1. Ontwikkeling Bruto Regionaal Product

Vergelijkbare documenten
Notitie Titel: Toelichting op dashboards ETM 18

Resultaten update economische transformatiemonitor Goeree-Overflakkee

Economische Transformatiemonitor Noordoost Fryslân

Economische Transformatiemonitor

Notitie. Economische structuurversterking in de regio. 13 november VISIE

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Peel en Maas. Weert en Nederweert uitgaand: (71%) Eindhoven inkomend: (55%) Maasgouw. Werkzaam in eigen gemeente: 5.

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Notitie Titel: Samen sterk voor een vitale Hoeksche Waard. Impressie ETM, 15 mei Oud Beijerland. 15 mei 2017

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Snapshots van de regionale economie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, december 2016

Economische Transformatiemonitor Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Allochtonen op de arbeidsmarkt


SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Gorinchem

Regiobericht 1.0 Noord

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Inhoud Tien jaar Economische Barometer Breda Kenniseconomie Visie 2011 Rabobank Stand van zaken Breda Breda & West-Brabant

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Samenvatting Twente Index 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Utrecht, april 2017

Regionale arbeidsmarktprognose

Dordrecht in de Atlas 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond juni 2016

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, augustus 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Werkgelegenheidsonderzoek

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

Onderzoek werkgelegenheid en werkloosheid

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Transitieatlas beroepsonderwijs Achterhoek -Managementsamenvatting-

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Crisismonitor Drechtsteden

Figuur 1 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% -5% -10% -15%

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

MONITOR ECONOMIE ZUID-LIMBURG

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Regionale arbeidsmarktprognose

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zeeland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Brainport Monitor 2010 Samenvatting. Van crisis naar kracht

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Eerste helft 2017 & Q Graydon kwartaal monitor

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Utrecht, december 2016

ARBEIDSMARKT. in de Vlaams-Nederlandse Delta Van knelpunt naar slimme kracht. Dick van der Wouw Joris Meijaard

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Trendrapportage Economie Arnhem

Economische Barometer

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in augustus licht gestegen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, januari 2017

Beroepsbevolking en Pendel 2013

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Crisismonitor Drechtsteden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief

Crisismonitor Drechtsteden

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Food Valley

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Economische Monitor 2019

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw forse stijging werkloosheid

Transcriptie:

Miljoenen Miljoenen 1. Ontwikkeling Bruto Regionaal Product 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 Maximale potentie van regionale economie: 1,6 miljard groei van 2013 tot 2025 2013 2025 trend 2025 maximale potentie Agrifood Water en deltatechnologie Maritieme maakindustrie Overige maakindustrie Bouwnijverheid Logistiek Toerisme & recreatie Overig +14% tov 2013 Van 4,65 miljard naar 5,32 miljard +34% tov 2013 Van 4,65 miljard naar 6,25 miljard Uitgangspunten maximale groeiscenario 2013 Toegevoegde waarde per sector (in mln.) Arbeidsprod per sector (in duizenden) 2013 2025 2013 2025 Agrifood 141 216 59 80 Water- en deltatechnologie 168 388 95 130 Maritieme maakindustrie 222 513 86 128 Overige maakindustrie 637 961 165 195 Bouwnijverheid 475 560 71 88 Logistiek 308 512 87 109 Toerisme & recreatie 107 139 41 43 Overig 2.592 2.964 68 78 Totaal (BRP) 4.650 6.252 De regio ligt op koers: het BRP ontwikkelt zich in lijn met gestelde ambitie en maakt nu een inhaalslag na de crisis. Groei tussen 2013 en 2017 over de gehele linie door innovatie Groeiende sector Overig door succesvolle sector zakelijke dienstverlening/ict (nieuwe regio-indeling) 7.000 6.500 6.000 5.500 5.000 4.500 4.000 Werkelijke ontwikkeling Potentiescenario Trendmatige groei 2013 2017 Toename Potentie Resterend Agrifood 22 141 163 (16%) 216 53 Water- en 33 168 201 deltatechnologie (20%) 388 187 Maritieme 53 222 275 maakindustrie (24%) 513 238 Overige maakindustrie 156 637 793 (24%) 961 168 Bouwnijverheid 57 475 532 (12%) 560 28 Logistiek 63 308 371 (20%) 512 141 Toerisme & recreatie 24 107 131 (22%) 139 8 Overig 377 2.592 2.969 (15%) 2.964-5 Totaal (BRP) 4.650 5.435 785 1.602 817 2018 Public Result Dashboard 1

2. Ontwikkeling arbeidsmarkt Er zijn tot 2025 circa 5.355 extra werknemers nodig in de regio, vooral op mbo-niveau 2,3 en 4. Ruim 80% van deze werknemers kan uit de regio komen. Talent behoud en Pendel Overig NL Overig EU Mondia al Totaal wikkeling Zijinstroom Opleidingsniveau vanaf 779 213 213 85 171 171 1.632 hbo Opleidingsniveau t/m mbo 1.174 707 193 64 257 64 2.459 niveau 4 Opleidingsniveau t/m mbo 603 496 33 0 132 0 1.264 niveau 1 Totaal 2.556 1.416 439 149 560 235 5.355 Ruim 5.000 extra werknemers nodig, uitsplitsing per sector De extra werknemers zijn vooral nodig in de maritieme maakindustrie en overige maakindustrie, water- en deltatechnologie en logistiek. De bouw heeft in 2025 minder werknemers nodig dan nu, door innovatie. Toe- of 2013 2025 afname Agrifood 2.471 2.700 229 Water- en deltatechnologie 1.766 2.985 1.219 Maritieme maakindustrie 2.570 4.006 1.436 Overige maakindustrie 3.853 4.930 1.077 Bouwnijverheid 6.723 6.360-363 Logistiek 3.526 4.693 1.167 Toerisme & recreatie 2.628 3.239 611 Overig 38.017 37.997-20 68.000 66.000 64.000 62.000 60.000 58.000 56.000 Talent uit de regio benutten Na een dip trekt de werkgelegenheid weer aan en ligt de ontwikkeling weer vrijwel op koers. Totaal 61.554 66.909 5.355 Totale werkgelegenheid is met circa 400 toegenomen. Meer werk wordt verhoudingsgewijs met minder mensen gedaan. 2013 2017 Ont- % groei Potentie Te realiseren Agrifood 2.471 2.516 45 1,8% 2.700 184 Water en deltatechnologie 1.766 1.941 175 9,9% 2.985 1.044 Maritieme maakindustrie 2.570 2.787 217 8,4% 4.006 1.219 Overige maakindustrie 3.853 3.381-472 -12,3% 4.930 1.549 Bouwnijverheid 6.723 6.684-39 -0,6% 6.360-324 Logistiek 3.526 3.481-45 -1,3% 4.693 1.212 Toerisme & recreatie 2.628 2.822 194 7,4% 3.239 417 Werkelijke ontwikkeling Potentiescenario Trendmatige ontwikkeling Overig 38.013 38.308 295 0,8% 37.997-311 Totaal 61.550 61.920 370 0,6% 66.909 4.989 2018 Public Result Dashboard 2

