Meerjarenbegroting Schooljaar 2017/2018. (kalenderjaar 2018)

Vergelijkbare documenten
Meerjarenbegroting Schooljaar 2016/2017. (kalenderjaar 2017)

Meerjarenbegroting Schooljaar 2018/2019

Meerjarenbegroting Schooljaar 2019/2020

Taakstellende Begroting Schooljaar 2015/2016

Meerjarenbegroting voor de schooljaren 2014/2015 tot en met 2020/2021

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs primair onderwijs Januari 2014

Jaarverslag-Bestuursverslag. Algemene Ledenvergadering 15 juni 2015

18 Begroting. Begroting

Toelichting op de veranderingen in de kengetallen van samenwerkingsverbanden primair onderwijs

Algemene Ledenvergadering. Berséba. 18 juni 2018

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO Maart 2012

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Meerjarenbegroting Samenwerkingsverband PO. Bijeenkomst bedrijfsvoering PO-Raad 11 maart 2015 Bé Keizer

Facilitering Samenwerkingsverband SPPOH

Bekostiging (V)SO onder passend onderwijs. november 2013


Directie/IB-dag 21 mei 2014

BEGROTING. status: goedgekeurd door de OTR

Begroting Meerjarenbegroting Goedgekeurd door de ledenvergadering en vastgesteld door het bestuur op 21 juni 2018.

Samenwerkingsverband vo Hoeksche Waard. meerjarenbegroting en begroting 2019

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs Januari 2014

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Financïën / Visie. Welkom! Op de stoelen ligt een agenda + de stellingen. + Heeft u een stemkastje. Staphorst, 26 mei 2016

Memorie van antwoord passend onderwijs

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m juli 2015

Toelichting financiën bij hoofdstuk 6

Inhoud Begroting SWV Passend Onderwijs PO Friesland Begroting Toelichting op diverse onderscheiden baten en lasten

Bestemming en Besteding van de Ondersteuningsmiddelen PassendWijs

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Faciliteringregeling Samenwerkingsverband SPPOH

DRIE MAANDEN RISICOREGELING/SOLIDARITEITSMELDING

Elk kind zijn talent, elk kind zijn onderwijs

Nieuwsbrief , nummer 2. Berséba

Jaarplan / regio Randstad

Samenvatting Ondersteuningsplan

BEGROTING Stichting Samenwerkingsverband PassendWijs

Nieuwe vakterm voor ESM

Ondersteuningsplan SPPOH. (PO Haaglanden)

Nieuwsbrief september 2017

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Gewichtleeringen per bestuur Telgegevens/prognose Bestuursnr Bestuursnaam

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

BIJLAGE 9. De voorliggende begroting is op basis van de opmerkingen vanuit het DB aangepast.

Toelichting op bekostiging (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) na invoering van passend onderwijs

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

Regio Randstad. Ambities realiseren dekkend netwerk. Regio Randstad, SWV Berséba

Passend onderwijs. Passend onderwijs

BIJLAGE 5: UITWERKING STAPPEN ARRANGEREN

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Passend Onderwijs. Tweede Zorgcongres. ChristenUnie Harderwijk 22 november Henk Büscher

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving

Trends in passend onderwijs

Belangrijk om te weten voor schooljaar Koers VO Directiebijeenkomsten vo-scholen juni 2014

NIEUWSBRIEF SCHOLEN EN OUDERS - 1 JULI 2015

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

In de taakomschrijving van de PCL staat dat jaarlijks verslag gedaan wordt van de door PCL-leden verrichte werkzaamheden.

Risicomanagement. Risicoanalyse en beheersing Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven (PO3007)

Begroting 2017 TOTAAL , ,--

Begroting 2018 SWV - ODP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoud Waarom Hoe Drie routes voor extra ondersteuning... 3

Notitie risicomanagement SWV VO 2603

Bekostiging van residentiële leerlingen

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m augustus 2016

17 februari Nieuwsbrief 15

!! "# $ % & '!! ()*( +! $!! % $!, 1

GMR, schoolbestuur en passend onderwijs

Kaderstellende uitgangspunten bij het opstellen van de meerjarenbegroting

ONDERWIJSZORGLOKET BERSEBA ZEELAND

Financiële handreiking stelselwijziging passend onderwijs VO

ONDERWIJSZORGLOKET BERSEBA ZEELAND

Begroting 2018 en meerjarenbegroting 2018 t/m 2022

Bekostiging (V)SO en de invoering van passend onderwijs (beknopte versie)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Jaarverslag publieksversie

Bekostiging samenwerkingsverband passend onderwijs PO

Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 1

Passend Onderwijs in PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!!

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007)

Beleid voormalige leerlinggebonden financiering (rugzak)

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

Bekostiging (V)SO onder passend onderwijs (beknopte versie)

MANAGEMENTRAPPORTAGE MANAGEMENTRAPPORTAGE voor voortgangsgesprek met bestuur jaar 2016

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Bijlage 8 Specificaties begroting

Bekostiging (V)SO onder passend onderwijs

Juni Model Ondersteuningsplan

Passend onderwijs Walcheren. 21 januari 2014

BELEIDSINFORMATIE over beschikkingen en arrangementen in verband met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014

Lumpsumbekostiging samenwerkingsverband WSNS

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

REGLEMENT COMMISSIE VAN TOEKENNING SAMENWERKINGSVERBAND BERSÉBA

Toelichting. van overig 1,4 so en. Prognose. zowel het. indexatie van. Beleid. middelen. Concreet

Informatie ministerie OCW over lwoo en pro

Transcriptie:

Meerjarenbegroting Schooljaar 2017/2018 (kalenderjaar 2018)

2

Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN... 4 1.1 VOORWOORD... 4 1.2 GEVOLGDE PROCEDURE... 5 1.3 ACTUELE ONTWIKKELINGEN IN DE BEGROTING... 5 1.4 BASIS VAN DE KENGETALLEN LEERLINGEN BAO, SBO EN SO... 5 1.5 FASE VAN DE STELSELWIJZING... 5 1.6 ONTWIKKELING BEKOSTIGING... 6 1.7 VEREVENINGSKORTING... 6 1.8 RISICO S... 6 1.9 PERSONELE INZET... 7 1.10 EXTERNE KOSTEN ONTWIKKELING NIEUW BELEID... 8 1.11 OPBOUW RESERVES... 8 2. KOSTEN LEERLINGEN MET VASTGESTELDE HANDICAP (CLUSTER 3)... 9 2.1 VASTSTELLING... 9 2.2 LEERLINGEN OP HET SO... 9 2.3 GRENSVERKEER SO CLUSTER 3... 9 2.4 LEERLINGEN OP HET BAO... 9 2.5 AMBULANTE BEGELEIDING... 10 3. REGIO BUDGETTEN... 10 3.1 RUIMTE REGIONAAL BELEID... 10 3.2 BEKOSTIGING SO GEDRAG... 10 3.3 GRENSVERKEER SO GEDRAG... 10 3.4 BEKOSTIGING SBO... 10 3.5 GRENSVERKEER SBO... 11 3.6 PERSONELE INZET REGIONAAL BOVENSCHOOLS... 11 3.7 HET LOKET... 11 3.8 OVERIGE KOSTEN REGIONAAL BOVENSCHOOLS... 11 4. ONDERSTEUNINGSBUDGETTEN EN ARRANGEMENTEN BASISSCHOLEN... 12 4.1 BASISONDERSTEUNING... 12 4.2 ONDERSTEUNINGSARRANGEMENTEN GEHANDICAPTE LEERLINGEN (CLUSTER 3)... 12 4.3 ONDERSTEUNINGSARRANGEMENTEN HOOGBEGAAFDHEID... 12 4.4 FINANCIERING BREDE DIENST AMBULANTE BEGELEIDING... 12 4.5 VERREKENING BASISBEKOSTIGING BIJ TUSSENTIJDSE INSTROOM... 12 4.6 ONDERSTEUNINGSARRANGEMENTEN VANWEGE CRISISSITUATIES... 13 4.7 ONTWIKKELING VERGOEDING BASISONDERSTEUNING IN MEERJARIG PERSPECTIEF... 13 5. FINANCIËLE BIJLAGEN... 14 5.1 TOTAAL BEGROTING PER SCHOOLJAAR EN KALENDERJAAR... 14 5.2 REGIO NOORDOOST BOVENSCHOOLS... 15 5.3 REGIO MIDDEN BOVENSCHOOLS... 15 5.4 REGIO RANDSTAD BOVENSCHOOLS... 16 5.5 REGIO ZEELAND BOVENSCHOOLS... 16 5.6 SBO OVERDRACHTEN... 17 5.7 ONDERSTEUNINGSBUDGETTEN 2017/2018 BASISSCHOLEN REGIO NOORDOOST... 18 5.8 ONDERSTEUNINGSBUDGETTEN 2017/2018 BASISSCHOLEN REGIO MIDDEN... 19 5.9 ONDERSTEUNINGSBUDGETTEN 2017/2018 BASISSCHOLEN REGIO RANDSTAD... 20 5.10 ONDERSTEUNINGSBUDGETTEN 2017/2018 BASISSCHOLEN REGIO ZEELAND... 21 3

