Toetsing De toetsing voor dit leerarrangement Praktijkgericht Onderzoek LA5-jaar 1, bestaat uit twee onderdelen: 1. Een (schriftelijke) onderzoeksopzet; 2. Een (mondelinge) presentatie van (de kern van) je onderzoeksopzet, aan een groep studenten en de opdrachtgevers. Let op! Dit leerarrangement is verdeeld over twee jaar. Je kunt pas met de uitvoering van je onderzoek starten in het nieuwe studiejaar als de toetsing voor LA5 voor het eerste jaar met een voldoende is gewaardeerd. Belangrijke data: Let op: gedeeltelijk afwijkend van jaarrooster! 19 maart 2013 Eerste gelegenheid inleveren onderzoeksopzet 9 april 2013 Onderzoeksopzet beoordeeld (go/no go) 7 mei 2013 Tweede gelegenheid inleveren onderzoeksopzet 28 mei 2013 Herkansing onderzoeksopzet beoordeeld (go/no go) 4 juni 2013 Presentaties onderzoeksopzet (tijdens de jaarconferentie // samen met LA5.2) 18 juni 2013 Presentaties beoordeeld (definitief cijfer LA5.1)
Beoordeling Voorwaarden De uitwerking van de opdracht moet aan de hieronder geformuleerde voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor beoordeling. De beoordelaars behouden zich nadrukkelijk het recht voor om op basis van deze voorwaarden een opdracht af te wijzen. Pas bij een volgend officieel inlevermoment kan een afgewezen opdracht opnieuw worden ingediend. De uitwerking van de opdracht: heeft een voorblad met daarop vermeld: titel, voor- en achternaam van de student, studentnummer, inlevermoment, en om welke herkansing het gaat indien van toepassing; is opgesteld in lettertype Arial, 10-punts, regelafstand 1; is geschreven volgens de APA-richtlijnen als gecommuniceerd in de APA workshop van de MLI; is taalkundig correct; is volledig; wordt digitaal ingeleverd via N@tschool via de map inleveropdrachten, naast twee hardcopies. Het bestand wordt aangeleverd in een in Word bewerkbaar formaat (.doc of.docx). De bestandsnaam is opgebouwd volgens het volgende format: [LAX]_[voor- en achternaamstudent]_[inleverdatum] (voorbeeld: LA5_janjanssen_01102012). Producteisen De uitwerking van de onderzoeksopzet moet aan de hieronder geformuleerde producteisen voldoen om in aanmerking te komen voor beoordeling. De beoordelaars behouden zich nadrukkelijk het recht voor om op basis van deze voorwaarden een opdracht af te wijzen. Pas bij een volgend officieel inlevermoment kan de opdracht opnieuw worden ingediend. De onderzoeksopzet (exclusief bijlagen en literatuurlijst) blijft binnen de 9000 woorden. De richtlijn voor de te gebruiken literatuur is 20 zelf aangedragen bronnen. (Internationale) wetenschappelijke artikelen worden hoger gewaardeerd dan boeken. Gebruik overwegend recente bronnen van na 2006. Het onderzoek is uitvoerbaar. Ofwel: met deze onderzoeksopzet kan in jaar 2 begonnen worden met het uitvoeren van het onderzoek. 2
Rubrics onderzoeksopzet In de onderstaande rubric is aangegeven op basis van welke beoordelingscriteria en beoordelingsniveaus bovenstaande onderdelen worden beoordeeld. Weging in % Onderdeel Goed (8-10 punten) Voldoende (5-7 punten) Matig (1-4 punten) Onvoldoende (0 punten) Schriftelijke onderzoeksopzet In de tweede kolom hieronder is het format voor de onderzoeksopzet te zien (inleiding tot en met kennisdisseminatie & rapportage). 15% 15% Inleiding De inleiding komt op logische en beargumenteerde wijze uit bij de onderzoeksvraag en maakt volledig helder: - aanleiding van het onderzoek, zowel maatschappelijk als voor de eigen praktijk; - wat het onderzoek moet opleveren en voor wie; - voor wie het onderzoek relevant is, zowel maatschappelijk als voor de eigen praktijk; - in welke context het onderzoek is uitgevoerd; - hoe het onderzoek aansluit bij de onderwijscontext (actualiteit, eerder onderzoek, beleid); - en verheldert de onderzoeksvraag en de onderzoeksgroep. 15% 15% Beschrijving praktijkprobleem De beschrijving van het praktijkprobleem: - omvat alle aspecten van de 5xW+H methode (uitgewerkt in Van der Donk & Van Lanen, 2009); - wordt op een heldere manier beschreven; - is beschreven als een lopende tekst Tenminste vier van de punten worden op heldere wijze beschreven en komen op logische en beargumenteerde wijze uit bij de Aan tenminste vier van de punten is voldaan. Tenminste drie van de punten worden op heldere wijze beschreven en komen uit bij de Aan tenminste drie van de punten is voldaan. Minder dan drie van de punten worden op heldere wijze beschreven. Aan minder dan drie van de punten is voldaan. 3
