De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers



Vergelijkbare documenten
De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Introductiebijeenkomst met ouders Draaiboek

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

ZELF AAN DE SLAG MET DE TAALLIJN?

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

Type titel. Interactief voorlezen in 5 stappen. Type naam presentator. Hanneke van Bakel en Loes Luijten

Begrijpend Luisteren

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4

OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN. Rianne Broeke 28 april 2015

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas

GOEDE. Leesstart. in groep 1 en 2. Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden. Dorien Stolwijk

Effecten van het VVE-aanbod van Bibliotheek West-Achterhoek in gemeente X

F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

Vaardighedenlijst Taal stimuleren

Doe meer met Bas. Speel- en leerprogramma bij de Bas-prentenboeken

Lessuggest. ties Tim. op de tegels voor groep

Taal 100: een werkwijze om de taalontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs te verbeteren

Training. Vergaderen

Spelenderwijs Utrecht & de Bibliotheek Utrecht

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

De kwaliteit van Peuterplein

Taalstimulering en brede ontwikkeling voor kinderen van 0 tot 4 jaar

Wie de schoen past. Kaleidoscoop op het ROC ASA, voor studenten opleiding onderwijsassistent en SPW

Voorlezen is leuk! Handleiding leerkracht - Groep 1-2

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Consulent taalvorming opleiding Taalvorming

Stimuleren begrijpend luisteren in groep 1-2

F3-A INTERACTIEF VOORLEZEN - SCHOLING - GEËNT OP TAALLIJN VVE

De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Logeer boeken. Groep 1-2

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Ouderbeleid Peuterdorp

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Spelenderwijs & de Bibliotheek Utrecht. Samen maken we lezen nóg leuker!

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

HET STIMULEREN VAN BEGRIJPEND LUISTEREN DOOR INTERACTIEF VOORLEZEN

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Samen voor taal in Arnhem

Scholing binnen BoekStart. voor de Bibliotheek en kinderopvang

cursus: Taalontwikkeling en taalstimulering

KWALITEITSKAART. Begrijpend luisteren. De doorgaande didactische lijn begrijpend luisteren/lezen in groep 1-8

Aanvulling Voorlezen NT2

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen

de voorleesvogel Kennismakingsbezoek Alfabetisering d e v o o r l e e s v o g e l Versie 1.0 Datum juni 2006 Auteur Judith Pietersma

Draaiboek voor een gastles

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

VVE in de praktijk. Handleiding voor VVE-onderwijs bij Peuterplein en Kleuterplein

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

Activiteiten Bibliotheek Utrecht voor Spelenderwijs Utrecht

Programma BoekStart en BoekStart in de kinderopvang

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

IKC Het Balkon. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5

Consulent Taalvorming opleiding

Professionaliseringsaanbod W&T TOEGELICHT

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

Ga positief om met het gebruik van de eigen taal (dialect, andere moedertaal) van de kinderen.

Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De bibliotheek presenteert...

Voorlezen en vertellen - Pabo 1. Voorlezen en vertellen Pabo 1

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Project: Werken aan taalontwikkeling: Het Vertelspel

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Achtergrondinformatie over NT2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

AANBOD VOORSCHOOLS IN DE GEMEENTE WIERDEN VAN DE BIBLIOTHEEK WIERDEN

Alles over. Uk & Puk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Letteren Afdeling Nederlands Tweede Taal De Boelelaan HV Amsterdam

Wijsneuzen in de klas

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Samen voor taal in Arnhem Een overzicht voor professionals. Stichting PAS

TAALLEREN IN INTERACTIE

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Beter lezen en beleven met theaterlezen

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Stimuleren van ouderbetrokkenheid bij ontluikende geletterdheid. Voorbeelden uit onderzoek en praktijk.

Taal vergroot je wereld samen met de Bibliotheek

Samenwijs St. Jozef. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Handleiding voor de medewerkers van de peuterspeelzaal en kinderopvang

LENTEKRIEBELS in Zwartewaal

Transcriptie:

De Voorleesvogel voor ouders en peuters Workshop voor leid(st)ers 1

Gemeentebibliotheek Utrecht Bureau Educatieve Ondersteuning 030-2861943 gbu.beo2@utrecht.nl 2

Inhoud Inleiding... 4 Opzet van de workshop... 5 Uitwerking van de workshop... 5 3