3. Arbeidsmarktresultaten 2013-2017 Ontwikkelingen beroepsbevolking zijn positief: participatie neemt toe, werkloosheid neemt af. 2013 2014 2015 2016 2017 Potentiele beroepsbevolking 106.000 106.000 106.000 106.000 107.000 Beroepsbevolking 77.000 74.000 74.000 75.000 77.000 Waarvan werkzaam: 71.000 71.000 72.000 73.000 74.000 Als werknemer 60.000 59.000 60.000 60.000 61.000 Als zelfstandige 13.000 12.000 10.000 14.000 14.000 Waarvan niet-werkzaam 4.000 4.000 4.000 4.000 2.000 Werkloosheidspercentage (%) 5,2 5,4 5,4 5,3 2,6 Niet-beroepsbevolking 31.000 31.000 31.000 31.000 31.000 Bruto arbeidsparticipatie (%) 72,6 69,8 69,8 70,8 72,0 Netto arbeidsparticipatie (%) 67,0 67,0 67,9 68,9 69,2 Beroepsniveau wordt gemiddeld iets hoger in de regio. Dit kan duiden op innovatie. Keerzijde is dat de reisbereidheid bij hoger opgeleiden hoger is, dus wellicht sneller kiezen voor een passende baan buiten de regio. Werkzame beroepsbevolking 2013 2014 2015 2016 2017 Beroepsniveau 1+2 42.000 41.000 43.000 44.000 43.000 Beroepsniveau 3+4 29.000 31.000 29.000 29.000 32.000 Beroepsniveau onbekend 0 0 1.000 1.000 0 Per saldo reizen 4.100 meer mensen elke dag de regio uit voor werk dan dat er mensen de regio binnenkomen. De grootste pendel is met gemeente Utrecht. Pendelcijfers 2013 2016 2013-2016 Aantal banen in de regio 65.700 63.600-2.100 Aantal werknemers woonachtig in de regio 65.900 67.700 1.800 -Aantal werknemers dat woont en werkt in de regio -Aantal werknemers woonachtig binnen de regio dat werkt buiten de regio -Aantal werknemers dat woont buiten de regio en werkt binnen de regio -Saldo inkomende en uitgaande pendel (negatief=meer werknemers verlaten voor werk de regio dan dat er werknemers de regio inkomen) 33.100 29.300-3.800 32.800 38.400 5.600 32.600 34.300 1.700-200 -4.100-3.900 Top 5 gemeenten inkomend 2013 Top 5 gemeenten inkomend 2016 Werkendam 1.700 Utrecht (gemeente) 1.900 Utrecht (gemeente) 1.600 Hardinxveld-Giessendam 1.600 Hardinxveld-Giessendam 1.500 Dordrecht 1.600 Rotterdam 1.000 Werkendam 1.300 Woudrichem 1.000 Rotterdam 1.300 Top 5 gemeenten uitgaand 2013 Top 5 gemeenten uitgaand 2016 Utrecht (gemeente) 4.200 Utrecht (gemeente) 5.100 Nieuwegein 2.300 Rotterdam 2.600 Rotterdam 2.100 Nieuwegein 2.000 Dordrecht 2.000 Dordrecht 1.800 Sliedrecht 1.700 Sliedrecht 1.800 2018 Public Result Dashboard 3

4. Projectenmonitor: hebben we het verschil gemaakt? De regio zet in op zij-instroom en onderwijs & arbeidsmarkt. Dit is een succesvolle strategie die nog wel extra inzet vraagt. Meer aandacht is nodig voor een goed woon- en leefklimaat (bereikbaarheid, voorzieningen) en regiomarketing. Aan welke knoppen moeten we draaien? 6% 13% 21% 16% Samenwerking triple helix Versterken innovatief vermogen en ketendichtheid Verbinding sectoren: cross-overs Regiobranding Maximaal effect Aandeel publieke investeringen Samenwerking triple helix 6% 0% Versterken innovatief vermogen en ketendichtheid 21% 9% Verbinding sectoren: cross-overs 19% 0% 8% 15% 10% 19% Onderwijs & arbeidsmarkt Zij-instroom Omgevingsfactoren Regiobranding 10% 0% Onderwijs & arbeidsmarkt 15% 41% Zij-instroom 8% 50% Omgevingsfactoren 16% 0% RAP A5H PER SECTOR Maximaal groeiscenario CPB Maximaal groeiscenario CPB 13% 0% Door de projecten wordt een vliegwiel op gang gebracht: de regionale economie krijgt extra sprongkracht. BRP 2013 (in mln) BRP 2025 (doel) (in mln) Gerealiseerd 2013 2017 (in mln) Vliegwiel projecten Uitdaging per sector 2018 Public Result Dashboard 4 Agrifood 141 216 22 (16%) 529.000 49% Water en deltatechnologie 168 388 33 (20%) 632.000 23% Maritieme maakindustrie 222 513 53 (24%) 834.000 26% Overige maakindustrie 637 961 156 (24%) 2.388.000 68% Bouwnijverheid 475 560 57 (12%) 1.781.000 0% Logistiek 308 512 63 (20%) 1.156.000 47% Toerisme & recreatie 107 139 24 (22%) 2.074.000 0% Overig 2.592 2.964 77 (15%) 9.721.000 0% Totaal 4.650 6.252 785 (17%) 19.115.000

