1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de organisatie en hun werk te verbeteren. Het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën binnen de overheid is zeker niet nieuw, maar typerend voor het vernieuwingsproces dat momenteel plaatsvindt is dat dit slechts in beperkte mate van bovenaf wordt gestuurd. Veel meer dan voorheen zijn ideeën en activiteiten van ambtenaren, toezichthouders, adviseurs en publieke professionals leidend bij het doorvoeren van veranderingen. Twitterende wijkagenten, milieuambtenaren met ideeën voor policy games en innoverende gemeenteambtenaren die digitale participatie faciliteren geven op allerlei manieren vorm aan De Nieuwe Overheid. We gebruiken de term De Nieuwe Overheid om te benadrukken dat het gebruik van technologie weliswaar een grote rol speelt, maar de echte transformatie te maken heeft met veranderingen in structuren, processen en instituties. Hiërarchische verhoudingen, formele procedures en gecentraliseerde besluitvorming staan onder druk. De nieuwe technologieën maken platte, informele en gedistribueerde organisatievormen mogelijk. De kracht van 9
DE nieuwe overheid deze organisatievormen ligt in de flexibiliteit en het vermogen om nieuwe verbindingen te creëren binnen de overheid en tussen overheid en omgeving. De Nieuwe Overheid krijgt momenteel vorm doordat inpassing van nieuwe technologieën in publieke organisaties de structuur en de werkwijze van publieke organisaties op ingrijpende wijze verandert. Overheidsorganisaties incorporeren in rap tempo nieuwe technologieën en passen hun structuur en werkwijze hierop aan. De Nieuwe Overheid betekent dat er veranderingen plaatsvinden in de organisatie van de overheid, het beleid en de democratische inbedding: De Nieuwe Organisatie. De nieuwe technologieën worden ingezet om processen te stroomlijnen maar ook om samenwerkingen op te zetten die dwars door traditionele organisatiegrenzen heen lopen. Procedures en rolverdeling worden ter discussie gesteld en opnieuw ingericht; Het Nieuwe Beleid. De mogelijkheden om informatie te verzamelen en op die manier beter geïnformeerd beleid te maken nemen met big data sterk toe. Tegelijkertijd creëren sociale media de mogelijkheid om de beleidscommunicatie te versterken, te flexibiliseren en te individualiseren; De Nieuwe Democratie. De democratische inbedding van het bestuur krijgt ook nieuwe vormen doordat de politieke omgeving verandert onder invloed van nieuwe media. Dit gebruik roept ook vragen op over de rol van ambtenaren in het democratisch debat. Dit boek is ontstaan vanuit het idee dat er te weinig reflectie plaatsvindt op deze vormgeving van De Nieuwe Overheid. Ambtenaren, adviseurs en publieke professionals zijn vanuit hun enthousiasme met de nieuwe mogelijkheden bezig, maar nemen vaak te weinig tijd om de implicaties hiervan grondig te doordenken. Wetenschappers lopen ofwel achter de feiten aan, ofwel schrijven 10
De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen artikelen in internationale tijdschriften die niet of nauwelijks door practitioners in Nederland worden gelezen. Deze reflectie is echter wel van groot belang omdat het gebruik van technologie een aantal basiswaarden van bestuur, politiek en democratie ter discussie stelt. Laten we enkele voorbeelden van deze vragen noemen: Hoe staat het met politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheden wanneer individuele ambtenaren samenwerken in netwerken die alle organisatiegrenzen doorsnijden? In welke mate mag de privacy van burgers worden geschonden wanneer dit leidt tot betere dienstverlening en een veiligere samenleving? Hoe staat het met de democratische rol van ambtenaren wanneer zij in toenemende mate directe relatie onderhouden met burgers en deelnemen aan publieke debatten? Wat betekenen de meer fluïde vormen van overheidsorganisatie voor de arbeidsrechtelijke positie van ambtenaren? Hoe verandert de kennispositie van overheidsorganisaties door het gebruik van nieuwe technologieën en wat betekent dit voor de verhouding tot burgers? Uit onderzoek naar digitalisering in de publieke sector weten we dat het gebruik van nieuwe technologieën niet alleen instrumentele vragen oproept (hoe kunnen we de huidige taken beter uitvoeren?) maar ook institutionele vragen (hoe veranderen de nieuwe technologieën onze omgang met waardenconflicten?). Juist voor reflectie op deze institutionele vragen is soms te weinig tijd en aandacht en daarom stellen wij die vragen in dit boek centraal. De reflectie op technologische ontwikkeling die we hier presenteren heeft een ander karakter dan dat we gewend zijn wanneer het gaat om nieuwe technologieën, zoals kernenergie en genetische manipulatie. Bij dergelijke technologieën vindt de ontwikkeling in een beperkt aantal universiteiten en onderzoekscentra plaats en gaat het publieke debat over de vraag wat wetenschappers wel of 11
