Factsheet 2. Veghel-Bemmer

Vergelijkbare documenten
Factsheet 1. A september 2014, versie 3.0

Factsheet 3. Knoop/Aansluiting Laarbeek

Factsheet 4. Dierdonk

Factsheet Structuuralternatief N279

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Sterke en zwakke punten alternatief 1

PHS Meteren-Boxtel. Belangrijkste conclusies van het onderzoek

PHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren

De provincie zegt 140 mln beschikbaar te hebben. De gemeenten, waterschap en anderen (?) moeten dus 60 mln of 130 mln bijbetalen.

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.11 SOCIALE EN RUIMTELIJKE ASPECTEN Provincie Noord-Brabant

Ontsluiting Houten. Beschouwing effecten ongelijkvloerse kruising Rijsbruggerwegtracé en Achterdijk. Definitief. Provincie Utrecht

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.8 LUCHTKWALITEIT EN GEZONDHEID Provincie Noord-Brabant

Samenvatting Afwegingskader

Inspreekreactie Commissievergadering MF

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.10 TRILLINGEN Provincie Noord-Brabant

3,2 ha (100%) 0. 3,3 ha 3,3 ha

TRACENOTA/MER BUITENRING-UVS BUITENRING PARKSTAD LIMBURG C2 - VARIANTENSTUDIE ZUID PROVINCIE LIMBURG STRAßEN NRW. 27 mei /CE8/0A6/000213

Betreft: Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER N279 Veghel Asten

Raadsinformatieavond Voorkeursalternatief fase 2 N629

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Samenvatting onderzoeken variant 7 en 7B

TRACENOTA/MER-UVS BUITENRING PARKSTAD LIMBURG DEEL C1: VARIANTENSTUDIE-NOORD PROVINCIE LIMBURG STRAßEN NRW. 27 mei /CE8/0A4/000213

Verkeerseffecten structuurvarianten

Vrachtverbod tussen Aalst en Valkenswaard en tussen Waalre en Valkenswaard.

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Verkenning N65 Vught - Haaren. Informatieavond. 25 November november 2015

Samenvatting onderzoeken variant 7

Notitie. blad 1 van 8

Variantenstudie N303. Klankbordgroepoverleg 17 oktober 2018

Onderzoeksmethode moeten worden. Doelstelling. Een goede doorstroming regionaal en lokaal op de N280-West. Onderzoeksmethode moeten worden worden

Omgevingsdienst West Holland DEFINITIEF 6 mei 2013

Advies voorkeursalternatief N266 Nederweert

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

OWTB-2017 Europaplein e.o. Bewoners Barkmolenstraat 1 mei 2017

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Informatieavond N februari 2011

PLATFORM N69 WEST - MIDDEN

Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie

Samenvatting Milieueffectrapport

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten

Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Inhoud

Bijlage I Verklarende woordenlijst

Noordelijke randweg Zevenbergen

Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg

Alternatieven Noordoostcorridor. Noordoostcorridor

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Regionaal Bedrijventerrein Heesch-West Concept MER

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.9 EXTERNE VEILIGHEID Provincie Noord-Brabant

DEEL B MER N279 VEGHEL-ASTEN Rapport Beoordelingskader 18 AUGUSTUS 2017

Oostelijke Randweg Vlijmen. motivering en afweging tracékeuze

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis

Variantenonderzoek Ringweg Oost

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan

Notitie actualiteit MER en Landschapsplan A27/A12 Ring Utrecht. Datum Juni 2018 Status Definitief

OPLEGNOTITIE MER N207 ALPHEN AAN DEN RIJN - LEIMUIDEN

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Afweging alternatieve tracés bouwweg Hofstad III, mrt 2015

Afweging op basis van probleemoplossend vermogen(bereikbaarheid en leefbaarheid) Ref C BTK, TBT, NBT BTL T2 T3 V2 B H M /+

Informatiebijeenkomst 18 april Welkom

MILIEUEFFECTRAPPORT N282 RIJEN - HULTEN - REESHOF

Analyse verkeerseffecten variant 2.1

Standpuntbepaling Stuurgroep Brainport Oost. 12 september 2013

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

W.815. Onderzoek wegverkeerslawaai ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing van de voorzieningencluster Beek in de gemeente Laarbeek

1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE

BESTUURLIJK AFWEGINGSNOTITIE VOORKEURSALTERNATIEF AANSLUITING NUTH

Naar aanleiding van de concept Factsheets, zie ons via een link beschikbaar zijn gesteld door de gemeente Meierijstad berichten wij u als volgt.

Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer. Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Klaver 4 Greenport Venlo 12 JANUARI 2016

van GOL naar Beter datum 17 oktober 2017 Stichting van Gol naar Beter

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.12 RECREATIE Provincie Noord-Brabant

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017)

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.13 LANDBOUW Provincie Noord-Brabant

Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies

TOETSING ONTSLUITINGSVARIANTEN SAMEN NAAR DE A2

1 Inleiding. Notitie / Memo

Raadsinformatie gemeente Valkenswaard. 22 maart 2012

N266, Randweg Nederweert

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

N303 omleiding Voorthuizen. Milieueffectrapport

Inventarisatie Natuurcompensatie EHS Gebiedsopgave Grenscorridor N69

Beantwoording technische vragen van dhr. Lathouwers (SP) over het bestemmingsplan Weginfrastructuur omgeving Eindhoven-Noordwest, Oirschot en Best.

Verlengde Spoorlaan Drunen

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011

0+ MAATREGELEN 2015 GEMEENTE VALKENSWAARD

Verslag Klankbordgroep Midden, gedeelte Veghel Laarbeek, dd. 7 februari 2012, Ambiance in Veghel

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU NOORDOOSTCORRIDOR SAMENVATTING

Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving. 6 december 2017 Gerlof Wijnja

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

Transcriptie:

Tracéalternatieven Toelichting alternatieven In de onderstaande tabel worden de tracés van de verschillende alternatieven kort toegelicht. Nr. 2A 2B Toelichting Korte omleiding om Veghel, kruising Zuid-Willemsvaart nabij Keldonk, na aansluiting op Zuidelijke Randweg Erp naar bestaand tracé, afwaardering N279 door Veghel. Korte omleiding om Veghel, kruising Zuid-Willemsvaart ten oosten van Zijtaart, vervolgens op bestaand tracé, afwaardering N279 door Veghel. Alternatief 2A is de uitwerking van het zoekgebied voor de kruising van de Zuid-Willemsvaart zoals opgenomen in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Dit alternatief gaat uit van het sparen van het beekdal van de Aa en het natuurgebied t Geregt. Alternatief 2B is een variant hierop die zoveel mogelijk gebruik maakt van het bestaande tracé van de N279 door de Zuid-Willemsvaart zo snel mogelijk te kruisen. Doelbereik/Verkeerseffecten NOC als geheel In onderstaande tabel zijn de effecten van de gehele NOC op doelbereik/verkeer samengevat. Onder de tabel volgt een toelichting op de effecten. Aspect Bereikbaarheid bedrijventerreinen Brainport Verkeerseffecten in bebouw d gebied Verkeerseffecten in Rijk van Dommel en Aa Robuustheid hoofdw egennet Verkeersaantrekkende w erking en alternatieve functie Rijksw egennet Toetsingscriteria Referentie situatie Noordoost corridor Reistijden naar clusters van bedrijvigheid Brainport 0 +++ Betrouw baarheid van reistijden 0 ++ Verkeersafw ikkeling in regio (ochtend / avondspits) 0 +++ Voertuigkilometers 0 + Intensiteiten bebouw d gebied 0 +++ Intensiteiten Rijk van Dommel en Aa 0 +++ Omleiden bij incidenten/calamiteiten 0 +++ Toekomstbestendig / restcapaciteit 0 +++ Aandeel doorgaand autoverkeer 0 +++ Aandeel doorgaand vrachtverkeer 0 - - - Afname autoverkeer op autosnelw egen 0 - Afname vrachtverkeer op autosnelw egen 0 - - - Verkeersveiligheid Verkeersveiligheid 0 ++ Uit de beoordeling blijkt dat de NOC het wegennet robuuster maakt, zeer toekomstbestendig is en daarmee op veel verkeersaspecten zeer positief scoort. De NOC verbetert de verkeersafwikkeling in de regio en vermindert (in geringe mate) de voertuigkilometers gereden op het onderliggend wegennet. Hierdoor neemt het verkeer door het bebouwd gebied en het rijk van Dommel en Aa af. Daarnaast zorgt de NOC voor een betrouwbare reistijd op verschillende trajecten en een betere bereikbaarheid van clusters bedrijvigheid. De verkeersveiligheid gaat door een verschuiving van verkeer van het onderliggend wegennet naar het hoofdwegennet vooruit en met name het aanleggen van de oostwestverbinding zorgt voor nieuwe mogelijkheden voor omleidingsroutes bij calamiteiten op het rijkswegennet. Als nadeel van de verbeterde wegsituatie neemt het aandeel van doorgaand vrachtverkeer op de route toe. Verkeer dat op de Rijkswegen zou kunnen rijden kiest nu deels voor een route via de NOC. Deelgebied Veghel-Bemmer In onderstaande tabel zijn de relevante verkeerseffecten in dit deelgebied samengevat. Onder de tabel wordt kort ingegaan op de verschillen tussen de alternatieven in dit deelgebied. Toetsingscriteria Ref. 2A 2B Verkeersafw ikkeling in regio (ochtend / avondspits) 0 +++ ++ Verkeersintensiteiten 0 +++ ++ Bereikbaarheid van bedrijventerreinen 0 ++ +++ Verkeersveiligheid 0 ++ ++ Beide alternatieven leiden tot een duidelijke verbetering voor Veghel, waarbij het effect van alternatief 2A het grootst is. Dit als gevolg van het verschil in de locatie van het aansluitpunt van de oude N279 op de NOC (bij Erp of direct onder Veghel) en het afwaarderen van de oude N279. Bij alternatief 2B blijven beperkt afwikkelingsproblemen bestaan op de N279 (NCB-laan N279 noord). Daarentegen is alternatief 2B (eerder het kanaal over) beter voor de ontsluiting van de bedrijventerreinen gelegen aan de bestaande N279 (directere ontsluiting op NOC). Het geheel overziend heeft alternatief 2A verkeerskundig de voorkeur. Milieueffecten en kosten In onderstaande tabel zijn de milieueffecten (inclusief mitigatie) en kosten van de alternatieven samengevat. Op de volgende pagina volgt een toelichting op effecten en kosten. Onderw erp Aspect Toetsingscriteria Referentie 2A 2B Bodem Bodemkw aliteit Beïnvloeding milieuhygiënische bodemkw aliteit 0 ++ ++ Grondw ater Grondw aterstand Beïnvloeding grondw aterstand 0 0 0 Grondw aterstroming Beïnvloeding grondw aterstroming 0 0 0 Grondw aterkw aliteit Beïnvloeding grondw aterkw aliteit 0 0 0 Beschermingsgebieden Beïnvloeding van w aterw in- en grondw aterbeschermingsgebieden en natte natuurparels 0 0 0 Oppervlaktew ater Oppervlaktew aterstelsel Beïnvloeding oppervlaktew aterstelsel 0 0 0 Oppervlaktew aterkw aliteit Beïnvloeding oppervlaktew aterkw aliteit 0 - - Waterberging Beïnvloeding w aterbergingsgebied 0 - - Beschermde soorten Ruimtebeslag 0 - - Versnippering/barrièrew erking 0 - - Beschermde gebieden Ruimtebeslag 0 - - - - - Verstoring 0 - - - - Versnippering/barrièrew erking 0 - - Verdroging 0 0 0 Stikstofdepositie 0 - - Landschap Landschap Karakteristiek 0 - - - Landschapselementen, patronen en/of -eenheden 0 - - - Visueel ruimtelijke kenmerken 0-0 Geomorfologie Geomorfologische w aarden 0 - - - - Cultuurhistorie Cultuurhistorie Cultuurhistorisch w aardevolle structuren en patronen 0 0 0 en archeologie Cultuurhistorische elementen 0 - - Archeologie Beïnvloeding bekende archeologische w aarden 0 0 0 Beïnvloeding verw achte archeologische w aarden 0 - - - - Geluid en Geluid Totaal aantal ernstig geluidgehinderden 0 - - trillingen Aantal ernstig geluidgehinderden 0 - - - Verschuiving in blootstelling 0 + + Trillingen Trillinghinder 0 - - Luchtkw aliteit NO2 Verschuivingen in blootstelling per µg/m 3 NO 2 0 - - Fijn stof Verschuivingen in blootstelling per µg/m 3 (extra) Fijn stof 0 0 - Externe veiligheid Plaatsgebonden risico (PR) Aanw ezigheid PR10-6 contour 0 0 0 Groepsrisico (GR) Verandering groepsrisico t.o.v. oriëntatiew aarde (nieuw e route om Veghel) 0 - - Verandering groepsrisico t.o.v. oriëntatiew aarde (afgew aardeerde N279) 0 + + Gezondheid Gezondheid Beïnvloeding van de gezondheid (GES methodiek) 0 - - Sociale aspecten Visueel Visuele hinder 0 - - Gedw ongen vertrek Aantal malen gedw ongen vertrek uit w oningen en/of bedrijven 0 - - - - - - Bereikbaarheid omgeving Barrièrew erking 0 - - Ontw ikkelingsmogelijkheden omgeving Doorsnijding op stedelijk afw egingsniveau 0 + + Ontw ikkelingsmogelijkhed en omgeving Beïnvloeding ontw ikkelingsmogelijkheden in de omgeving 0 - - Sociale integratie Beïnvloeding van sociale relaties 0 - - Beïnvloeding sociale contacten door sloop w oningen 0 - - - - Sociale veiligheid Beïnvloeding sociale veiligheid, met name relevant bij fietsen voetgangerstunnels 0 + + Recreatie Recreatieve ontw ikkelingsmogelijkheden ontw ikkelingsmogelijkheden Toe- of afname van recreatieve 0 0 0 Recreatieve Doorsnijding recreatieve routes, voorzieningen en voorzieningen gebieden 0 - - Landbouw Landbouw grond Ruimtebeslag oppervlakte landbouw grond 0 - - - - - Doorsnijding Doorsnijding en bereikbaarheid van landbouw percelen 0 - - - - Landbouw bedrijven Beïnvloeding landbouw bedrijven 0 - - - - Kosten Kosten Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro) 135,8 170,6