1. Algemeen 1.1 Voorwoord Deze taakstellende meerjarenbegroting voor het schooljaar 2017/2018 is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs (voor primair en speciaal onderwijs), hierna te noemen Berséba. Conform artikel 4 van haar statuten heeft onze vereniging ten doel: a. het vormen en in stand houden van een landelijk samenwerkingsverband in de zin van artikel 18a lid 15 van de Wet op het Primair Onderwijs binnen het reformatorisch primair en speciaal onderwijs; b. het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs; c. het realiseren dat leerlingen op scholen van het samenwerkingsverband een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken; d. een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs te realiseren voor alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Deze begroting is opgesteld om onder andere te voorzien in de wijze van verdelen en toewijzen van de ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen van de leden (statuten: artikel 4 lid 2a), daarbij rekening houdend met de geldmiddelen die daarvoor ter beschikking komen vanuit het Rijk. Uitgangspunt zijn de grondslagen van de bekostiging van het samenwerkingsverband PO, zoals neergelegd in de Wet Passend Onderwijs. Bij het opstellen van deze taakstellende begroting is gebruik gemaakt van het instrumentarium passend onderwijs van de PO-raad, waaronder het model voor de meerjarenbegroting. De taakstellende begroting is gebaseerd op het vastgestelde meerjarenbeleid, recente BRON-gegevens van de scholen, kengetallen grensverkeer, beschikbare kijkglazen die het ministerie van OCW verstrekt, en verrijkt met verkregen voortschrijdend inzicht. Voorts is deze begroting of zijn delen daarvan afgestemd met de eigen organisatie en met de directies van de onder ons samenwerkingsverband vallende S(B)O-scholen. Onze bede is dat de HEERE de ons door de overheid geboden (geld-)middelen wil zegenen voor de ondersteuning van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte op de scholen van ons samenwerkingsverband Ridderkerk, april 2017 De Raad van Bestuur van Berséba, G.R. van Leeuwen MES 4

1.2 Gevolgde procedure Op 4 april 2014 heeft de raad van toezicht de door de raad van bestuur vastgestelde kaderstellende meerjarenbegroting voor de periode 2014/2015 tot en met 2020/2021 goedgekeurd. Bij de vaststelling van het verdeelmodel voor de beschikbare middelen is gekozen voor een regionale en een landelijke verantwoordelijkheid ten aanzien bepaalde kosten. Op grond dit lange termijnbeleid heeft er voor het schooljaar 2017/2018 een volledige update plaatsgevonden. Op basis van de leerlingaantallen op teldatum 1-10-2016 en peildatum 1-2-2017, en bijgestelde bekostigingsbedragen is deze meerjarenbegroting bijgesteld. Dit resulteert in een taakstellende begroting voor het schooljaar 2017/2018, het vierde schooljaar waarin Passend Onderwijs gestalte krijgt. In deze taakstellende begroting zijn de te verwachten ontwikkelingen voor de komende jaren doorgerekend en bijgesteld op basis van de actuele gegevens. De concept-begroting is besproken in meerdere MT-vergaderingen, met de auditcommissie uit de Raad van Toezicht, de MR en vervolgens door het bestuur vastgesteld. 1.3 Actuele ontwikkelingen in de begroting Door diverse overheidsmaatregelen en voortschrijdend inzicht hebben enkele structurele aanpassingen in de begroting plaatsgevonden. Het totaalaantal leerlingen op de basisscholen binnen het samenwerkingsverband laat in 2016 een lichte daling zien van 39 leerlingen ten opzichte van 2015. Er worden door het Ministerie van OCW aanvullende middelen aan het samenwerkingsverband ter beschikking gesteld voor het ontwikkelen van beleid ten aanzien van hoogbegaafdheid. De verplichte herbesteding bij de externe ambulante diensten is nagenoeg volledig afgebouwd. Er is sprake van groei van het aantal grensverkeerleerlingen, dat aan het samenwerkingsverband wordt toegerekend. Dat betreft leerlingen afkomstig van onze scholen, die echter niet op een eigen SO- of SBO-school ingeschreven (kunnen) worden. Er worden in de schooljaren 2017/2018 en 2018/2019 extra bestedingen uit het exploitatieoverschot 2016 en de risicobuffer gedaan, omdat op grond van een nieuwe risico-inventarisatie de eerder vastgestelde buffer naar beneden is bijgesteld. 1.4 Basis van de kengetallen leerlingen BAO, SBO en SO Voor deze begroting is uitgegaan van de leerlingentellingen per 1-10-2016, zoals die door het Ministerie beschikbaar zijn gesteld op grond van de BRON-registratie van december 2016. In de begroting wordt rekening gehouden met een stabiel aantal leerlingen op de basisscholen. De fluctuaties voor het gehele samenwerkingsverband zijn minimaal. Jaarlijks zullen de overdrachten aan de scholen opnieuw berekend worden op basis van het werkelijke leerlingenaantal. 1.5 Fase van de stelselwijzing De stelselwijziging voltrekt zich in stappen vanaf 1-8-2014 tot 1-8-2020, waarbij het meetmoment voor de overgangsregeling 1-10-2011 is. Het totale invoeringstraject beslaat dus 9 jaar. 1 augustus 2014 Invoering van de wet Passend Onderwijs: de WSNS-zorgmiddelen gaan naar het landelijke samenwerkingsverband. Ons samenwerkingsverband ontvangt het schooldeel van de rugzakmiddelen op basis van de stand 1-10-2013. De bekostiging van de huidige regionale WSNS-verbanden vervalt. De overdracht van de huidige zorgmiddelen WSNS vervalt. 1 januari 2015 De nieuwe bekostigingssystematiek zware ondersteuning gaat van start voor wat betreft het materiële deel. 1 augustus 2015 De nieuwe bekostigingssystematiek gaat volledig van start. Ons samenwerkingsverband ontvangt het nieuwe normbudget voor de zware en lichte ondersteuning. De rugzakmiddelen en SO bekostiging zijn ook genormeerd in het normbudget opgenomen. De verevening van 100 % (korting als overgangsmaatregel) gaat van start op basis van de aantallen leerlingen en rugzakken naar het peilmoment 1-10-2011. De ambulante begeleidingsmiddelen gaan naar ons samenwerkingsverband. De herbestedingsverplichting ambulante begeleidingsmiddelen bij de (v)so scholen, die voorheen de AB- middelen ontvingen, gaat van start o.b.v. het aantal rugzakken 1-10-2013 5

