Maar binnen het project stond de student centraal. Het project heeft veel mogelijkheden geboden om bepaalde competenties te ontwikkelen en de ervaringen van het organiseren, inventariseren, analyseren zijn een goede bagage voor de toekomst. Daarnaast hebben de contacten met bedrijven in de agribusines ertoe geleid dat er nieuwe onderzoeksvragen over interne agrologistiek werden opgepakt buiten dit project om, waar ook weer studenten op afstudeerden. Het werkt dus als een olievlek. Het netwerk in de agribusines op het thema agrologistiek heeft immers een impuls gekregen. Huub Lackamp, director production Brandenburch BV Brandenburch BV te Asten (NBr) verwerkt jaarlijks 60.000 ton granen tot vlokken en extrudaten voor de diervoederindustrie. Door de bewerkingsprocessen worden de grondstoffen licht verteerbaar en daarmee uitstekend geschikt als voeding voor alle mogelijke diergroepen. Daarnaast worden er ook vlokken geproduceerd van wortelen en erwten. In 2005 heeft Brandenburch het bedrijf uitgebreid door overname van enkele bedrijfsonderdelen die een functioneel onderdeel uitmaken van de productieketen. Aangezien elk bedrijfsonderdeel met een eigen administratief systeem werkt is het omslachtig om de orderstroom te verwerken. Handelingen in het administratieve proces moeten enkele malen opnieuw worden uitgevoerd, hetgeen inefficiënt is. In 2006 is door HAS KennisTransfer in het kader van het project Agrologistiek in het MKB gesproken over ideeën voor logistieke samenwerking. Tijdens dit gesprek is aangegeven dat eerst de interne logistiek van Brandenburch geoptimaliseerd moet worden alvorens de stap naar ketensamenwerking verder vorm te geven. Vervolgens is er een samenwerkingsplan opgesteld. Tevens is middels een door Senter Novem toegekende voucher financiële ondersteuning gegeven als een vorm van subsidie om professionele begeleiding te verkrijgen in de zoektocht naar een soort ERP-pakket dat het beste past bij de activiteiten van Brandenburch. In de inventarisatiefase van het project zijn onder supervisie van een senior consultant van HAS KennisTransfer twee studenten van HAS Den Bosch betrokken die als afstudeertaak de interviews hebben opgesteld en afgenomen bij medewerkers op elk niveau in de organisatie. De gegevens zijn gebundeld en aan de genoemde medewerkers gepresenteerd tijdens een daartoe georganiseerde bijeenkomst. Dit voorwerk was de basis voor een vervolgtraject waarbij in 2007 een junior consultant van HAS Kennis- Transfer en een laatste jaarsstudent van HAS Den Bosch dieper zijn ingegaan op zaken die betrekking hebben op processen die van invloed zijn op de volgorde van en indeling van de orders. In 2008 zal door HAS KennisTransfer hieraan vervolg gegeven worden om te komen tot een definitieve softwarepakketkeuze en een plan tot implementatie. 20