15% 8% Theoretisch kader zonder onnodige herhalingen; - volgt logischerwijs op de inleiding en sluit hier logisch bij aan; - is gebaseerd op relevante (onderzoeks)literatuur én praktijkkennis ontleend aan interviews met sleutelpersonen en beleidsstukken. Het theoretisch kader bevat een helder overzicht van de belangrijkste thema s en aspecten rond het object van onderzoek die in relatie met elkaar worden besproken. Er wordt duidelijk uiteengezet waarom de onderzoeksvraag m.b.v. deze concepten wordt uitgewerkt. Het theoretisch kader sluit logisch aan bij de onderzoeksvraag en deelvragen. Ook is er sprake van een verbinding/overlap met de analyse van het probleem. Er is een overzicht van internationaal en nationaal onderzoek naar dit onderwerp waarbij overwegend artikelen zijn gebruikt; (internationale) wetenschappelijke artikelen worden hoger gewaardeerd dan boeken. 7% Het theoretisch kader is: - gebaseerd op relevante bronnen die in eigen woorden beschreven zijn; - kritisch beschreven - overwegend actueel, d.w.z., dat minimaal 85% van de gebruikte literatuur van na 2006 is, en dat de In het theoretisch kader worden de belangrijkste thema s en aspecten rond het object van onderzoek besproken, maar de relatie hiertussen wordt niet altijd (helemaal) duidelijk. Aan de andere drie punten is wel voldaan. Het theoretisch kader is gebaseerd op relevante bronnen die in eigen woorden beschreven zijn. Op een van de vier punten hiernaast schiet het theoretisch kader In het theoretisch kader worden niet alle of niet alle juiste thema s en aspecten rond het object van onderzoek besproken. De uiteenzetting waarom de hoofdvraag m.b.v. deze concepten wordt uitgewerkt is niet logisch of niet helder. Er wordt gerefereerd aan internationaal en nationaal onderzoek, maar dit niet volledig. Het theoretisch kader is gebaseerd op relevante bronnen die in eigen woorden beschreven zijn. Op twee van de vier punten hiernaast schiet het theoretisch kader Het theoretisch kader houdt onvoldoende verband met het empirisch deel van het onderzoek, omdat: - niet alle of irrelevante thema s worden besproken en - deze thema s niet helder worden uitgelegd. Het theoretisch kader is of niet gebaseerd op relevante bronnen die in eigen woorden beschreven zijn. En/of op meer dan twee van de vier punten hiernaast 4
15% 4% Onderzoeksdoel- en vraag praktijkkennis uit interviews met sleutelpersonen uit 2010-2011 dateert. Het onderzoeksdoel voldoet aan de vier richtlijnen zoals uitgewerkt in Van der Donk en Van Lanen (2012). echter tekort. echter tekort. schiet het theoretisch kader tekort. Het onderzoeksdoel Het onderzoeksdoel Het onderzoeksdoel voldoet niet aan één van voldoet niet aan twee van voldoet niet aan drie of de hieronder genoemde de hiervoor genoemde meer van de hiervoor genoemde 4% Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag sluiten zeer nauwkeurig en logisch op elkaar aan. 7% De onderzoeksvraag voldoet aan de tien richtlijnen zoals uitgewerkt in Van der Donk en Van Lanen (2012). 10% 3% Onderzoeksmethode De keuze voor de methode en de wijze van gebruik van de methode wordt logischerwijs verantwoord vanuit de 5% De onderzoeksmethode volgt logisch uit voorgaande stappen, is helder beschreven, navolgbaar en leidt tot beantwoording van de De beschrijving bevat de volgende onderling samenhangende onderdelen: - Onderzoeksgroep - Dataverzameling - Dataverwerking - Data-analyse 2% Er wordt duidelijk en met gebruik van de juiste begrippen aangegeven op welke manier de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek worden gewaarborgd. Deze wijze van waarborging is adequaat. Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag sluiten nauwkeurig en/of logisch op elkaar aan. De onderzoeksvraag voldoet niet aan één van de hieronder genoemde De keuze voor de methode wordt logischerwijs verantwoord en past bij de Eén van de hiervoor aangegeven onderdelen is niet, of niet helder beschreven, of de onderzoeksmethode volgt niet logisch voort uit voorgaande stappen of de onderlinge samenhang tussen de onderdelen is niet logisch. De borging van de validiteit en de borging van de betrouwbaarheid worden niet allebei verantwoord, of wel allebei verantwoord, maar Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag sluiten niet op elkaar aan. De onderzoeksvraag voldoet niet aan twee van de hiervoor genoemde Twee van de onderdelen zijn niet, of niet helder beschreven of de onderzoeksmethode volgt niet logisch uit voorgaande stappen. Twee van de onderdelen zijn niet, of niet helder beschreven of de onderzoeksmethode volgt niet logisch uit voorgaande stappen. of de onderlinge samenhang tussen de onderdelen is niet logisch. De borging van de validiteit of betrouwbaarheid wordt beschreven, maar niet duidelijk en zonder gebruik van de juiste Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag sluiten niet op elkaar aan. De onderzoeksvraag voldoet niet aan drie of meer van de hiervoor genoemde Drie of meer van de onderdelen zijn niet, of niet helder beschreven De onderzoeksmethode volgt niet logisch voort uit voorgaande stappen. Drie of meer van de onderdelen zijn niet of niet helder beschreven De onderzoeksmethode volgt niet logisch voort uit voorgaande stappen. De wijze waarop de validiteit en de betrouwbaarheid in het onderzoek worden gewaarborgd, wordt niet beschreven. Deze wijze 5
6% 6% Kennisdisseminatie & Rapportage Duidelijk wordt gemaakt hoe de opbrengsten van het onderzoek zullen worden gecommuniceerd naar: - betrokkenen bij het onderzoek, - de opdrachtgever, - belanghebbenden in de organisatie waarin het onderzoek is uitgevoerd - geïnteresseerden/ belanghebbenden buiten de organisatie. De voorgestelde kennisdisseminatie is realistisch en doelgericht. 10% 10% Diepgang Het onderzoek kenmerkt zich door: - nuttig en substantieel gebruik van relevante internationale literatuur - het ontwikkelen en/of toepassen van originele ideeën, methoden en/of concepten - substantiële empirische gegevens uit een substantiële onderzoeksgroep. - grondige reflectie op literatuur, opbrengsten van het onderzoek en verkregen inzichten. niet helemaal duidelijk en niet met voldoende gebruik van de juiste begrippen. Deze wijze van waarborging is op enkele punten adequaat. Drie van de vier voorgestelde doelgroepen worden bediend met beschreven vormen van kennisdisseminatie. De voorgestelde kennisdisseminatie is realistisch en doelgericht. Het onderzoek kenmerkt zich door drie van de hiervoor genoemde aspecten. begrippen. Deze wijze van waarborging is op meerdere punten niet adequaat. In dit hoofdstuk wordt duidelijke gemaakt hoe de opbrengsten van het onderzoek kunnen worden gecommuniceerd en kunnen worden gebruikt. Slechts drie van de vier voorgestelde doelgroepen worden bediend met beschreven vormen van kennisdisseminatie of de voorgestelde kennisdisseminatie is niet altijd realistisch en/of doelgericht. Het onderzoek kenmerkt zich door twee van de hiervoor genoemde aspecten. van waarborging is op veel punten niet adequaat. Twee of minder voorgestelde doelgroepen worden bediend met de beschreven vormen van kennisdisseminatie. Geen van de hiervoor genoemde aspecten is in voldoende mate op dit onderzoek van toepassing. 6
Mondelinge posterpresentatie 14% 7% Posterpresentatie VERPLICHT presentatie voldoet aan de volgende criteria. De presentatie: - blijft binnen de tijd (5 minuten presentatie; 5 minuten vragen); - behandelt in grote lijnen alle onderdelen uit de onderzoeksopzet. - is afgestemd op de doelgroep; - is verzorgd, pakkend en bij voorkeur origineel 7% presentatie laat zien dat de student: - op heldere wijze communiceert - een verantwoorde en professionele houding aanneemt. presentatie voldoet aan drie van de hiervoor genoemde aspecten. presentatie laat zien dat de student nog enkele verbeterpunten kan aanbrengen in één van de twee punten. presentatie voldoet aan twee van de hiervoor genoemde aspecten. presentatie laat zien dat de student nog meerdere verbeterpunten kan aanbrengen in één van de twee punten. presentatie voldoet aan minder dan twee van de hiervoor genoemde aspecten. presentatie laat zien dat de student nog veel verbeterpunten kan aanbrengen in beide punten. Weging, voorwaarden en cesuur Het cijfer is de som van het totaal aantal punten gewogen per onderdeel. Daarbij moeten voor de onderdelen Beschrijving praktijkprobleem, Theoretisch kader, Onderzoeksdoel en -vraag en Onderzoeksmethode minimaal een voldoende zijn behaald. Reden daarvoor is dat die onderdelen voorwaardelijk zijn om in jaar 2 goed met het onderzoek te kunnen starten. De cesuur ligt bij een 5,5. Eerst voorlopig, daarna definitief cijfer Na het inleveren van de schriftelijke onderzoeksopzet wordt een go/no go gegeven. Na de posterpresentatie krijg je het definitieve cijfer en de definitieve rubric. Hier is dan het cijfer voor de posterpresentatie aan toegevoegd. 7