1 augustus 2016 De herbestedingsverplichting ambulante begeleidingsmiddelen vervalt De vereveningskorting wordt aangepast naar 90 % 1 augustus 2017 De vereveningskorting wordt aangepast naar 75 % 1 augustus 2018 De vereveningskorting wordt aangepast naar 60 % 1 augustus 2019 De vereveningskorting wordt aangepast naar 30 % 1 augustus 2020 De verevening wordt beëindigd. Gelijke verdeling van de ondersteuningsmiddelen op basis van samenwerkingsverband 1.6 Ontwikkeling bekostiging De kern van de bekostigingssystematiek kent vijf elementen: 1. Basisbekostiging: Alle scholen, ook de SO-scholen, krijgen de basisbekostiging bestaande uit bedragen per school en per leerling. Dit is de bekostiging, die scholen rechtstreeks van de rijksoverheid ontvangen voor het geven van onderwijs. 2. Budget voor lichte ondersteuning: Elk samenwerkingsverband krijgt een aanvullend budget voor lichte ondersteuning. Dat zijn de middelen die vóór 1 augustus 2014 onder de noemer Weer Samen Naar School (WSNS) werden verstrekt. Deze vergoeding wordt doorbetaald aan de basisscholen op basis van een vast bedrag per school en aanvullend een bedrag per leerling. 3. Normbudget voor zware ondersteuning : Elk samenwerkingsverband krijgt een normbudget voor leerlingen met een zware ondersteuningsvraag. Dit budget wordt gebaseerd op een bedrag per leerling voor het totaalaantal leerlingen in het primair onderwijs. Het samenwerkingsverband beschrijft in het ondersteuningsplan, hoe zij de extra ondersteuning voor de leerlingen in haar regio s realiseert en hoe de middelen worden verdeeld. 4. Ondersteuningsbekostiging: Uit het normbudget wordt per leerling, voor wie een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is afgeven en die een S(B)O school bezoekt, een bedrag overgeheveld naar de betreffende S(B)O-school: de ondersteuningsbekostiging. De hoogte van dit bedrag is gebaseerd op ondersteuningsbehoefte van de leerling. De financieringsvorm van het SO en SBO is afwijkend. Onder hoofdstuk 3 wordt dat nader toegelicht. 5. Verevening: Het is de bedoeling dat op termijn elk samenwerkingsverband eenzelfde normbudget per leerling voor zware ondersteuning krijgt. Omdat de startpositie van de samenwerkingsverbanden niet gelijk was, is gekozen voor een stapsgewijze verevening (zie tabel in paragraaf 1.5). In schooljaar 2015/2016 werd het vereveningsbedrag voor 100% toegepast. In 2019/2020 wordt deze verevening voor het laatst toegepast. Het vereveningsbedrag wordt bepaald door het verschil tussen de ondersteuningskosten per samenwerkingsverband (inclusief rugzakken) per 1-10-2011 en het normbudget, ook berekend op basis van de leerlingenaantallen per 1-10-2011. 1.7 Vereveningskorting Naar aanleiding van de overgangsregeling vindt er voor Berséba een korting op het budget voor de zware ondersteuning plaats. Op basis van het meetmoment (1-10-2011) lagen de totale kosten voor de zware ondersteuning van de binnen het samenwerkingsverband participerende scholen totaal ruim 3 miljoen euro lager dan het normbudget. De ontwikkeling van de omvang van de zware ondersteuning na 1-10-2011 heeft geen invloed meer op deze overgangsregeling. Als gevolg van de verevening zal de bekostiging stapsgewijs oplopen tot het landelijk gemiddelde. De rijksbijdragen voor ons samenwerkingsverband laten daardoor dus voor de komende jaren nog een toename zien. Bij de vaststelling van de regiobudgetten wordt het effect van deze vereveningskorting richting de regio s van Berséba ook toegepast. 1.8 Risico s Een onderdeel van professioneel financieel beleid is de risicobeheersing. De verplichtingen voor de totale doelstelling Passend Onderwijs voltrekken zich stapsgewijs. Voor het schooljaar 2017/2018 dienen de overdrachten aan SO, SBO en grensverkeer plaats te vinden op basis van nu vaststaande leerlingenaantallen per 1-2-2017. De financiële risico s voor het schooljaar 2017/2018 zijn dan ook beperkt. 6

Als er na 1-2-2017 voor een toenemend aantal leerlingen ondersteuningsbekostiging overgedragen moet worden vanaf het schooljaar 2018/2019, dan zal dit effect hebben op de overdrachten op basis van het schoolmodel. De volgende risico s zijn niet volledig te elimineren: Risico Personele verplichtingen Werkgeversrisico s Niet-plaatsbare leerlingen/thuiszitters Wettelijke Aansprakelijkheid Extra kosten ambulante begeleiding Uitputting beschikbare budget extra arrangementen cluster 3 Effect / maatregel Voor de aangegane verplichtingen zijn de kosten berekend op basis van inschaling, huidige premielast en geraamde overige kosten. Hiermee is het risico beperkt. Door het voeren van adequaat personeelsbeleid worden de risico s maximaal teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. In principe dient elke (aangemelde) leerling op een school geplaatst te worden. Elke regio beschikt over een knelpuntenbudget om (indien nodig) interventies te kunnen plegen voor leerlingen die niet plaatsbaar lijken te zijn of voor dreigende thuiszitters. Hiervoor is geen verzekering afgesloten. In de loop van een schooljaar kan de behoefte voor AB toe- of afnemen terwijl met de AB-diensten langlopende capaciteitsafspraken zijn gemaakt. Het streven is daarin ook te werken met een flexibele schil. Voor deze arrangementen is landelijk een budget gereserveerd. Bij een toenemend aantal toegekende arrangementen kan er in de loop van een schooljaar een overbesteding plaatsvinden. De organisatie zal de komende jaren geconfronteerd kunnen worden met ontwikkelingen die momenteel niet te voorzien zijn. De huidige wetgeving kan bijgestuurd worden door middel van Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB). Dergelijke ingrepen zorgen telkens nog voor bijstellingen van het beleid en de financiële verantwoordelijkheden. In samenspraak met de regiomanagers worden de risico s één keer per jaar geëvalueerd en risicobeperkende maatregelen genomen. Na deze evaluatie vindt in de auditcommissie zo nodig een bijstelling plaats van het risicoprofiel. Daarbij worden in elk geval de volgende risico s nader geanalyseerd en gewogen: 1. Verantwoording van de kwaliteit van het ondersteuningsproces van de aangesloten basisscholen en de mogelijkheden tot interventie vanuit ons samenwerkingsverband. 2. Witte vlekken in het ondersteuningsaanbod van de gezamenlijke onderwijsinstellingen. 3. Personele risico s als gevolg van het werkgeverschap van de raad van bestuur, regiomanagers en ondersteunende functies. 4. Verplichtingen uit hoofde van het grensverkeer van leerlingen vanuit de achterban die op SO scholen instelling buiten het samenwerkingsverband worden geplaatst. 5. Ontwikkeling van de leerlingaantallen op het SBO. 6. Ontwikkeling van de leerlingaantallen op het SO. 7. Omvang van de benodigde financiële reserves van het samenwerkingsverband. 8. Financiële verplichtingen met betrekking tot de realisatie van brede ambulante diensten door de 5 aanwezige expertisecentra. 9. Prijsaanpassingen bij de definitieve vaststelling van de budgetten en aanpassingen als gevolg van mogelijke budgettaire taakstellingen van het Ministerie van OCW. 10. Aanpassing van de kortingspercentages van de vereveningskorting tijdens de overgangsregeling. De raad van bestuur ziet het als haar taak voorzienbare risico s in kaart te brengen en deze gezamenlijk met de regiomanagers via adequaat risicomanagement te beheersen. 1.9 Personele inzet De kosten van de landelijke organisatie betreft met name kosten voor de raad van toezicht, de raad van bestuur, administratie en regio-overstijgende kosten voor kwaliteitszorg en beleidsontwikkeling. De raad van het bestuur heeft een dienstverband van 0,6 fte. Daarnaast wordt er voor gezamenlijke rekening personeel ingezet voor centraal secretariaat en beleidsondersteuning. Rekening houdend met de van toepassing zijnde inschaling en werktijdfactor zijn de personele kosten en overige lasten voor het schooljaar 2017/2018 als volgt begroot: 7