Inleiding Leiders en leidsters in voorscholen, in peuterspeelzalen, in kinderdagverblijven en op basisscholen lezen dagelijks voor. Met veel plezier en veel toewijding. Waarom dan een workshop voorlezen voor leid(st)ers op de voorscholen? Omdat op de voorscholen het accent meer is komen te liggen op het verkleinen van de taalachterstand van kinderen, en de bestaande cursussen over voorlezen vooral ingaan op leesplezier en op begrip en beleving van het verhaal. Dit is natuurlijk nog steeds belangrijk, maar deze cursus heeft een ander uitgangspunt. In deze workshop komen de theorie en praktijk van de voorleescyclus aan de orde zoals die ontwikkeld is door Sardes en het Expertisecentrum Nederlands (ECN). Maar ook het uitkiezen van geschikte prentenboeken, het interactief voorlezen en het vragen stellen aan peuters. Doel Het doel van de workshop is leid(st)ers handvatten te geven om het voorlezen in te zetten ten dienste van de taalontwikkeling van de kinderen. Dit volgens de methode van de Taallijn VVE. Hebben zij de workshop gevolgd, dan kennen de leid(st)ers het programma van De Voorleesvogel en kunnen ermee werken in de groep. Doelgroep : leid(st)ers van de voorscholen, waar mogelijk uit dezelfde wijk Beginniveau : leid(st)ers zijn allemaal ervaren in het voorlezen aan (groepen) peuters Vooraf : alle deelnemers vooraf vragen 1 succesboek en 1 flopboek mee te nemen Werkvormen : mondelinge kennisoverdracht, eigen inbreng, werken in kleine groepjes, reflectie op eigen werkpraktijk, zelfwerkzaamheid, video kijken Duur : 2,5 uur Materialen - computer met beamer en scherm of overheadprojector met sheets of flapover; - door leid(st)ers meegebrachte succes- en flopboeken - uitgewerkte voorbeeldboeken met introductiematerialen - Taallijn VVE, uitgave Sardes/ Expertisecentrum Nederlands - Videoband Nog een keer of de cd-rom Taallijn 4

Opzet van de workshop 1. Inleiding 15 minuten rondje voorstellen: jezelf en deelnemers doel bijeenkomst huishoudelijke mededelingen kort boekenrondje (1 succes- of 1 flopboek) 2. Theorie en praktijk voorleescyclus 60 minuten 2.1 geschiedenis Taallijn VVE 2.2 theorie en praktijk voorleescyclus en voorleesroutines 2.3 kiezen van het juiste boek 2.4 interactief voorlezen 2.5 organisatie van de voorleesactiviteiten 2.6 gebruik maken van een geletterde omgeving Pauze 15 minuten 3. Praktische uitwerking voorleescyclus 45 minuten 3.1 collectie Voorleesvogel 3.2 meegebrachte flopboeken 4. Afronding 15 minuten Uitwerking van de workshop 1. Inleiding 15 minuten rondje voorstellen (inleider en deelnemers) doel bijeenkomst huishoudelijke mededelingen kort boekenrondje (1 succes- of 1 flopboek) De deelnemers krijgen vooraf het verzoek één succesboek en één zgn. flopboek mee te nemen. De bedoeling hiervan is: 1. de deelnemers aan te zetten om al na te denken over voorleesactiviteiten in de eigen groep; 2. dat de leid(st)ers tijdens de opdrachten werken vanuit boeken die ze kennen; 3. tijdens de opdracht rond het flopboek te bekijken, waarom dit boek niet werkte in de groep 2. Theorie en praktijk voorleescyclus 60 minuten Geschiedenis Taallijn VVE Binnen het kader van het Lokaal Onderwijs Achterstandenbeleid (LOA) en VVE wordt gewerkt met programma s die proberen iets te doen aan de problemen van kinderen met taalachterstanden. De bekendste hiervan zijn Piramide, Kaleidoscoop en Taalrijk. In de 5