Notitie Titel: Toelichting op dashboards ETM 18 Datum: 12 september 2018 Leeswijzer U heeft ons gevraagd om de Economische Transformatiemonitor van de regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden die in 2015 is uitgebracht te actualiseren naar 2018. Deze ETM 18 is een actualisatie van de basisgegevens, en aangevuld met een monitor voor de projecten die in gang zijn gezet door de regio. Daarnaast is de regio-indeling aangepast. De ETM 15 ging uit van de gemeente Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik. In de tussentijd is in de regionale samenwerking een en ander veranderd. De actualisatie, de ETM 18, is daarom opgesteld voor de hiervoor genoemde gemeenten minus Hardinxveld- Giessendam, daarnaast komen Lingewaal en Vianen erbij. Voor de vergelijking in de tijd hebben we de cijfers en de veronderstellingen van destijds toegepast op de nieuwe regio-indeling. Waar het voor de analyse nodig is om de gegevens uit 2015 ook toe te passen op de nieuwe regioindeling, of de gegevens uit 2018 op de oude regio-indeling, wordt dit expliciet in de notitie vermeld. Deze notitie is te lezen als toelichting op de vier dashboards. Deze notitie start met een aantal conclusies en beschouwingen, waarna per dashboard een uitleg wordt gegeven bij de tabellen en grafieken die in de dashboards te zien zijn. Verantwoording De methodiek voor deze actualisatie is dezelfde als die van de ETM 15: de ETM is een scenariomodel en geen prognosemodel en is bedoeld om ontwikkelingsrichtingen te schetsen bij verschillende uitgangspunten. Het geeft geen exacte uitkomsten en er kunnen zodoende geen rechten aan ontleend worden. Net als bij de ETM 15 zijn waar nodig een aantal aannames gedaan om de regio s op gelijk niveau en met meest recente cijfers te vergelijken. CONCLUSIES EN BESCHOUWINGEN: Bij dashboard 1: De ontwikkelingen in de regio, op het gebied van werkgelegenheid, arbeidsproductiviteit en bruto regionaal product (BRP), zijn gunstig en lopen binnen de bandbreedte van de ambities in 2015. Het BRP laat, na de crisis, een flink stijgende lijn zien. Met name in de maritieme maakindustrie en overige maakindustrie, maar ook in de logistiek, toerisme en recreatie en water- en deltatechnologie is een flinke groei te zien. Deze groei is voornamelijk gerealiseerd door een toename in de arbeidsproductiviteit (toegevoegde waarde per werknemer). Wanneer Public Result B.V. Postbus 11649 2502 AP Den Haag t. 070 34 68 816 e. info@publicresult.nl www.publicresult.nl K.v.K.:27271850 ABN AMRO: IBAN: NL77ABNA0544299833 BIC ABNANL2A BTW: NL8142.03.097.B01

de arbeidsproductiviteit in de regio zich conform bovenregionale trends heeft ontwikkeld mogen we ervan uit gaan dat hier een stevige innovatie aan ten grondslag ligt in de verschillende sectoren. Het is goed om dit nader te toetsen in het bedrijfsleven binnen de regio: hypothese is dat er veel is geïnnoveerd in de regio. Omdat de arbeidsproductiviteit (een stijging ervan is meestal een teken van innovatie) alleen op bovenregionaal niveau bekend is, zijn er aanvullende gegevens op regionaal niveau nodig om deze hypothese te toetsen. De zakelijke dienstverlening is, naast de in 2015 geïdentificeerde stuwende sectoren agrifood, maritieme maakindustrie, water- en deltatechnologie, maakindustrie, bouwnijverheid, logistiek en toerisme en recreatie, ook een belangrijke sector voor economische groei in de regio. Deze sector heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld en heeft voor de regio mogelijk veel potentie. Bij dasboard 2: De werkgelegenheid daalde tot 2015, maar heeft daarna de stijgende lijn gevonden. De arbeidsdeelname is tussen 2013 en 2017 toegenomen (werkzame beroepsbevolking, netto arbeidsparticipatie gestegen, werkloosheid gedaald). Deze positieve ontwikkeling kent een kanttekening: deze extra werknemers hebben maar in beperkte mate werk gevonden binnen de eigen regio. Bij dashboard 3: Hoewel de trend voor het BRP gunstig is, is het van belang om in te zetten op benutting van het arbeidspotentieel in de regio. De regio faciliteert als het ware de groei van het BRP met mensen van buiten de regio. De bron van extra arbeidskrachten uit de regio droogt echter op: er pendelen meer mensen de regio uit, de arbeidsparticipatie is al gegroeid, andere regio s zijn concurrenten voor arbeidskrachten, zeker in schaarste-sectoren, en hoe meer pendelaars de regio in hoe meer de infrastructuur onder druk komt te staan. Bij dasboard 4: Met de inzet op projecten rond zij-instroom en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt is de regio goed op weg om de economie verder te stimuleren en voldoende werknemers voor de regionale arbeidsmarkt te garanderen. De ontwikkeling van de afgelopen jaren (lichte toename werkgelegenheid, toename uitgaande en inkomende pendel, per saldo negatief pendelsaldo) laat echter zien dat er op het gebied van een woon- en leefklimaat en vestigingsklimaat voor bedrijven nog werk aan de winkel is. Waar de regio specifiek in zou moeten groeien op deze gebieden, bijvoorbeeld in bereikbaarheid of voorzieningen, kan duidelijk worden in het gesprek met regionale ondernemers. Daarnaast is aanvullend onderzoek nodig onder (potentiële) werknemers om achtergrond en motivatie van de arbeidspendel te achterhalen en wat de regio nodig heeft om hen in de regio te laten wonen en werken. Blijvende inzet op zij-instroom en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: het doorzetten van de ingezette lijn, is van belang. Daarbij is het van belang dat de inzet op een aantrekkelijk woon- 2

en vestigingsklimaat in de regio gelijke tred houdt met de ambities om geschikt arbeidspotentieel aan de regio te binden. Een volgende stap die de regio kan zetten is om op het gebied van de arbeidsmarkt tussen overheid, onderwijs en ondernemers tot minder vrijblijvende afspraken te komen waarin in gezamenlijkheid wordt gewerkt aan een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, een goed vestigingsklimaat voor bedrijven, en een prettig woon- en leefklimaat voor toekomstige werknemers. Wanneer de voortgang in de opgaven wordt gemonitord en ieders inzet niet-vrijblijvend is, kan de regio zich verder ontwikkelen. Wellicht is het mogelijk met een instrument als de regiodeal om hier bij het Rijk aanvullende investeringsmiddelen voor aan te vragen. 3