Personele kosten en overige lasten Raad van bestuur 83.000 Raad van toezicht 31.000 Externe advisering 20.000 Licentie Kindkans / ParnasSys 28.000 Kwaliteitsbeleid en licentie Integraal 100.000 Secretariaat 21.000 Beleidsontwikkeling 62.000 Uitbesteding administratie 13.500 Scholing en congressen 15.000 Ondersteuningsplanraad 8.500 Accountantscontrole 11.000 Externe kosten ontwikkeling nieuw beleid 275.000 Ontwikkeling website en promotie 25.000 Overige organisatiekosten 35.500 Totaal 728.500 1.10 Externe kosten ontwikkeling nieuw beleid In de begroting is een reservering opgenomen van 275.000 voor het schooljaar 2017/2018 en 500.000 voor het schooljaar 2018/2019 voor de ontwikkeling van een aantal speerpunten, bestaande drie hoofdpunten: 1. Professionalisering Hieronder vallen een aantal thema s: - In toenemende mate zijn onderwijszorgarrangementen nodig om onderwijs voor leerlingen mogelijk te maken. Scholen vinden het lastig om op een professionele manier het gesprek met gemeenten te voeren. Berséba wil door de inzet van experts scholen hierin ondersteunen. - De professionalisering van de intern begeleiders en de ondersteuningsteams vraagt blijvend de aandacht. Ervaren wordt dat passend onderwijs een ander perspectief op ondersteuning vraagt dan voorheen. Berséba wil de intern begeleiders en ondersteuningsteams hierin verder professionaliseren. - In toenemende mate wordt ervaren, dat gedrag van leerlingen een complicerende factor is binnen scholen om tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoefte van (groepen) leerlingen. Berséba wil scholen stimuleren om leerkrachten op te leiden tot gedragsspecialisten, die de expertise en vaardigheid hebben om leerkrachten binnen de school te ondersteunen om met problematisch gedrag om te gaan. 2. Projecten voor realisatie dekkend netwerk Berséba heeft de opdracht om witte vlekken in het ondersteuningsaanbod zo veel mogelijk binnen het samenwerkingsverband in te vullen. Het realiseren van invulling van de witte vlekken vraagt inzet van expertise en menskracht. Voor het opstarten van specifieke projecten wil Berséba projectsubsidie beschikbaar stellen. Voor het verkrijgen van deze subsidie is een protocol opgesteld. 3. Vernieuwend onderwijs Op onze scholen wordt door de teamleden hard gewerkt om zo goed mogelijk af te stemmen op de ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Het leerstofjaarklassensysteem is in de achterliggende jaren tot het uiterste opgerekt. Een volgende stap in passend onderwijs lijkt te zijn om de inrichting en de organisatie van het onderwijs te vernieuwen. Berséba wil scholen die hiermee aan de slag willen gaan, ondersteunen. 1.11 Opbouw reserves Het samenwerkingsverband beschikte bij de oprichting niet over reserves. Door overschotten in de jaren 2014 t/m 2016 is er een eigen vermogen opgebouwd als buffer voor onvoorziene kosten. Na de evaluatie van het risicoprofiel is de noodzakelijk geachte buffer vastgesteld op 500.000. Hetgeen meer aan buffer aanwezig is, is in de meerjarenbegroting opgenomen als extra bestedingsruimte. Als gevolg daarvan laat de meerjarenbegroting voor de komende jaren een tekort zien, dat gefinancierd wordt uit het surplus aan eigen vermogen. 8

2. Kosten leerlingen met vastgestelde handicap (cluster 3) 2.1 Vaststelling De ondersteuningskosten voor leerlingen bij wie sprake is van cluster 3-problematiek (lichamelijke handicap, langdurig ziek of zeer moeilijk lerend) worden op landelijk niveau gefinancierd. Er zijn landelijke criteria vastgesteld, op basis waarvan de regionale Loketten bepalen welke vorm van extra ondersteuning een leerling nodig heeft. Het Loket kan een toelaatbaarheidsverklaring afgeven, waarmee de leerling op het speciaal onderwijs geplaatst kan worden. Het Loket kan ook een extra ondersteuningsarrangement toekennen, waarmee een leerling op de (speciale) basisschool geholpen kan worden. 2.2 Leerlingen op het SO Binnen het samenwerkingsverband zijn vijf scholen voor SO cluster 3. Van deze vijf scholen zijn er twee met een nevenvestigingen (Ochten en Sliedrecht). De ondersteuningszwaarte van de leerlingen op deze scholen is verschillend. Het Loket bepaalt bij het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring of sprake is van ondersteuningszwaarte in categorie 1, 2 of 3. De kosten voor deze leerling worden door DUO in mindering gebracht op de bekostiging van het samenwerkingsverband. De SO-scholen ontvangen de benodigde middelen voor ondersteuning aan deze leerlingen rechtstreeks van DUO in hun lumpsumbekostiging. Het Ministerie hanteert voor de verschillende categorieën vaste bedragen per leerling. De hoogte van deze bedragen zijn door het samenwerkingsverband niet te beïnvloeden. 2.3 Grensverkeer SO cluster 3 Naast de leerlingen, geplaatst op de eigen SO-instellingen, dient er rekening gehouden te worden met het feit, dat er ook leerlingen vanuit de eigen achterban om bepaalde redenen niet op een van de 5 reformatorische SO-scholen geplaatst kunnen worden. De oorzaak kan een keuze van de ouders zijn voor een school dichter in de buurt of het ontbreken van de benodigde expertise voor een specifieke ondersteuningsvraag op de eigen SO-instelling. In dergelijke situaties geeft Berséba wel een toelaatbaarheidsverklaring af. Met deze verklaring kunnen de ouders hun kind aanmelden bij de school van hun keuze. De financiële consequentie daarvan is voor ons samenwerkingsverband gelijk. De (niet-reformatorische) SO-instelling ontvangt rechtstreeks van de Rijksoverheid de basis- en ondersteuningsbekostiging. De ondersteuningsbekostiging komt echter wel ten laste van ons samenwerkingsverband voor leerlingen die met een toelaatbaarheidsverklaring op een niet-reformatorische SOschool worden geplaatst. Deze wordt door de Rijksoverheid in mindering gebracht op de bekostiging van ons samenwerkingsverband op basis van de 1 oktober-telling. De verwachting is dat de kosten van het SO cluster 3 de komende jaren nog verder zullen stijgen. Dit zal deels voortkomen uit een groei van het aantal leerlingen op de SO-instellingen die bij ons samenwerkingsverband zijn aangesloten, deels uit de kosten voor het toenemend grensverkeer en deels door toename van het aantal leerlingen in de hoogste bekostigingscategorie. Als er sprake is van groei van het aantal leerlingen in het SO tussen 1 oktober en 2 februari van een schooljaar, ontvangen de SO-scholen geen bekostiging voor deze leerlingen van de Rijksoverheid Berséba vergoedt de basis- en ondersteuningsbekostiging aan de SO-scholen, ook als leerlingen uitstromen naar een niet-reformatorische SOschool. Berséba neemt zelf het initiatief om de groeibekostiging over te maken naar de SO-scholen. Op basis van afgegeven toelaatbaarheidsverklaringen door Berséba ontstaat in de loop van de tijd inzicht in hoeveel leerlingen van Berséba naar het SO buiten Berséba zullen gaan. Het is op dit moment moeilijk in te schatten om welke aantallen het gaat. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is voorzichtigheidshalve uitgegaan van een geraamde stijging van 6 leerlingen per 1-10-2014 naar 86 leerlingen per 1-10-2019. Per 1-10-2016 bedroeg het aantal 43 leerlingen. 2.4 Leerlingen op het BAO Naast doorverwijzing naar het SO bestaat voor leerlingen met een ondersteuningsbehoeften op het terrein van cluster 3 ook de mogelijkheid van plaatsing op het BAO, met een aanvullend ondersteuningsarrangement via een aanvullende vergoeding en beschikbaarstelling van expertise. Op basis van de kengetallen van de voorgaande jaren en de actuele ontwikkelingen zal er jaarlijks naar verwachting voor circa 1.250.000 aan arrangementen worden toegekend. Door het Loket kunnen arrangementen van verschillende zwaarte worden toegekend. Hiervoor criteria opgesteld. 9