Toelichting milieueffecten en kosten Hieronder worden kort de effecten van de alternatieven toegelicht. Bodem Alternatief 2A raakt 5 (potentieel) ernstig verontreinigde locaties en alternatief 2B raakt 6 (potentieel) ernstig verontreinigde locaties. Als gevolg van de realisatie van de Noordoostcorridor worden deze locaties (indien nodig) gesaneerd, wat een positieve invloed heeft op de bodemkwaliteit. Vanwege 3 saneringsplichtige locaties en 2, respectievelijk 3 potentieel ernstige locaties, worden de effecten van beide alternatieven positief beoordeeld. Grond- en oppervlaktewater Geen van beide alternatieven heeft effect op de criteria voor grondwater. Voor grondwater zijn de alternatieven dan ook niet onderscheidend. Voor oppervlaktewater zijn wel verschillen te zien tussen de alternatieven. Alternatief 2B kruist de Zuid-Willemsvaart in de nabijheid van een waterbergingsgebied in het beekdal van de Aa. Alternatief 2B kruist het kanaal voor wat betreft waterberging echter op een gunstige plek. Dit deel van het gebied heeft namelijk geen waterbergende functie. Toponiemen deelgebied Veghel-Bemmer Wel heeft bij alternatief 2B de kruising van de Morgenstraat over de NOC en de Zuid-Willemsvaart ruimtebeslag op dit waterbergingsgebied. Verder hebben beide alternatieven een beperkt ruimtebeslag op een reserveringsgebied voor waterberging bij Bemmer. Na keuze van een VKA zal bij de verdere uitwerking hiervan in overleg met het betreffende waterschap gekeken moeten worden naar de noodzaak en eventuele invulling van de compensatie van het ruimtebeslag op (reserveringsgebieden voor) waterberging. Voor beide alternatieven geldt dat de waterafvoerende functie van de watergangen waar ruimtebeslag op optreedt, gecompenseerd dient te worden. Er treden in beide alternatieven beperkte effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit op door emissie van het wegverkeer via de lucht. Al met al zijn de effecten van beide alternatieven op grond- en oppervlaktewater vergelijkbaar. Natura2000 gebieden liggen op dusdanige afstand van de NOC dat effecten door ruimtebeslag, verstoring en verdroging/vernatting kunnen worden uitgesloten. Wel zorgt de NOC voor een toename van stikstofdepositie. De alternatieven zijn hierin echter niet onderscheidend. In navolgende tabel is per alternatief het ruimtebeslag op EHS gebieden en de toename van verstoord EHS gebied weergegeven. Aspect Beoordelingscriterium Beschermde gebieden: 2A 2B Ruimtebeslag EHS (ha) 3,82 7,29 Toename verstoord oppervlak EHS (ha) 12,32 18,83 Alternatief 2A leidt tot beperkte effecten als gevolg van ruimtebeslag op en versnippering van leefgebieden van soorten en gebieden van de EHS. De verstoring van de EHS neemt relatief sterk toe. Ook vindt een kleine toename van stikstofdepositie op de EHS plaats. Alternatief 2B leidt tot vergelijkbare effecten op leefgebieden van soorten, maar heeft een groter ruimtebeslag op en verstoring van gebieden van de EHS. Effecten als gevolg van verdroging van de EHS treden bij beide alternatieven niet op. Per saldo heeft alternatief 2B grotere effecten op vooral beschermde gebieden. De effecten op versnippering/barrièrewerking voor soorten en gebieden van de EHS zijn te beperken door het toepassen van dassentunnels en een ruimere overspanning van de bruggen over de Zuid-Willemsvaart en de Biezenloop (beide alternatieven). Bij beide alternatieven kunnen de effecten verder beperkt worden door ten zuiden van de aansluiting op de zuidelijke randweg Erp meerdere uitstapvoorzieningen met reëentunnels aan te leggen. Landschap en cultuurhistorie In beide alternatieven vormt de Noordoostcorridor in de toekomst de zuidelijke rand van Veghel en daarmee ook de overgang naar het kleinschalige landschap rondom Zijtaart. De Noordoostcorridor maakt hierbij op zich goed gebruik van bestaande lijnen en richtingen van het landschap, maar doorsnijdt hierbij wel kleinschalige lijnvormige laanstructuren en kleine bospercelen. De aansluiting van de NOC op de A50 deelt oude akkercomplexen in tweeën. Daarbij zorgt de verhoogde ligging van de weg voor een prominente aanwezigheid in het landschap ten zuiden van Veghel. Het onderscheid tussen de alternatieven is de bundeling aan de oostzijde of de westzijde van de Zuid-Willemsvaart. Wordt vervolgd op de volgende pagina