DASHBOARD 1: ONTWIKKELING BRUTO REGIONAAL PRODUCT In de ETM 15 lag de focus voor groei op agrifood, maritieme maakindustrie, water- en deltatechnologie, maakindustrie, bouwnijverheid, logistiek en toerisme en recreatie. Er was gekozen voor deze sectoren omdat het stuwende sectoren zijn, gezamenlijk goed voor relatief hoog aandeel van het BRP. In de ETM 15 was dit de maximale potentie: Bijdrage BRP 2013 (in mln.) Potentie groei arbeidsproductiviteit Potentie groei BRP (in mln.) Potentie BRP 2025 (in mln.) Agrifood 247 40% 131 378 Water en deltatechnologie 253 36% 330 583 Maritieme maakindustrie 332 48% 434 766 Overige maakindustrie 254 24% 131 385 Bouwnijverheid 504 12% 90 594 Logistiek 209 18% 138 347 Toerisme & recreatie 72 25% 22 94 Overig 2.660 14% 382 3.042 Totaal 4.532 1.657 6.189 Inmiddels zijn de economische cijfers bijgesteld, o.a. de arbeidsproductiviteit, wat nu zou leiden tot een andere inschatting van het BRP en de maximale potentie (zie bijlage). In de ETM 15 gold daarnaast ook een andere regio-indeling dan nu. De wijziging in regio-indeling leidt tot een iets ander profiel. Het belang van de watergebonden industrie in de regionale economie neemt iets af met de nieuwe regio-indeling waarin Hardinxveld-Giessendam niet meetelt. De regio heeft wel iets meer logistiek (Vianen) (circa 600 banen) en overige maakindustrie (Lingewaal) (circa 1.000 banen). Het BRP van de regio (nieuwe indeling) kent nog altijd relatief groot aandeel voor de stuwende sectoren uit de oude regio-indeling, zoals in onderstaande grafiek te zien is. De blauwe lijn is de oude regio-indeling, de oranje lijn is de nieuwe indeling. Het is daarom verantwoord om dezelfde indeling van sectoren (van stuwend en verzorgend/overig) te blijven gebruiken. 4

De ambitie voor Alblasserwaard-Vijfheerenlanden was in de ETM 15 bepaald aan de hand van data over 2013. Bij toepassing van de maximale potentie per sector (toename productiviteit en BRP) op de nieuwe regio, zou dit in retrospect een maximale potentie betekenen van 6,3 mld: Relatief aandeel stuwende sectoren in BRP 50% 49% 48% 47% 46% 45% 44% 43% 42% 41% 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Vml AV AM Gorinchem Toegevoegde waarde per sector (in mln.) Arbeidsprod per sector (in duidenden) 2013 2025 2013 2025 Agrifood 141 216 59 80 Water en deltatechnologie 168 388 95 130 Maritieme maakindustrie 222 513 86 128 Overige maakindustrie 637 961 165 195 Bouwnijverheid 475 560 71 88 Logistiek 1 308 512 87 109 Toerisme & recreatie 2 107 139 41 43 Overig 2.592 2.964 68 78 Totaal (BRP) 4.650 6.252 (*wegens bijstelling gegevens (andere definities, afbakening sectoren, naberekeningen etc.) komen productiviteitscijfers niet overeen met die in eerdere ETM) 1 Vervoer en opslag 2 Inclusief horeca 5

Economisch profiel en potentie Binnen de agrarische sector in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zijn de melkveehouderij en de fruitteelt de belangrijkste bedrijfstypen. Fa. de Jong fruitteelt-, handel- en transport is de grootste fruithandelaar van de regio. Royal Bel Leerdammer B.V. is het grootste voedingsmiddelenbedrijf van de regio. Onder water- en deltatechnologie worden bedrijven verstaan die actief zijn in waterzuiveringstechnologie en installaties, het ontwikkelen en toepassen van drainagetechnieken (bijv. om grond bouwklaar te maken) en de aanleg en onderhoud van leidingen. Er zijn een aantal adviesbureaus in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zoals RPS en Nebest die kennis en kunde in huis hebben van deze sector. De maritieme maakindustrie bestaat uit scheepsbouw en maritieme toeleveranciers. De scheepsbouw is breder en meer divers dan vaak wordt aangenomen, want de bouw van een jacht is heel wat anders dan de bouw van een baggerschip. Een voorbeeld van een bedrijf is Damen Shipyards. In Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is er ook overige maakindustrie. Binnen deze sector vallen bedrijven van de chemische industrie tot de glasindustrie in Leerdam tot meubelvervaardiging. Daarnaast zijn in de regio bedrijven gevestigd die fabriceren voor de scheepsbouw en offshore maar ook breder actief zijn met toepassingen voor bruggen en helipads (vervaardiging en installatie). Een voorbeeld van een bedrijf in deze sector is Bayards (aluminium constructie). De bouwnijverheid is een belangrijke sector voor Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, maar in lijn met het landelijk beeld is het een aantal jaar minder goed gegaan met de bouw. Met het slim toepassen van prefab concepten, flexibele bouw, mogelijkheden in 3D-printing en duurzaamheidstoepassingen is het mogelijk je als bedrijf te onderscheiden en stevig te groeien. Voor de logistieke sector is de ligging van Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gunstig, op de as Rotterdam-Venlo en nabij het logistieke knooppunt Rivierenland. Ook hebben de ontwikkelingen in de (maritieme) maakindustrie en agrifood in het potentiescenario een positief effect op de logistieke sector. Toerisme & recreatie heeft ook potentie in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Met de molens van Kinderdijk, glasstad Leerdam, de vestingsteden en het landschappelijke heeft Alblasserwaard-Vijfheerenlanden voldoende te bieden aan toeristen en recreanten. Per sector is vervolgens ook terug te rekenen hoeveel mensen er in 2025 nodig zijn. In totaal zijn dat er ca. 5.350 meer dan dat er in 2013 waren. 2013 2025 Toe- of afname Agrifood 2.471 2.700 229 Water en deltatechnologie 1.766 2.985 1.219 Maritieme maakindustrie 2.570 4.006 1.436 Overige maakindustrie 3.853 4.930 1.077 Bouwnijverheid 6.723 6.360-363 Logistiek 3.526 4.693 1.167 Toerisme & recreatie 2.628 3.239 611 Overig 38.017 37.997-20 Totaal 61.554 66.909 5.355 6