2.5 Ambulante begeleiding Ieder regio heeft een brede ambulante dienst. De medewerkers van deze dienst ondersteunen leerkrachten in het basisonderwijs in het omgaan met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Niet altijd is bij de eigen ambulante dienst voldoende expertise aanwezig om de volle breedte van ambulante begeleiding te kunnen bieden. Daarvoor is regelmatig zeer specialistische expertise nodig, waarvan de omvang en de kosten bij voorbaat niet precies zijn vast te stellen. De Brede Ambulante Diensten van Berséba maken hiervoor afspraken met externe ambulante diensten over de mogelijkheden voor het naar behoefte afnemen van de ondersteuning en de financiering daarvan. Op basis van een redelijke schatting en de ervaringen in het schooljaar 2017/2018 is daarvoor 520.000 in de begroting gereserveerd. Daarnaast is er nog voor een klein gedeelte sprake van bestedingsverplichtingen bij externe ambulante diensten. Dit is voor schooljaar 2017/2018 naar schatting een bedrag van 30.000. 3. Regio budgetten 3.1 Ruimte regionaal beleid De kosten voor de landelijke overhead en de ondersteuning van alle leerlingen met een cluster 3-voorziening komen voor landelijke (gezamenlijke) rekening. Het beschikbare, resterende budget is toegerekend aan de vier regio s naar rato van het aantal leerlingen binnen de regio. De omvang van de regio s varieert sterk en is samengesteld op basis van de voedingsgebieden van de SO-instellingen. De kosten van de leerlingen op het SO Gedrag, de omvang van het SBO, en de overige ondersteuning voor de lichte en zware ondersteuning worden regionaal gedragen. Dit geeft binnen de regio s, in afstemming tussen de S(B)O en BAO en de regiomanager, ruimte voor het realiseren van een beperkt eigen beleid, waarvoor de betreffende regio financieel verantwoordelijk is. 3.2 Bekostiging SO Gedrag Binnen het samenwerkingsverband zijn er 6 scholen op zeven locaties met een voorziening voor SO Gedrag. De leerlingen die op deze scholen staan ingeschreven, hebben bekostigingscategorie 1. Per leerling zal door DUO het door de overheid vastgestelde bedrag op de bekostiging van het samenwerkingsverband in mindering worden gebracht. De omvang van de bedragen per leerling zijn door ons samenwerkingsverband niet te beïnvloeden. Door het vaststellen van toelatingscriteria en het verhogen van de basisondersteuning, die de basisscholen bieden, is er wel invloed uit te oefenen op de groei van het aantal leerlingen in SO Gedrag. Een groeiend SO zet de omvang van de ondersteuningsmiddelen, die de basisscholen ontvangen, namelijk onder druk. 3.3 Grensverkeer SO Gedrag De verrekening van grensverkeer SO Gedrag is vergelijkbaar met de verrekening grensverkeer SO cluster 3. Zie hiervoor paragraaf 2.3. 3.4 Bekostiging SBO Het samenwerkingsverband dient zorg te dragen voor een adequate bekostiging voor de leerlingen die het SBO bezoeken. Het SBO ontvangt van DUO op basis van het T-1 principe (teldatum minus 1 jaar) een basisbekostiging van het aantal ingeschreven leerlingen. Daarnaast ontvangt het SBO op basis van het T-1 principe een ondersteuningsbekostiging voor 2% van het totaalaantal leerlingen in het primair onderwijs. Indien het SBO een deelname heeft van meer dan 2% van het aantal leerlingen op de vastgestelde peildatum, dan vergoedt het samenwerkingsverband voor het aantal leerlingen boven de 2% basis- en ondersteuningsbekostiging. De overdracht aan de SBO-scholen kent de volgende onderdelen: 1. Basisbekostiging op basis van de landelijke GGL (gewogen gemiddelde leeftijd) voor de instroom na 1 oktober van een zeker jaar tot de peildatum van 1 februari van het jaar daaropvolgend. 2. Ondersteuningsbekostiging op basis van de landelijke GGL voor de deelname op de peildatum van 1 februari boven de genormeerde 2 %. 3. JRK (Jonge Risico Kind) bekostiging voor zover het aantal JRK-leerlingen boven de 5 % van de SBO populatie uitstijgt. 4. Voor leerlingen met de behoefte aan een zwaarder ondersteuningsarrangement dan de standaard SBOleerling zal het samenwerkingsverband een aanvullend bedrag vergoeden. Deze leerlingen zijn SBO+leerlingen. Het samenwerkingsverband hanteert als uitgangspunt dat 25% van de leerlingen in het SBO deze extra ondersteuning nodig hebben 10

5. Voor leerlingen met een indicatie voor toelating op het SO, die echter wegens onderwijskundige of andere redenen op het SBO blijven, ontvangt het SBO als aanvullende bekostiging het verschil tussen de SOondersteuningsbekostiging en de SBO-ondersteuningsbekostiging, die wordt uitbetaald op basis van de peildatum. Dit wordt een SBO++-arrangement genoemd. De criteria om dit toe te kennen zijn gelijk aan de criteria voor SO Gedrag. 3.5 Grensverkeer SBO Ook bij het SBO is sprake van grensverkeer. De facturering van grensverkeer vindt plaats tussen de samenwerkingsverbanden. Dit betreft zowel het instromend als het uitstromend grensverkeer. Binnen de Loketten is een actueel overzicht van het grensverkeer beschikbaar. In november van elk jaar wordt het instromend grensverkeer gefactureerd aan de betreffende samenwerkingsverbanden. De inkomsten komen ten gunste van de regio. Voor uitstromend grensverkeer ontvangt ons samenwerkingsverband facturen van andere samenwerkingsverbanden. Voor leerlingen die vanaf 2 oktober t/m 31 juli van elk schooljaar in- of uitstromen wordt in het eerste jaar behalve de ondersteuningsbekostiging ook de basisbekostiging gefactureerd. 3.6 Personele inzet regionaal bovenschools Voor de uitvoering van het beleid van Berséba en de afstemming daarover in de regio, heeft elke regio een regiomanager. Daarnaast beschikt elke regio over een Loket, waarvoor een zorgmakelaar werkzaamheden verricht, ondersteund door een secretaresse. Elke regio is vrij in de manier waarop hier invulling aan wordt gegeven. Bij de berekening van de te verwachten personele kosten is rekening gehouden met de inschaling conform de CAO Primair Onderwijs en wettelijke verplichtingen met betrekking tot de sociale lasten en pensioenpremies. 3.7 Het Loket Naast de zorgmakelaar participeren (externe) experts in het regionale Loket. Het Loket adviseert het samenwerkingsverband over de vaststelling van de toelaatbaarheid van leerlingen op het SBO of SO en beslist over de toekenning van aanvullende ondersteuningsarrangementen op de basisscholen. 3.8 Overige kosten regionaal bovenschools Naast de eerdergenoemde kosten zijn de bovenschoolse kosten per regio beperkt en zijn deze gericht op de ondersteuning van de basisscholen. Tevens zijn er mogelijkheden voor het financieren van netwerken en collectieve scholingen. Over de samenstelling van de bovenschoolse regionale begrotingen hebben de regiomanagers overleg gevoerd met de directienetwerken. 11