Landschap en cultuurhistorie (vervolg) De westelijke bundeling (alternatief 2A) zorgt voor de meeste aantasting omdat dit voor een groter deel een nieuw tracé betreft. Hiermee wordt het kanaal als lijnvormig element versterkt, doordat aan beide zijden van het kanaal een weg komt te liggen. Dit leidt niet automatisch tot een goede en wenselijke inpassing. Daarnaast is veel ruimte nodig voor de sprong over de Zuid-Willemsvaart, waarbij de bestaande landschappelijke lijnen en richtingen niet worden gevolgd en de openheid van het landschap ten zuiden van de Zuid-Willemsvaart wordt aangetast. Bij de oostelijke bundeling (alternatief 2B) vindt de sprong over de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van Zijtaart plaats waar de weg wel een lokaal effect heeft op het beekdal van de Aa, maar meer de richting van de ondergrond volgt (de loop van de Aa). Daarnaast maakt dit tracé meer gebruik van het bestaande tracé, wat de aantasting van met name landschappelijke waarden beperkt. Wel worden in beide alternatieven karakteristieke laanstructuren langs de N279 aangetast door de verbreding van de bestaande weg.vanuit de CHW2010 worden er geen cultuurhistorische vlakken of elementen aangetast. Op basis van de CHW2006 worden in beide alternatieven wel verschillende waardevolle lijnstructuren aangetast. Dit betreft met name bomenrijen en laanstructuren. Door het toepassen van maatregelen kunnen de effecten van beide alternatieven op landschap en cultuurhistorie beperkt worden. Zo kan de weg zorgvuldig ingepast worden door het landschap in de directe omgeving van de weg aan te vullen en te versterken. Aandachtspunten hierbij zijn de ligging rond Zijtaart, doorsnijding van bolle akkers en bij alternatief 2B de ontwikkeling van het beekdal van de Aa. Archeologie Beide alternatieven doorsnijden geen AMK-terreinen of archeologische waarnemingen. De effecten op bekende archeologische waarden zijn voor beide alternatieven daarom neutraal beoordeeld. Bij alternatief 2A is het ruimtebeslag op zones met een (middel)hoge archeologische verwachting 1,1 ha hoger dan bij alternatief 2B (26,5 ha versus 25,4 ha). De ligging en oriëntatie van de beide alternatieven is voor een groot deel gelijk. Vanwege het kleinere ruimtebeslag is alternatief 2B minder negatief dan alternatief 2A. Het verschil is echter niet dusdanig dat dit tot uiting komt in de effectscores. Geluid In navolgende tabel is per alternatief het aantal ernstig geluidgehinderden opgenomen. Onder de tabel worden de effecten op geluid nader toegelicht. Aspect Beoordelingscriterium Ref. 2A 2B Geluid Ernstig geluidgehinderden: Totaal aantal ernstig geluidgehinderden 358 371 379 Voor beide alternatieven geldt dat ze leiden tot een toename van het totaal aantal ernstig geluidgehinderden, waarbij de toename bij alternatief 2B iets groter is. Het verschil met alternatief 2A is echter niet onderscheidend. Daarnaast vindt er een verschuiving plaats van ernstig gehinderden naar hogere geluidsbelastingsklassen. Ook worden er bestaande woningen in het buitengebied van Zijtaart geluidsbelast door de nieuw aan te leggen weg, waardoor er extra (ernstig) gehinderden bijkomen. Wel is het zo dat zowel in Zijtaart als in Keldonk de geluidbelasting afneemt als gevolg van realisatie van de NOC. Dit is het gevolg van de afname van verkeer op de wegen door deze kernen (Corsica, Reibroekstraat, Pastoor Clercxstraat, Morgenstraat). Alternatief 2A veroorzaakt iets minder (ernstig) gehinderden in de hoogste geluidsbelastingsklasse. Daardoor scoort alternatief 2A iets beter dan alternatief 2B op het criterium aantal ernstig gehinderden. Het aantal blootgestelden met een afname van de geluidsbelasting is voor zowel alternatief 2A als 2B groter dan het aantal blootgestelden met een toename van de geluidbelasting. Omdat dit verschil ook zichtbaar is in de hogere klassen (grotere afnames/toenames), hebben beide alternatieven licht positieve effecten op dit beoordelingscriterium. Op de NOC wordt standaard een stil wegdektype toegepast. Nabij de aansluiting van de Noordoostcorridor op de N615/N272, vindt, na toepassing van het stille wegdektype, een verboden toename plaats (hoger dan 5 db), waardoor wettelijk gezien ondanks de kosten maatregelen getroffen moeten worden. Bij beide alternatieven dient een geluidscherm geplaatst te worden langs de noordwestelijke toerit van deze aansluiting. De maatregel is in onderstaande tabel en in de kaart met toponiemen opgenomen. Het nummer in de tabel verwijzen naar het nummer in de kaart met toponiemen. Nr. Alt. Reden van plaatsing Hoogte Lengte [m] Zijde 1 2A / 2B Verboden toename (>5 db) Laag 260 Westzijde Deze maatregel heeft een geringe afmeting en wordt voor een klein aantal woningen geplaatst, waardoor het effect op het totaal te verwaarlozen is. De effectscores wijzigen dan ook niet als gevolg van het treffen van maatregelen. Trillingen De effectscores zijn gebaseerd op het aantal adressen dat binnen 50 meter van de