Inmiddels is het 2018 en de economie heeft niet stilgestaan, zeker de meest recente jaren niet. Hieronder wordt bekeken in hoeverre de regio op koers ligt om de maximale potentie te verzilveren. Belangrijke disclaimer is dat voor de regio geen standaardgegevens beschikbaar zijn, daarom is telkens een inschatting gemaakt. Dit is gedaan op basis van het aantal arbeidsplaatsen en een inschatting van de productiviteit, gebaseerd op het laagste schaalniveau waar wel gegevens voor beschikbaar zijn, namelijk de COROP-regio Zuidoost Zuid-Holland. De meeste gemeenten in de regio maken hier deel van uit. Voor de sectoren agrifood, water- en deltatechnologie en maritieme maakindustrie zijn landelijke kengetallen gebruikt, omdat deze specifieke sectoren niet naar regio s worden uitgesplitst. De ontwikkeling van het BRP ten opzichte van het potentiescenario is als volgt: Ontwikkeling BRP ETM'18 7000,0 6500,0 6000,0 5500,0 5000,0 4500,0 4000,0 2010201120122013201420152016201720182019202020212022202320242025 Werkelijke ontwikkeling Trendmatige groei Potentiescenario We zien hier dat het BRP de afgelopen jaren wat harder groeide dan verwacht was, op basis van de maximale potentie van de regionale economie. De regionale economie groeide ook harder dan gemiddeld in Nederland (14% tov 11% tussen 2010 en 2016). Als de groei zich trendmatig voortzet, dan zou het BRP in 2025 licht hoger uitkomen dan verwacht in het potentiescenario. Het lijkt erop dat de regio nu profiteert van het herstel na de crisis. Per saldo is er echter vooralsnog geen reden de groeiverwachting en de BRP-ambitie bij te stellen. 7

Ter vergelijking is hier ook nog de ontwikkeling gebaseerd op de ETM 15 met de oude indeling weergegeven. Hier is ook groei zichtbaar, die eigenlijk glad loopt met het maximale potentiescenario: Ontwikkeling BRP ETM'15 6.000 5.500 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2010201120122013201420152016201720182019202020212022202320242025 Werkelijke ontwikkeling Trendmatige groei Potentiescenario De relatief sterkste groei in de regio sinds 2013 is te zien in de maritieme maakindustrie en de overige maakindustrie. Ook de logistiek, toerisme en recreatie en water- en deltatechnologie laten een stevige groei zien. Deze sectoren in de regio zijn harder gegroeid dan gemiddeld in Nederland. 2013 2017 Toename Potentie Resterend Agrifood 141 163 22 (16%) 216 53 Water en deltatechnologie 168 201 33 (20%) 388 187 Maritieme maakindustrie 222 275 53 (24%) 513 238 Overige maakindustrie 637 793 156 (24%) 961 168 Bouwnijverheid 475 532 57 (12%) 560 28 Logistiek 308 371 63 (20%) 512 141 Toerisme & recreatie 107 131 24 (22%) 139 8 Overig 2.592 2.969 377 (15%) 2.964-5 Zakelijke dienstverlening 388 507 119 (30%) Overheid 156 152-4 (-2%) Onderwijs 213 240 27 (13%) Gezondheidszorg 447 486 39 (9%) Informatie en communicatie 238 281 43 (18%) 8

Handel 3 963 1.110 147 (15%) Overig 188 194 6 (3%) Totaal 4.650 5.435 785 (17%) Daarnaast is te zien dat de overige sectoren de maximale potentie al volledig gerealiseerd hebben. Ten opzichte van het potentiescenario heeft hier een relatief sterke groei plaatsgevonden. Dit beeld wisselt per sector. De zorg is een grote sector in de regio (circa 8.000 werknemers) en is tussen 2010 en 2015 licht gestegen in toegevoegde waarde in de regio, voornamelijk door groei van het aantal werknemers (+500). In de zakelijke dienstverlening is een groei van 30% in toegevoegde waarde te zien, door zowel een groei in werknemers als in de arbeidsproductiviteit. Hypothese zou kunnen zijn dat met uitbreiding van de regio naar Vianen deze sector voor de regio belangrijk en wellicht zelfs stuwend kan zijn. Innovatieve bedrijven als Nebest (nieuwe inspectietechnieken voor architecten en ingenieurs) en NedGraphics B.V. (dienstverlening in verkeerstechnische software) kunnen daarin toonaangevend zijn. De industriële (stuwende) sectoren zitten ondanks de mooie groeicijfers nog een stuk verder af van de maximale potentie. 3 Groothandel, detailhandel en reparatie van auto s 9

DASHBOARD 2: ONTWIKKELING ARBEIDSMARKT In onderstaande grafiek is te zien dat de werkgelegenheid tijdens de crisisjaren is afgenomen, maar sinds het dieptepunt in 2015 weer gestaag toeneemt, maar minder sterk groeit dan we verwachtten gegeven het potentiescenario. Als de trend van de afgelopen drie jaar zich doorzet, komt de werkgelegenheid in de regio in 2025 uit op circa 65.300, 1.600 werknemers minder dan berekend voor het potentiescenario. Ontwikkeling werkgelegenheid 68.000 66.000 64.000 62.000 60.000 58.000 56.000 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Werkelijke ontwikkeling Trendmatige ontwikkeling Potentiescenario Het BRP is de afgelopen jaren sterker gegroeid dan de werkgelegenheid. Dat duidt erop dat dit gepaard is gegaan met sanering (tijdens de crisis) en ook slimmer werken (een stijging van de arbeidsproductiviteit per werknemer). Als we naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de afzonderlijke sectoren kijken en dat afzetten tegen de maximale potentie uit de ETM 18 dan zien we het onderstaande beeld: Ontwikkeling werknemers 2013 2017 Ontwikkeling % Potentie Te tov potentiescenario groei realiseren Agrifood 2.471 2.516 45 1,8% 2.700 184 Water en deltatechnologie 1.766 1.941 175 9,9% 2.985 1.044 Maritieme maakindustrie 2.570 2.787 217 8,4% 4.006 1.219 Overige maakindustrie 3.853 3.381-472 -12,3% 4.930 1.549 Bouwnijverheid 6.723 6.684-39 -0,6% 6.360-324 Logistiek 3.526 3.481-45 -1,3% 4.693 1.212 Toerisme & recreatie 2.628 2.822 194 7,4% 3.239 417 Overig 38.013 38.308 295 0,8% 37.997-311 Zakelijke dienstverlening 4.711 5.355 644 13,7% Overheid 2.030 1.756-274 -13,5% 10

Onderwijs 3.413 3.366-47 -0,0% Gezondheidszorg 8.790 8.625-165 -0,0% Informatie en 2.551 2.697 146 0,1% communicatie Handel 13.062 13.070 8 0,0% Overig 3.456 3.439-17 -0,0% Totaal 61.550 61.920 370 0,6% 66.909 4.989 Tussen 2013 en 2017 is het totaal aantal banen in de regio met ca. 400 toegenomen. Wel is een afname te zien in met name de overige maakindustrie, maar ook in de bouwnijverheid en de logistiek is het aantal banen gedaald. In de water- en deltatechnologie en de maritieme maakindustrie is een stijging van de werkgelegenheid te zien. In vrijwel alle sectoren blijft het aantal werknemers achter bij het aantal benodigde werknemers uit het maximale potentie scenario uit de ETM 18. Wel lukt het om de economische potentie te realiseren, met minder mensen dus. Hypothese zou zijn dat in de regio veel geïnnoveerd is de afgelopen jaren. Omdat de arbeidsproductiviteit (een stijging ervan is meestal een teken van innovatie) alleen op bovenregionaal niveau bekend is, zijn er aanvullende gegevens op regionaal niveau nodig om deze hypothese te toetsen. Om innovatiever te werken zijn niet per se alleen hoog opgeleide kenniswerkers nodig. Deze heb je wellicht nodig om de innovatie te doen, maar als die vervolgens succesvol wordt toegepast of kan worden vermarkt, kan dat ook werkgelegenheid genereren op andere niveaus. In de ETM 15 is destijds ook een inschatting gemaakt van het benodigde niveau van de extra werknemers die nodig zouden zijn om de maximale potentie te kunnen realiseren 4. En vervolgens waar die werknemers vandaan zouden moeten komen. Als we een vergelijkbare rekensom toepassen voor de ETM 18, zou die verdeling er ongeveer zo uit zien: Zijinstroom Herkomst extra werknemers 2013-2025 Opleidingsniveau vanaf hbo Opleidingsniveau t/m mbo niveau 4 Opleidingsniveau t/m mbo niveau 1 Talent behouden Pendel Overig NL Overig EU Mondiaal Totaal 779 213 213 85 171 171 1.632 1.174 707 193 64 257 64 2.459 603 496 33 0 132 0 1.264 Totaal 2.556 1.416 439 149 560 235 5.355 4 De ETM 15 ging uit van 5.700 extra werknemers, met de actualisatie en nieuwe regio-indeling is dit bijgesteld naar 5.355. 11

Inschatting is dat ruim 80% van de extra werknemers die de regio tot 2025 nodig heeft in het maximale potentiescenario uit de regio zelf benut kan worden, hetzij uit zij-instroom, hetzij uit studenten uit de regio die de arbeidsmarkt betreden, hetzij uit werknemers uit de regio die nu nog buiten de regio werken. Het overige deel komt van buiten de regio of zelfs buiten Nederland. We gaan dan wel uit van een arbeidsparticipatie van 70% en een actief arbeidsmarktbeleid om zijinstroom te bevorderen, talenten aan de regio te binden en zoveel mogelijk werknemers die in de regio wonen er ook te laten werken. Daarnaast is om-, her- en bijscholing van belang om de extra krachten op de goede plek en goed toegerust aan het werk te brengen. Ook voor het bestaande personeelsbestand blijft scholing belangrijk, om niet op andere regio s achter te gaan lopen. 12

DASHBOARD 3: ARBEIDSMARKTRESULTATEN 2013-2017 Er is geen data beschikbaar om de precieze ontwikkeling van de herkomst van arbeidskrachten de afgelopen jaren te achterhalen, maar hieronder wordt met andere data wel onderzocht of we indicaties hebben die een bepaalde richting uitwijzen. Als we naar de beroepsbevolking, en dan met name de werkzame beroepsbevolking, in de regio kijken dan zien we dat deze harder toeneemt dan de werkgelegenheid: 2013 2014 2015 2016 2017 Potentiele beroepsbevolking 106.000 106.000 106.000 106.000 107.000 Beroepsbevolking 77.000 74.000 74.000 75.000 77.000 Waarvan werkzaam: 71.000 71.000 72.000 73.000 74.000 Als werknemer 60.000 59.000 60.000 60.000 61.000 Als zelfstandige 13.000 12.000 10.000 14.000 14.000 Waarvan niet-werkzaam 4.000 4.000 4.000 4.000 2.000 Werkloosheidspercentage (%) 5,2 5,4 5,4 5,3 2,6 Niet-beroepsbevolking 31.000 31.000 31.000 31.000 31.000 Bruto arbeidsparticipatie (%) 72,6 69,8 69,8 70,8 72,0 Netto arbeidsparticipatie (%) 67,0 67,0 67,9 68,9 69,2 (cijfers afkomstig van CBS, omdat in CBS wordt afgerond op duizendtallen zijn percentages niet accuraat. Werkloosheidspercentage en arbeidsparticipatie moeten daarom met bepaalde marge genomen worden) Zichtbaar is dat de arbeidsdeelname van mensen in de regio toeneemt. De werkzame beroepsbevolking is met ca. 3.000 toegenomen, het werkloosheidspercentage is afgenomen en ook de netto arbeidsparticipatie (het aandeel van de potentiele beroepsbevolking dat ook daadwerkelijk een baan heeft) is gestegen. Vergeleken met de rest van Nederland presteert de regio op deze onderdelen ook beter dan gemiddeld. 13