4. Ondersteuningsbudgetten en arrangementen basisscholen 4.1 Basisondersteuning Voor het realiseren van de basisondersteuning ontvangt elke basisschool een aanvullende vergoeding vanuit ons samenwerkingsverband. De vergoeding kent een vast basisbedrag per school, ongeacht de omvang van de school, van 13.130. Deze vergoeding is toereikend voor de financiering van 1 dag per week van een IB-er of een andere gespecialiseerde functionaris op het gebied van leer- of gedragsproblematiek. Daarnaast ontvangt elke school een aanvullende vergoeding per leerling, zodat er rekening gehouden wordt met de omvang van de school. Elke regio heeft de ruimte voor het ontwikkelen van regionaal beleid. De kosten daarvan zijn van invloed op de omvang van de middelen die de basisscholen ontvangen voor de realisatie van de basisondersteuning. De volgende ontwikkelingen zijn van invloed op de omvang van de vergoeding die de basisscholen per leerling ontvangen voor de realisatie van de basisondersteuning. - Deelnamepercentage van de Speciaal Basisonderwijs in de regio. Een hoger deelnamepercentage leidt tot minder financiële armslag voor de basisondersteuning; een lager percentage tot meer financiële armslag. - Omvang aantal leerlingen Speciaal Onderwijs. De ondersteuningsbekostiging voor deze leerlingen wordt in mindering gebracht op het landelijk budget voor zover het cluster 3 betreft en in mindering gebracht op het regionale budget voor de leerlingen cluster 4. - Regionale bovenschoolse inzet aan middelen voor onder andere aansturing, kwaliteitszorg, externe expertise, Loket. - Regionale projecten, pilots, tussenvoorzieningen en aanvullende individuele ondersteuningsarrangementen, zoals bijvoorbeeld crisisarrangementen. Aangezien de inzet aan middelen op regionaal niveau kan verschillen, zal ook de gemiddelde overdracht per leerling aan de basisscholen afwijken. Daarnaast heeft de vaste voet per school tot gevolg, dat scholen met een lager aantal leerlingen (naar verhouding) een hogere vergoeding voor de realisatie van de basisondersteuning ontvangen. 4.2 Ondersteuningsarrangementen gehandicapte leerlingen (cluster 3) Basisscholen die plaats bieden aan een leerling met een cluster 3-indicatie ontvangen daarvoor een aanvullend arrangement. De toekenning daarvan zal door het Loket plaatsvinden. Zie ook onderdeel 3.4 in de toelichting op deze begroting. De daar gereserveerde middelen van 1.180.000 worden per arrangement in geld aan de scholen ter beschikking gesteld voor het realiseren van aanvullende ondersteuning voor deze leerlingen. 4.3 Ondersteuningsarrangementen hoogbegaafdheid Er is 70.000 gereserveerd voor arrangementen voor hoogbegaafde leerlingen. Deze reservering draagt nog een pilotkarakter en zal in de loop van het schooljaar 2017-2018 worden geëvalueerd. 4.4 Financiering brede dienst ambulante begeleiding In elke regio dient er een brede vorm van ambulante begeleiding te zijn voor leerlingen op de basisscholen met leeren gedragsproblematiek. De ambulante begeleiding voor leerlingen met een lichamelijke of verstandelijk handicap is reeds onder 3.5 genoemd. De ambulante begeleiding wordt primair door de BAD van de regio verleend. De ruimte bestaat om daar per regio invulling aan te geven in overleg met de in de regio aangesloten scholen. Indien de SO-instelling zelf over onvoldoende expertise beschikt, kan deze extern worden ingekocht. In overleg met de regio in het samenwerkingsverband worden langlopende verplichtingen aangegaan voor de financiering van deze diensten. 4.5 Verrekening basisbekostiging bij tussentijdse instroom Met tussentijdse instroom bedoelen we de instroom van leerlingen in het SO of SBO vanaf 2 oktober in elke schooljaar. In september 2017 zullen de facturen voor de tussentijdse instroom over schooljaar 2016-2017 worden verstuurd. Basisscholen waarvan tussentijds leerlingen in het SBO of SO zijn geplaatst, dienen de basisbekostiging, die zij op grond van de 1 oktober-telling ontvangen aan Berséba over te dragen. Deze regeling sluit aan bij de afspraken die gelden bij het verrekenen van grensverkeer. Ook dan wordt de basisbekostiging bij instroom na 1 oktober volledig in rekening gebracht. De inkomsten van tussentijdse instroom komen ten gunste van het samenwerkingsverband, als leerlingen tussen 1 oktober en 2 februari op het SBO en SO zijn geplaatst. Het samenwerkingsverband vergoedt namelijk de basisbekostiging aan de SBO- en SO-scholen voor deze leerlingen. 12

De inkomsten van tussentijdse instroom voor leerlingen die na 1 februari instromen op het SBO en SO wordt doorgesluisd naar de SBO-en SO-scholen. Deze scholen worden namelijk vanuit, het samenwerkingsverband niet gefinancierd voor leerlingen die na 1 februari instromen. De basisbekostiging zal niet in rekening worden gebracht, als via de basisschool een toelaatbaarheidsverklaring wordt aangevraagd voor een leerling afkomstig uit een voorschoolse situatie. De basisbekostiging wordt ook niet in rekening gebracht als een leerling binnen 9 maanden na plaatsing op de basisschool naar het SBO of SO gaat. De structureel sterk verwijzende basisschool (op basis van het 4-jarig gemiddelde) krijgt bijzondere aandacht van het samenwerkingsverband met betrekking tot het verwijzingsbeleid. De regiomanager zal deze school daarop bevragen en acties stimuleren om dit bij te sturen. 4.6 Ondersteuningsarrangementen vanwege crisissituaties Het komt soms voor dat er sprake is van crisissituaties op scholen. Hierdoor bestaat het risico dat een leerling thuis komt te zitten. Berséba wil dit zo veel mogelijk voorkomen. Het Loket kan dan besluiten om een crisisarrangement in te zetten. Ook SBO- of SO-scholen kunnen een beroep doen op een dergelijk crisisarrangement. Het kenmerk van een crisisarrangement is dat het kortdurend is om tot een passende oplossing voor de leerling te komen. 4.7 Ontwikkeling vergoeding basisondersteuning in meerjarig perspectief Het samenwerkingsverband heeft een, op basis van het meetmoment 1-10-2011, positief herverdeeleffect als gevolg van de geïntroduceerde normbudgettering van de zware ondersteuning. In beginjaren heeft dit een hoge vereveningskorting tot gevolg. Na verloop van tijd stijgt het budget. Daartegenover dient ook wel rekening gehouden te worden met een toename van de leerlingen op het SO en de kosten van het grensverkeer. Deze verwachte kostenstijging is ook in de begroting opgenomen, zie onderdeel 3.3 De regio s Noordoost en Zeeland hebben op basis van de kengetallen per 1-10-2013 hoge inkomsten uit de leerling gebonden financiering. Deze vergoedingen worden vanaf 1-8-2015 in de normbekostiging opgenomen. Daardoor neemt het totaal van de vergoeding voor de zware ondersteuning in die regio s nauwelijks toe terwijl de kosten wegens grensverkeer naar verwachting nog stijgen. In de regio Zeeland is er pas na het meetmoment van 1-10-2011 een SO cluster-4 van start gegaan, waarvan de kosten bij de vaststelling van de vereveningskorting niet mee genomen worden. De regio s Midden en Randstad ondervinden nadelige gevolgen van de interne verevening. Daardoor valt de overdracht per leerling in deze regio s lager uit dan in de regio s Noordoost en Zeeland. Voortschrijdend inzicht laat zien, dat het niet aantoonbaar is, dat de ondersteuningsbehoeften van leerlingen/scholen in de regio s Midden en Randstad minder is dan in de regio s Noordoost en Zeeland. Dit heeft geleid tot het besluit om vanuit de reserves van het samenwerkingsverband een aanvullend bedrag van 10 per leerling voor de scholen in de regio s Midden en Randstad beschikbaar te stellen. Dit betreft vooralsnog een besluit dat betrekking heeft op de schooljaren 2017/2018 en 2018/2019. Hiermee zijn de regionale verschillen in de overdrachten op basis het schoolmodel in beperkte mate verminderd. Het totaal aan middelen dat aan de basisscholen wordt verstrekt voor de realisatie van de basisondersteuning vertoont een stijgende lijn. In het eerste jaar Passend Onderwijs met de bekostiging voor de lichte en zware ondersteuningsmiddelen (schooljaar 2015/2016) bedroeg de overdracht op basis van het schoolmodel 5.800.000. Voor het schooljaar 2017/2018 is deze berekend op 7.655.000. Bij een deel van de scholen wordt op basis van eerder gemaakte afspraken een bedrag ingehouden voor lichte AB-arrangementen of voor de bijdrage aan een gezamenlijke onderzoekspot. De inhouding bedraagt 321.000 zodat er daadwerkelijk 7.334.000 wordt uitbetaald. De ontwikkeling van de overdrachten per leerling is als volgt weer te geven: Regio 2015/2016 2016/2017 2017/2018 Prognose 2018/2019 Noordoost 151,93 176,39 204,26 201 Midden 79,80 107,52 115,53 130 Randstad 70,65 107,99 133,07 143 Zeeland 128,27 135,57 149,19 139 De daadwerkelijke overdrachten 2018/2019 zullen ook mede afhankelijk zijn van het aantal TLV s dat in de komende tijd zal worden afgegeven. 13