praktijk bleek het resultaat echter tegen te vallen: de taalvaardigheid van de kinderen verbeterde niet zoals men verwacht had. Om intensiever aan de taalstimulering te werken, ontwikkelden het ECN en Sardes een nieuw project ontwikkeld: de Taallijn VVE. Geen nieuwe methode die alle oude programma s vervangt, maar een methode die aansluit sluit bij de denkwijzen en materialen voor interactief taalonderwijs die al eerder zijn ontwikkeld. De Taallijn is erop gericht bestaande programma s voor taalzwakke kinderen effectiever te maken. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan interactief voorlezen, mondelinge taal en woordenschat. Het gaat om een aantal principes en werkwijzen van effectief taalonderwijs, gebaseerd op interactie, die toe te passen zijn in de eigen praktijk. Zie voor beschrijvingen van de methoden Piramide, Kaleidoscoop, Taalrijk en Taallijn VVE het algemene gedeelte van www.voorleesvogel.nl Theorie en praktijk voorleescyclus en voorleesroutines De voorleescyclus maakt het voorlezen tot een dagelijks terugkerende activiteit in de groep. Herhaald voorlezen heeft een positieve invloed op de taalvaardigheid van kinderen. In de voorleescyclus zijn steeds weer andere activiteiten met de kinderen opgenomen, die het verhaalbegrip en de kennis over de thema s uit het boek vergoten. De kinderen gaan de nieuwe woorden uit het verhaal steeds beter beheersen en zijn steeds beter in staat gesprekjes te voeren over het verhaal. Na elke fase van de voorleescyclus volgt een verwerking. Door middel van de verwerkingsactiviteit kijken de kinderen op een andere manier terug op het verhaal en de woorden uit het boek. N.B. Geef tijdens dit onderdeel de cursisten ruim de gelegenheid om eigen ervaringen uit te wisselen. Fasen van de voorleescyclus Fase 1: de introductie van het boek videofragment 1 Nog een keer (tellerstand 1.37 3.47) onderwerp: voorleesmoment en voorleesplekje videofragment 3 (tellerstand 6.26 8.55)) onderwerp: samen praten over buitenkant boek, vragen waar boek over zou kunnen gaan, uitleg moeilijke woorden introductie van het prentenboek in kleine groepjes (max. 5 kinderen). Voor taalzwakke kinderen is het belangrijk elk boek voor te bespreken. Wanneer het verhaal later wordt voorgelezen aan de hele groep kunnen ook zij actief deelnemen aan de interactie rondom het boek. peilen van de voorkennis over het thema; betekenis van de basiswoorden uitleggen; werken bij de thematafel. Hier liggen materialen die aansluiten bij het verhaal en het thema; doorbladeren van het boek voor een eerste keer. De kinderen vertellen zelf naar 6

aanleiding van vragen het verhaal aan de hand van de illustraties, Elke fase bestaat uit 3 voorleesroutines : 1. introductie 2. lezen 3. verwerken/terugkijken Fase 2: voorlezen en vertellen Het boek wordt voorgelezen aan de hele kring. Een vertelkoffer is hierbij een welkome aanvulling: er zitten allerlei voorwerpen in die te maken hebben met het aangeboden boek. De materialen verduidelijken de basis- en uitbreidingswoorden. De voorwerpen worden naderhand uitgestald op de vertel- of thematafel. Stellen van een luistervraag. Dit is een vraag die kinderen stimuleert na te denken over dingen die in het verhaal gebeuren. Het vergroot de betrokkenheid en het verhaalbegrip. Het gaat hierbij om vragen naar de hoofdpersoon, de belangrijkste gebeurtenissen en de oplossing van het probleem. Natuurlijk krijgen de kinderen de gelegenheid zelf te reageren op het verhaal. Fase 3: ingaan op het verhaal Het accent ligt op de verhaallijn Daarbij is het belangrijk om kinderen er actief bij te betrekken, het zgn. interactief voorlezen. Hulpmiddel hierbij is het stellen van voorspellende vragen over verband tussen verschillende gebeurtenissen. Dit bevordert ook het verhaalbegrip van de kinderen. Fase 4: doorgaan op het thema met andere boeken De kinderen horen en gebruiken de geleerde nieuwe woorden op verschillende manieren en het thema wordt verder verdiept. Van de nieuwe boeken kan de leidster er met de kinderen samen één uitkiezen, dat zij/hij interactief voorleest. Fase 5: de boekenmuur maken van tekeningen en knutselwerkjes naar aanleiding van het voorgelezen prentenboek ophangen van de werkjes op de zogeheten boekenmuur napraten over het boek na afloop nog één keer het boek samen bekijken Fase 6: napraten over het boek videofragment video 4 (tellerstand 9.30 11.51) onderwerp: samen praten over de inhoud van het boek voor de laatste keer napraten over het boek aan de hand van de voorwerpen op de thematafel 7