Dat het aantal werkenden harder stijgt dan het aantal banen, moet eigenlijk wel betekenen dat meer mensen werk hebben gevonden buiten de eigen regio. Deze conclusie wordt ondersteund door de pendelcijfers (helaas maar beschikbaar tot en met 2016). Het CBS gebruikt voor deze cijfers een andere bron dan voor andere arbeidsmarktcijfers, deze wijken af van bovenstaande, maar de trend is duidelijk: Pendelcijfers 2013 2016 2013-2016 Aantal banen in de regio: 65.700 63.600-2.100 Aantal werknemers woonachtig in de regio: -Aantal werknemers dat woont en werkt in de regio -Aantal werknemers woonachtig binnen de regio dat werkt buiten de regio -Aantal werknemers dat woont buiten de regio en werkt binnen de regio -Saldo inkomende en uitgaande pendel (negatief=meer werknemers verlaten elke dag voor werk de regio dan dat er werknemers de regio inkomen) 65.900 67.700 1.800 33.100 29.300-3.800 32.800 38.400 5.600 32.600 34.300 1.700-200 -4.100-3.900 In 2013 werkte ca. 50% van de werkenden in de eigen regio, tegelijkertijd werd ook iets meer dan 50% van de banen door werknemers uit de eigen regio ingevuld. Het pendelsaldo was netto -200 (er gingen 200 werknemers meer de regio uit dan erin kwamen). Voor de cijfers in 2016 valt op dat zowel het aantal banen dat door mensen van buiten de regio wordt ingevuld, is toegenomen als het aantal mensen dat buiten de regio werkt. Dat heeft ertoe geleid dat het pendelsaldo in 2016-4.100 was. Volgens betrokkenen is het goed mogelijk dat inwoners tijdens de crisis een baan buiten de regio vonden en nu niet verhuizen door binding met de regio (door bijvoorbeeld sociaal netwerk of een koophuis). Interessant is daarbij om te zien waar de werknemers vandaan komen en naartoe gaan: Top 5 gemeenten inkomend 2013 Top 5 gemeenten inkomend 2016 Werkendam 1.700 Utrecht (gemeente) 1.900 Utrecht (gemeente) 1.600 Hardinxveld- 1.600 Giessendam Hardinxveld-Giessendam 1.500 Dordrecht 1.600 Rotterdam 1.000 Werkendam 1.300 Woudrichem 1.000 Rotterdam 1.300 Top 5 gemeenten uitgaand 2013 Top 5 gemeenten uitgaand 2016 Utrecht (gemeente) 4.200 Utrecht (gemeente) 5.100 Nieuwegein 2.300 Rotterdam 2.600 Rotterdam 2.100 Nieuwegein 2.000 14

Dordrecht 2.000 Dordrecht 1.800 Sliedrecht 1.700 Sliedrecht 1.800 Zichtbaar is dat door de jaren heen minder werknemers uit Werkendam en Woudrichem in de Arbeidsmarktregio Gorinchem zijn gaan werken en meer mensen uit Utrecht, Dordrecht en Rotterdam in de regio werken. Utrecht was in 2013 al de grootste trekker en dat is alleen maar toegenomen. Het belang van Nieuwegein is relatief afgenomen, terwijl Rotterdam juist meer mensen uit de Arbeidsmarktregio Gorinchem trekt. Het is niet mogelijk te achterhalen in welke sectoren en op welk niveau de inkomende en uitgaande werknemers actief zijn. Over het algemeen is de reisbereidheid van hoger opgeleiden hoger. Meer mobiliteit kan een indicatie zijn dat de beroepsbevolking in de Arbeidsmarktregio Gorinchem gemiddeld hoger opgeleid wordt. Cijfers over het beroepsniveau 5 van werkzame beroepsbevolking lijken ook die kant op te wijzen, maar de trend moet zich nog wat jaren doorzetten om dit echt hard te kunnen concluderen: Werkzame beroepsbevolking 2013 2014 2015 2016 2017 Beroepsniveau 1+2 4 42.000 41.000 43.000 44.000 43.000 Beroepsniveau 3+4 29.000 31.000 29.000 29.000 32.000 Beroepsniveau onbekend 0 0 1.000 1.000 0 Deze ontwikkeling zou ook de hypothese kunnen ondersteunen dat er veel innovatie plaatsgevonden heeft in de regio de afgelopen jaren. Deze hypothese is te toetsen met data over het beroepsniveau van de banen in de regio. Als we terugkomen op de tabel met de onderverdeling van extra benodigde werknemers en waar die vandaan komen, dan kunnen we op basis van het bovenstaande een paar voorzichtige conclusies trekken: Zijinstroom Talent Pendel Overig Overig Mondiaal Totaal behouden NL EU Opleidingsniveau 779 213 213 85 171 171 1.632 vanaf hbo Opleidingsniveau 1.174 707 193 64 257 64 2.459 t/m mbo niveau 4 Opleidingsniveau 603 496 33 0 132 0 1.264 t/m mbo niveau 1 Totaal 2.556 1.416 439 149 560 235 5.355 5 Beroepsniveau 1: eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist. Beroepsniveau 2: weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist. Beroepsniveau 3: complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist. Beroepsniveau 4: zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist. 15

Met de zij-instroom lijkt het goed te gaan: de werkloosheid neemt af en de arbeidsparticipatie neemt toe. Wel is het de vraag of deze mensen in de Arbeidsmarktregio Gorinchem aan de slag gaan of juist daarbuiten. Daarnaast is er nog wat te winnen in de participatie van de potentiële beroepsbevolking, bijvoorbeeld bij mensen die door de crisis het zoeken naar werk hebben opgegeven. Deze groep laten participeren kan de regio verder in de richting brengen van de regio-ambitie van 70% nettoparticipatie en de ambitie van de Nederlandse overheid van 75% in 2025. In het behouden van talent en het beïnvloeden van het pendelsaldo kunnen nog de nodige slagen gemaakt worden. Zichtbaar is dat er meer mensen buiten de eigen regio werken, maar ook dat er meer mensen naar de regio toekomen om te werken. Niet alles is een op een uitwisselbaar natuurlijk, maar je zou denken dat daar iets mogelijk moet zijn. Als we naar het beroepsniveau van de werkzame beroepsbevolking in de regio kijken dan zien we dat relatief meer mensen aan het werk zijn op een hoger beroepsniveau. Dat kan betekenen dat het aantal hoger opgeleiden toeneemt (is een landelijke trend, dus dat is mogelijk), maar tegelijkertijd kan het betekenen dat het aantal banen voor lager opgeleiden afneemt. Daar blijft een belangrijke uitdaging liggen voor de regio. Aanvullend onderzoek onder de pendelaars is nodig om meer inzicht te krijgen in de sectoren waarin en op welk niveau ze werkzaam zijn en wat de motivatie is om te pendelen. 16