5. Financiële bijlagen 5.1 Totaal begroting per schooljaar en kalenderjaar schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar kalenderjaar kalanderjaar kalanderjaar kalanderjaar 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 2017 2018 2019 2020 Kengetallen leerlingen Aantal leerlingen Regio Noordoost 19,92% 7.807 7.807 7.807 7.807 Regio Midden 27,97% 11.052 11.052 11.052 11.052 Regio Randstad 38,03% 14.919 14.914 14.914 14.914 Regio Zeeland 14,08% 5.533 5.535 5.535 5.535 100,00% 39.311 39.308 39.308 39.308 16 april 2016 vastgesteld en bijgesteld februari 2017 met extra besteding uit reserve op basis van schooljaar 2017/2018 en 2018/2019, vaststelling april 2017 BAO 38.129 38.129 38.129 38.129 SBO 818 840 840 840 SO 3 199 201 201 201 SO4 165 138 138 138 39.311 39.308 39.308 39.308 Verdeling regio budgetten Baten Rijksbijdragen OCW 18.732.658 19.137.695 19.432.999 20.423.825 17.638.217 18.901.423 19.260.738 19.845.843 Rente inkomsten 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 18.737.658 19.142.695 19.437.999 20.428.825 17.643.217 18.906.424 19.265.740 19.850.846 Kosten voor landelijk beleid Personele inzet 165.476 165.895 165.895 165.895 160.967 165.651 165.895 165.895 Overige overheadskosten, beheer, bestuur en beleidsontwikkeling 562.500 762.500 662.500 432.500 235.833 645.833 720.833 566.667 Arrangementen BAO cluster 3, knelpunten, AWBZ en HBG 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.250.000 1.516.600 1.250.000 1.250.000 1.250.000 Ambulante begeleiding cluster 3 550.000 550.000 550.000 550.000 486.600 550.000 550.000 550.000 SO deelname (incl. grensverkeer) 5.132.380 5.121.246 5.333.972 5.333.972 4.955.903 5.127.741 5.209.882 5.333.972 SO kosten cluster 4 (regio toerekening) 1.936.767-1.685.748-1.685.748-1.685.748-1.727.169-1.832.176-1.685.748-1.685.748-5.723.589 6.163.894 6.276.620 6.046.620 5.628.734 5.907.049 6.210.863 6.180.786 Inkomsten voor regionale verdeling 13.354.359 13.454.141 13.161.379 14.382.206 12.014.483 12.999.375 13.054.877 13.670.060 Regio budget (vereveningskorting cluster 4 naar regio) Regio Noordoost 3.247.473 3.233.702 3.033.310 3.133.533 3.037.755 3.241.735 3.150.206 3.075.070 Regio Midden 3.459.383 3.620.990 3.576.912 4.068.920 3.040.072 3.526.719 3.602.624 3.781.915 Regio Randstad 4.615.726 4.688.968 4.505.802 5.046.053 4.040.935 4.646.243 4.612.649 4.730.907 Regio Zeeland 2.291.487 2.170.140 2.045.355 2.133.700 2.145.721 2.240.926 2.118.146 2.082.165 Budget voor regionale inzet 13.614.069 13.713.801 13.161.379 14.382.206 12.264.483 13.655.624 13.483.625 13.670.057 Aan verschillen door afrondingen in de SBO 2 % toerekeningen 259.710 259.660 0- - ## 250.000 656.249 428.748 3- (in eindversie wegpoetsen) Regio kosten Noordoost SO 4 kosten op teldatum incl. grensverkeer 486.897 486.897 486.897 486.897 534.642 486.897 486.897 486.897 SBO overdrachten op basis van peildatum en arrangementen 115.908 137.573 137.573 137.573 107.261 124.935 137.573 137.573 Personele inzet op basis van aanstellingen 101.324 103.421 103.421 103.421 96.576 102.198 103.421 103.421 Overig beleid bovenschools 169.000 156.500 156.500 156.500 166.917 163.792 156.500 156.500 Ambulante begeleiding gedrag 150.000 150.000 150.000 150.000 156.250 150.000 150.000 150.000 Onderzoeksarrangemmenten (inhouding m.u.v. KOC scholen) 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 Kosten grensverkeer SBO en SO gedrag (tussentijdse uitstroom) 69.466 69.466 69.466 69.466 81.932 69.466 69.466 69.466 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000 Overdracht op basis van schoolmodel 2.042.878 2.017.845 1.817.453 1.917.676 1.782.177 2.032.448 1.934.348 1.859.212 3.247.473 3.233.702 3.033.310 3.133.533 3.037.755 3.241.735 3.150.206 3.075.070 Regio kosten Midden SO 4 kosten op teldatum incl. grensverkeer 750.136 750.136 750.136 750.136 497.548 750.136 750.136 750.136 SBO overdrachten op basis van peildatum en arrangementen 372.970 396.995 396.995 396.995 292.775 382.980 396.995 396.995 Personele inzet op basis van aanstellingen 155.865 157.962 157.962 157.962 149.109 156.739 157.962 157.962 Overig beleid bovenschools 133.000 108.000 133.000 108.000 145.500 122.583 118.417 122.583 Ambulante begeleiding gedrag 250.000 250.000 250.000 250.000 200.000 250.000 250.000 250.000 Kosten grensverkeer SBO en SO gedrag (tussentijdse uitstroom) 23.155 23.155 23.155 23.155 17.287 23.155 23.155 23.155 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 22.000 22.000 22.000 22.000 22.000 22.000 22.000 22.000 Overdracht op basis van schoolmodel 1.752.257 1.912.742 1.843.664 2.360.672 1.715.853 1.819.126 1.883.959 2.059.084 3.459.383 3.620.990 3.576.912 4.068.920 3.040.072 3.526.719 3.602.624 3.781.915 Regio kosten Randstad SO 4 kosten op teldatum incl. grensverkeer 325.396 325.396 325.396 325.396 357.158 325.396 325.396 325.396 SBO overdrachten op basis van peildatum en arrangementen 933.219 914.943 914.943 914.943 674.243 925.604 914.943 914.943 Personele inzet op basis van aanstellingen 183.947 184.355 184.743 185.130 176.969 184.117 184.516 184.904 Overig beleid bovenschools 122.500 122.500 122.500 85.500 129.000 122.500 122.500 107.083 Ambulante begeleiding gedrag 215.000 215.000 215.000 252.000 219.000 215.000 215.000 230.417 Kosten grensverkeer SBO en SO gedrag (tussentijdse uitstroom) 97.252 49.421 49.421 49.421 48.081 77.322 49.421 49.421 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 65.000 65.000 65.000 65.000 50.000 65.000 65.000 65.000 Overdracht op basis van schoolmodel 2.673.412 2.812.353 2.628.800 3.168.663 2.386.484 2.731.304 2.735.873 2.853.743 4.615.726 4.688.968 4.505.802 5.046.053 4.040.935 4.646.243 4.612.649 4.730.907 Regio kosten Zeeland SO 4 kosten op teldatum incl. grensverkeer 374.338 123.318 123.318 123.318 337.821 269.746 123.318 123.318 SBO overdrachten op basis van peildatum en arrangementen 94.348 237.841 237.841 237.841 60.131 154.136 237.841 237.844 Personele inzet op basis van aanstellingen 127.543 129.221 129.221 129.221 122.042 128.242 129.221 129.221 Overig beleid bovenschools 153.500 153.500 153.500 153.500 133.000 153.500 153.500 153.500 Ambulante begeleiding gedrag 174.800 174.800 174.800 174.800 167.200 174.800 174.800 174.800 Onderzoeksarrangemmenten (inhouding m.u.v. KOC scholen) 78.200 78.200 78.200 78.200 78.200 78.200 78.200 78.200 Kosten grensverkeer SBO en SO gedrag (tussentijdse uitstroom) 27.786 67.283 67.283 67.283 65.542 44.243 67.283 67.283 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 10.000 10.000 10.000 10.000 15.000 10.000 10.000 10.000 JRK arrangementen 64.000 64.000 64.000 64.000 80.000 64.000 64.000 64.000 Overdracht op basis van schoolmodel 1.186.972 1.131.977 1.007.192 1.095.537 1.086.785 1.164.057 1.079.983 1.044.002 2.291.487 2.170.140 2.045.355 2.133.700 2.145.721 2.240.926 2.118.146 2.082.168 Totaal uitgaven regio budgetten 13.614.069 13.713.801 13.161.379 14.382.206 12.264.483 13.655.624 13.483.625 13.670.060 Resulaat, financiering uit reserve 600.000-735.000-0 - 250.000-656.249-428.748-0 www. poraad.nl De extra uitgaven van 1.335.000 wordt gefinancierd uit de reserve die ultimo 2016 1.789.000 bedraagt. 14