DE nieuwe overheid niet mogen doen. Kenmerkend aan de huidige informatierevolutie is dat heel veel mensen op allerlei plekken binnen het publieke domein bezig zijn met technologieontwikkeling en innovatie. Waar kernenergie en genetische manipulatie dure (veiligheids) voorzieningen vragen, kunnen nieuwe apps en toepassingen snel en zonder veel formele training worden ontwikkeld. Ook inpassing van nieuwe technologieën binnen organisaties vraagt helemaal geen technologische kennis maar oog voor de waarde van nieuwe instrumenten. Dit betekent dat deze technologische dynamiek een veel gefragmenteerder en sluipender karakter heeft dan de dynamiek rondom kernenergie en genetische manipulatie. De verandering heeft vaak al plaatsgevonden voordat iemand er erg in heeft. Juist daarom is het nodig dat er breed wordt gesproken over en gereflecteerd op de wenselijkheid van De Nieuwe Overheid. Deze reflectie is nodig om onze preferenties en waardenpatronen leidend te laten zijn bij de vormgeving van De Nieuwe Overheid. De wijze waarop dit boek tot stand is gekomen sluit aan bij het idee dat de vormgeving van De Nieuwe Overheid op allerlei plekken plaatsvindt. Dit boek heeft de boeiende discussies die op internet plaatsvinden over de organisatie van de overheid en het overheidsbeleid als startpunt genomen. Deze discussies gaan over onderwerpen zoals het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening, transparantie en openheid en nieuwe vormen van burgerparticipatie. Deze discussies leveren interessante resultaten op, maar vinden vaak hun weg niet naar een breder publiek. Ook focussen deze discussies zich vaak op instrumentele mogelijkheden en besteden zij relatief weinig aandacht aan de meer fundamentele issues. In dit boek hebben we deze discussies als uitgangspunt genomen en verbonden aan theoretische noties uit de bestuurswetenschap. Op die manier maken we een verbinding tussen de dynamische discussies op internet en de reflectieve benadering in de bestuurswetenschappen. 12
De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen Bij het schrijven van dit boek hebben we een benadering gevolgd die bij internet past: we hebben een concept geschreven, plaatsten dit online met een verzoek om commentaar en schreven op basis daarvan een definitief stuk. Dat betekent dat dit boek via een proces van coproductie is ontstaan: de denkkracht van de crowd is in hoge mate benut om de analyse van de verschillende issues te versterken. In het boek vermelden we daarom ook steeds welke bijdragen gebruikt zijn om oorspronkelijke analyses verder aan te scherpen. In dit boek behandelen we tien issues die te maken hebben met allerlei verschillende aspecten van De Nieuwe Overheid. Sommige issues, zoals Big Data (hoofdstuk 11) en gaming (hoofdstuk 5), hebben de technologie als startpunt en roepen daarna vragen op over organisatiebeleid en technologie. Bij andere issues, zoals flexibilisering van de arbeid (hoofdstuk 10) en samenwerking in netwerken van individuen (hoofdstuk 4), wordt deze volgorde omgedraaid. Dan gaat het allereerst om een verandering in de structuur of positie van de publieke organisatie en bekijken we vervolgens welke rol nieuwe technologieën hierin spelen. In alle gevallen gaat het om een geheel van organisatorische veranderingen rondom de introductie van nieuwe technologieën: technologie en verandering in sociale praktijken gaan hand in hand. In de onderwerpen die we behandelen komen de drie kernaspecten van de bestuurswetenschap aan de orde: organisatie, beleid en democratie. Organisatievragen komen aan de orde in de hoofdstukken over Het Nieuwe Werken (hoofdstuk 2), samenwerking in netwerken van individuen (hoofdstuk 4), ambtenaren als innovatoren (hoofdstuk 7), Bring Your Own Device (hoofdstuk 8) en flexibele inzet van ambtenaren (hoofdstuk 10). Beleidsvragen worden behandeld in de hoofdstukken over gaming als beleidsinstrument (hoofdstuk 5), monitoren van internetcommunicatie van burgers (hoofdstuk 6) en Big Data (hoofdstuk 11). Democratische 13
DE nieuwe overheid vragen worden behandeld in de hoofdstukken over online meningsuiting door ambtenaren (hoofdstuk 3) en fluide democratie (hoofdstuk 9). De hoofdstukken vormen geen systematische behandeling van alle vragen die spelen, maar bieden via een selectie aan onderwerpen zicht op onderliggende dynamieken. We laten zien dat er sprake is van een aantal gemeenschappelijke patronen die aandacht behoeven. In het slothoofdstuk zullen we deze patronen analyseren en bespreken. De hoofdstukken worden gepresenteerd in de volgorde waarin ze zijn geschreven en gepubliceerd in het tijdschrift Bestuurswetenschappen. Daarbij zijn de hoofdstukken zelfstandig te lezen en kan de lezer direct naar de onderwerpen gaan die hem of haar het meest interesseert. In elk hoofdstuk introduceren we het onderwerp, de discussie erover op internet en een reflectie vanuit de bestuurswetenschappelijke theorie. We hopen dat deze opbouw het boek zowel interessant maakt voor degenen met meer bestuurskundige kennis maar minder kennis van nieuwe technologieën als voor degenen met meer technologische kennis maar minder kennis van bestuurswetenschappelijke inzichten. Met dit boek willen we de versterking tussen bestuurspraktijk, technische praktijken en bestuurswetenschap versterken en de reflectie op De Nieuwe Overheid verrijken. 14