DASHBOARD 4: PROJECTENMONITOR: HEBBEN WE HET VERSCHIL GEMAAKT? In ETM 15 zijn verschillende acceleratie-effecten geïdentificeerd die investeringen in de economie maximaal laten renderen: Bijdrage aan mogelijk maximaal rendement investeringen Acceleratie-effect Maximaal effect Samenwerking triple helix 6% Versterken innovatief vermogen en ketendichtheid 21% Verbinding sectoren: cross-overs 19% Regiobranding 10% Onderwijs & arbeidsmarkt 15% Zij-instroom 8% Omgevingsfactoren 16% Maximaal groeiscenario CPB 13% Totaal (cumulatief) 108% 17

Op het niveau van de regio wordt ervoor gekozen met publieke investeringen vooral in te zetten op de arbeidsmarkteffecten: zij-instroom en onderwijs & arbeidsmarkt. De reden hiervoor is dat overheden, bedrijfsleven en onderwijspartijen hier samen op kunnen sturen. Beleidsmatig, met middelen en faciliterend. Voor de overige acceleratie-effecten wordt vooral gekozen dit bij de individuele bedrijven of samenwerkende bedrijven binnen de keten te laten. De stuwende sectoren in de regio maken deel uit van grotere clusters in omliggende regio s. Alleen in de sector toerisme en recreatie wordt ook ingezet op het versterken van het innovatief vermogen en de ketendichtheid binnen de sector met projecten, weergegeven in het meerjarenprogramma Groen Verbindt. Van de 21 projecten die bij ons bekend zijn, zijn er 15 gericht op een van de arbeidsmarkteffecten, oftewel twee-derde. Daarnaast zijn er 2 gericht op het versterken van de samenwerking in de triple helix (3 o s). 4 projecten richten zich op het versterken van het innovatief vermogen, 3 van deze projecten zijn specifiek voor de sector toerisme en recreatie. Het gaat om onder andere het ontwikkelfonds Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, de matchmaker, het werkgeversservicepunt en de diverse projecten van gemeenten voor betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Met de 21 projecten in de regio is een investering gemoeid van bijna 11 miljoen. Daarvan gaat zo n 9,5 miljoen naar de sector toerisme en recreatie. De rest van de investeringen is gericht op arbeidsmarkteffecten, voor een deel speciaal gericht op de technische sectoren en voor een deel breed op alle sectoren. In de regio wordt extra sprongkracht gerealiseerd door met de projecten een vliegwiel op gang te brengen. Inschatting op basis van kengetallen en slagingskansen is dat het structurele effect op de economie van deze 21 projecten kan worden geraamd op een structureel effect van jaarlijks ca. 20 miljoen vanaf 2025. Maar er is meer nodig om de ambitie uit de ETM te halen. Als we de conclusies over de arbeidsmarkt erbij pakken, dan zien we dat er nog vooral in de onderdelen talent behouden en het beïnvloeden van de pendel nog winst te behalen is. De extra arbeidskrachten dichtbij huis, uit de eigen regio, vinden, is niet alleen gunstig voor de economie, maar ook nog eens duurzamer (want minder pendelkilometers). Om dat te realiseren, is het nodig om de regio aantrekkelijker te maken voor mensen om te wonen (werknemers die nu elders wonen) of mensen meer bekend maken met het werk dat in de regio te vinden is (inwoners die nu in een andere regio werken). Dat zit vooral in het acceleratie-effecten regiomarketing en omgevingsfactoren (het woon- en leefklimaat in de regio). Zeker nu de economie op volle toeren draait, is het van groot belang om als regio concurrerend te blijven. Concurrerend zijn betekent niet alleen het juiste aanbod aan werk hebben. Het betekent ook zo goed mogelijk presteren op aspecten zoals woon- en leefklimaat en bereikbaarheid. Deze elementen gaan een steeds belangrijkere rol spelen als talent de banen voor het uitkiezen heeft. Dit talent kan namelijk ook kiezen voor een baan buiten de regio, waar het misschien prettiger wonen is of waar de bereikbaarheid gegarandeerd is. Wanneer de eigen regio een optimaal woon- en leefklimaat heeft, kan het benodigde talent zo goed mogelijk aan de regio gebonden worden. 18

Met de zij-instroom ligt de regio goed op stoom, dat is vooral een kwestie van doorzetten. Kunst daarbij is om in deze economisch gunstige omstandigheden juist die mensen die bijvoorbeeld al waren gestopt met het zoeken naar werk, te proberen aan het werk te helpen. Als daarmee wordt bereikt dat er meer mensen in de regio aan het werk worden geholpen (op basis van de ambities uit de ETM, zie hieronder, minus wat er met de gestarte projecten al wordt beoogd) kan dat in potentie nog eens 3.500 extra werknemers voor de regio, oftewel 115 miljoen opleveren voor het BRP in 2025. Inschatting op basis van benchmarks is dat dit om circa 60 miljoen investeringen vraagt, op het gebied van arbeidsmarkt en woon- en leefklimaat. Zijinstroom Talent Overig Pendel Overig Mondiaal Totaal behouden NL EU Totaal 2.556 1.416 149 439 560 235 5.355 Dan ligt de regio naar verwachting qua arbeidsmarkt op koers om de gestelde ambities te realiseren. We houden dan rekening met het vliegwieleffect van deze investeringen op de economie als geheel. Immers, een goed functionerende arbeidsmarkt en onderwijssysteem hebben niet alleen een direct effect op het aantal banen, maar maken de regio als geheel ook aantrekkelijker als vestigingsplek. Op andere vlakken zoals ketendichtheid, innovatie en crossovers ligt er natuurlijk ook een belangrijke uitdaging die buiten het werkveld van de arbeidsmarktregio ligt. 19

BIJLAGE Door bijgestelde arbeidsproductiviteit per sector, een nieuwe inschatting van het BRP van de voormalige regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Tevens een nieuwe inschatting van de maximale potentie: Toegevoegde waarde per sector (in mln.) Arbeidsprod per sector (in duizenden) 2013 2025 2013 2025 Agrifood 133 204 59 82 Water en deltatechnologie 186 428 95 130 Maritieme maakindustrie 261 601 86 128 Overige maakindustrie 469 708 165 195 Bouwnijverheid 470 553 71 88 Logistiek 263 437 87 109 Toerisme & recreatie 79 103 41 43 Overig 2.196 2.512 68 78 Totaal (BRP) 4.057 5.547 20