weg aanwezig is en waarvoor mogelijk sprake kan zijn van trillinghinder voor personen. Bij beide alternatieven kan bij voorbaat de kans op trillinghinder niet geheel worden uitgesloten. Met name door de verbreding van de N279, vindt er ten opzichte van de referentiesituatie voor beide alternatieven een toename van het aantal bestemmingen binnen een afstand van 50 meter plaats. Het aantal bestemmingen met kans op trillinghinder is voor alternatief 2A marginaal hoger dan voor alternatief 2B, omdat in alternatief 2A het tracé tussen Zijtaart en Keldonk iets dichter op verspreid liggende bebouwing ligt dan alternatief 2B. De verschillen zijn niet onderscheidend. Beide alternatieven worden licht negatief beoordeeld. Lucht Voor luchtkwaliteit geldt dat de grenswaarden vanuit de Wet milieubeheer nergens worden overschreden. Wel kan er sprake zijn van toe- en afnames van de concentraties van verontreinigende stoffen als gevolg van toe- of afnames van verkeer. Voor NO 2 zijn de alternatieven 2A en 2B niet onderscheidend. Alternatief 2B laat voor NO 2 meer personen met een toename van 1,5 tot 2,5 µg/m³ zien dan alternatief 2A. In vergelijking met alternatief 2A leidt alternatief 2B echter tot minder personen met een toename van 0,5 tot 1,5 µg/m³. Daarnaast laat alternatief 2B grotere afnames zien in klassen - 1,5 tot -0,5 en -1,5 tot -2,5 µg/m³. Onderling zijn de alternatieven 2A en 2B daarom niet onderscheidend beoordeeld voor de verschuiving in blootstelling aan NO 2. Beide alternatieven zijn licht negatief beoordeeld omdat het aantal mensen dat te maken krijgt met toenames van de concentratie NO 2 in beide alternatieven hoger is dan het aantal mensen met een afname. Voor PM10 is alternatief 2A vergelijkbaar met de referentiesituatie. Het aantal blootgestelden dat te maken krijgt met iets hogere concentraties PM10 (0,5 tot 1,5 µg/m³) is vergelijkbaar met het aantal blootgestelden met een iets lagere concentratie. Bij alternatief 2B krijgt een aanzienlijk hoger aantal mensen te maken met hogere concentraties PM10 dan er afnames te zien zijn. Het gaat echter om toenames in de laagste concentratieklassen. Voor PM2,5 is het aantal personen met toe- of afnames van concentraties voor beide alternatieven helemaal gelijk aan de referentie. Vanwege de toename van het aantal blootgestelde met een hogere concentratie PM10, wordt alternatief 2B licht negatief beoordeeld. Omdat de concentraties nog ruim onder de daarvoor geldende grenswaarden liggen, hoeven er wettelijk gezien geen maatregelen te worden getroffen om de effecten te mitigeren. Externe veiligheid Aan het plaatsgebonden risico (PR) is een wettelijke grenswaarde van 10-6 verbonden, een jaarlijkse kans van één op de miljoen. Binnen de PR10-6 contour bestaat een kans van 1 op de miljoen om als individuele burger te overlijden als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op de weg. Op basis van de rekenresultaten is er zowel voor de referentiesituatie als voor de alternatieven 2A en 2B geen PR10-6 contour aangetroffen in de berekeningen. Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar per kilometer transportroute dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van de transportroute in één keer slachtoffer wordt van een ongeval. Voor het GR geldt geen norm, maar een verantwoordingsplicht als de zogeheten oriëntatiewaarde (OW) wordt overschreden (GR > 1,0), of als het GR toeneemt door het besluit ten opzichte van de autonome situatie. Uit de berekeningen blijkt dat het GR voor zowel de referentie als de alternatieven ver onder de oriëntatiewaarde blijft (<0,1*OW). Wel is het zo dat in beide alternatieven langs de nieuwe route (omleiding bij Zijtaart) een groepsrisico ontstaat (licht negatief effect), terwijl er op het afgewaardeerde deel van de N279 minder transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, waardoor hier het groepsrisico afneemt (licht positief effect). Gezondheid Gezondheidseffecten als gevolg van de Noordoostcorridor worden vooral bepaald door de veranderingen in geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Deze effecten zijn deels in beeld gebracht in de reguliere onderzoeken voor deze aspecten, waarbij voor geluid en lucht ook is gekeken naar de (gezondheids)effecten (ver) onder de grenswaarden en (verschuivingen in) blootstelling (advies Cie m.e.r.). Aanvullend daarop zijn, via de GES-methodiek, effecten op de genoemde aspecten vertaald naar een effectscore voor gezondheid. Op basis van de GES-methodiek zijn allereerst effectscores bepaald voor de afzonderlijke aspecten. Vervolgens zijn deze scores vertaald naar een overkoepelende effectscore voor gezondheid, waarbij steeds de meest negatieve effectscore op geluid, lucht (NO2 en fijn stof) of externe veiligheid als maatgevende score is overgenomen. Dit omdat een negatief gezondheidseffect van bijvoorbeeld geluid niet kan worden verminderd door een positief gezondheidseffect van bijvoorbeeld luchtkwaliteit. In dit deelgebied