5.2 Regio Noordoost bovenschools Kstp. 2000 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 Grootboek Regionaal beleid regio Noordoost n.v.t. Personele inzet 101.324 103.421 103.421 103.421 8140 SBO voor zwaardere ondersteuning (excl. peildatum) 66.115 66.573 66.573 66.573 4213 RC 13.000 13.000 13.000 13.000 4207 Kwaliteitszorg 25.000 13.500 13.500 13.500 4212 Diverse algemene kosten 1.000 1.000 1.000 1.000 4208 Regionale projecten 25.000 25.000 25.000 25.000 4204 IB- en overige netwerken 15.000 15.000 15.000 15.000 4218 Werkplekkosten 2.500 2.500 2.500 2.500 4400 Huur 4.000 4.000 4.000 4.000 4220 Zorgloket 66.000 55.000 55.000 55.000 4202 Directienetwerk 7.500 7.500 7.500 7.500 8141 Overdrachten S(B)O AB dienst cluster 4 Ref AB dienst (=overdracht) 150.000 150.000 150.000 150.000 4211 Uitgaand grensverkeer SBO en SO 4 op peildatum 69.466 69.466 69.466 69.466 8146 Onderzoeksarrangemmenten (inhouding m.u.v. KOC scholen) 100.000 100.000 100.000 100.000 4225 Conferentiekosten en scholingen regionaal 10.000 20.000 20.000 20.000 8144 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 12.000 12.000 12.000 12.000 8142 Overdracht scholen op schoolmodel 2.042.878 2.017.845 1.817.453 1.917.676 2.710.784 2.675.805 2.475.413 2.575.636 De personele inzet betreft de regiomanager. 5.3 Regio Midden bovenschools Kstp. 3000 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 Grootboek Regionaal beleid regio Midden n.v.t. Personele inzet 155.865 157.962 157.962 157.962 8140 SBO voor zwaardere ondersteuning (excl. peildatum) 199.519 199.519 199.519 199.519 4213 RC 12.500 12.500 12.500 12.500 4214 Secretariaat 5.000 5.000 5.000 5.000 4207 Kwaliteitszorg 16.000 16.000 16.000 16.000 4212 Diverse algemene kosten 10.000 10.000 10.000 10.000 4204 IB- en overige netwerken 9.000 9.000 9.000 9.000 4218 Werkplekkosten 5.000 5.000 5.000 5.000 4400 Huur 2.500 2.500 2.500 2.500 4220 Zorgloket 35.000 35.000 35.000 35.000 4202 Directienetwerk 3.000 3.000 3.000 3.000 8141 Overdrachten S(B)O AB dienst cluster 4 Ref AB dienst (=overdracht) 250.000 250.000 250.000 250.000 4211 Uitgaand grensverkeer SBO en SO 4 op peildatum 23.155 23.155 23.155 23.155 4225 Conferentiekosten en scholingen regionaal 35.000 10.000 35.000 10.000 8144 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 22.000 22.000 22.000 22.000 8142 Overdracht scholen op schoolmodel 1.752.257 1.912.742 1.843.664 2.360.672 2.535.797 2.673.378 2.629.300 3.121.308 De personele inzet betreft de regiomanager en de zorgmakelaar. 15

5.4 Regio Randstad bovenschools Kstp. 4000 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 Grootboek Regionaal beleid regio Randstad n.v.t. Personele inzet 183.947 184.355 184.743 185.130 8140 SBO voor zwaardere ondersteuning (excl. peildatum) 592.392 577.486 577.486 577.486 4213 RC 10.000 10.000 10.000 10.000 4212 Diverse algemene kosten 3.000 3.000 3.000 3.000 4208 Regionale projecten 12.500 12.500 12.500 12.500 4204 IB- en overige netwerken 12.500 12.500 12.500 12.500 4218 Werkplekkosten 3.000 3.000 3.000 3.000 4400 Huur 5.500 5.500 5.500 5.500 4220 Zorgloket 40.000 40.000 40.000 40.000 4222 Zorgnetwerk 4.000 4.000 4.000 4.000 4202 Directienetwerk 12.000 12.000 12.000 12.000 8141 Overdrachten S(B)O AB dienst cluster 4 Ref AB dienst (=overdracht) 215.000 215.000 215.000 215.000 4211 Uitgaand grensverkeer SBO en SO 4 op peildatum 97.252 49.421 49.421 49.421 4225 Conferentiekosten en scholingen regionaal 20.000 20.000 20.000 20.000 8144 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 65.000 65.000 65.000 65.000 8142 Overdracht op basis van schoolmodel 2.673.412 2.812.353 2.628.800 3.168.663 3.949.502 4.026.115 3.842.949 4.383.200 De personele inzet betreft de regiomanagers, de zorgmakelaar en het secretariaat. 5.5 Regio Zeeland bovenschools Kstp. 5000 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 Grootboek Regionaal beleid regio Zeeland n.v.t. Personele inzet 127.543 129.221 129.221 129.221 8140 SBO voor zwaardere ondersteuning (excl. peildatum) 35.721 161.702 161.702 161.702 4213 RC 8.000 8.000 8.000 8.000 4207 Kwaliteitszorg 15.000 15.000 15.000 15.000 4212 Diverse algemene kosten 10.000 10.000 10.000 10.000 4208 Regionale projecten 41.000 41.000 41.000 41.000 4204 IB- en overige netwerken 10.000 10.000 10.000 10.000 4218 Werkplekkosten 5.000 5.000 5.000 5.000 4400 Huur 20.000 20.000 20.000 20.000 4220 Zorgloket 20.000 20.000 20.000 20.000 4202 Directienetwerk 2.500 2.500 2.500 2.500 8141 Overdrachten S(B)O AB dienst cluster 4 Ref AB dienst (=overdracht) 174.800 174.800 174.800 174.800 4211 Uitgaand grensverkeer SBO en SO 4 op peildatum 27.786 67.283 67.283 67.283 8146 Onderzoeksarrangemmenten (inhouding m.u.v. KOC scholen) 78.200 78.200 78.200 78.200 4225 Conferentiekosten en scholingen regionaal 22.000 22.000 22.000 22.000 8147 JRK arrangementen 64.000 64.000 64.000 64.000 8144 Reservering budget voor individuele zorgarrangementen 10.000 10.000 10.000 10.000 8142 Overdracht op basis van schoolmodel 1.186.972 1.131.977 1.007.192 1.095.537 1.858.523 1.970.684 1.845.898 1.934.243 De personele inzet betreft de regiomanager, zorgmakelaar en het secretariaat. 16