vragen stellen om de kinderen te helpen. Kinderen krijgen op deze manier meer inzicht in verhaalstructuren. Ze leren waar ze op moeten letten bij het (na) vertellen van een verhaal. in plaats van zelf het boek nog een keer voor te lezen kan één van de kinderen het verhaal voorlezen Tijdsduur Als de leidster deze cyclus volgt, ervan uitgaande dat de kinderen 3 of 4 dagdelen per week op de voorschool zijn, kan zij/hij er steeds een 2-wekelijkse cyclus van maken. Mocht er te weinig tijd of gelegenheid zijn deze cyclus in te passen, dan is het beste in ieder geval fase 1 t / m 3 en fase 6 uit te voeren. Kiezen van het juiste boek Er is een aantal kenmerken dat een boek maakt tot een goed boek om voor te lezen.: er is een duidelijke verhaallijn die voorspellingen uitlokt. Dit zorgt ervoor dat peuters nadenken over het verhaal, meehelpen oplossingen te bedenken; het boek sluit aan op een thema waarmee gewerkt wordt in de groep; de onderwerpen zijn aansprekend, maar hoeven niet persé in de dagelijkse leefwereld te liggen. Peuters maken door het voorlezen kennis met de wereld om hen heen; illustraties en tekst ondersteunen elkaar. Op die manier leren peuters nieuwe woorden aan op een manier die ze begrijpen; het boek bevat kenmerken waardoor peuters kunnen anticiperen en participeren. Herhaling en rijm zorgen voor voorspelbaarheid waardoor zij eerder grip krijgen op een verhaal. Rijm is ook belangrijk voor de taalontwikkeling, doordat kinderen hiermee horen hoe de taal in elkaar zit; de verhaallijn is kort zodat de kinderen hun aandacht erbij kunnen houden. Interactief voorlezen Interactief voorlezen stelt voorop dat peuters een actieve rol krijgen bij het voorlezen. Het is bekend dat kinderen door actieve deelname aan activiteiten meer leren dan wanneer ze zelf niets mogen inbrengen of stil moeten blijven zitten. belangrijk is dat tijdens het voorlezen een interactieve situatie ontstaat. Oftewel een echt gesprek; gerichte vragen stellen en positief reageren op hun opmerkingen stimuleren peuters hun eigen ervaringen te vertellen; interactie is vooral het uitwisselen van ideeën; betrokkenheid van de peuters is belangrijk om hun aandacht vast te houden. Aansluiten bij de activiteiten en het thema in de groep vergroot de aantrekkelijkheid; voor een optimale interactie is het nodig dat kinderen de gelegenheid krijgen in een ongedwongen situatie te praten, waarin het kind zelf bepaalt waarover het praat. Het vragen stellen Vragen stellen lokt reactie uit, en dat is het begin van interactie: belangrijk is dat het initiatief voor de interactie bij de peuters zelf ligt. Doorgaan op de eigen inbreng is de eerste stap om het gesprek gaande te houden. Wanneer het gesprek stokt is een open vraag de kans om het gesprek weer op gang te brengen; 8

reageren op wat de kinderen zeggen, de luisterrespons, kan op verschillende manieren: instemmend korte reactie, belangstellend bewonderend verwonderd kort herhalend, evt. uitbreiden: vergroten van de kennis herhalend in vragende vorm; laat na een luisterrespons altijd een korte stilte vallen zodat de kinderen kunnen reageren; uitlokken van een reactie kan ook door zelf een bewering te doen; breng variatie aan bij het stellen van vragen; aanwijsvragen en wat- en wie-vragen geven taalzwakke kinderen ook een kans om te reageren; stel niet alleen maar gesloten vragen. Open vragen laten de ruimte voor eigen inbreng en taalproductie. Vormen van vragen, van weinig naar veel ruimte voor de kinderen: aanwijsvragen: leveren niet veel verbale interactie op; wat-, wie-, of of-vragen: lokken een beperkt antwoord uit; waarom-, hoe-vragen: vragen om een uitgebreider antwoord; tegendeel-vragen: prikkelen peuters om te antwoorden; vragen naar eigen ervaringen: lokt reacties uit, vraag daarop door; geef kinderen de kans om op elkaar te reageren. Kinderen versterken daarmee, naast dat ze leren samenwerken, ook hun taalvaardigheid. De luistervraag stel voor het voorlezen een luistervraag. Deze stimuleert kinderen om na te denken over de dingen die in het verhaal gebeuren. Als kinderen tijdens het luisteren naar het verhaal meedenken over het mogelijke antwoord op deze luistervraag, vergroot dit hun betrokkenheid bij het verhaal; het stellen van vragen over oorzaken en gevolgen in het verhaal bevordert het verhaalbegrip van de kinderen; geef daarnaast ook de ruimte om zelf opmerkingen te maken of vragen te stellen naar aanleiding van het verhaal. Gebruik maken van een geletterde omgeving Om de beginnende geletterdheid van peuters te stimuleren is een uitdagende omgeving noodzakelijk. Dat kan op allerlei verschillende manieren: thematafel vertelkoffer boekenmuur boekenrek/boekenmuur verwante boeken Pauze 15 minuten 9

3. Praktische uitwerking voorleescyclus 45 minuten Voorschoolcollectie Aan de hand van het centrale boek uit de voorschoolcollectie werken de leid(st)ers in groepjes een voorleescyclus uit. Aandachtspunten voor de uitwerking: introductie van het boek verhaallijn: probleem en oplossing moeilijke woorden kernwoorden voorwerpen voor thematafel en/of vertelkoffer luistervraag verwerkingsactiviteit voor boekenmuur Meegebrachte flopboeken Aan de hand van de checklist boekenkeuze bespreken de leid(st)ers het meegebrachte flopboek. Is het inderdaad een slecht gekozen boek of zou het met een andere voorbereiding, introductie en verwerking in de groep misschien wel succesvol zijn geweest? 4 Afsluiting 15 minuten kort samenvatten workshop informatie andere workshops 10