hebben beide alternatieven een licht negatief effect op gezondheid. Dit wordt veroorzaakt door een licht negatieve beoordeling voor luchtkwaliteit (NO 2 ). Dit betekent dat het aantal personen dat te maken krijgt met een mindere luchtkwaliteit (NO 2 ) door wegverkeer licht toeneemt. Voor externe veiligheid is er sprake van een lichte verbetering. Sociale aspecten en recreatie In navolgende tabel is per alternatief het aantal te amoveren panden opgenomen. Onder de tabel worden de effecten op sociale aspecten en recreatie nader toegelicht. Aspect Beoordelingscriterium 2A 2B Sociale aspecten Gedwongen vertrek: Aantal te amoveren panden (woningen, bedrijven, overige panden) 56 56 De effecten van beide alternatieven zijn vergelijkbaar omdat ze voor een groot deel hetzelfde tracé volgen. Daarnaast zijn weinig woningen aanwezig langs het deel van het tracé waar beide alternatieven van elkaar verschillen. Visuele hinder en barrièrewerking zijn voor beide alternatieven beperkt omdat de tracés niet door of op korte afstand van woonkernen liggen. Beide alternatieven leiden wel tot een groot aantal te amoveren panden, geclusterd op 3 plekken (tussen Veghel en Doornhoek en twee clusters aan de Veerstraat tussen Keldonk en Beek en Donk). Met name het amoveren van woningen aan de Veerstraat heeft ook een negatieve invloed op de sociale contacten omdat deze kleine clusters bebouwing volledig verdwijnen en er elders vervangende woonruimte moet worden gezocht. Het tracé van beide alternatieven loopt tussen Zijtaart en Doornhoek door. Ondanks dat er een verbinding tussen beide kernen terug gebracht wordt, heeft dit een negatieve invloed op de sociale relaties tussen deze kernen. Beide alternatieven hebben positieve effecten op de doorsnijding op stedelijk niveau. De omleiding zorgt er namelijk voor dat er minder verkeer door Veghel rijdt, waardoor de barrière van de N279 door Veghel afneemt. Dit effect is echter beperkt omdat de Zuid-Willemsvaart ook een harde barrière vormt. De recreatieve routes die worden doorsneden worden grotendeels hersteld. Alleen tussen Zijtaart en Doornhoek vervallen een aantal fietsroutes waardoor omrijdbewegingen ontstaan. Er is echter een vervangende route op relatief korte afstand beschikbaar (400 meter tot 1 kilometer). Uit het voorgaande blijkt dat de tracéligging tussen Zijtaart en Doornhoek op verschillende criteria (licht) negatief scoort. Door het toepassen van een verdiepte ligging tussen Zijtaart en Doornhoek kunnen deze effecten deels gemitigeerd worden. De aantasting van de twee clusters met woningen bij de Veerstraat kan op verschillende manieren voorkomen worden. Door de weg achterlangs deze woningen te leggen, wordt aantasting voorkomen, maar komen deze woningen tussen twee wegen te liggen (de huidige N279 en de NOC), en worden de agrarische panden afgesloten van de achterliggende percelen. Een andere mogelijkheid is om te onderzoeken of op deze locatie een dwarsprofiel met 2x1 rijstroken kan volstaan. Landbouw In navolgende tabel is de kwantitatieve informatie over beïnvloeding van landbouwbedrijven opgenomen. Onder de tabel worden de effecten op landbouw nader toegelicht. Aspect Beoordelingscriterium 2A 2B Landbouwbedrijven Beïnvloeding landbouwbedrijven: Agrarische bouwblokken (aantal) 25 28 Agrarische gebouwen (aantal) 29 28 De verbreding en verlegging van de N279 heeft in beide alternatieven ruimtebeslag op landbouwgronden tot gevolg. Alternatief 2A heeft een ruimtebeslag van 67,5 ha en alternatief 2B een ruimtebeslag van 73,9 ha. In beide alternatieven is er sprake van een nieuwe doorsnijding van landbouwgebied. Doordat voor een groot deel de Zuid-Willemsvaart wordt gevolgd, is de doorsnijding van landbouwgebied en de bijbehorende barrièrewerking echter beperkt. Doordat er in alternatief 2A en 2B relatief veel agrarische gebouwen moeten worden geamoveerd, hebben beide alternatieven een zeer negatieve invloed op landbouwbedrijven. De effecten op de bereikbaarheid van landbouwpercelen kunnen beperkt worden door het toepassen van ruilverkaveling of kavelruil, het uitplaatsen van bedrijven en het zoveel mogelijk volgen van eigendomsgrenzen. Daarnaast kan de aantasting van enkele agrarische bedrijfspanden bij alternatief 2A en 2B voorkomen worden door het toepassen van een steiler talud (indien mogelijk) of een keerwand. Kosten Uit de kostenraming blijkt dat alternatief 2B (kruising Zuid-Willemsvaart bij Zijtaart) ongeveer 40 miljoen euro meer kost dan alternatief 2A (kruising Zuid-Willemsvaart bij Keldonk). Het verschil in investeringskosten is vooral te wijten aan de hogere bouwkosten, met name als gevolg van de realisatie van een weg op palen na de kruising van de Zuid-Willemsvaart bij Zijtaart en de realisatie van een nieuwe kruising van de Morgenstraat over de NOC en de Zuid-Willemsvaart. Nu de noodzaak van een weg op palen lijkt weg te vallen vanuit het oogpunt van waterberging, kan hier waarschijnlijk een weg op maaiveld toegepast worden.

