1 Nigeria: rijk maar toch arm.

Vergelijkbare documenten
4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Werkstuk Aardrijkskunde India

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Samenvatting Aardrijkskunde Basisboeknummers

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

B36 De dampkring laat de zonnewarmte gewoon door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af.

6,8. Deelvraag 1: Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Deelvraag 2: Wat is per kenmerk de positie van India in

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

5) Bonusvraag verschillen tussen: stad en platteland, rijkdom, werkvoorziening, diensten, landbouw en industrie

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

8,9. Samenvatting door een scholier 1242 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 1 paragraaf 1. veelkleurig Zuid-Afrika

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting door Charley 1814 woorden 24 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Economie H8

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Samenvatting Aardrijkskunde H3 Paragraaf

Hoofdvraag: Wat zijn de kenmerken van het ontwikkelingsland India en hoe is het bestaan van het ontwikkelingsvraagstuk te verklaren.

Toets_Hfdst9_ArmEnRijk

6,7. Verwaarlozing van landbouw en industrie. Trek naar de steden. Miljoenenstad Lagos. B 160 Ontwikkelingspeil

Vicieuze cirkel vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

De islam Ongeveer...mensen zijn islamiet. De heilige stad van de Islam is..., de... van de profeet Al zijn leefregels staan in de...

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Ontwikkelingssamenwerking vmbo-kgt34

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Rampenmanagement Zuid-Soedan

In India is er een droge en een natte tijd. Dit heeft te maken met de halfjaarlijks wisselende wind, de moesson.

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Nader bekeken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Programma van Toetsing en Afsluiting

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

De antwoorden zoek ik op in de Bosatlas, en vergelijk ik met Nederland, Japan en Chili. Hieronder zie je waar de vier landen liggen.

Ontwikkelingssamenwerking hv123

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Werkstuk Aardrijkskunde Zuid-Afrika

Begrippenlijst Aardrijkskunde Hoofdstuk 7 t/m 11

Het bnp/hoofd is een gemiddeld getal en de afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde kunnen erg groot zijn

Uitdaging door bevolkingsexplosie

PROTOS onderschrijft volop de Millenniumdoelstellingen!

7,3. Samenvatting door Sarah 2785 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Aardrijkskunde hoofdstuk 1

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

7,5. Samenvatting door een scholier 1422 woorden 27 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Samenvatting H1 AK

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 1. eerste druk

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

7,3. Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Werkstuk Economie Vergelijking armoede in Nederland en Zimbabwe

Kenmerken ontwikkelingslanden vmbo-b34

Praktische opdracht Wiskunde C Bevolkingsgroei

Samenwerking hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Ontwikkelingssamenwerking hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Paragraaf 4: Kansen voor Afrika. Waarom blijft de ontwikkeling van Afrika achter bij die van andere gebieden in de wereld?

AK hoofdstuk 3 paragraaf 2

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting

Artsen zonder grenzen

6,9. Internationalisering. 1. Wat zijn de gevolgen van de internationalisering? van de voedselproductie:

AGRO FOOD MONI TOR Ede Wageningen 2017

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Politiek en Sociaal vertrouwen & Internationale Samenwerking

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Ontwikkelingssamenwerking

een zee van tijd een zee van tijd Er worden heel veel kinderen geboren. Werkblad 22 Ω Na 1945 Ω Les 1: Dertig jaar verschil Naam:

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika

8 keer beoordeeld 10 december 2013

Eindexamen economie havo II

Help kinderen die geen eten hebben

Waar of niet waar? Mensen met honger eten geven is een werk van barmhartigheid. Waar of niet waar? Nigeria is een land in het zuiden van Afrika.

MDG. Eerst en tweede graad. Te lezen zinnen (in willekeurige volgorde!)

-Per dag ongeveer 200 mensen erbij (515 baby s maar er sterven 375 mensen)

3 De islamitische wereld

In India is er een droge en een natte tijd. Dit heeft te maken met de halfjaarlijks wisselende wind, de moesson.

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

6,3. Werkstuk door een scholier 2975 woorden 26 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Keuzeopdracht ANW Hoofdstuk 6

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1570 woorden 25 juni 2008 6.7 99 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1 Nigeria: rijk maar toch arm. Verwaarlozing van landbouw & industrie. Veel boeren zijn zelfverzorgend: - Boeren verbouwen producten voor hun eigen consumptie - Landbouw brengt niet veel geld op. De aardolie is nogal belangrijk: +/- 50 % van het BBP en 90 % van de export bestaat uit olie-inkomsten. Omdat de regering niet wilde investeren in de landbouw, was de voedselproductie laag. Er is ook te weinig geld geïnvesteerd in verbetering van de infrastructuur. Het geld werd wel in salarissen van ambtenaren en militairen gestoken. Ook in luxe goederen zoals TV s, auto s en koelkasten. Veel ambtenaren verdienen ook niet veel, daarom zijn zij erg corrupt. Dat betekent dat ze niet alles even eerlijk doen. Veel mensen verhuizen naar steden in de hoop een baan te vinden. Lagos is hét centrum van Nigeria. Maar toch is het niet meer de hoofdstad. In 1991 was Lagos wel de hoofdstad, maar toen is die naam overgenomen door de nieuw gebouwde stad Abuja. Dat komt door de verschrikkelijk hoge bevolkingsgroei van Lagos. Abuja had 2 redenen om hoofdstad van Nigeria te worden: - In Nigeria woont de meeste moslims in het noorden en de meeste christenen in het zuiden. Een hoofdstad in het midden van het land zou de moslims niet meer het gevoel te hebben dat de christen ze overheerst. - De huisvestigingsproblemen in Lagos zijn enorm. Er komen iedere maand wel 25.000 mensen bij, maar toch zijn er bijna nergens een illegale krottenwijk te vinden. Dat komt omdat alles privé-bezit is. Lagos wordt zelfs de gevaarlijkste stad ter wereld genoemd, want er zijn geen goede voorzieningen. Zelfverzorgende en commerciële bedrijven. Zelfverzorgende bedrijven: Een boer verbouwt zélf zijn eigen voedsel. Commerciële bedrijven: Boeren die handel drijven door al hun producten te verkopen. Corruptie: Oplichting of extraatjes van mensen die mensen in hun eigen zak steken. Vluchtsector: wie geen werk kan vinden, vlucht naar een dienstsector. Ontwikkeling: overgang van een land waar de meeste mensen arm zijn naar een land waar de meeste mensen rijk zijn. Ontwikkelingspijl: de ontwikkeling van een land op een bepaald moment. Ontwikkelde landen: Rijke landen. https://www.scholieren.com/verslag/29847 Pagina 1 van 5

Ontwikkelingslanden: Arme landen. BBP of BNP: Bruto Nationaal Product of Bruto Binnenlands Product. Infrastructuur: Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, informatie of goederen te vervoeren. Dienstensector: Bedrijven die diensten verlenen. Agglomeratie: Stad met daaraan vastgegroeide (voor)steden en/of dorpen. Eerste levensbehoefte: iets wat echt iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven. Bidonville: zijn krottenwijken die half van blik zijn gemaakt. BB 160: Het ontwikkelingspijl is te zien aan de inrichting en is af te lezen op kaarten over inkomen, voeding, gezondheid, opleiding en huisvesting. 3 Groepen landen: - Rijke landen (ontwikkelde landen) Goede voorzieningen. - Arme landen (ontwikkelingslanden) Slechte voorzieningen. - er-tussen-in-landen. Matige voorzieningen BB 163: BBP per hoofd of BNP. BBP = Bruto buitenlands product BNP = bruto nationaal product Het zijn allebei het aantal euro s die alle inwoners samen verdienen. 2 nadelen omdat het BNP altijd het gemiddelde is: 1. in sommige landen is de ene groep schatrijk en de andere straat arm. 2. in steden is het inkomen natuurlijk hoger dan op het platte land. BB 162: Ontwikkelingskenmerken kun je verdelen in 2 groepen: - Basiskenmerken BNP & Eerste levensbehoefte. (voedsel, huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg) - Overige kenmerken. BB 170: De bestaansmiddelen zijn verdeeld in 3 sectoren: - Landbouw. - Industrie. - Diensten. BB 174: Het percentage stedelingen zijn laag in arme landen maar toch wonen er veel mensen in het land. Dat komt omdat de boeren in de landbouw werken en ze wonen dus niet in de stad. Het percentage stedelingen is laag maat toch wonen er te veel mensen in de stad. Verklaring: Boeren zoeken werk in de stad, ook al is er geen werk te vinden. Anders hangen ze maar wat in de stad rond. De krottenwijken: - woonwijken die illegaal zijn gebouwd - https://www.scholieren.com/verslag/29847 Pagina 2 van 5

2 Aids in Afrika Kenmerken ontwikkelingslanden: 1. het inkomen is laag 2. de meeste mensen werken in de landbouw of in de stedelijke vluchtsector. snelle bevolkingsgroei. - Nergens in de wereld groeit de bevolking zo snel als in Afrika. - Iedereen in Afrika heeft met aids dagelijks mee te maken. - Niet-productieven - bejaarden en jonge kinderen. Productieven - 20-50 jaar. - Aids verandert het bestaan ingrijpend; 1. het gezinsinkomen daalt helemaal af. 2. kinderen worden de dupe 3. het platte land is niet meer te bewerken als de patiënt naar zijn huis terugkeert. 4. Door aids is het aantal opleidingen super laag. Dat is verschrikkelijk voor de overheid en bedrijven. - Oorzaak snelle bestrijding; 1. cultuur in Afrika 2. ontbreken van goede aids-voorlichting Demografie = de wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeert. Leeftijdsgrafiek = staafdiagram dat de leeftijdsopbouw van de bevolking laat zien. Bevolkingspiramide = ander woord voor leeftijdsgrafiek. Reden: als een land meer jongeren heeft dan ouderen. Demografische druk = de verhouding tussen de productieven en de niet-productieven. Geboortecijfer = het aantal geboortes per 1000 inwoners per jaar in een gebied. Sterftecijfer = het aantal geboortes per 1000 inwoners per jaar in een gebied. BB 100 2 manieren om de leeftijd met staven weer te geven: 1. absolute cijfers 2. procenten. BB 102 3 groepen: 1. jongeren <20 2. productieven 20-65 3. ouderen >65 Een gevolg van vergrijzing is dat er meer mensen komen die niet werken. Als er meer beslag wordt gelegd op de productieven zeg je dat de demografische druk toeneemt. Formule: (aantal 0 tm 19 jaar + aantal 65+ ers : aantal 20 tot 65 jaar) x 100 %. Hoe hoger de uitkomst van deze breuk, hoe hoger de demo.druk. BB 169 - geen samenvatting mogelijk - 3 Hulp voor Afrika Bij structurele hulp moet je dus kijken naar de oorzaken. De hongersnood in 2002 had 2 oorzaken: 1. droogte; graslanden verdorren en oogsten op akkers gaan verloren. https://www.scholieren.com/verslag/29847 Pagina 3 van 5

2. combinatie van armoede en snelle bevolkingsgroei. Hongersnood heeft algemeen 2 oorzaken: 1. oorlog 2. natuurrampen -> Mislukking oogst De beste manier om de armoede te bestrijden: de bevolking moet toegang krijgen tot betaalbare basisvoorzieningen. Noodhulp = hulp bij rampen als hongersnoden, natuurrampen of oorlogsgeweld. Structurele/ duurzame hulp = de hulp waar mensen blijvend iets aan hebben. Kwalitatieve honger/ondervoeding = de kwaliteit van het voedsel is niet goed. Kwantitatieve honger = de hoeveelheid voedsel is niet genoeg om de maag te vullen. Ontwikkelingssamenwerking = hulp van rijke landen. Joint venture = de samenwerking tussen een bedrijf uit een ontwikkelingsland en een bedrijf/regering uit een rijk land. Bilaterale hulp = hulp waarbij maar 2 landen zijn betrokken; een zogenaamde gever en ontvanger. Multilaterale hulp = hulp waarbij een ontwikkelingsland geholpen wordt door een groep van rijke landen. Eerste levensbehoefte = iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven. Analfabeet = iemand die ouder is dan 15 en nog steeds niet kunt lezen of schrijven. Artsendichtheid = het aantal inwoners per arts. BB s 164 t/m 168 De eerste voer levensbehoeften zijn: Voedsel, gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs. Voedsel: Elke dag moet je eten omdat voedsel energie geeft. Ook heb je eiwitten en vitaminen nodig. Het gevolg van ondervoeding is dat de mensen eerder ziek worden en/of sterven. Gezondheidszorg: Mensen die ziek zijn moeten geholpen worden. Het beste geneesmiddel is schoon water en gevarieerd eten. Maar toch zijn er weinig dokters in de gebieden van Afrika. Ze wonen in steden en te ver weg voor de mensen. Huisvesting: Iedereen heeft onderdak nodig. Onderwijs: Lezen en schrijven zijn de belangrijkste dingen die je leert op school. Maar sommige worden analfabeet. 2 oorzaken: 1. kinderen moeten vaak jong werken. 2. te weinig leraren en leermiddelen. BB 182 De ontwikkelingssamenwerking kun je op 3 manieren indelen: 1. op grond van wat er gegeven wordt. Financiële hulp, voedselhulp, technische hulp of hulp in vorm van goederen. 2. op grond van wie er geeft: regeringen of particulieren. 3. in bilaterale en multilaterale hulp. https://www.scholieren.com/verslag/29847 Pagina 4 van 5

4 Kansen voor afrika Oorzaken van armoede: - Bestuur - veel conflicten. Na 1950 werden de koloniën in Afrika zelfstandige staten. Maar de mens voelde zich toch in de eerste plaats lid van hun stam en daarna pas burger van de staat. Een eenheid was dus ver te zoeken. - Beleid - verkeerde beslissingen. 1. er werd weinig gedaan aan echte ontwikkeling van de landen. 2. het platte land werd verwaarloosd of opgezadeld met verkeerde beslissingen. Kolonie = (handels)nederzettingen van een ander land. Dekolonisatie = het zelfstandig worden van een ex-kolonie. Plantage = een groot landbouwbedrijf in een kolonie waar één gewas wordt verbouwd dat bestemd is voor de export. Arbeidsextensief = het uitwisselen van grondstoffen voor industrie producten dat ongunstiger wordt voor de arme landen. Tariefmuur = ontstaat als een land invoerrechten heft. Invoerrechten = tarieven. BB 179 In de eerste paar eeuwen werden de koloniën alleen maar gebruikt als leveranciers van exotische producten. Rond 1850 kwam in Europa een nieuw bestaansmiddel op: de moderne industrie. Daardoor veranderden de functies; ze moesten dienen als: 1. leverancier van grondstoffen voor de industrielanden. 2. afzetmarkt voor de industrieproducten BB 181 Na het koloniale tijdperk hielden de ex-koloniën de rol die ze hadden. Maar aan de grondstoffenexport: - grondstoffenwinning levert weinig werk op. Want de beter betaalde banen zijn voor de buitenlanders - terwijl de rijke landen de grondstofprijs zo laag mogelijk wilt houden, stijgen de industrieproducten wel. - Bepaalde ontwikkelingslanden drijven economisch op een kurk: de export van één of enkele grondstoffen. Dat is erg vervelend als de prijs ervan daalt. https://www.scholieren.com/verslag/29847 Pagina 5 van 5