Vergelijking alternatieven deelgebied Veghel-Bemmer Onderstaand is een vergelijking opgenomen van de alternatieven in deelgebied Veghel-Bemmer. Daarbij wordt ingegaan op het doelbereik/verkeerseffecten, de milieueffecten en de kostenramingen van de alternatieven. Doelbereik/verkeer: Licht voorkeur voor alternatief 2A Beide deelalternatieven leiden tot een duidelijke verbetering voor Veghel, waarbij het effect van alternatief 2A het grootst is. Bij alternatief 2B blijven beperkt afwikkelingsproblemen bestaan op de N279 (NCB-laan N279 noord). Daarentegen is alternatief 2B (eerder het kanaal over) beter voor de ontsluiting van de bedrijventerreinen aan de bestaande N279 (directere ontsluiting op NOC). Het geheel overziend wordt alternatief 2A beter beoordeeld voor doelbereik/verkeer. De verschillen zijn echter beperkt. Milieueffecten: Wisselend beeld De verschillen in milieueffecten tussen beide alternatieven worden veroorzaakt door de locatie waar het kanaal gekruist wordt, bij Keldonk (alternatief 2A) of bij Zijtaart (alternatief 2B). In de rest van dit deelgebied volgen de alternatieven hetzelfde tracé. De milieubeoordeling van beide alternatieven laat een wisselend beeld zien. De kruising van de Zuid-Willemsvaart bij Keldonk (alternatief 2A) heeft als voordeel dat de aantasting van EHS door ruimtebeslag kleiner is. Dit komt doordat het beekdal van de Aa niet fysiek geraakt wordt. Daarnaast leidt dit alternatief tot een kleiner aantal ernstig geluidgehinderden dan alternatief 2B, vanwege de grotere afstand tot de kernen Veghel en Keldonk. De kruising van de Zuid-Willemsvaart bij Zijtaart (alternatief 2B) leidt echter tot een kleinere aantasting van het landschap dan alternatief 2A, met name doordat over een grotere lengte het bestaande tracé van de N279 wordt gevolgd. Daarnaast heeft het grotere gebruik van het bestaande tracé tot gevolg dat dit alternatief een kleiner ruimtebeslag op landbouwgronden heeft. Voor de overige milieuaspecten zijn de alternatieven in dit deelgebied gelijk beoordeeld. ① Aandachtspunten voor de betreffende thema s* *Als bijlage bij de factsheets is een overzicht opgenomen van de aandachtspunten die door de ambtelijke deelprojectgroepen en klankbordgroepen zijn ingebracht en die zijn overgenomen op de MKK s. De nummers die op de MKK s zijn opgenomen zijn hierin terug te vinden. Kosten: Alternatief 2A heeft de laagste investeringskosten Uit de kostenraming blijkt dat de investeringskosten van alternatief 2B ( 171 mln.) ongeveer 35 miljoen hoger zijn dan van alternatief 2A ( 136 mln.), met name doordat de weg na de kanaalkruising voor een deel op palen wordt uitgevoerd en er een nieuw kunstwerk opgenomen is om de Morgenstraat bij Keldonk te laten kruisen over de NOC en de Zuid-Willemsvaart. Uit de effectbeoordeling blijkt dat de weg het waterbergingsgebied na de kruising van het kanaal niet raakt waardoor de noodzaak voor een weg op palen vervalt. Daarnaast kan de kruising met de Morgenstraat geoptimaliseerd worden. Hierdoor is het kostenverschil tussen beide alternatieven naar verwachting te verwaarlozen. Vergelijking alternatieven Verkeer/doelbereik en kosten zijn in dit deelgebied niet onderscheidend voor de te maken keuze. Ten aanzien van milieu hebben beide alternatieven voor- en nadelen. Alternatief 2B (kruising kanaal bij Zijtaart) maakt meer gebruik van het bestaande tracé van de N279 en heeft daardoor minder effecten op landschap en landbouw dan alternatief 2A. Wel is de aantasting van EHS (beekdal van de Aa) en de toename van geluidhinder (Veghel en Keldonk) groter.

Landschap, cultuurhistorie en archeologie Landschap, cultuurhistorie en archeologie

Bodem en water Bodem en water

Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening